Sinds 10 januari 2022 heeft NL een nieuw kabinet (Rutte IV). Op gebied van gezondheidszorg streeft het kabinet ernaar om zorg voor iedereen zoveel mogelijk bereikbaar te houden. Met een plan om het eigen risico niet in 1 keer te betalen, met een eerlijke prijs voor medicijnen, met meer aandacht voor sport, bewegen en mentale gezondheid en met meer geld voor onderzoek naar Alzheimer, obesitas en kanker.

Voor de nieuwe ministers en staatssecretaris is er traditiegetrouw een introductiedossier met de stand van zaken op het ministerie van VWS (dossier, 10 januari 2022), is er als gezamenlijk kabinetsfocus het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst‘ (blog + infographic) en verscheen er recent een Kamerbrief met de hoofdlijnen van het komende zorgbeleid (Kamerbrief, 4 maart 2022).

In drie blogs worden de speerpunten van het komend zorgbeleid genoemd en per item voorzien van commentaar mijnerzijds. De noodzakelijke informatie daarbij komt van kabinetsinformatie, uit blogs en uit een recent interview met de nieuwe minister (Zorgvisie, 10 maart 2022).

Kortom, in een drieluik een reflectie op de zorgkoers van de (door mij) geselecteerde 14 speerpunten van het kabinet. Vandaag de eerste blog met commentaar op de eerste 5 punten.

Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (1-geweest)

  1. De norm: passende zorg met versterking basiszorg
  2. Versterking pandemische paraatheid: lessen uit de coronacrisis
  3. Ouderenzorg in en buiten de Wet langdurige zorg in passende woonomgeving
  4. Meer grip op stijging zorgkosten van dure geneesmiddelen
  5. Toetsen van basisverzekering met spreiden eigen risico

Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (2-nu)

  1. De acute zorg: (start) in elk van de elf acute-zorgregio’s (ROAZ) één zorgcoördinatiecentrum
  2. Veranderingen bij medisch-specialistische zorg: loondienst?
  3. Personeelstekort in de zorg: maak werk aantrekkelijker
  4. Goede, tijdige en passende jeugdzorg voorkomt zwaardere zorg
  5. Aanpassing abonnement in Wmo en het belang van het sociale domein

Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (3-volgt nog)

  1. Meer aandacht voor preventie, gezonde levensstijl en mentale weerbaarheid
  2. GGZ: richten op complexe problematiek bij dysbalans vraag en aanbod
  3. Informatie-uitwisseling en eigenaarschap medische gegevens
  4. Samen met veldpartijen: het Integrale Zorgakkoord

 

Start blog: speerpunten 6 t/m 10

  1. De acute zorg: (start) in elk van de elf acute-zorgregio’s (ROAZ) één zorgcoördinatiecentrum

Commentaar AM: De insteek van het nieuwe kabinet is dat het landschap met de planbare en acute zorg over de diverse domeinen wordt herschikt. Dan spreken we in beleidsjargon van passende acute zorg. Citaat minister over diens eigen doelstellingen (10 maart 2022): “tevreden als er over enkele jaren in elk van de elf acute-zorgregio’s (ROAZ) één zorgcoördinatiecentrum (ZCC) is. Dat moet ervoor zorgen dat patiënten direct op de juiste plek worden geholpen. Nu komen ze nog vaak op de verkeerde plek. Dat belast het zorgsysteem onnodig en patiënten ontvangen niet de zorg die ze nodig hebben (einde citaat).”

De minister beschrijft in een recente Kamerbrief zeven uitgangspunten bij herinrichting van dit acute zorglandschap (Kamerbrief, 22 februari 2022). Het ZCC gaat betekenen dat de coördinatie van acute zorg vanuit dat ene regionaal punt samenwerking van verschillende zorgpartners inhoudt: huisartsenzorg, ambulancezorg, medisch specialistische zorg, verloskunde, acute psychiatrische zorg, farmaceutische zorg, wijkverpleging, hulpmiddelenzorg en thuiszorg.

02.03.2022: Uitgangspunten herinrichting landschap acute zorg bekend…en nu? (pilots/VWS/NZa)

Het goede nieuws is dat ook nu al deze partijen voor spoedzorg nauw samenwerken. Met 11 ROAZ’s zijn er al 11 regionale acute zorgnetwerken. Nog onduidelijk is hoe verdere samenwerking over de domeinen gaat verlopen (Zorgvisie, 4 maart 2022). De coauteur van het RVS-onderzoek “Grenzeloos samenwerken?” laat in het artikel zien dat domein-overstijgende samenwerking heel ingewikkeld kan zijn, ook binnen kaders van Zorgverzekeringswet (Zvw). Citaat: “Het is bijna niet te doen. De lasten worden vooral afgewenteld op zorgprofessionals. Het kost ze zo ontzettend veel tijd en energie. Er zijn zo veel hordes (einde citaat)”.  

De uitdaging voor de minister wordt dus de wetgeving, de O&I, logistiek en bekostiging aan te passen aan kwalitatieve goede en goed gespreide acute zorg en daarnaast zorgverleners te motiveren. Daarnaast moeten er knopen worden doorgehakt over het aantal traumacentra, zeker een gevoelig thema als je als minister stelt dat “nu komt één op de drie traumapatiënten in een verkeerd ziekenhuis komt. Dat verkleint de overlevingskansen van patiënten (einde citaat).”

24.08.2021: Behoud van 11 traumacentra is een voorbarige conclusie (houtskoolschets + volumenorm)

Nederland kent naast de 11 genoemde ROAZ’s nu 118 fysieke huisartsenposten, ongeveer 80 SEH’s die 24/7 open zijn, 25 RAV’s, 3792 thuiszorginstellingen volgens de Zorgkaart en 1870 GGZ-instellingen met samen 20 crisisdiensten.

Elke sector kent bij acute zorg haar eigen problemen, bijvoorbeeld:

02.06.2021: Betere onderhandelingspositie praktijkhouders nodig bij werk op HAP (randvwrden)

18.10.2021: De financiering van werk op de huisartsenpost tussen 17.00 en 18.00 uur (mismatch)

24.02.2022: ANW-spoedzorg op huisartsenpost zo niet meer toekomstbestendig (dysbalans/wet)

25.02.2019: De transitie van ziekenhuiszorg (2) (over afname aantal ziekenhuizen)

10.08.2019: Overheid, neem regie bij transformatie ziekenhuislandschap (centrale aansturing)

14.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: ziekenhuiszorg (2) (visie + NZa-verrekentarief)

Dat de acute zorg in een netwerk gaat worden geleverd, lijkt duidelijk. De vraag is: 5W1H? Nog voor het zomerreces 2022 gaat de minister NL verder informeren. Met alvast voorwerk van de toezichthouder (NZa, 15 maart 2022).

27.09.2021: Afstemming bij bekostiging acute zorg van zorgverleners onontkoombaar (HA-spec)

 

  1. Veranderingen bij medisch-specialistische zorg: loondienst?

Commentaar AM: Net als in andere sectoren wenst het kabinet dat ook in ziekenhuizen er een transformatie gaat plaatsvinden naar passende zorg. In dit geval naar passende medisch-specialistische zorg in netwerken. Om de transformatie naar deze passende zorg mogelijk te maken, moeten, aldus de minister (ook) de belemmeringen voor bestuurbaarheid van ziekenhuizen worden weggenomen. En zo vervolgt hij moeten “de verkeerde prikkels bij de medisch specialisten en de medisch-specialistische bedrijven (MSB’s) in de ziekenhuizen worden afgeremd”. Gevolgd door een waarschuwing: “Als bij deze medisch-specialistische bedrijven onvoldoende verbetering optreedt binnen twee jaar zal er regelgeving komen zodat alle medisch specialisten in loondienst gaan. Daartoe wordt regelgeving voorbereid (einde citaat).”

Eerder heb ik de discussie over wel/geen loondienst bij medisch specialisten een schijndiscussie genoemd.

10.08.2020: Medisch specialist wel/niet in loondienst een schijndiscussie (geen productieprikkel, in WNT)

14.05.2021: Eerst ziekenhuistaken, dan pas organisatie en bekostiging, inclusief loondienstdiscussie

Een schijndiscussie omdat er een verband wordt geclaimd tussen perverse volumeprikkels en gedrag/organisatie van medisch specialisten. Het zijn namelijk de raden van bestuur die contracten met aanneemsommen en omzetplafonds afsluiten met zorgverzekeraars. Een jaarlijks bedrag wat bij gebrek aan een alternatief wordt inverdiend met DBC’s om de exploitatie aan te laten sluiten bij de begroting. Als volumeprikkels, ik noem deze bij oplopende wachttijden trouwens niet op voorhand pervers, blijkbaar volgens de politiek bij transformatie een sta in de weg zijn, pak dan de contractafspraken bij inkoop en de DBC-systematiek aan. Daarnaast kun je licht spottend stellen dat, na onderhandeling en scheiding van het MSB-deel, primair andere partijen belang hebben bij volumeproductie: het ziekenhuisbestuur (dekking exploitatie en risico met inlopen aanneemsom), de zorgverzekeraars (hun zorginkoopplicht bij de basisverzekering) en burgers (het tijdig krijgen van zorg).

Discussie over wel/niet loondienst is vooralsnog een geval van krabben waar het niet jeukt. Met mogelijk ook nog vervelende juridische gevolgen en extra kosten voor de maatschappij.

Als de transitie naar passende zorg, de bestuurbaarheid van ziekenhuizen, de vorming van netwerken en samenwerking met eerste en derde lijn belangrijk zijn, laat dan de discussie ook over deze juiste thema’s gaan. Juiste zorg op de juiste plek, gaat niet zonder juiste visie, het juiste beleid, het juiste contract, het juiste toezicht, de juiste inkoop etc. Jammer dat in deze discussie altijd maar een paar populaire aspecten de revue passeren, hetgeen onjuist is.

De commentaren onderaan bij dit artikel (Zorgvisie, 7 maart 2022) spreken voor zich.  

Laat NL zich daarom focussen op onderstaande (wel) noodzakelijkere thema’s bij zorgtransitie ziekenhuizen: 

26.04.2018: Maak bekostiging van ziekenhuiszorg 100% transparant(1) (prijstransparantie/regio)

10.07.2018: Maak bekostiging van ziekenhuiszorg 100% transparant (2) (omzetpafond/ACM)

20.08.2018: Het waardegericht kunnen inkopen is een illusie (P-waarde = uitkomst/kosten)

15.10.2018: Nieuwe beloning medisch-specialistische zorg nog onduidelijk (MSB/DBC)

23.02.2019: De transitie van ziekenhuiszorg (1) (over het msb)

25.02.2019: De transitie van ziekenhuiszorg (2) (over afname aantal ziekenhuizen)

27.02.2019: De transitie van ziekenhuiszorg (3) (over opvolging DBC-systematiek)

01.03.2019: De transitie van ziekenhuiszorg (4) (over samenwerking met ziekenhuizen)

19.03.2019: Wachten op het wegwerken van wachtlijsten (Treeknormen en zorgplicht)

10.08.2019: Overheid, neem regie bij transformatie ziekenhuislandschap (centrale aansturing)

14.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: ziekenhuiszorg (2) (visie + NZa-verrekentarief)

14.06.2021: Over toverwoorden en de kunst van veranderen (ziekenhuistransitie i/e verandercyclus)

27.08.2021: Voldoende IC-capaciteit zou breed gedragen taakstelling moeten zijn (HBO+zkh+VWS)

08.02.2022: Onder drang wordt ziekenhuis Bernhoven opnieuw een proeftuin (overlevingscriteria)

Als beschouwer van de actualiteit zijn voor mij de criteria in deze blogs wat herinrichting van medisch specialistische zorg gaat bijdragen aan de agenda van de vooruitgang en verbetering van de zorg. Dat zal stapsgewijs gaan, vermoed ik. Als criteria noem ik het uitdragen van de kenmerken van persoonsgerichte zorg, behandelingen inzetten met hoogste effectiviteit en efficiëntie, beschouwen van noodzakelijke zorgconcentraties, meedenken met herinrichting acute zorg, versterking nulde lijn (bv. Thuisarts.nl), het bijdragen van artsen en verpleegkundigen aan een betere bestuurbaarheid van ziekenhuizen en aan samenwerken met andere zorgverleners in een netwerk. Verder het optimaliseren van de arbeidsmarkt waarbij meer/vaker jongere medisch specialisten worden ingezet en verpleegkundigen behouden blijven. In te zetten met liefst een vast contract in het eigen land. Goed zorgen voor personeel is een plicht (hier).

Uiteraard kan en moet ook een MSB, net als de Raad van Bestuur, bij al deze punten, en ook bij onderstaande punten, een rol bij spelen.

21.10.2018: Werken aan de agenda van de vooruitgang (reorganiseren + betaalbaar houden)

24.07.2019: Aanpassing zorgstelsel: een bijdrage aan het debat (mijn eigen persoonlijke bijdrage)

21.08.2019: Wáár blijft het totaalplaatje? (stijging zorgkosten, personele tekorten, zorgstelsel etc.)

Een rol die zowel kan worden opgepakt als specialist in loondienst en/of als lid van een MSB.

 

“Maar als gemeenten net zo goed opkomen voor hun kinderen, als de VNG voor de financiële positie van gemeenten, gaat het zeker goed komen.”

 

  1. Personeelstekort in de zorg: maak werk aantrekkelijker

Commentaar AM: Hoewel het kabinet erkent dat werken in de zorg aantrekkelijker moet worden gemaakt en dat het aantal mensen dat kiest voor een opleiding of baan in zorg en welzijn de afgelopen jaren flink is toegenomen, stelt de minister óók dat het aantal zorgmedewerkers niet voldoende mee kan groeien met de toenemende vraag naar zorg. Dat is toch een sombere boodschap voor de zorg. Het ministerie heeft allerlei plannen, maar de grootste zorg zit toch in de uitstroom en dan speciaal in de uitstroom van ervaren krachten. Want in de sector Zorg en Welzijn verliet in de 6 maanden rond de jaarwisseling 2020 wel 39% van de werknemers de werkgever binnen twee jaar. Het ging dan vooral om ervaren werknemers: meer dan de helft van de uittreders heeft meer dan 10 jaar werkervaring in de sector, en ongeveer 70% meer dan 5 jaar. Een dergelijke grote uitstroom laat zich amper compenseren (Bron: Waardigheid en Trots, 15 december 2020 + factsheet).

Het kabinet heeft inmiddels wel de salarissen verhoogd, maar dat besluit kwam moeizaam tot stand.

24.09.2021: Onder druk wordt alles vloeibaar (salarisverbetering pas na druk Tweede Kamer)

Ook op de IC was uitstroom merkbaar; (intensivist, Zorgvisie, 11 maart 2022 over zijn ziekenhuis): “Ongeveer 30 van de 180 IC-verpleegkundigen besloten in de corona- periode het bijltje erbij neer te gooien. Ze zijn vertrokken, velen van hen naar ander werk binnen de zorg. Er is moeheid in het systeem ontstaan. De reserves van mijn mensen zijn op. Ziekteverzuim, geen verlof, in quarantaine, overwerken, toenemende agressie van patiënten en familie, de planbare zorg die moet worden ingehaald. Het werd IC-medewerkers te veel (einde citaat + nieuw bericht, 14 maart 2022).”

Al ver voor corona waren er zorgen over personeelstekort in de zorg. Ook in 2017 verliet al 8,1% van de werknemers de sector zorg & welzijn (Berenschot, 17 december 2020). Met als belangrijkste redenen van deze onvoorziene uitstroom: te hoge werkdruk, te veel administratie, te weinig tijd voor professionele ontwikkeling en onvoldoende aandacht en erkenning van leidinggevenden. Dit betekent dat de beschikbaarheid van zorgpersoneel al jaren een heel kritische factor aan het worden is.

11.06.2017: Tekort aan verpleegkundigen in alle sectoren van de zorg (1) (oorzaken, wáár tekort)

12.07.2017: Tekort aan verpleegkundigen in alle sectoren van de zorg

06.12.2017: Mate van beschikbaarheid zorgverleners kleurt uitvoering van zorg (fte tekort)

19.01.2018: Hoeveel huisartsen zijn er nodig?  (voor de toekomst)

01.02.2019: Schaarste personeel bedreigt zorg (instroom, maar ook veel uitstroom)

Conclusie Berenschot: “Bij het realiseren van een goede bezetting in de zorg ligt de focus nu te veel op het bevorderen van instroom. Als er niet meer aandacht komt voor het sluiten van de achterdeur, lopen de tekorten in de zorg de komende jaren nog verder op. Geef het behoud van medewerkers dus prioriteit, beginnend bij de raad van bestuur. En besteed (meer) aandacht aan leiderschap, cultuur en het samen met professionals creëren van leuk werk.” Dit beleid krijgt zeker wel aandacht door van alle kanten vooral te beschrijven wat goed “werkgeverschap” is en dit zelfs te koppelen aan goed “leiderschap.” Daarmee wordt de bal wel erg gelegd op het bord van zorginstelling en werkgever. Liever zou ik als onderzoeksvraag zien wat binnen de zorg de bijdrage van de kostencalculators (overheid, verzekeraars, toezichthouders) is geweest aan de uitstroom van gemotiveerd personeel.

Het goede nieuws is dat recent een goed onderhandelaarsakkoord is gesloten tussen werkgevers en VVT-vakbonden (hier en hier).

 

  1. Goede, tijdige en passende jeugdzorg voorkomt zwaardere zorg

Commentaar AM: Wie kan het nu oneens zijn met het uitgangspunt van het kabinet over jeugdzorg? Citaat: “Alle kinderen en jongeren hebben recht op een kansrijke, gezonde ontwikkeling. Ongeacht kwetsbaarheid of beperking, moeten zij op hun eigen manier in onze samenleving kunnen floreren en mentaal fit kunnen zijn. Ouders en bredere familie of het sociale netwerk rondom een kind en jongere hebben hierin een belangrijke rol. Als dat door omstandigheden niet vanzelf gaat, moeten gezinnen worden ondersteund. Als het echt nodig is, zetten we op tijd passende jeugdhulp in.”

Verder vinden ook alle betrokken partijen – gemeenten, aanbieders, professionals, cliënten en het Rijk – dat forse verbeteringen in de jeugdhulp nodig zijn. Welnu, daarmee is dan ook het goede nieuws wel verteld. Problematische jeugdzorg in de Jeugdwet was al zo vaak onderwerp van mijn blogs.

08.06.2017: Kinderpsychiaters luiden de noodklok: zo kan het niet verder met de jeugd-GGZ

11.10.2018: De transformatie van de jeugdzorg: een magere tussenstand (alweer mager…)

10.01.2019: Aanbevelingen voor betere uitvoering van Jeugdwet  (“aanbestedingswaanzin”)

02.09.2019: Wie de toekomst koestert, zet in op jeugd (zorgelijke punten bij jeugd)

12.11.2019: Les van Jeugdwet: van decentralisatie (weer) richting recentralisatie (goede weg terug)

27.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (09) (GGZ, POH-GGZ, Jeugdwet, extra werk ANW)

18.03.2021: Ook passende jeugdzorg op zoek naar passende bekostiging (Jeugdwet + VNG/IGJ)

06.04.2021: Jeugd-GGZ: het kind van de rekening (noodklok JA, sector + VNG + gedupeerden)

29.04.2021: Met beide benen op de grond en de handen uit de mouwen (Jeugdwet-GGZ)

21.05.2021: Denktank Jeugdsprong presenteert kabinet nieuw advies over jeugdzorg (10 pnt)

Al met de voorbereiding op de ‘Hervormingsagenda Jeugd’ ging het weer mis, hoewel de agenda jeugdzorg zeker ambitieus is: “verhelderen van de reikwijdte van de jeugdhulpplicht, verbeteren van de toegang, verhogen kwaliteit en effectiviteit jeugdhulp, versterken kleinschalige opvang, betere beschikbaarheid gespecialiseerde jeugdzorg door meer (boven)regionale en landelijke inkoop, versterking uitvoeringskracht gemeenten, vermindering van administratieve lasten en vergroten inzicht in de werking van het stelsel.”

Het coalitieakkoord bevatte namelijk een extra structurele bezuiniging van € 500 miljoen vanaf 2025. De besparingen uit de uitspraak van de Commissie van Wijzen lopen al op tot € 1 miljard. Dit betekent per saldo een totale bezuiniging van ca. 30% op het totale jeugdzorgbudget van ca. € 5,5 miljard. Dit gebeurt volgens de VNG, dus de decentrale overheid namens gemeenten, zonder (financiële) onderbouwing van het effect van de extra bezuiniging op de hulp aan kinderen en de positie van gemeenten. De coalitie respecteert hiermee de eerdere arbitrage-uitspraak niet en “neemt zo de financiële positie van gemeenten niet serieus.”

Maar, de VNG kreeg recent steun van de Eerste Kamer (Motie Rosenmöller, 22 februari 2022). Deze motie roept het kabinet op om in overleg met gemeenten tot de gewenste hervorming van het jeugdstelsel te komen, zonder de voorgenomen bezuiniging van € 500 miljoen. En zo ligt de noodzakelijke Hervormingsagenda opnieuw op tafel.

Het lijkt wel alsof het wiel ten behoeve van rijdende jeugdzorg opnieuw moet worden uitgevonden. Inmiddels hebben de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Kinderombudsman, Nationale ombudsman, Nederlandse Zorgautoriteit en Raad voor Volksgezondheid & Samenleving sinds april 2021 de handen ineengeslagen. Zij stellen vast dat kinderen en gezinnen met complexe problemen niet de zorg krijgen die nodig is. Zij komen tot vijf basisprincipes waaraan de hulp voor kinderen en gezinnen met complexe problemen moet voldoen: (RVS-rapport,  Samen verder, 2 maart 2022 en NZa, 2 maart 2022 + publiekversie)
■ wat het beste is voor het kind, staat voorop bij de besluiten die worden genomen,

■ vanaf het begin worden een kind en het gezin met een allesomvattende aanpak en vanuit één hand geholpen (vanuit het principe 1 gezin, 1 hulpverlener),

■ door een vakbekwame professional die voldoende tijd, ruimte en middelen krijgt,

■ de hulpbronnen en het netwerk van het gezin worden ingezet en

■ de professional laat de jongere pas los als ‘de big five’ (ondersteuning, wonen, school, werk, inkomen, zorg) zijn geregeld.

Ja kabinet, goede jeugdzorg nu voorkomt zwaardere zorg later. Dat klopt. Maar voorlopig is NL nog Europees kampioen uithuisplaatsingen van kinderen (hier/hier) en kregen in het eerste half jaar van 2021 meer dan 1 op de 12 Nederlandse jongeren een vorm van jeugdzorg (totaal: 380.000). Met name door onvoldoende uitstroom uit de hulpverlening. Met daarbij grote verschillen tussen gemeenten, die sinds 2015 de inkoper zijn van jeugdzorg. Een op de 9 kinderen heeft verder te maken met armoede (hier), met name bij eenoudergezinnen en bij kinderen met een migratieachtergrond (hier).

In de supermarkt is bijna driekwart van de producten voor kinderen niet gezond. Deze producten passen niet in een gezond voedingspatroon volgens de schijf van vijf, doordat 70 procent van het eten en drinken te veel suikers, verzadigd vet of zout of te weinig voedingsvezels bevatte (hier + blog). Ook de sedentaire levensstijl van kinderen met veel zitten en te weinig bewegen brengt daarnaast vervroegde gezondheidsproblemen (blog). Er is nog veel jeugdwerk te verrichten. Maar als gemeenten net zo goed opkomen voor hun kinderen, als de VNG voor de financiële positie van gemeenten, gaat het zeker goed komen…

Op 15 maart 2022 protesteerden zevenduizend mensen/medewerkers jeugdzorg op het Malieveld in Den Haag tegen onderbezetting, wachtlijsten, bezuinigingen en benoemen dat kinderen in het gedrang komen omdat zorg ontbreekt (hier). Ook leggen medewerkers in heel Nederland 24 uur het werk neer. Citaat: ‘Welkom bij de sector die nu al zeven jaar in brand staat.’ 

Mogelijk is er bij het project ‘Samen verder’ nog een rol weggelegd voor POH-Jeugdzorg (POH-jeugd), die bij 33% van onderzochte praktijken (NIVEL, 8 maart 2022) aanwezig is. Mede in het licht van de verwijsfunctie van de huisarts.

18.12.2017: Huisarts heeft verwijsrecht binnen de Jeugdwet (moet steeds herhaald worden…)

12.02.2019: Financiering PO-jeugd valt onder twee wetten (Zvw: psyche en Jeugdwet: psychiatrie)

26.05.2020: Inzet ondersteuner integreert jeugdzorg beter (multicausale problemen, in dienst gemeente)

De POH-jeugd heeft vooral een rol bij jeugd-GGZ gerelateerde problematiek. Het kabinet wenst dat gespecialiseerde jeugdzorg steeds meer centraler wordt ingekocht. Met het wetsvoorstel ‘Verbetering beschikbaarheid zorg voor jeugdigen’ stelt het kabinet voor:

(1) verplichte regionale samenwerking bij inkoop en meer centrale organisatie van specifieke vormen van specialistische zorg

(2) specifieke governance eisen aan aanbieders en gecertificeerde instellingen

(3) verbetering van het inzicht en toezicht op de beschikbaarheid van jeugdzorg (en dit beleggen bij de NZa).

De Tweede Kamer wordt nog vóór de zomer van 2022 geïnformeerd over de Hervormingsagenda Jeugd en de uitkomsten van het overleg met de VNG.

 

  1. Aanpassing abonnement in Wmo en het belang van het sociale domein

Commentaar AM: Dat een abonnementstarief (19 euro per maand in 2021) binnen de Wet maatschappelijke opvang heeft geleid tot een beperking van stapeling van zorgkosten, transparant en eenvoudig in de uitvoering is, is het goede nieuws geweest de afgelopen tijd. Maar dat het nieuwe kabinet nu werkt aan een eerlijkere eigen bijdrage voor huishoudelijke hulp, is volkomen terecht. Het Wmo-abonnement hoeft geen subsidie te zijn om voor de beter gesitueerden het huis schoon te houden.

03.12.2018: Dezelfde eigen bijdrage voor iedereen lijkt in de Wmo niet houdbaar (17,50 p/mnd)

29.07.2019: Uurtarief huishoudelijke hulp permanent onderwerp van strijd (ook hier kostprijs)

08.05.2020: Wmo-hulp en goed inkomen een lastig te accepteren combinatie (vanwege abonnement)

24.03.2021: Naast Wmo-hulp, is ook besluit over nieuwe eigenbijdrageregeling maatwerk

26.10.2021: Wmo-abonnement wordt te duur, ingrijpen aan een volgend kabinet (vlaktaks)

Het belang van het sociale domein kan niet genoeg benadrukt worden. Mede door de coronacisis is eenzaamheid onder 75-plussers licht toegenomen, van 55% in 2016 naar 56% in 2020 (RIVM, Gezondheidsmonitor). Het programma “Eén tegen eenzaamheid” wordt voortgezet en geïntensiveerd. Eenzaamheid die ongetwijfeld een relatie zal hebben met de wooncrisis onder senioren (speerpunt 3 in vorige blog) en een personele factor, zijnde een tekort aan zorgverleners (speerpunt 8 in deze blog) en mantelzorgers. Om de zorgpraktijk te ondersteunen, hebben werkgevers, gemeenten, zorgverzekeraars en –kantoren, mantelzorgers en VWS in 2020 de landelijke aanpak ‘Samen sterk voor mantelzorg’ gelanceerd (rapport, 31 oktober 2020). Met een cruciale rol voor gemeenten. 

Met name wil ik hier wijzen op de wettelijk verankerde cliëntondersteuning bij vragen van burgers over de Wmo. Gemeenten en hun zorgverleners dienen ook een lijst te hebben van respijtbedden (of andere opvang buitenshuis, bijvoorbeeld in een logeerhuis of dagopvang), wanneer een burger om sociale reden even niet thuis kan blijven. Een respijtbed op tijd voorkomt secundaire, vaak medische, problematiek waardoor een duurder ELV-bed of zelfs een Wlz-crisisbed nodig is.

08.11.2019: Gezocht: een bed voor verblijf, onderzoek of herstel (ELV, Wlz, respijtzorg + wachten)

Het zijn bekende mechanismen, maar voor schuldenproblematiek, armoede en dak- en thuisloosheid geldt hetzelfde gevaar. Niet aanpakken betekent een grotere kans op ontsporing. Het kabinet ziet dit ook wel, gezien hun beleidsvoornemens.

Citaat: “Dit kabinet zet in op het voorkomen van dakloosheid, vernieuwing van de maatschappelijke opvang en het realiseren van woonplekken met passende ondersteuning voor (dreigend) dakloze mensen. Hierbij wordt voortgebouwd op de opgedane lessen vanuit het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren (2019-2021) en de brede aanpak ‘Een (t)huis, een toekomst’ (2020-2021). We investeren in een integrale aanpak die uitgaat van wat mensen nodig hebben als zij te maken krijgen met (dreigende) dakloosheid: een aanpak die zich richt op wonen, maar ook op preventie van geldzorgen, armoede en schulden, participatie, zorg en ondersteuning (einde citaat).”

29.01.2018: De nulde lijn (veel thuisarts.nl, maar niet iedereen is in staat tot zelfregie)

28.05.2018: Schuldenproblematiek raakt ook het medisch domein (geen perspectief)

10.11.2018: Alleen met interventies zijn problemen in achterstandswijken oplosbaar

19.08.2019: Armoede, een weg te werken schandvlek (een voedingsbodem voor slecht ouderschap enz.)

23.08.2019: Dakloos (30.000!)

Rond de zomer 2022 is er meer duidelijkheid over de vorderingen van het kabinetsbeleid binnen het sociale domein.

 

 

 

 

Vragen of opmerkingen?