In de zomer 2022 en ook later (VWS, 22 december 2022) presenteerde het kabinet het nieuwe beleid ouderenzorg. Met het ‘nieuwe normaal’ moest worden bevorderd dat ouderen langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. De norm wordt: zelf als het kan; thuis als het kan en digitaal als het kan. Dit gaat geschieden binnen het WOZO-programma (WOZO, 4 juli 2022). Zoals bekend is dit programma “Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen” een van de schakels in de zorgbeleidsketen: IZA (blog) + TAZ (blog) + WOZO + GALA(blog/blog) + SPUK/hier.

Met dit WOZO-programma wordt meer ingezet op preventie, op samen- en zelfredzaamheid, op taakdifferentiatie en op inzet van technologie in de thuissituatie (hier). Ook is het een poging om meer verpleegzorgplekken (thuis/kleinschalige woonzorgvoorziening) te realiseren in plaats van verpleeghuisplekken. Tot slot gaan binnenkort kwaliteitskaders verpleeghuiszorg en wijkverpleging over in een kwaliteitskompas (hier). Dat is een generiek kompas om samen te gaan werken in de situatie thuis, wijk en verpleeghuis.

Opnieuw in deze blog aandacht voor de hindernissen waartegen ouderenzorg voor de meest kwetsbaren aanloopt. Net als eerder:

07.12.2022: Zorg kwetsbare ouderen in de knel: qua beleid, qua uitvoering (1) (Rutte IV + IZA/huisvesting)

21.12.2022: Zorg kwetsbare ouderen in de knel: qua beleid, qua uitvoering (2) (Wlz/kleinschalig)

17.03.2023: Over personele tekorten en het daardoor niet krijgen van zorg (2 mln.burgers!)

Hindernis 1: personele inzetbaarheid

De VVT-sector (Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg) speelt een sleutelrol in de kabinetsplannen om de ouderenzorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Als mensen langer thuis moeten wonen, zullen zij een groter beroep doen op de zogeheten ‘eerste lijn’ (huisartsen, wijkzorg, paramedici en farmacie). Maar dat kan alleen als ook daar voldoende zorgpersoneel is, hetgeen nu niet het geval is. Momenteel kampt de VVT-sector met zo’n 22.000 vacatures en dat aantal dreigt verder op te lopen. Bijvoorbeeld omdat de komende tien jaar 150.000 mensen, bijna 30 procent, met pensioen gaan.

Hieraan gerelateerde factoren betreft allereerst de achterstallige VVT-beloning (hier), namelijk gelinkt aan de marktsector, blijven de salarissen in de zorg nog altijd met ruim 7% achter (hier). Met consequenties (hier)! De werkgevers in de VVT roepen daarom massaal op tot een extra investering door de minister in de salarissen (hier), want de afgesloten CAO kan dit niet oplossen (hieren de VVT-werkgevers hebben hier geen aanvullende financiële ruimte voor (hier). Bestuurders vragen van het ministerie van VWS een miljard euro structureel per jaar om een extra loonsverhoging van VVT-medewerkers te betalen (hier). Maar de minister geeft, feitelijk (tot vandaag?) net als bij de ziekenhuis cao, geen krimp (hier/hier). Om dit gedrag van de overheid te verklaren, men leze het afscheidsinterview met de bestuursvoorzitter van de NZa (Volkskrant, 21 maart 2023).

Daarnaast zijn er ook om de moraal goed te houden in de VVT-sector te veel administratieve lasten, waarbij veel geld en goede tijd op gaat aan regulering, controles, spreadsheets en verantwoording.

Bij de laatste arbeidsmarktprognose zal het verwachte personeelstekort vooral na 2026 verder toenemen. Voor de hele zorgsector wordt dit in een Referentiescenario in 2031 geraamd op in 2031 bijna 138 duizend werknemers (hier).

Eind 2022 meldt de minister over deze hindernis dit: NRC, 26 december 2022

Minister (hier): “Ouderen en hun kinderen moeten meer zelf gaan regelen en elkaar helpen, het motto in haar deze zomer gelanceerde beleidsprogramma is ‘Zelf als het kan, thuis als het kan, digitaal als het kan’.

Wat doet u om het chronische personeelstekort op te lossen?

Het probleem gaat niet meer weg. Natuurlijk werken we er hier op het ministerie iedere dag aan om mensen te behouden voor de zorg, en nieuwe mensen te laten instromen. Dat lukt ook, maar het gaat ons niet lukken in het tempo waarmee de zorgvraag gaat oplopen door de vergrijzing. Dus moeten we de zorg anders organiseren. Het betekent ook dat we de zorgvraag naar beneden moeten brengen, en moeten nadenken wat een echte zorgvraag is, en wat mensen onderling kunnen oplossen. De ouderwetse manier, met het blijven bouwen van verpleeghuizen, is door het personeelstekort niet meer houdbaar. Dus ja, mensen moeten elkaar meer helpen. Ouderen kunnen onderling samen in hofjes wonen of juist met studenten in de buurt. En ja, ouderen moeten met hun kinderen nadenken over wat ze later belangrijk vinden.”

Hindernis 2: onvoldoende financiering

Eenieder herinnert zich nog wel de publieksacties in 2017 van Hugo Borst en Carin Gaemers (blog). De verpleeghuissector kwam met het verbeterplan, een kwaliteitskader, met introductie van een verplichte personeelsnorm waarbij gedurende de dag en avond meer dan twee medewerkers per groep van acht bewoners in een verpleeghuis aanwezig moesten zijn.

Bezettingsnorm Kwaliteitskader: “Het dienstrooster voorziet in de aanwezigheid van twee medewerkers per groep van acht bewoners voor zorg- en zingevingstaken gedurende de dag- en avonddienst. Daarnaast dient er één verpleegkundige per acht groepen aanwezig te zijn. Tot slot is er tijdens de nachtdienst één verpleegkundige per vier groepen aanwezig.”

Zes jaar geleden was de verwachting dat in 2022 in de verpleeghuizen het aantal personeelsleden met zorgtaken als gevolg van deze norm met ruim 40% zou zijn toegenomen. Het liep allemaal anders. Allereerst werd het kabinet, eerst onwetend over de financiële consequentie van introductie van een dergelijk kwaliteitskader, verplicht om jaarlijks 2,7 miljard extra uit te trekken om de kwaliteit van de ouderenzorg te verbeteren (blog). De overheid kwam met nieuwe beleidsregels, zodat nadien van dat bedrag sluipenderwijs weer 1,6 miljard wegbezuinigd is (hier). Onder andere via het later en nu verder loslaten van de afgesproken bezettingsnorm binnen een nieuw en flexibel beleid met de titel ‘herinterpretatie Kwaliteitskader verpleeghuiszorg’. Zo ging er een miljard verloren aan efficiencykortingen, om de verpleeg- en verzorgingshuizen te dwingen tot efficiënter werken (coalitieakkoord).

Opvallend is dat de verpleeghuissector zelf stelt dat er na 2017 toch “flink is geïnvesteerd in de kwaliteit van de verpleeg- en verzorgingshuizen.” En is de sector in 2023 druk bezig het kwaliteitskader met een vaste personeelsnorm per 1 juli 2023 te transformeren naar een kwaliteitskompas zonder een, nu ineens “rigide” genoemd (hier), personeelsnorm. Er zijn na 2017 VVT-medewerkers bijgekomen, maar de groei van het personeelsbestand heeft de groeiende wachtlijsten voor verpleeghuizen niet kunnen bijbenen.

Natuurlijk zijn nadien financiële besparingen tegengevallen, want er zijn onvoldoende mantelzorgers met onvoldoende geschikte woningen. Daarnaast, je kunt zorg voor de meest kwetsbaren wel extramuraliseren of tijdelijk elders parkeren, maar ook in de thuissituatie zijn professionele zorgverleners nodig die (ook) betaald moeten worden. Personeelstekort als argument noemen om geen verpleeghuisplekken te hoeven organiseren, is het verschuiven van een collectief arbeidsmarktprobleem naar de eerste lijn. Dit zegt het Centraal Planbureau, het financieel geweten van de overheid.

CPB, maart 2023 (pg. 11 + 14 + 15 van 22)

Het is aannemelijk dat door ombuigingen in de ouderenzorg de beoogde kwaliteitsverbetering niet is gerealiseerd. Het kabinet besloot in 2017 tot extra investeringen in de ouderenzorg (het kwaliteitskader), maar meer dan de helft daarvan is sindsdien weer ongedaan gemaakt. Per saldo is het daarmee niet aannemelijk dat de beoogde kwaliteitsverbeteringen behaald zijn, zie ook het kader ‘Afkalvend kwaliteitskader’. 2,7 miljard euro bruto stelde het kabinet structureel extra beschikbaar in 2017 voor kwaliteitsverbetering in de ouderenzorg. Dit zogeheten kwaliteitskader verpleeghuiszorg kwam neer op een toename van de uitgaven aan ouderenzorg via de Wet langdurige zorg (Wlz) met ongeveer 20 procent in 2021. Verschillende bezuinigingen in de jaren daarna hebben per saldo meer dan de helft van het oorspronkelijke investeringen in de ouderenzorg tenietgedaan. Het is aannemelijk dat dit leidt tot minder zorg en/of lagere kwaliteit van zorg dan het kwaliteitskader verpleeghuiszorg beoogde.

Het kwaliteitskader verpleeghuiszorg stelde in 2017 nieuwe normen vast voor de verpleeghuiszorg. De personeelsnorm daarvan hield onder andere in dat er gedurende de dag en avond meer dan twee medewerkers per groep van acht bewoners in een verpleeghuis aanwezig moesten zijn. Zes jaar geleden was de verwachting dat in 2022 in de verpleeghuizen het aantal personeelsleden met zorgtaken als gevolg van deze norm met ruim 40% zou zijn toegenomen.  In totaal werden in 2017 de bruto kosten van het kwaliteitskader begroot op 2,7 mld euro structureel. De kosten van het kwaliteitskader vielen structureel 0,6 mld euro lager uit, omdat men verwachtte dat verpleeghuizen door middel van benchmarking efficiënter konden werken.”

Inmiddels verwacht de NZa dat voor 2023 er bij de sector langdurige zorg een tekort van tussen de 125 miljoen euro en 339 miljoen euro zal ontstaan (hier). Dit betekent dat het berekende Wlz-kader onvoldoende is (hier en hier). Naast de genoemde claim voor een loonsverhoging (hier).

 

Maar als er geen extra verpleeghuisplekken meer bij komen, zal in 2040 naar verwachting 75% van de ouderen met gevorderde dementie thuis wonen. Daar komt bij dat we met zijn allen te maken hebben met een verstikkende bureaucratische regelgeving op weg naar de beperkte plekken in het huidige verpleeghuis”

 

Hindernis 3: wachtlijsten langdurige zorg (hier)

Eigenlijk hetzelfde probleem als het wachten binnen de Zorgverzekeringswet. Ook in de Wet langdurige zorg is een zorgplicht voor Wlz-uitvoerders en zorgkantoren opgenomen. Die zorgplicht is een belangrijke voorwaarde in het stelsel voor langdurige zorg om te waarborgen dat de verzekerde de zorg krijgt die hij nodig heeft (inkoop) en waar hij recht op heeft (hier). Wlz-uitvoerders en zorgkantoren hebben hiertoe een resultaatsverplichting (hier).

VWS, 26 januari 2023

Minister: “De wachtlijst (stand 1 nov 2022) laat zien dat er op dit moment 307 cliënten zijn met status ‘urgent plaatsen’ en 4.430 cliënten met status ‘actief plaatsen’. De urgent te plaatsen personen bevinden zich doorgaans in een (crisis)situatie waarin met spoed een plaats in een verpleeghuis gevonden moet worden. De zorgkantoren hanteren voor deze urgente gevallen een streefnorm die korter is dan de officiële treeknorm van 6 tot 13 weken. Zoals hierboven aangegeven, krijgt 92% van de mensen met status ‘urgent plaatsen’ een plaats aangeboden binnen de treeknorm. Ongeveer 7% van de mensen wachten 6-13 weken en 1% wacht langer dan 13 weken. Van de mensen met status ‘actief plaatsen’ geldt dat 55% binnen de treeknorm en 80% binnen de (wat ruimere) streefnorm wordt geplaatst. De ongeveer 17.000 mensen met de status’ wacht op voorkeur’ kiezen ervoor voorlopig thuis te blijven wonen en af te wachten tot er een plek is bij de aanbieder van hun voorkeur. Van deze 17.000 mensen hebben 15.000 mensen een voorkeur voor een specifieke locatie of woonwens, bijvoorbeeld voor nieuwbouw.”

Er zijn dus 3 categorieën Wlz-wachtenden (hier): “urgent plaatsen”, “actief plaatsen” en “wacht op voorkeur”. Het oplopend aantal wachtenden is riskant, want de zorgvraag zal hard stijgen als je bedenkt dat er drie keer zoveel mensen komen van 90 jaar en over tien jaar er vele malen meer mensen een plek in een verpleeghuis nodig hebben. We zien nu een systeem waarin mensen wel een Wlz-indicatie krijgen maar vervolgens heel lang op een wachtlijst blijven staan. Per februari 2023 staan er in de Wlz-sector verpleging en verzorging bijna 21.000 cliënten op de wachtlijst (hier).

Hindernis 4: het achterblijven van bouwplannen (hier)

In de regiomonitors van de 31 zorgkantoorregio’s staan de capaciteitsplannen van de Wlz-zorgaanbieders voor de jaren 2021 tot en met 2027 (landelijk beeld). Elke regio heeft zijn eigen specifieke opgave, bijvoorbeeld door de bevolkingssamenstelling en het beschikbare zorgaanbod (hier). Daar kan met een regionaal inkoopbeleid beter op worden ingespeeld. Het kabinet wil 170.000 nultredenwoningen en 80.000 geclusterde woningen voor 2030 realiseren. In totaal moeten er zo 250.000 verpleegzorgplekken bij komen (hier). Maar: het is de vraag of die woningen er wel komen (renteontwikkeling, bouwkosten, stikstof etc.).

Kamerdebat woon-zorgplannen voor ouderen met minister, 23 maart 2023

Citaat: “Minister gaat toch kijken of er meer dan de beoogde 4800 verpleeghuisplekken bij kunnen komen, nu de bouw achterblijft. Ze verhoogt naar 7000 of 8000. Voor de zomer neemt ze daarover een besluit. Eerder hebben zorgaanbieders aangegeven dat ze 7000 extra plekken specifiek in verpleeghuizen kunnen realiseren tot 2027, maar de minister heeft bepaald dat er slechts 4800 verpleeghuisplekken bij mogen komen. De minister wil de verpleegzorg liever ‘kanaliseren’ in geclusterde woningen voor ouderen. Want ook in geclusterde woningen kan zware zorg worden geleverd.  Op dit moment staan er al meer dan 20.000 mensen op de wachtlijst voor het verpleeghuis. Minister verweert zich met het argument dat de verpleeghuisplekken die er nu zijn, er ook blijven. Het gaat om 130.000 verpleeghuisplekken plus 40.000 verpleegzorgplekken die erbij komen. Samen zou dit genoeg zijn om de zware verpleegzorg te leveren. Mensen die urgent op de wachtlijst staan kunnen nu geplaatst worden. Er is ook een grote groep mensen op de wachtlijst die een voorkeur voor een verpleeghuis heeft aangegeven. Dat geeft aan dat er juist veel behoefte is aan verpleegzorgplekken in geclusterde woningen dichter in de buurt bij waar de wachtenden wonen.”

Met de term verpleegzorgplekken wordt dus bedoeld of verpleeghuis of een geclusterde woonzorgvoorziening (meestal met een Volledig Pakket Thuis) of een niet geclusterde verpleegzorg. In het programma Wonen en Zorg voor Ouderen gaat de minister uit van een groei van 50.000 verpleegzorgplekken, maar werd later (24 november 2022) al teruggebracht naar 40.000 (hier).

Hindernis 5: de werkwijze van het CIZ ligt onder vuur

Het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ) is een overheidsorgaan die jaarlijks voor 140.000 mensen oordeelt over toegang tot de Wlz. Ongeveer 10% van de aanvragen wordt afgewezen. Het CIZ ligt onder vuur (hier) omdat bij besluitvorming niet altijd met een medisch adviseur wordt overlegd, niet alle besluiten genomen zijn op basis van een goed volledig onderzoek en men te vaak meegaat (hier) met ouderenzorgaanbieders die inzetten op leveringsvorm VPT (tussen 2015 en 2021 een stijging van 60%). Het NZa-tarief voor bijvoorbeeld de prestatie VPT VV5 inclusief behandeling bedraagt slechts € 10,- minder dan het intramurale tarief, namelijk € 182,84 per dag.

Het nieuwe beleid (WOZO) brengt met zich mee dat, aldus de overheid, ook het CIZ let op prikkels om werk te maken van preventie, samen- en zelfredzaamheid, taakdifferentiatie en inzet van technologie in de thuissituatie (hier).

Hindernis 6: drempels bij goede initiatieven

Stelselwetten en zorgschotten bemoeilijken goede initiatieven vanuit de buurt. Daarbij moeten welzijnsvragen niet met zorg worden opgelost. Als we inzetten op preventie, dan speelt de medische sector maar een bescheiden rol (hier/hier) en het sociale domein een hele grote rol. Dit betekent dat de gemeente een belangrijke samenwerkingspartner wordt voor VVT-organisaties.

Manifest: “Gezond ouder worden doe je samen in de buurt” (17 februari 2023)

Citaat: “Er is enorm veel energie in de samenleving om de langdurige zorg vlot trekken. Goede initiatieven in de wijk kenmerken zich door de inzet van vrijwilligers, sociale cohesie, het mengen van groepen, het combineren van sociale en culturele activiteiten met ondersteuning voor kwetsbare burgers, gemengde woonvormen, regelluwheid en onderling vertrouwen. Zorgzame samenlevingen zijn niet alleen goed voor ouderen die zorg en ondersteuning nodig hebben. Iedereen wint: de kwaliteit van leven is voor iedereen beter, het leidt tot zingeving, het is goedkoper en beter voor de arbeidsmarkt. Daarnaast leidt meer sociale verbinding in de buurt tot betere gezondheid voor de inwoners, dus minder zorgbehoefte. En door de vrijgekomen middelen en personeel kan zorg verleend worden voor hen die dat echt nodig hebben. Helaas zien we dagelijks hoe goede initiatieven belemmerd worden door het systeem. In de meeste gevallen zijn de schotten tussen de Wet Langdurige Zorg (WLZ), de Zorgverzekeringswet (ZVW) en de Wet Maatschappelijk Ondersteuning (WMO) de grote boosdoeners. Het leidt tot naar elkaar wijzen, op elkaar wachten en van het kastje-naar-de-muur-gedrag.”

De schotten tussen de stelselwetten kunnen worden geslecht via regelgeving (wetsvoorstel) en bekostiging van domeinoverstijgend samenwerken tussen gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren. Let wel, de baten van domeinoverstijgende samenwerking vallen daarmee in de Wlz terwijl er meer kosten gemaakt worden in de Wmo 2015 en de Zorgverzekeringswet. De regeling Specifieke uitkering domeinoverstijgend samenwerken (SPUK DOS) ondersteunt het beleid van langer thuis wonen en het beperken van Wlz-instroom. En de SPUK DOS is een van de schakels in de keten IZA (blog) + TAZ (blog) + WOZO + GALA(blog/blog) + SPUK. Met dit doel heeft de minister ook een budget beschikbaar gesteld voor een arrangeur (hier). Deze zorgarrangeur heeft een mandaat om over de grenzen van de wetten heen zorg te indiceren/toe te wijzen (hier). De toegang tot de Wlz blijft in handen van het CIZ. De rol van (zorg)arrangeur kan door verschillende bestaande professionals worden vervuld, bijvoorbeeld de casemanager dementie of een wijkverpleegkundige.

Beschouwing: van kader naar kompas.

In het nieuwe kwaliteitskompas per 1 juli 2023 wordt de moeizaam tot stand gekomen personele bezettingsnorm in een verpleeghuissetting losgelaten (hier). Dat is risicovol. Een burger krijgt toegang tot de Wlz als deze 24/7 hulp nodig heeft of met hulp in nabijheid. Daarnaast moet er een eindsituatie zijn die niet meer verbetert. Deze kwetsbare eindsituatie moet soms met een behandelplan worden gekoesterd om (nog) verdere verslechtering tegen te gaan (zorgprofiel: Wlz mét behandeling). Verder is er vaak een extern persoon nodig om de belangen van deze cliënt te borgen. Voor deze allerzwaksten in de samenleving is weliswaar recht op zorg opgenomen in wetgeving (Wlz), maar moet ook 5W1H worden uitgevoerd. Als er dan een tekort ontstaat aan verpleeghuisplekken en verpleegzorgplekken, wie zorgt er dan voor dat deze mensen niet tussen wal en schip belanden (zie ook)? Vanaf januari 2024 gaat, na een revitaliseringsprogramma (hier), ook het kwaliteitskader wijkverpleging over in het kwaliteitskompas.

De optimisten stellen dat de meer open kwaliteitsnormen van het nieuwe kompas niet hoeven te leiden tot minder kwaliteit (hier).

Gelezen citaten ter ondersteuning van de keuze nu voor het kompas wat betreft personele bezetting:

Er zijn allerlei goede redenen te verzinnen dat je supergoede zorg levert, maar toch niet aan die norm voldoet. En andersom kun je wel aan die norm voldoen en toch waardeloze zorg leveren. Het is een illusie dat je met het getal twee kwaliteit biedt

Of

Je kunt tijdens piekuren wel twee medewerkers per acht bewoners willen, maar als dat twee jonge, onervaren medewerkers zijn voor acht dementerende ouderen, is het vooral een papieren norm en haal je de beoogde kwaliteit niet.”

Of

“Wij vinden dat het kwaliteitskader moet worden geschreven vanuit een samenlevingsperspectief en minder vanuit de zorgvraag.”

Of

“Als een cliënt erg verward is, heb je niet twee verpleegkundigen nodig, maar iemand die weet wat nodig is. Daarnaast gaat de personeelsnorm over het verpleeghuis en niet over thuis, terwijl steeds meer ouderen verpleegzorg thuis krijgen. Als je langer thuis woont, is het belangrijk dat er een netwerk van deskundigen om de cliënt heen staat. Dat kan een verpleegkundige bewerkstelligen door te werken met Google Glass, waarbij gespecialiseerde teams zo in de huiskamer kunnen komen.”

Ik help het ze hopen (hier) dat het met het nieuwe kompas bij genoemde hindernissen (hier) straks beter gaat. Overigens is ook niet iedereen enthousiast over de afschaf van de personele bezettingsnorm (hier en hier en hier).  

De ‘herinterpretatie’ van het Kwaliteitskader houdt verder in een scheiden van wonen en zorg en een overheveling van behandeling van de Wlz naar de Zorgverzekeringswet (hier).

De realiteit is echter ook, volgens de bestuursvoorzitter van ACTIZ (hier), dat bij onvoldoende bouw van verpleeghuisplekken (hier), bij sterke vergrijzing en bij een steeds krappere arbeidsmarkt, (AM: en met minder mantelzorgers!) het onvermijdelijk is dat ouderen langer thuis wonen. Waar dat kan, uiteraard goed. Maar als er geen extra verpleeghuisplekken meer bij komen, zal in 2040 naar verwachting 75% van de ouderen met gevorderde dementie thuis wonen (hier). 

Daar komt bij dat we met zijn allen te maken hebben met een verstikkende bureaucratische regelgeving op weg naar de beperkte plekken in het huidige verpleeghuis. Lees bv. het verhaal van ene ome Cees in de laatste weekendkrant (NRC, 24 maart 2023).

Tot slot, het verhogen van de toegangsdrempel voor de Wlz (hier), alsmede het WOZO-programma, en het “onvermijdelijk langer thuis wonen” betekent linksom en/of rechtsom extra zorg voor de eerste lijn. Is de eerste lijn dan (wel) voldoende geëquipeerd (hier)? Hoe gaat de eerste lijn, gezien de gemelde zes hindernissen, gefaciliteerd worden?

Vraag/antwoord minister over deze zorgverplaatsing (30 januari 2023)

Kunt u aangeven of er, na het in beeld brengen hoe de zorg en ondersteuning thuis beter georganiseerd kunnen worden, ook per regio concrete afspraken gemaakt worden?

Antwoord: 

Zowel programmalijn ‘sterke basiszorg voor ouderen’ van het programma WOZO als onderdeel E ‘versterking organisatie eerstelijnszorg’ van het IZA zijn gericht op versterking van de eerstelijnszorg, waartoe we ook de kortdurende zorg (eerstelijnsverblijf, geriatrische revalidatiezorg en geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen) rekenen. Binnen deze programmalijnen wordt gestuurd op inhoudelijke doorontwikkeling, op organisatie van zorg en op passende bekostiging. In verschillende onderliggende projecten wordt uitgewerkt hoe integrale en persoonsgerichte zorg voor ouderen kan worden gerealiseerd. Via de IZA- en WOZO-transformatiemiddelen en de middelen voor versterking van de organisatie van de eerstelijnszorg komen er middelen beschikbaar voor regio’s om daar actief mee aan de slag te gaan.” NB: (hier of hier)

Eerdere blogs: OUDERENZORG (en gehandicaptenzorg en GGZ in de Wlz)

13.12.2013: Knelpunten in de ouderenzorg bij afbouw van de AWBZ (decentralisatie, bezuiniging)

22.08.2013: Zorgsubstitutie binnen de ouderenzorg

26.01.2014: Ook de financiering van toekomstige ouderenzorg kan een gemengde bekostiging zijn

25.03.2014: Kwetsbare ouderen verblijven al langer in een kwetsbare thuissituatie (schrijnend)

12.07.2017: Tekort aan verpleegkundigen in alle sectoren van de zorg

24.07.2017: Verpleeghuizen (over personele tekorten, het Manifest en Kwaliteitskader)

31.07.2017: Wat worden bij verpleeghuizen de vervolgstappen in beleid? (…een kostenonderzoek!)

18.09.2017: Politiek let niet op bij implementatie kwaliteitsrichtlijn in verpleeghuizen (verrassing)

04.08.2017: Ouderenzorg: te veel beleid, te weinig financiering (meer papier, dan budget)

15.09.2017: Ook de bekostiging van extramurale ouderenzorg is maatwerk (uitrekenen dus)

06.12.2017: Mate van beschikbaarheid zorgverleners kleurt uitvoering van zorg (roeien en riemen)

12.12.2017: Zorgval in de ouderenzorg (een terugval in zorgtoewijzing, ná een Wlz-zorgprofiel)

22.01.2018: Niet alles kan thuis (Wet zorg en dwang, onder andere ten behoeve van dementerenden)

05.02.2018: Praktijkondersteuning huisartsenzorg is onmisbaar (ja, ook bij ouderenzorg)

12.02.2018: Discussie over investeringen in verpleeghuiszorg (beïnvloeding VWS v/h kostenonderzoek?)

14.02.2018: Er zijn (blijkbaar) twee soorten kostenonderzoeken (huisarts/Wlz)

19.02.2018: De moeizame start van het eerstelijnsverblijf (NB: ELV-bed per 2017 in basispakket)

11.06.2018: Ouderenzorg thuis in 2018: een update (Pact, ELV, casemanager, afwentelgedrag)

05.07.2018: De moeizame doorstart van het eerstelijnsverblijf (NB: ELV-bed per 2017 in basispakket)

08.09.2018: Inzicht in toekomstige ouderenzorg: meer ouderen, meer kosten

17.09.2018: Actiepunten ter voorkoming zorgval bekend, nu de aanpak (overbruggingszorg, EKT)

18.09.2018: De huisarts en de Wet langdurige zorg (sectoren, met behandeling, bijdrage, ANW)

27.10.2018: Zelfs de voortgang van het eerstelijnsverblijf verloopt moeizaam (NB: ELV-bed…)

15.01.2019: Ouderenzorg thuis en de Wet langdurige zorg

22.01.2019: Variabelen bij capaciteit huisartsenzorg bijtijds agenderen

30.01.2019: Casemanagement bij dementie (nu verpleegkundige, basispakket, weinig ingezet)

01.02.2019: Schaarste personeel bedreigt zorg (instroom, maar ook veel uitstroom)

06.02.2019: Minister: “kwaliteitskader geldt ook voor kleinschalige woonzorgvoorziening

09.02.2019: De race tussen wonen en zorg (scheiden wonen en zorg, te kort aantal seniorwoning)

13.02.2019: Cliëntondersteuning: graag onafhankelijk en gratis (in wet: recht! Wlz en Wmo))

16.02.2019: Het wisselen van huisarts nader bekeken (ps: kwetsbare ouderen + Wlz)

21.02.2019: Term passende ouderenzorg blijkt toch verwarrend te zijn (kwetsbaren zijn allang bekend)

19.03.2019: Wachten op het wegwerken van wachtlijsten (treeknormen, zorgplicht, basispakket)

21.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (1): Wzd

23.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (2): financiën

26.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (3): team

25.04.2019: Uitstel ruimere integrale financiering binnen de Wet langdurige zorg (te duur)

08.05.2019: Mag aantal uren verpleging in palliatieve setting worden gemaximeerd? (1) (nee)

03.07.2019: Mag aantal uren verpleging in palliatieve setting worden gemaximeerd? (2) (nee)

06.07.2019: Geen ruimere indicatie voor tarief intensieve zorg bij een Wlz-zorgprofiel (alleen VV)

09.07.2019: Slechts deel huisartsenposten beloont huisarts voor extra ANW-werk in Wlz (32%)

11.07.2019: Wordt onvrijwillige zorg (Wzd) straks wel vrijwillig gegeven?? (3 functies ingevuld?)

15.07.2019: Checklist bij huisartsenzorg en Wlz: acht vragen (puntenlijst alvorens inschrijving)

26.08.2019: Wlz ook voor permanent zorgintensieve GGZ-problematiek

06.09.2019: Wlz-indicatie mét behandeling en ANW-spoedzorg: des huisarts? (maar geen plicht)

26.09.2019: Stuwmeer van wachtenden met Wlz-indicatie (nog) niet op juiste plek (300.882)

28.09.2019: Wet zorg en dwang na jaren van discussie nu wel heel dichtbij (per 2020, functies?)

09.10.2019: SO en AVG, welkom in de Zorgverzekeringswet (per 2020, maar wel na verwijzing)

17.10.2019: De consequenties van wachten op plek in verpleeghuis (totaal 16.382)

01.11.2019: Medische zorg verstandelijk gehandicapten onder druk: wie is verantwoordelijk?

08.11.2019: Gezocht: een bed voor verblijf, onderzoek of herstel (ELV, GRZ, verpl.huis, zkhs, respijt)

02.01.2020: Financiële staat: vraag/antwoord (12) (ELV-bed, oorzaken tekort, wachten verpleeghuis)

14.01.2020: Intramuraal beddentekort geeft extramuraal het ongemak (tekort verpleeghuisbed)

20.01.2020: Thuiswonende ouderen op weg naar hun zorg in 2030 (rapport Oud en zelfstandig 2030)

29.05.2020: Randvoorwaarden zorg voor mensen met beperking concreter beschrijven (Wlz)

03.06.2020: Randvoorwaarden bij Wlz-zorg: vraag/antwoord bij het convenant (wlz en huisarts)

16.06.2020: Consequenties toename extramuraal gegeven Wlz-zorg: voor cliënt (1) (wachtenden)

18.06.2020: Consequenties toename extramuraal gegeven Wlz-zorg: voor HA en SO (2) (2 bronnen)

28.08.2020: Verpleeghuiscapaciteit: aanbod blijft achter bij vraag. Wat nu? (extramurale gevolgen)

17.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: de verpleeghuiszorg (3) (te laag aanbod)

21.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: de wijkverpleging (4) (cliëntprofiel versus uurtarief)

09.11.2020: Convenant medische zorg gehandicapten: nu de randvoorwaarden (kennis + contract)

16.11.2021: Medisch generalistische basiszorg is bij Wlz niet automatisch huisartsenzorg

19.01.2022: Wat gaat radicale verandering van ouderenzorg eigenlijk inhouden? (start Rutte IV)

13.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (1) (ouderenzorg = speerpunt 3)

15.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (2) (personeelstekort = speerpunt 8)

17.05.2022: Opnieuw staat aanpak personele tekorten in zorg in de picture (TAZ:110.000/Gupta)

13.09.2022: Huisartsen en wijkverpleging wijzen huidig zorgakkoord af (ANW/MTVP-garanties)

06.10.2022: Wie is verantwoordelijk bij taakafbakening Wlz-zorg? (Brief NZa/JGJ ivm zorgstagnatie)

07.12.2022: Zorg kwetsbare ouderen in de knel: qua beleid, qua uitvoering (1) (Rutte IV + IZA/huisvesting)

21.12.2022: Zorg kwetsbare ouderen in de knel: qua beleid, qua uitvoering (2) (Wlz/kleinschalig)

17.03.2023: Over personele tekorten en het daardoor niet krijgen van zorg (2 mln.burgers!)

 

Eerdere blogs Wmo:

03.06.2014: Budgetten voor Wmo en functioneren sociale wijkteams zijn bekend (per 2015)

01.04.2014: Transitiestress (bij ingrijpende veranderingen, met name richting 2015: 3 stelselwetten)

17.04.2017: Contractering bij decentralisatie: vastlopen in bureaucratie (met magere waardering)

02.01.2018: Ook bij verwarde personen is persoonsgerichte zorg nodig (bij elk mens nodig!)

29.01.2018: De nulde lijn (thuiszorg.nl, weten is geen doenvermogen, niet iedereen kan aan zelfregie doen)

28.05.2018: Schuldenproblematiek raakt ook het medisch domein (€€/schulden raakt alles, ook zorg)

31.05.2018: Grip op verwardheid vraagt om grip op uitvoering van zorg (diagnose, dan PDAC)

10.11.2018: Alleen met interventies zijn problemen in achterstandswijken oplosbaar (actief!)

03.12.2018: Dezelfde eigen bijdrage voor iedereen lijkt in de Wmo niet houdbaar (17,50 p/mnd)

13.02.2019: Cliëntondersteuning: graag onafhankelijk en gratis (in wet: recht!, Wlz en Wmo)

29.07.2019: Uurtarief huishoudelijke hulp permanent onderwerp van strijd (ook hier kostprijs)

08.05.2020: Wmo-hulp en goed inkomen een lastig te accepteren combinatie (vanwege abonnement)

24.03.2021: Naast Wmo-hulp, is ook besluit over nieuwe eigenbijdrageregeling maatwerk

26.10.2021: Wmo-abonnement wordt te duur, ingrijpen aan een volgend kabinet (vlaktaks)

15.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (2) (WMO = speerpunt 10)

07.04.2022: Hernieuwde houdbaarheidsagenda Wmo (beleid kabinet Rutte IV, huisvesting huisarts)

 

Vragen of opmerkingen?