Preventie

Het voorkómen van ziekte is beter voor gezondheid, welzijn en zorgkosten. Bij preventiebeleid speelt het zoveel mogelijk opheffen van gezondheidsverschillen binnen de bevolking een belangrijke rol (blog/blog).

 

Bij mensen bovenaan de welvaartsladder is de levensverwachting in goede gezondheid bij geboorte gemiddeld 25 jaar (man) en 23 jaar (vrouw) hoger dan van de minst welvarende medeburgers. 65-jarigen bovenaan de welvaartsladder brengen naar verwachting gemiddeld ook 7 jaar (vrouwen) tot 8 jaar (mannen) langer in goede gezondheid door (CBS).

 

De noodzakelijke evolutie van onze zorg moet daarom niet alleen leiden tot focus op gezondheid, maar ook op functioneren en participeren van burgers. Zodat het voorkómen van zorg voorop wordt gesteld. Medische zorg levert voor slechts 11% een bijdrage aan gezondheid. Fysieke omgeving, leefstijl, sociale en biologische factoren leveren maar liefst 67% bij aan gezondheid en hebben daarbij dus grote impact op gezondheid (KNMG/WHO).

 

Opleiding, inkomen en positie op de arbeidsmarkt zijn belangrijke algemene indicatoren voor de sociaaleconomische status, en daarmee voor gezondheid. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de gezonde levensverwachting. De oorzaken van gezondheidsverschillen zijn complex, liggen op meerdere domeinen en zijn nauw met elkaar verbonden. “De bijstand is geen hangmat, maar een wielklem (Tim ‘S Jongers).”

 

Het positief beïnvloeden van gezondheid ligt daarmee maar voor een klein deel in het volksgezondheidsdomein en grotendeels in andere beleidsdomeinen. Zoals armoedebeleid, onderwijs, huisvesting, werk en inkomen en ruimtelijke ordening. De aanpak van gezondheidsverschillen vraagt daarom om een brede aanpak. Waarbij gezondheid en gezond gedrag in samenhang worden bekeken, met de factoren die hierop van invloed zijn. Zoals leefsituatie, armoede, schulden en participatie in brede zin (Pharos). Eind november 2022 kreeg een recordaantal van 120.000 Nederlanders voedselhulp van de Voedselbank. Het aantal klanten van de Voedselbank steeg eind 2022 met 25 procent (NRC).

 

2022 was het jaar met het eerste bewijs dat de microscopisch kleine plasticdeeltjes in het bloed van mensen rondzwerven (VU/NRC). Fijnstofconcentratie in grote delen van Nederland zal in 2030 hoger blijven dan geadviseerd in het laatste WHO-advies (hier/hier). Afspraken in het “Schone Lucht Akkoord” leidde dan ook tot ernstig bezwaar van het Longfonds (film).

 

Volgens de Beweegrichtlijnen 2017 zouden volwassenen wekelijks ten minste twee en een half uur matig intensief moeten bewegen en kinderen dagelijks minstens een uur. Ook worden voor beide groepen spier- en botversterkende activiteiten aanbevolen. Dit alles verlaagt het risico op chronische ziekten als diabetes en, hart- en vaatziekten, en depressieve symptomen en, bij ouderen, botbreuken (Gezondheidsraad).

 

Ongezond gedrag is verantwoordelijk voor bijna 20 procent van de ziektelast. Van de totale ziektelast in Nederland komt 9,4% door roken wat jaarlijks tot € 2,4 miljard aan zorgkosten leidt. Als niemand meer rookt, sparen we 19.000 levens per jaar. Overgewicht veroorzaakt, naast cardio-metabole complicaties, mogelijk tot wel 20% van alle gevallen van kanker. In 2021 had 15,5 procent van de 4- tot 12-jarigen en 15,9 procent van de 12- tot 16-jarigen overgewicht (NJI). In 2021 hadden nagenoeg evenveel volwassenen overgewicht (50 procent) als in 2018, bij het begin van het Nationaal Preventieakkoord. 14 procent had obesitas, dat is in de afgelopen jaren niet veranderd (CBS).

Voor generieke informatie over gezonde voeding kan men terecht bij het Voedingscentrum, Foodwatch of een diëtist.

Daarnaast is 8% van alle gevallen van kanker in Nederland gerelateerd aan alcohol (IZA).

Al met al sterven jaarlijks 35.000 Nederlanders door roken, overgewicht of probleemdrinken. Ze zijn samen de grootste oorzaak van ziekte in Nederland (ZonMw).

 

We naderen gelukkig wel het punt dat kanker steeds vaker als een chronische ziekte kan worden behandeld. Evengoed worden preventie en voorkómen van ziektes steeds belangrijker, omdat de zorg aan kankerpatiënten een belangrijke drijver van de stijging van zorgkosten. Kanker klimt van plaats vijf in 2015 naar plaats twee in 2060 op de ranglijst van aandoeningen met de hoogste zorguitgaven. Van nieuwe kankerbehandelingen (en technologie) wordt ten onrechte verwacht dat deze altijd een grote klinische impact hebben. De realiteit is echter dat de meeste vooruitgang slechts zeer beperkt is tegen torenhoge kosten. De kloof tussen verwachting en praktijk wordt wel de therapeutische illusie genoemd (NTvG, 2022).

 

Ieder jaar horen 45.000 Nederlanders dat ze zullen overlijden aan de gevolgen van kanker. Er komen ieder jaar 10-20 nieuwe medicijnen tegen kanker bij, die onze basisverzekering vergoedt. Soms werken die medicijnen heel goed, met genezing of in ieder geval jarenlange remissie als resultaat. Maar vaker werken ze helemaal niet zo goed. Van alle oncologische geneesmiddelen die in Europa zijn geregistreerd, verbetert niet meer dan 10% de kwaliteit van leven verbetert. En maar 40% zorgt ervoor dat je langer leeft: gemiddeld minder dan 3 maanden. Veel medicijnen tegen kanker werken niet alleen kort, maar ook slechts bij een minderheid van de patiënten. We weten vooraf alleen niet bij wie. We weten wel dat deze medicijnen aanzienlijke bijwerkingen kunnen geven en dat behandeling veelvuldige controles betekent en aanhoudende onzekerheid over uitslagen. Momenten waarop er geen ruimte is voor reflectie op het leven of voorbereiding op het sterven (NTvG/oratie Gabe Sonke).

 

Conclusie: preventie is belangrijk en kan op termijn het welzijn vergroten en zorgkosten verlagen; op de langere termijn zijn de effecten van preventie vooralsnog onzeker. Helaas heeft preventie ondanks de urgentie geen probleemeigenaar in ons zorgstelsel (bron/bron). Waardoor ook geoormerkte structurele financiering ontbreekt.

 

Wetend dat de grootste bijdrage aan gezondheid gevonden kan worden niet in het medisch domein, maar juist in het sociale domein, vraagt bij individuele “leefstijlinterventie” een oprechte integrale belangstelling van de zorgverlener voor iemands totale persoonlijke situatie. Het samen met behoud van zelfbeschikking zoeken naar verbeteringen, op sociaal en op gebied van gezondheid, is de uitdaging. Als essentie op zoek naar niet een tijdelijke maar een duurzame verbetering.

 

Overheidsmaatregelen vanuit oogpunt van primaire preventie hoeven niet te conflicteren met een ‘oprecht’ op het individu afgestemd hulpaanbod. Met urgentie langs twee wegen naar de genoemde essentie van de context. Go!

 

Januari 2023

 

Anton Maes