De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) kondigden begin dit jaar aan samen onderzoek te gaan doen naar nieuwe ketens van huisartsenzorg (IGJ/NZa, 26 januari 2023). De IGJ en de NZa willen daarbij weten of deze nieuwe initiatieven van huisartsenzorg voldoen aan de normen voor de kwaliteit, patiëntveiligheid, toegankelijkheid en betaalbaarheid van zorg zoals die voor alle huisartsen gelden. Aanleiding waren vooral klachten vanuit bevolking en zorgverlening (hier + hier + hier + hier + hier + hier + hier + hier + hier + hier + hier + hier + hier).  

De beide toezichthouders verwachten het onderzoek voor de zomer 2023 te hebben afgerond (VWS Kamervragen, 15 februari 2023).

De toezichthouders kijken bij hun onderzoek of deze initiatieven van huisartsenzorg dus voldoen aan de normen zoals die voor alle huisartsen gelden. Dat impliceert toetsing aan de vijf kerntaken (hier/hier), de vier kernwaarden (hier/hier) en met afbakening en uitvoering van het in 2022 geherformuleerde aanbod huisartsgeneeskundige zorg (hier). Elke aanbieder van huisartsenzorg moet ook voldoen aan wet- en regelgeving. Dat geldt onder andere voor de eisen rond kwaliteit van zorg door zorgaanbieders zoals vastgelegd in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Deze wet schrijft voor aan welke (kwaliteits-)eisen zorgaanbieders moeten voldoen, waarbij de beroepsgroep zelf definieert volgens welke richtlijnen huisartsenzorg moet worden geleverd.

Deze blog gaat over de vraag of huisartsen zélf voldoende sturing geven aan bedrijfsvoering om hun huisartsgeneeskundig aanbod met hun vastgelegde kerntaken, kernwaarden en richtlijnen uit te (kunnen) voeren? Met “huisartsen zelf”, wordt niet voorhand bedoeld zelf in persoon, maar wel diens betrokkenheid bij het hele werkproces: in de praktijk, in de wijk, in de gemeente, in regio en landelijk. Want de steeds veranderende context vraagt, zo blijkt, ondanks het vastgelegde kerntakenpakket een continue alertheid richting toekomstbestendige doelstellingen. Inclusief oriëntatie op juiste ondersteuning, bekostiging en organisatie.

Het spectrum loopt dan van links naar rechts: ter linkerzijde de huisartsenpraktijken die controle hebben over het invullen van de juiste fundering van hun organisatie ten behoeve van het huisartsenaanbod. Helemaal ter rechterzijde bevinden zich de echte commerciële clubs die inspringen in het ontstane gat van lokale huisartsloosheid en werken met tijdelijke waarnemers en met een opmerkelijk verdienmodel. En alles ertussenin.

Ik ben niet degene die over alle mogelijkheden oordeelt. Laat straks NZa/IGJ de normen, “zoals die voor alle huisartsen gelden”, toetsen en laat zorgverleners en burgers naar aanleiding van eigen ervaringen zelf maar spreken.

Mijn uitgangspunt/motto is simpel: verwacht niet de oplossing van een ander voor een probleem waar je zelf last van hebt. Dat betekent als beroepsgroep soms afwachten, soms rekenen en proactief interveniëren, soms corrigeren, oneigenlijke taken elimineren, altijd vooraf/achteraf met leden corresponderen, soms protesteren, inclusief procederen. Niet lijden, maar leiden. Maar altijd: anders en beter contracteren! Soms vragen, soms aanbieden, maar altijd om te verbeteren transparant en planmatig (5W1H) meedenken en meesturen. Ten behoeve van de eigen praktijk en de wijkzorg, maar ook ten aanzien van landelijke geldende spelregels. Organiseer zelf en/of samen niet alleen je eigen werkplezier, maar zet ook samen strepen in het zand bij taakoverschrijding of halfbakken “oplossingen” met vage beloftes vanuit een beleidstoren. Een beleidstoren van anderen, wel te verstaan.

 

 

 

“Maar de huisarts zelf is binnen het huisartsenteam de bewaker van persoonsgerichtheid van zorg, van begrenzing van het takenpakket en is hoofdaannemer bij het bewaken van kernwaarden. Samen met anderen in het team wordt met inachtneming van kernwaarden het basisaanbod huisartsenzorg geleverd.”

Aanleiding voor deze blog

Dat met name jonge huisartsen niet zo makkelijk hun draai vinden (hier), is zorgelijk en voelt niet goed.

Onderzoek NIVEL, 23 maart 2023

Trendbreuk 2020-2021

Er is een duidelijk toename te zien van ‘stoppers’ onder huisartsen in de leeftijdscategorie 55 tot 65 jaar na 2020, na een dalende trend tot aan dit jaar. Opvallend is ook dat tussen 2020 en 2021 het percentage stoppers van 35 tot 45 jaar en van 45 tot 55 jaar scherp is toegenomen. Ook al is het absolute percentage uitstroom hiermee beperkt tot 1,5%, gezien de toename het laatste jaar is belangrijkom na te gaan of deze trend zich zal voortzetten.”

Het huisartsenvak is een prachtig beroep, maar zal, kerntaken en kernwaarden indachtig, begrensd moeten worden. Ofwel, welke zorg mag van iedere huisarts worden verwacht, welke zorgtaken zijn optioneel en welke zorgtaken vallen er niet onder. Patiënthouderschap en/of praktijkhouderschap, alles kan qua organisatie, maar binnen deze diversiteit jezelf senang voelen betekent vooral zelf mee(be)sturen. Met altijd oog voor taken, waarden en aanbod. Met meer commerciële ketens op de zorgmarkt van welzijn en geluk lijkt vooral de kernwaarde “continuïteit” als drijfveer van het huisartsenwerk onder druk te staan. Dit werd deze week nog eens beschreven door de voorzitter van de LHV.

Opinie Aard Verdaasdonk, huisarts en waarnemend voorzitter LHV, (Medisch Contact, 30 maart 2023)

Citaat uit zijn artikel: “Maar het hele systeem dan maar overboord gooien en de commerciële types het laten ‘oplossen’? Dat is het kind met het badwater weggooien. De noodzaak tot verandering is duidelijk. Huisartsen moeten zoveel mogelijk worden gefaciliteerd en ontzorgd in hun werk en in het praktijkhouderschap. Om te veranderen is er tijd nodig en dus moet de werkdruk echt omlaag. Als huisartsen staan we zelf ook echt niet stil. We moderniseren onze praktijken, we bewegen mee met maatschappelijke en technologische veranderingen. Onze praktijken werken samen binnen goed georganiseerde regio’s. Continuïteit zoeken we niet meer bij één huisarts, maar in een vast team dat een vaste populatie bedient. Die continuïteit is niet alleen fijn voor de patiënten, maar ook voor de huisartsen zelf. Want ik kan uit ervaring stellen: de patronen herkennen in je populatie, de context van je patiënten kennen, zorg zelf kunnen opvolgen, daar word je als huisarts zelf ook echt happy van.”

De meerwaarde van ‘continuïteit’ zit dus in zijn laatste zin.

Maar er was deze week van ook een ervaren huisarts nog een andere interessante insteek. Motto: Betaal huisartsen anders, zodat het weer loont om een band op te bouwen met de patiënt, zo schreef huisarts Wim Heres in Trouw.

Opinie: Willen we een vaste huisarts? Beloon dan niet langer de mega-praktijk, Wim Heres, huisarts Helmond (Trouw, 31 maart  2023)

Citaat uit zijn artikel: “De meerwaarde van huisartsen is hun vertrouwensband met de patiënt. Die wordt opgebouwd in jaren van continue en persoonlijke zorg. Per Fugelli, een Noorse huisarts en hoogleraar, gebruikt de vergelijking T=mc2, parafraserend op E=mc2. De hoogte van het vertrouwen in dokters (de T van trust) wordt bepaald door de geneeskunde van die dokter (de m van medicine) vermenigvuldigd met maar liefst het kwadraat van de continuïteit (c) die de dokter biedt. Die continuïteit is de crux. Laat het nu juist daar mis gaan. Huisartsen krijgen de helft van hun inkomsten uit een vast bedrag per ingeschreven patiënt. Ruim een derde komt van het werk wat ze voor deze patiënten doen. De rest verdienen ze met zogeheten ketenzorg (zoals voor diabetes en hartvaatziekten) en met innovatie. De 7500 huisartsen die nu een eigen praktijk hebben, hebben meestal te veel patiënten om die allemaal zelf te zien. Deze praktijkhouders maken massaal gebruik van waarnemers en van huisartsen in dienstverband. Dat houdt de huidige situatie in stand. Laten we de inschrijftarieven fors verhogen (zeg 30 procent) voor de eerste groep patiënten, bijvoorbeeld 1700 inschrijvingen. Voor patiënten boven dat maximum krijgen huisartsen nog maar de helft. Jonge huisartsen kunnen dan makkelijker een praktijk starten, ze krijgen meer geld voor inschrijvingen. Gevestigde praktijkhouders gaan jonge collega’s als nieuwe maat aantrekken. Want boven de 1700 patiënten levert een patiënt nog maar de helft op, terwijl de nieuwe maat extra inschrijfgeld ‘meeneemt’ voor diezelfde patiënt. Commerciële ketens zoals CoMed, Quin, Centric en Arene die hun verdienmodel ontlenen aan de huidige financiering zijn foetsie. Maar goed ook, zij hebben met huisartsgeneeskunde niets te maken. Van de 13.000 huidige huisartsen hebben er meer dan 4.000 (nog) geen eigen praktijk. Dit nieuwe model kost iets meer, maar voorkomt dat jonge huisartsen uit het vak stappen, zoals nu tientallen al doen. Als we niets doen, worden dat er honderden. Bedenk dat elke huisarts de samenleving aan opleiding een miljoen euro aan belastinggeld kostte. Wat nodig is: een minister die dit omarmt, een zorgautoriteit die deze bekostiging mogelijk maakt en een huisartsenvereniging die zich hiervoor hard maakt. Gewoon doen.”

Het mooie van dit artikel is de beschrijving van het feit dat je met aanpassing van de bekostiging (stap 4 in het 5-stappenmodel) een financiële prikkel kunt inbouwen om een kernwaarde van huisartsenzorg meer/sterker te bekrachtigen. Het artikel beschrijft ook de potentiële perversiteit in de bekostiging. Als daadwerkelijk een uitstroom van jonge huisartsen doorzet (NIVEL), kan mede op deze wijze het praktijkhouderschap extra worden gestimuleerd (blog). Het is daarnaast nog niet zo lang geleden dat de beroepsvereniging zelf opperde te gaan voor een kleinere normpraktijk van 1800 zielen. Nu is dat 2095.

Over 2 jaar gaat een nieuwe bekostiging huisartsenzorg het levenslicht zien. Met ook bepaling van de omvang en werklast van deze normpraktijk (Tariefformule). Deze bepaling van de schaalgrootte praktijken hoort bij stap 1 van het stappenmodel. Ook hier is input van huisartsen onmisbaar door ervaringen van de werkvloer te delen met beleidsmakers.

Dat beide ervaren huisartsen deze week de kernwaarde “continuïteit” expliciet benoemen, moet niet de indruk wekken dat dit benoemen op zich een noviteit is. Het is namelijk al 65 jaar een kernwaarde van het huisartsenvak, destijds vastgelegd tijdens de eerste Woudschotenconferentie. Even op herhaling (bv. 2001, 2019) …

Artikel: De helende werking van het arts-patiëntcontact, (Huisarts en Wetenschap, 2001)

Citaat: “Op basis van literatuuronderzoek blijkt een langdurige arts-patiëntrelatie belangrijke gezondheidswinst op te leveren. Daarnaast blijkt ook aandacht van de huisarts voor de emoties, verwachtingen en informatiebehoefte van de patiënt bevorderlijk voor de gezondheid. De gezondheid van de patiënt is dus nog steeds gebaat bij persoonlijke, integrale en continue zorg zoals die van oudsher door de huisarts wordt gegeven.”

En..

Citaten uit: Continuïteit van de huisartsenzorg, vervlogen ideaal of nieuw perspectief? Auteurs: Cals, Opstelten en van der Horst, (NTvG, 8 januari 2019)

“Om dit goed te doen zijn vaste dokters nodig. Een vaste huisarts leidt tot minder SEH bezoek, tot minder ZKH opname en tot lagere mortaliteit. Huisarts en praktijk met continuïteit. Dát is de kern. De kracht en de toegevoegde waarde van de huisartsgeneeskunde liggen in de binding tussen huisarts en patiënt en tussen praktijk en patiënt. ‘Continuïteit van zorg’ heeft twee dimensies. De organisatorische dimensie betreft het goed op elkaar aansluiten van verschillende onderdelen van een zorgketen, een soepele overdracht en duidelijkheid voor de patiënt: ‘Waar moet ik zijn, wie is waarvoor verantwoordelijk?’ Daarnaast is er de persoonlijke dimensie (van continuïteit): het persoonlijke, in de tijd voortgaande contact tussen patiënt en één of meer zorgverleners (relationele continuïteit). Meer continuïteit van (huisartsen)zorg is gerelateerd aan een langere levensduur = conclusie van een systematisch literatuuroverzicht van observationele onderzoeken waarin de relatie tussen persoonlijke continuïteit van zorg en mortaliteit werd onderzocht. Huisartsenzorg is continue zorg. Voor patiënten moet de huisarts altijd een vertrouwd aanspreekpunt zijn, ongeacht de aard of de ernst van hun gezondheidsproblemen en in iedere levensfase. Het belang daarvan is ruimschoots bewezen. Wij denken dat persoonlijke continuïteit van zorg nog steeds van groot belang is voor het huisartsenvak. De kracht en de toegevoegde waarde van de huisartsgeneeskunde liggen immers in de binding tussen huisarts en patiënt en tussen praktijk en patiënt. Die binding is het fundament voor goede persoonsgerichte en generalistische zorg, een leven lang.”

Een van de auteurs, Jochen Cals, huisarts en hoogleraar Effectieve Diagnostiek in de Huisartsgeneeskunde aan de vakgroep Huisartsgeneeskunde van de Universiteit Maastricht, geeft later een persoonlijke toelichting op dit artikel.

Toelichting Jochen Cals op een sociaal medium (augustus 2022)

“Huisartsen hebben kerntaken waarop patiënten mogen rekenen. 
1 Medisch-generalistische zorg
2 Spoedeisende huisartsenzorg
3 Terminaal-palliatieve zorg
4 Preventieve zorg
5 Zorgcoördinatie

Vaste dokters zijn er dus nodig in elk dorp of wijk. Geen drijfzand met losse dokters. Tijd dat politiek en verzekeraars dat onbetaalbare kerngoed erkennen, waarderen en steunen. Gebeurt er niets, dan denderen kerntaak 2 en 3 als eerste in elkaar, met de andere kerntaken kort daarna.”

Dit laat aan duidelijkheid niets te wensen over.

Maar het verhaal van het belang van de continuïteit gaat nog verder, want dezelfde auteur deed met drie anderen aan dezelfde universiteit onderzoek naar de bruikbaarheid en effectiviteit van digitale toepassingen in de huisartsenzorg. In het kader van het vorige Hoofdlijnenakkoord (HLA) Huisartsenzorg hadden InEen, de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) aangedrongen op een onderzoek naar de bruikbaarheid en effectiviteit van vier digitale toepassingen in de huisartsenzorg. Zo geschiedde, met instemming van de Patiëntenfederatie Nederland (PFN), Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). En wat bleek?  Ook hier, is een bestaande arts-patiënt relatie belangrijk voor effectieve inzet van digitale toepassingen (+ NHG-reactie).

Effectiviteitsonderzoek universiteit Maastricht, (rapport, 15 maart 2023  + NHG, 15 maart 2023)

Conclusie: “Een bestaande arts-patiënt relatie is belangrijk voor effectieve inzet van het e-consult, het videoconsult en voor telemonitoring in de huisartsenzorg. Er is geen bewijs gevonden dat de onderzochte digitale zorgtoepassingen (kosten)effectief zijn, de werkdruk verminderen en behulpzaam zijn om personeelstekorten in de (huisartsen)zorg te verminderen. Digitale zorgtoepassingen kunnen een aanvulling zijn op reguliere, niet-digitale huisartsenzorg, náást een niet-digitaal aanbod, aangezien een deel van de mensen geen digitale zorgtoepassingen kan of wil gebruiken. Digitale toepassingen moeten op maat en passend bij de patiënt worden ingezet. Hoogleraar ‘Effectieve diagnostiek in de huisartspraktijk’ Jochen Cals deed in 2022 met zijn onderzoeksteam een evaluatie naar digitale zorgtoepassingen in de huisartsenzorg. De evidence achter veel enthousiast gebrachte digitale oplossingen voor de huisartsenzorg is dunner dan menigeen denkt. ‘Digital first (of only)’ lijkt niet van toepassing op de huisartsenzorg aldus huisartsonderzoeker Jochen Cals en zijn team.”

Aanhakend op de eerdere melding dat continuïteit ook een organisatorische dimensie van meerwaarde heeft, zal een vaste relatie tussen huisarts en diens praktijk leiden tot meer betrokkenheid en invloed bij gewenste aanpassingen in organisatie en bedrijfsvoering. Meer effectiviteit (de goede dingen doen) en meer efficiëntie (de goede dingen ook goed doen). Dit geeft/heeft ook uitstraling naar landelijk niveau richting urgente van op dat niveau te regelen noodzakelijke veranderingen.

Deze week vatte de voorzitter van De Bevlogen Huisartsen de problemen nog eens krachtig samen.

Uitspraak Christof Zwart, voorzitter Stichting De Bevlogen Huisartsen, (Huisarts Vandaag, 30 maart 2023)

“De hoeveelheid administratie in de huisartsenzorg moet fors omlaag, samenwerking met de apotheker met betrekking tot hulp- en verband middelen moet weer normaal worden, stoppen met preferentiebeleid waarbij elke paar maanden weer gewisseld moet worden van leverancier en talloze patiënten de praktijk weer bellen, een echte oplossing voor de wachtlijsten in de GGZ, centrale aanmelding voor aanvragen van wijk- en thuiszorg en een reële beloning voor huisartsen die nog praktijkhouder willen zijn, kunnen het tij keren.”

Hoe lang spelen deze problemen nu al? Het administratievolume neemt (weer) toe (Wtza/blog + renseigneringsplicht + column + artikel), het preferentiebeleid legt nog steeds de lasten bij zorgverlener/cliënt en de lusten bij de verzekeraar (blog + brief). Voor inzet in de praktijk van één verbruiksartikel wordt een stroomschema opgesteld om een nog slechtere situatie in het werkveld te maskeren (schema + blog).

Het aantal wachtenden in de GGZ blijft stabiel hoog (hier): in december 2022 wachten nog steeds 84.000 mensen op een aanmeldgesprek of een behandeling in de GGZ (oorzaak/oorzaak/oorzaak).

In de ziekenhuizen ligt het aantal behandelingen inmiddels weer op het niveau van voor de pandemie (hier), maar wachten nog vele mensen op hun zorg (hier + dit).

Over wijkverpleging zijn zowel hoopvolle initiatieven (hier) als zorgelijke berichten te lezen (hier/hier/hier).

Bij de ouderenzorg is het kritieker (blog). De ‘herinterpretatie’ van het Kwaliteitskader houdt naast de overgang naar het kwaliteitskompas verder in een scheiden van wonen en zorg en een overheveling van behandeling van de Wet langdurige zorg (hier) naar de Zorgverzekeringswet (hier). Dit betekent linksom en rechtsom een grotere belasting voor eerste lijn, mantelzorgers en zorgafhankelijke burgers (voorbeeld + persbericht).

Wat ik hiermee maar wil zeggen, laat eenieder in de beroepsgroep maximaal alert zijn om niet te worden overlopen. Daarbij zal het ondersteunend kader een gestaald karakter moeten hebben om ter behoud van te leveren kwaliteit de grenzen van kerntaken en aanbod te bewaken.

Nog twee thema’s met noodzakelijkheid van alertheid

Sturing en betrokkenheid zijn ook nodig aan de IZA-thematafels (hier). Het uitwerken van de agenda van IZA (16 september 2022) en de daaraan verbonden keten IZA (blog) + TAZ (blog) + WOZO(blog) + GALA(blog/blog/bijdrage) + SPUK zal veel vragen van de deelnemers. Welke opdracht/doelstelling (SMART) hebben de onderhandelaars bij de 9 IZA-afspraken namens de beroepsgroep van huisartsen meegekregen (blog)?

Dezelfde vraag stel ik hardop richting de NZa-klankbordgroep, nu wat betreft de komende en passende vergoeding n.a.v. het vierde praktijkkostenonderzoek (PKO). Citaat deze week (LHV, de Dokter, 2/2023, pg.30): “wat zijn de nieuwe normen? Met een combinatie van een historische en een normatieve vergoeding worden de gewenste ontwikkelingen bevorderd. Daar blijven we bij de NZa op aandringen (einde citaat).” OK, mooi gezegd, maar wat moet dan het normatieve eindresultaat van de gewenste ontwikkeling worden van dit PKO en wanneer lopen huisartsen wat betreft de bedrijfsvoering tegen hun PKO-struikeldraad aan (Malieveld)? Een duidelijke uitspraak van bestuur (in opdracht van de leden via de Ledenraad??) zou na ervaringen met drie eerdere PKO’s verhelderend werken.

Tot slot

Noodzakelijke veranderingen in de huisartsenzorg kunnen niet plaats vinden zonder actieve inbreng van huisartsen zelf. Het zou toch bijzonder vreemd zijn als niet-huisartsen een rijdende huisartsentrein besturen. Natuurlijk kunnen managementvaardigheden worden aangeleerd of ingevlogen en kan een praktijkmanager als ondersteuning worden aangesteld.

Maar de huisarts zelf is binnen het huisartsenteam de bewaker van persoonsgerichtheid van zorg, van begrenzing van het takenpakket en is hoofdaannemer bij het bewaken van kernwaarden. Samen met anderen in het team wordt met inachtneming van kernwaarden het basisaanbod huisartsenzorg geleverd.

Gisteren nog verklaarde de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) in een nieuw rapport over de eerstelijnszorg dat er snel maatregelen nodig zijn om te voorkomen dat de huisartszorg en wijkverpleging vastlopen. Omdat “de basiszorg is het fundament voor het zorgstelsel daarachter” (hier/hier).

Continuïteit als 65-jarige kernwaarde betekent het hebben van een of enkele vaste huisartsen en medewerkers met de mogelijkheid om een vaste arts-patiëntrelatie op te bouwen. Dat is nog steeds belangrijk, want, nogmaals, uit onderzoek blijkt dat mensen daardoor langer leven, gezonder leven en minder zorg gebruiken. Een jaar lang ervaring met commerciële ketens heeft in elk geval opgeleverd dat als het huisartsenteam/huisarts, zelf niet of onvoldoende beschikbaar is voor een medische beoordeling, continuïteit als kernwaarde in het geding is. Bij continuïteit als kernwaarde staat dat huisartsen “hun patiënten kennen en streven naar langdurige arts-patiëntrelaties.

Dat staat er niet voor niets.

De speelbal ‘commercialisering huisartsenzorg’ ligt niet alleen op het bord van de toezichthouders IGJ/NZa met hun onderzoek dit jaar naar bekende ketens, maar ligt generiek ook in handen van de beroepsgroep zelf.

NB: voor publicatie van quotes van Wim Heres, Christof Zwart en Jochen Cals is toestemming gevraagd en verkregen.

Gerelateerde eerdere blogs

05.06.2017: Niet het meten, maar het verbeteren eigen kwaliteit biedt meeste perspectief

23.06.2017: Het belang van de context (zonder context geen bewijs)

14.07.2017: Praktijkkostenonderzoek huisartsen 2015 door NZa: 20 kanttekeningen

21.07.2017: Vragen/antwoorden over het praktijkkostenonderzoek (maar hoe dan wél?)

02.08.2017: Geef bekostiging ANW-spoedzorg een eigen kader (onderdeel kader acute zorg)

26.08.2017: Behoud gemengde bekostiging dient de huisartsenzorg (basiszorg + SUED bij 85+ IT)

29.08.2017: De kostprijs van de praktijkondersteuner (het 3-trapsmodel)

04.09.2017: Het contract bij zorginkoop (discutabele inkoopmethodieken)

18.09.2017: Aandacht persoonsgerichte zorg is terecht, maar is niet nieuw (altijd al zo geweest)

19.09.2017: Tariefprincipes en drempels van invloed op voortgang bekostiging (huisartsenzorg)

01.12.2017: Over leiderschap wordt gesproken (je blijven verbazen)

27.12.2017: Arbeidstijd (over werktijden van artsen en het toezicht)

15.01.2018: Substitutie (over potentieel verplaatsbaar zorgvolume en voorwaarden)

19.01.2018: Hoeveel huisartsen zijn er nodig?  (voor de toekomst)

05.02.2018: Praktijkondersteuning huisarts is onmisbaar (een groter aandeel in zorg)

23.02.2018: Inzicht in prijs, dan pas uitzicht op een oplossing (is kostprijs “ist” of “soll”?)

05.03.2018: Praktijkverkleining bij huisartsen: de noodzaak (1) (Afferden praktijk 1800)

08.03.2018: Praktijkverkleining bij huisartsen: de randvoorwaarden (2) (559 miljoen nodig)

01.07.2018: Het onderhandelaarsakkoord huisartsenzorg 2019 t/m 2022: een analyse

07.07.2018: Mooie rapportcijfers voor Nederlandse huisartsenzorg (RIVM en Min VWS-rapport)

07.08.2018: Wanneer is marktoezicht in de zorg pervers? (over de rol van NZa en NMa/ACM)

20.08.2018: Het waardegericht kunnen inkopen is een illusie (P-waarde = uitkomst/kosten)

24.08.2018: Toekomstvisie belangrijk, de plannen erna belangrijker (geen woorden, maar daden)

03.10.2018: De uitwerking van de hoofdlijnenakkoorden start nu (geen woorden, maar daden)

24.10.2018: Stringente sturing basiszorgtarief huisarts biedt beperkte financiële ruimte

03.01.2019: Toekomstvisie huisartsenzorg uitwerken met beleid (geen woorden, maar daden)

22.01.2019: Variabelen bij capaciteit huisartsenzorg bijtijds agenderen (over huisartsentekort)

01.02.2019: Schaarste personeel bedreigt zorg (over verpleging en verzorgenden)

16.02.2019: Het wisselen van huisarts nader bekeken (veranderen van/inschrijven bij huisarts)

04.03.2019: Contracteerproces huisartsenzorg heeft reanimatie nodig (1) (Newcom onderzoek)

27.04.2019: De nieuwe K van kwaliteit (over verantwoording nemen en belang van context)

05.05.2019: De vijf ringen van het praktijkhouderschap (waarde, contract, positie, tarief, financiën)

29.06.2019: Reactie op: “(G)een huis voor de huisarts” (vergoeding vastgoed/huisvesting)

01.07.2019: Contracteerproces huisartsenzorg heeft reanimatie nodig (2) (Monitor NZa)

04.07.2019: Samenhang is ZINVOL: zorgwetten + inhoud + nastreven + voorwaarden + organisatie + logistiek

09.07.2019: Slechts deel huisartsenposten beloont huisarts voor extra werk ANW-werk in Wlz

20.07.2019: Méér tijd voor de patiënt: van incidenteel naar structureel (voor huisarts beschikbaar)

02.08.2019: Inschrijftarief dagzorg huisarts heeft niets te maken met de ANW-zorg (NZa/LHV)

01.10.2019: Acute zorg door huisartsen in ANW-tijd: 10 niet uitstelbare spoedzaken (urgentie)

24.10.2019: Toelichting bij artikel Medisch Contact: Geld voor de huisarts ligt op de plank

18.11.2019: Na wet DBA komt een nieuwe wet voor zzp’ers: het uitgangspunt (1)

20.11.2019: Na wet DBA komt een nieuwe wet voor zzp’ers: de consequenties (2)

22.11.2019: Na wet DBA komt een nieuwe wet voor zzp’ers: belang voor huisartsenzorg (3)

26.11.2019: HRMO: een stil drama voltrekt zich (geen juiste plek beschikbaar voor zorg kwetsbaren)

29.11.2019: De financiële staat van de huisartsenzorg (28-slot) (exploitatie- en begrotingscijfers)

02.12.2019: Over zorgalarmisme en betrouwbare zorgcijfers (HRMO JZOJP cijfers over alarm)

07.01.2020: Richting een toekomstbestendige bekostiging huisartsenzorg (Het 5-stappen model)

27.01.2020: De praktijkkostenvergoeding van de huisarts (de 5 stappen van PKO naar dagtarief)

19.03.2020: Maak het praktijkhouderschap huisarts aantrekkelijker (aantal, bekostiging, spreiding)

07.04.2020: Contractafspraken: andere context, ander contract? (monitor + anders in  COVID-19 tijd?)

02.05.2020: Vergoeding huisvestingskosten in zorgtarieven eerste lijn is te laag (als deelkostenpost)

24.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: de huisartsenzorg (5) (5-stappenmodel)

05.11.2020: Bij huisartsenzorg blijkt eigenaarschap praktijk van secundair belang (1) (Quin ACM NZa)

27.11.2020: Wet toetreding zorgaanbieders stelt eerste lijn onmogelijke eisen (administratie/financieel)

11.01.2021: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: de aanpak (1) (tekort fte huisarts)

13.01.2021: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: de aanpak nader beschouwd (2)

15.01.2021: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: zorgplicht onder toezicht (3) (NZa)

02.02.2021: De kunst: een mooi rapportcijfer krijgen, maar ook behouden (PFN-enquete:8,2)

02.04.2021: NZa-evaluatie over contractering huisartsenzorg heeft weinig diepgang (monitor)

06.05.2021: Tussenevaluatie bestuurlijk akkoord huisartsenzorg benoemt niet alle knelpunten

02.06.2021: Betere onderhandelingspositie praktijkhouders nodig bij werk op HAP (randvwrden)

13.07.2021: Koppeling verantwoordingsplicht aan toetreding anders insteken (WTza met plichten)

01.09.2021: Over wenseninventarisatie bij huisartsen en beleidsmatige vervolgstappen (LHV)

07.09.2021: Bij huisartsenzorg (b)lijkt eigenaarschap van secundair belang (2) (fout: van primair belang)

27.09.2021: Afstemming bij bekostiging acute zorg van zorgverleners onontkoombaar (HA-spec

30.09.2021: Deze plicht van openbare verantwoording gaat veel te ver (Wtza-plichten bij Code/boek DH)

08.10.2021: Het hebben van een vaste huisarts leidt tot betere zorguitkomsten (3 indicatoren)

18.10.2021: De financiering van werk op de huisartsenpost tussen 17.00 en 18.00 uur (mismatch)

05.11.2021: Geen verband MVTP en (nieuw) tarief 15-minutenconsult (personeel + budget)

10.11.2021: Stijging van psyche meldingen bij arbeidsongeschiktheid van huisartsen (AOG/AOV)

16.11.2021: Medisch generalistische basiszorg is bij Wlz niet automatisch huisartsenzorg

24.11.2021: Stagnatie bij financiering MTVDP blokkeert een landelijke uitrol (HLA versus praktijk)

01.12.2021: Oplopende inflatie vraagt tariefaanpassing (inflatie>2,5% dus CEP en OVA ook aanpassen)

25.01.2022: Huisartsenzaken duidelijk geagendeerd bij aanvang 2022 (prioriteiten + PO + enquête)

01.02.2022: Ruimtegebrek bij huisartspraktijken is opnieuw een actueel thema (Newcom enquête)

24.02.2022: ANW-spoedzorg op huisartsenpost zo niet meer toekomstbestendig (dysbalans/wet)

02.03.2022: Uitgangspunten herinrichting landschap acute zorg bekend…en nu? (pilots/VWS/NZa)

20.04.2022: Minister blijft vaag over noodzakelijk aantal spoedeisende hulp (SEH) (in IZA?)

01.04.2022: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: aanpak integraal akkoord (4) (Rutte IV)

10.05.2022: Insteek onderhandeling gaat huisartsenwaarde zorgakkoord bepalen (IZA/kabinet)

24.05.2022: De relatie tussen katheter, huisartsenactie en zorgakkoord (administratie/actiedag 1 juli)

30.05.2022: Huisartsenzorg: via de Mededingingswet naar een toekomstige DAEB (HS-artikel)

22.06.2022: Huisartsenacties: van terechte insteek naar goed resultaat (Malieveld/3 klippen/VWS-actie)

20.07.2022: Praktijkmanagement in de huisartsenpraktijk (6) (de input voor cursist en docent)

03.08.2022: Meekijkconsultatie: mistig bij uitvoering, bekostiging en contractering (S3+MSZ)

15.08.2022: Conceptversie Integraal Zorgakkoord is te ingewikkeld (geen 5W1H-SMART bij ZINVOL)

25.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (1) (belang/inkoop)

30.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (2) (ZV-insteek)

05.09.2022: Besluitvorming Integrale Zorgakkoord lijkt haastklus (LR-raadpleging in 4 dagen…)

09.09.2022: Eerste publieke reacties op het Integrale Zorgakkoord (GGZ-client tegen, werkgever voor)

13.09.2022: Huisartsen en wijkverpleging wijzen huidig zorgakkoord af (ANW/MTVP-garanties)

27.09.2022: Financiële staat: vraag/antwoord (16) (Contract 2023, onderhandel CPI/23% omzet)

29.09.2022: Financiële staat: vraag/antwoord (17) (5-stap bekostiging bijdrage instroom praktijkhouders)

14.10.2022: Ineens gaat IZA-discussie over doorzettingsmacht en leiderschap (Meijman, NZa, ZiN)

19.10.2022: Een andere blik op voorkomen, verplaatsen en vervangen van zorg (substitutie/IZA)

04.11.2022: Politiek aan zet: vaste zorgrelatie geeft werkplezier en betere zorg (aanpak G-Br.)

08.11.2022: Financiële staat: vraag/antwoord (18) (Tarieven 2023 + CL + PKO2025 + IZA-bijdrage)

21.11.2022: Jaarverantwoordingsplicht Wtza geeft op cruciale vragen geen antwoord (ist -soll)

28.11.2022: Binnenkort besluit huisartsen over ANW-actieplan (gezamenlijk verantwoordelijk in IZA)

04.01.2023: Leg nieuw ANW-uurtarief vast in contract (wél Wmg, NZa, begroting, niet IZA-afhankelijk)

09.01.2023: Leidt actuele goodwilldiscussie tot ander overnamebeleid huisartspraktijk? (Co-med)

16.01.2023: Splitsen eigen risico gaat huisartsen extra werk bezorgen (1×385 à 2×150 + 1x85euro)

22.02.2023: Kostenvergoeding huisvesting huisartspraktijk vraagt nieuwe berekening (IZA/PKO)

02.03.2023: Leiden afspraken integrale zorgakkoord tot beter resultaat? (transitie/govern./prev.)

21.03.2023: Staan huisartsen op scherp richting hun nieuwe bekostiging? (PKO22, IZA, contract)

 

 

Vragen of opmerkingen?