De NZa heeft op 4 april 2024 de nieuwe informatiekaart wachttijden GGZ gepubliceerd (NZa, 4 april 2024 met Informatiekaart). Met als uitkomst dat wachttijden in de GGZ in bijna alle regio’s hoog blijven.  De NZa geeft aan dat er nu 97.450 wachtplekken zijn. De NZa spreekt in haar informatiekaart niet van wachtenden, maar van wachtplekken omdat sommige mensen op meerdere wachtlijsten staan. Het aantal wachtplekken boven de Treeknorm is gestegen tot 55.390 (=56,8%).

In twee eerdere blogs werd al stil gestaan bij dit onderwerp: een over de oorzaken, een over potentiële oplossingen.

02.04.2024: Wachtlijsten bij de GGZ: over oorzaken en oplossingen (1) (dysbalans vraag-aanbod + financiën)

04.04.2024: Wachtlijsten bij de GGZ: over oorzaken en oplossingen (2) (MGN-Uit de knel-HA-GEM-contract)

In déze blog krijgt in onderstaand kader de verantwoordelijk minister van VWS het woord. De urgentie te komen tot actie bij de GGZ-problematiek is recent mede geagendeerd door de client- en consumentenorganisatie (Brief MIND, 4 april 2024 + MIND, 18 september 2023 + Consumentenbond, 4 april 2024 (+ hier).

Deze week, op donderdag  11 april, vergadert de Kamercommissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over GGZ en suïcidepreventie.

Citaten van de minister zijn geselecteerd uit de volgende bronnen:

Kamervragen VWS, 3 april 2024 (1)

Kamervragen VWS, 3 april 2024 (2)

Kamerbrief VWS over cruciale GGZ, 4 april 2024

Kamerbrief over petitie ‘Niemand mag onnodig psychisch lijden’, 4 april 2024

Kamerbrief met reactie op vragen uit schriftelijk overleg over rapport MIND onderzoek wachttijden ggz, 4 april 2024

 

     

 

Minister: “Dat omzetplafonds worden gehanteerd, kan niet betekenen dat er onvoldoende passende zorg wordt ingekocht”

Recente citaten van de minister van VWS over de huidige GGZ-problematiek

*Over wachtlijsten GGZ…

“Jaarlijks maken bijna 1,5 miljoen Nederlanders gebruik van geestelijke gezondheidszorg. Daarbij zijn er verschillende initiatieven om mensen gedurende de periode dat zij op een wachtlijst staan te begeleiden of ondersteunen. Voorbeelden hiervan zijn het initiatief van de ‘Wachtverzachter’ in Dronten, de wachttijdondersteuning van Kompassie in Den Haag en de pilot van GGNet in Zutphen. Ook bieden steeds meer ggz-aanbieders eHealth aan tijdens het wachten, zoals de app Superbrains van Parnassia. Hiernaast kan de POH-ggz kortdurend cliënten met (lichte) psychische klachten begeleiden of ondersteunen. Voor mensen die een hele specifieke zorgvraag hebben kan vanuit de regionale transfermechanismen gezocht worden naar passende zorg. Binnen deze regionale transfermechanismen zetten ggz-aanbieders, zorgverzekeraars en vaak ook verwijzers en gemeenten zich samen in om tot oplossingen te komen voor patiënten die te lang op de wachtlijst staan/dreigen te komen. In 29 van de 31 wachttijdenregio’s zijn inmiddels transfermechanismen ingericht.

*Over financiering van het verkennende gesprek in een MGN

Het overgrote deel van de 39 zorgkantoorregio’s is inmiddels bezig met het opzetten van een mentaal gezondheidsnetwerk (MGN), waar verkennende gesprekken worden gevoerd. De netwerken zorgen ervoor dat de patiënt op de juiste plek belandt, maar bieden zelf geen ondersteuning aan patiënten met een (zwaardere) zorgvraag. In 2024 kunnen zorgaanbieders en zorgverzekeraars gebruik maken van de reeds bestaande facultatieve prestatie in het zorgprestatiemodel. Hiervoor moeten zij een gezamenlijke aanvraag doen bij de NZa. Over het doen van deze aanvraag zijn bestuurlijke afspraken gemaakt met de Nederlandse ggz en Zorgverzekeraars Nederland. Voor 2025 streef ik naar een aparte prestatie voor de inzet van ggz-professionals binnen het verkennend gesprek. Over de wijze waarop dit het beste vormgegeven kan worden ontvang ik op korte termijn advies van de NZa. Om de bekostiging per 2025 te regelen streef ik ernaar om zo snel mogelijk een aanwijzing aan de NZa voor te hangen bij beide Kamers. De inzet van professionals uit het sociaal domein kan nu al worden bekostigd door gemeenten op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Gemeenten en zorgverzekeraars hebben financiële middelen ontvangen voor het realiseren van de ambities die in het IZA verwoord staan. Voor gemeenten geldt dat er structureel maximaal 150 miljoen euro per jaar beschikbaar wordt gesteld voor gemeentelijke inzet op de in de werkagenda opgenomen IZA onderwerpen.”

 

*Over cruciale GGZ

“Samen met de Nederlandse ggz (de NL ggz), de Nederlandse Federatie van Universitair medisch centra (NFU), de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) is VWS in december 2023 overeengekomen om zes zorgvormen aan te merken als cruciale ggz. Het gaat hierbij om de volgende zorgvormen: acute zorg, outreachende zorg, beveiligde zorg, klinische zorg en hoogspecialistische ggz vanuit (academische) ziekenhuizen en hoogspecialistische ggz vanuit ggz-instellingen (hierna: hoogspecialistische ggz). Voor de inkoop voor 2025 heb ik daarom met hen afgesproken dat genoemde zorgvormen in ieder geval voldoende aangeboden en ingekocht zullen worden, en er geen aanbod verdwijnt vanwege financiële redenen. De aanpak bij cruciale ggz wordt bestuurlijk gedragen door de betrokken partijen en MIND, oftewel vertegenwoordigers van zorg- aanbieders, verzekeraars, professionals en patiënten. Als de vraag en/of het aanbod te specialistisch is voor de regio en/of het aanbod niet (doelmatig) regionaal georganiseerd kan worden, dan brengt de regio de vraag in op één (nog op te zetten) landelijke tafel.”

 

*Over het Integraal Zorgakkoord

“Mijn collega bewindspersonen en ik hebben samen met veel partijen vormgegeven aan het Integraal Zorgakkoord (IZA), het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), het programma Mentaal welzijn van ons allemaal en het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (TAZ). Hiermee is een beweging in gang gezet waarin zorgsector, overheden en maatschappij, integraal samenwerken aan mentaal welzijn en goede toegang tot mentale zorg voor de mensen die haar nodig hebben. Een beweging die ook in de regio’s plaatsvindt waar nu uitvoering wordt gegeven aan de regioplannen. Ik heb er vertrouwen in dat we met de akkoorden gezamenlijk de juiste stappen zetten om Nederland mentaal sterker te maken. Het Trimbosinstituut heeft in haar rapport ‘GGZ uit de knel’ aangegeven dat het verkorten van de wachttijden in de ggz een brede aanpak vergt en hiervoor zes bouwstenen aangemerkt die ik heb samengevat langs drie denklijnen: 1) beweging naar de voorkant en preventie, 2) integraal (samen)werken en 3) toegankelijke ggz voor iedereen. Deze lijnen sluiten nadrukkelijk aan op de basisgedachte van het IZA en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). De analyse en suggesties van het Trimbos sterken mij daarmee in de gedachte dat we met het IZA de juiste stappen zetten om de toegankelijkheid van de ggz te versterken en wachttijden aan te pakken. Voor gemeenten geldt dat er structureel maximaal 150 miljoen euro per jaar beschikbaar wordt gesteld voor gemeentelijke inzet op de in de werkagenda opgenomen IZA onderwerpen.”

 

*Over inzet van transformatiemiddelen in het kader van Integraal Zorgakkoord…

“Deze middelen kunnen dus niet worden ingezet voor patiëntgebonden zorg, zoals de inzet van de ggz-professional in het verkennend gesprek. Patiëntgebonden zorg dient te worden gefinancierd uit de reguliere premiemiddelen. Partijen kunnen aanspraak maken op de transformatiemiddelen door een transformatieplan in te dienen bij de marktleidende zorgverzekeraar. De betreffende zorgverzekeraars beoordelen dit transformatieplan vervolgens aan de hand van het met alle IZA-partijen vastgestelde beoordelingskader.”

 

*Over bekostiging GGZ (Zorgprestatiemodel)…

“Allereerst wil ik benadrukken dat het een bevoegdheid van de NZa is om te bepalen of aanpassingen in het zorgprestatiemodel noodzakelijk zijn. Het zorgprestatiemodel faciliteert een passende bekostiging voor geleverde zorg die aansluit bij de feitelijke behandelinzet, ook als het gaat om zorg voor cliënten met een complexe zorgvraag en/of een ernstige psychiatrische aandoening. Momenteel voert de NZa een kostenonderzoek om actuele en rederlijkwijs kostendekkende tarieven te bepalen die per 2026 ingaan.”

 

*Over zorgplicht van zorgverzekeraars…

“Zorgplicht, op basis waarvan iedere verzekerde het recht heeft op tijdige, bereikbare en kwalitatief goede zorg. Dit betekent dat verzekerden binnen een redelijke tijd en reisafstand toegang moeten hebben tot alle zorg uit het basispakket. Zorgverzekeraars moeten daarom ofwel voldoende zorg inkopen (natura) of vergoeden (restitutie) en bemiddelen als iemand niet snel genoeg bij een zorgaanbieder terecht kan. Het is primair de rol van zorgverzekeraars om zicht te houden op beschikbare capaciteit in de regio. Vanuit de zorgplicht die zorgverzekeraars hebben, dienen zij onder meer behoeften en knelpunten in het zorgaanbod te achterhalen, de mogelijke gevolgen voor verzekerden vast te stellen en manieren te bedenken om knelpunten weg te nemen indien deze zich voordoen. De regioplannen helpen hierbij: de verzekeraar vertaalt de afspraken die voortkomen uit de regioplannen in het zorginkoopbeleid en in de contractuele afspraken met zorgaanbieders. In het regioplan wordt ook aangegeven als voor de groep patiënten met de ernstigste problematiek het tekort aan behandelaren het grootst is waardoor de wachttijden voor deze groep het langst zijn. Om te bepalen wat er nodig is qua aanbod voor deze zorgvraag legt iedere regio dezelfde puzzel, oftewel een cruciaal zorgnetwerk met zorgvormen voor mensen met een complexe zorgvraag.”

 

*Over handhaving door de NZa ten aanzien van de zorgplicht…

“De beoordeling of aan de zorgplicht wordt voldaan, en daarmee of er voldoende zorg wordt ingekocht, is aan de NZa. Het is niet aan mij om daar een oordeel over te geven. De NZa heeft diverse acties ondernomen richting zorgverzekeraars gericht op het nakomen van de zorgplicht. De NZa gaat als zelfstandig bestuursorgaan over haar eigen toezicht en is daarin onafhankelijk. Bij hun laatste onderzoek was de belangrijkste conclusie dat geen van de vier onderzochte zorgverzekeraars volledig voldoet aan de proactiviteitsnormen van de zorgplicht. De NZa beschikt met de mogelijkheid tot het opleggen van een last onder dwangsom reeds over een formeel (wettelijk) handhavingsinstrument met een financiële prikkel, die -nadat een eerdere aanwijzing niet is opgevolgd- ingezet kan worden in het kader van naleving van de zorgplicht door zorgverzekeraars. Dit instrument kan gericht worden ingezet, door bij de zorgverzekeraar neer te leggen wat deze moet doen, nalaten, veranderen of ongedaan maken. De zorgverzekeraar moet in het geval van een last onder dwangsom een geldbedrag (de last) betalen als de situatie niet wordt hersteld. De NZa is bevoegd tot het opleggen van een bestuurlijke boete bij overtreding van onder meer diverse normen omtrent de naleving van de Zorgverzekeringswet.”

*Voor betere GGZ een ander zorgstelsel…?

In het Nederlandse zorgstelsel zoeken we balans middels het principe van gereguleerde concurrentie, waarbij ik de kerngedachte omarm; dat burgers, zorgverzekeraars en zorgaanbieders elkaar stimuleren om goede zorg voor de patiënt toegankelijk en betaalbaar te houden. Hierbij is een zekere mate van concurrentie helpend en zelfs nodig. Het stelsel belegt daarbij inderdaad ook veel zaken tussen de verzekerde of patiënt en de zorgverzekeraar of zorgaanbieder. Dit biedt mensen keuzevrijheid en maakt het mogelijk om maatwerk te bieden. Ik realiseer mij goed dat het vinden van passende zorg of het voeren van het goede gesprek met de zorgaanbieder of zorgverlener niet voor iedereen even makkelijk is. Om deze reden proberen we ook het ‘samen beslissen’ in de zorg te faciliteren, zodat het goede gesprek op individueel niveau gevoerd wordt over de zorgbehoefte van patiënten.”

 

*Over contracten en polis…

De naturapolis onderscheidt zich van de restitutiepolis, omdat in de naturapolis de voorwaarde wordt opgenomen dat de verzekerde zorg dient te betrekken van door de zorgverzekeraar gecontracteerde zorgaanbieders. In artikel 13 Zvw is opgenomen dat een zorgverzekeraar ook voor niet-gecontracteerde zorg bij een naturapolis een vergoeding moet verstrekken, maar die vergoeding hoeft niet kostendekkend te zijn, zodat de verzekerde mogelijk een deel van de kosten zelf moet betalen. De vergoeding mag niet zo laag zijn dat deze een hinderpaal vormt voor de verzekerde om gebruik te maken van de niet-gecontracteerde zorgaanbieder. Indien de verzekerde deze kosten wil vermijden, kan hij zich wenden tot de zorgverzekeraar met het verzoek om bemiddeling naar een gecontracteerde zorgaanbieder. Iedereen kan daarom ieder jaar opnieuw kiezen welke polis het best passend is bij de zorgvraag en persoonlijke voorkeuren. De trend van het afnemen van het aantal restitutiepolissen is al jaren geleden ingezet. De oorzaak daarvoor is dat bij de restitutiepolissen zeer hoge kosten gedeclareerd worden, met name in de wijkverpleging en de ggz. In het IZA heb ik met betrokken partijen afspraken gemaakt om de beweging naar passende zorg in te zetten. Zorgverzekeraars moeten daar actief op kunnen sturen via contractafspraken. Met zorgaanbieders zonder contract kunnen daar immers geen afspraken over gemaakt worden. Daarom wordt binnen het IZA ingezet op het verbeteren van de contractering, op het verbeteren van de informatie over niet-gecontracteerde zorg voor verzekerden en patiënten en op het vergroten van de sturing door zorgverzekeraars op de contractering. Omzetplafonds zijn niet problematisch zo lang ze om de goede reden worden ingezet. Ze kunnen ze bijvoorbeeld effectief zijn wanneer zorgverzekeraars ruimere omzetplafonds afspreken met zorgaanbieders die passende zorg leveren dan met zorgaanbieders die minder passende zorg leveren. De NZa geeft daarnaast aan dat budgetplafonds in de ggz worden gebruikt om de bestaande zorgcapaciteit beter te benutten. Dat omzetplafonds worden gehanteerd, kan niet betekenen dat er onvoldoende passende zorg wordt ingekocht. In dat kader is het goed om te benoemen dat, zodra een zorgaanbieder het omzetplafond bereikt, de betreffende aanbieder verplicht is om de patiënt te wijzen op mogelijkheid van zorgbemiddeling, zodat de zorgverzekeraar de patiënt een alternatieve plek kan aanbieden. Als de zorgverzekeraar dat alternatief niet kan bieden, dan moet er worden bijgecontracteerd bij de oorspronkelijke aanbieder.”

 

*Over verbetering jeugdzorg/jeugd-GGZ

“Om te zorgen dat jeugdigen en hun gezin, wanneer dit nodig is, zo snel als mogelijk passende zorg en ondersteuning ontvangen zijn door de Staatssecretaris afspraken gemaakt in de Hervormingsagenda Jeugd. De inhoud van deze agenda is tot stand gekomen na intensieve afstemming tussen jongeren, cliëntenorganisaties, professionals, aanbieders, gemeenten en het Rijk. De maatregelen uit deze agenda zijn gekoppeld aan financiële afspraken om het stelsel niet alleen kwalitatief te verbeteren, maar ook financieel houdbaar te krijgen. Er wordt gewerkt aan drie opgaven: Jeugdigen en hun gezin helpen als dat écht nodig is door expliciete keuzes te maken over de reikwijdte van de jeugdhulpplicht, het normaliseren van vraagstukken waar jeugdigen tegen aanlopen en het versterken van de veerkracht van jongeren om om te gaan met uitdagingen die het opgroeien met zich mee brengt. Als tweede: beweging maken naar de voorkant door het wijkgericht werken te versterken en hulp en ondersteuning voor gezinnen integraal aan te bieden. Als derde punt: voor de meest kwetsbare jeugdigen moet hulp beter beschikbaar zijn door de specialistische jeugdzorg beter (en dus op grotere schaal) te organiseren.”

 

*Een landelijk dekkend netwerk van laagdrempelige voorzieningen…

“MIND wil een landelijk dekkend netwerk van laagdrempelige voorzieningen. Laagdrempelige steunpunten, zoals zelfregie- en herstelinitiatieven, zijn plekken waar iedere inwoner terecht kan, ook mensen met (ernstige) psychische problemen. Het zijn plekken ‘door en voor’ de mensen om wie het gaat, waar je je welkom voelt, waar je gezien wordt als een mens die ertoe doet. Het ontwikkelen van een landelijk dekkend netwerk van laagdrempelige steunpunten is inmiddels in volle gang. Er zijn op dit moment zo’n 120 zelfregie- en herstelinitiatieven in Nederland en daarnaast is er ook een aantal ‘online’ zelfregie- en herstelinitiatieven zoals herstelproces.nl, die zelfregie- en herstelactiviteiten aanbieden. Eén van de adviezen uit het verkennend gesprek kan ook zijn dat iemand wordt gewezen op de mogelijkheid om bij een laagdrempelig steunpunt in de gemeente binnen te lopen.”

Eerdere blogs over de GGZ

08.06.2017: Kinderpsychiaters luiden de noodklok: zo kan het niet verder met de jeugd-GGZ

05.07.2017: Financiering POH-GGZ: koekoeksjong of zangvogel? (tekortschietende financiering)

08.08.2017: Snelle oplossing van knelpunten in GGZ is noodzakelijk (worden juist niet aangepakt)

02.01.2018: Ook bij verwarde personen is persoonsgerichte zorg nodig (wijk en 6 dimensies)

15.01.2018: Substitutie (verplaatsen van zorg met ZINVOL-criteria, ook GGZ)

22.01.2018: Niet alles kan thuis (Wvggz onvrijwillige zorg niet thuis)

05.02.2018: Evaluatie Jeugdwet vraagt snel om vervolgacties (rapport met 20 aanbevelingen, jeugd GGZ)

05.02.2018: Praktijkondersteuning huisartsenzorg is onmisbaar (hier praktijkondersteuning GGZ)

31.05.2018: Grip op verwardheid vraagt om grip op uitvoering van zorg (niet altijd GGZ…)

27.06.2018: GGZ-perikelen met impact, ook voor de huisarts (extra druk op eerste echelon)

20.08.2018: Het waardegericht kunnen inkopen van zorg is een illusie (wie bepaalt wat waarde is?)

06.11.2018: Hoe in de GGZ de kloof te dichten tussen vraag en aanbod? (druk en drukker…)

21.01.2019: Welke hulp valt er in 2019 onder de GGZ? (Balie debat: Publieke GGZ, moet worden erkend)

12.02.2019: Financiering POH-jeugd valt onder twee wetten (Zvw:psyche en Jeugdwet psychiatrie)

19.03.2019: Wachten op het wegwerken van wachtlijsten (Treeknorm GGZ 4 weken en zorgplicht)

27.04.2019: De nieuwe K van kwaliteit (context is bijna alles met 6 dimensies)

11.07.2019: Wordt onvrijwillige zorg (Wzd) straks wel vrijwillig gegeven?? (hopelijk wel…)

20.07.2019: Méér tijd voor patiënt: van incidenteel naar structureel (volumestijging bij POH-GGZ)

14.08.2019: Betere GGZ: verleg zwaartepunt van poldertafel naar werkvloer (kleinschalige organisatie)

28.09.2019: Wet zorg en dwang na jaren van discussie nu wel heel dichtbij (dubieuze taakverdeling)

14.11.2019: Ook wat betreft invoeringsproblemen gaan Wzd en Wvggz hand in hand (2020!)

08.12.2019: Contouren van een nieuwe GGZ (1): de inhoud (persoonsgericht in de context)

11.12.2019: Contouren van een nieuwe GGZ (2): de organisatie, inkoop en financiën) (totaal)

27.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (09) (GGZ, POH-GGZ, Jeugdwet, extra werk ANW)

29.07.2020: Zonder GGZ-vraag geen goed aanbod en/of bekostiging (vraaggestuurd, tijdig + 5 stappen)

09.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: de GGZ (1) (zorgvraagtypering + cluster – context)

21.12.2020: Spannend jaar toekomstig (POH-)GGZ-werk in huisartsenpraktijk (register/Wlz/kosten)

17.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (3) (GGZ = speerpunt 12)

25.04.2022: GGZ: oude problemen, nieuwe bekostiging (ZPM, impact netwerk, transitieprobleem)

18.08.2022: Zorgplicht zorgverzekeraars blijft een (te) vaag omschreven begrip (plicht à “samen”)

26.04.2023: Laat rechter spreken over status wachtenden in GGZ (84.000, Treeknorm, verevening)

02.04.2024: Wachtlijsten bij de GGZ: over oorzaken en oplossingen (1) (dysbalans vraag-aanbod + financiën)

04.04.2024: Wachtlijsten bij de GGZ: over oorzaken en oplossingen (2) (MGN-Uit de knel-HA-GEM-contract)

 

 

Vragen of opmerkingen?