Bijna is het zover. Over ruim drie maanden start na 10 jaar discussie de wet over onvrijwillige zorg. Op 1 januari 2020 gaat de Wet zorg en dwang (Wzd) in. Samen met de Wvggz vervangt de Wzd de huidige Wet BOPZ. De Wzd regelt dat aan iemand met een psychogeriatrische stoornis of een verstandelijke beperking tegen zijn wil zorg verleend kan worden als dat nodig is om te voorkomen dat diegene zichzelf of iemand anders ernstig benadeelt. Dit wordt in de Wzd onvrijwillige zorg of dwangzorg genoemd. Specifiek nieuw aan deze wet is de rechtsgeldigheid voor deze twee doelgroepen in de thuissituatie. En zo krijgt ook de eerste lijn ermee te maken, zij het dat alleen maatregelen van onvrijwillige zorg kunnen worden genomen, zoals genoemd in het Besluit zorg en dwang. Niet alleen cliënten met een indicatie voor langdurige zorg met als grondslag een psychogeriatrische stoornis of verstandelijke beperking, ongeacht of zij zijn opgenomen of thuis wonen, vallen onder de nieuwe wetgeving. Echter ook cliënten die geen indicatie hebben voor langdurige zorg maar die vanwege hun psychogeriatrische aandoening of verstandelijke beperking thuis zijn aangewezen op reguliere zorg uit de Zorgverzekeringswet en/of de Wmo, vallen onder de nieuwe wet. Voor implementatie van de wet heeft de overheid dit jaar een roadmap geschreven. Maar hoe gaat deze onvrijwillige zorg er dan in de thuissituatie uitzien?

Doel van de wet

De bedoeling is dat vrijheidbeperkende maatregelen patiëntvolgend worden en niet meer afhankelijk worden van een instellingsprotocol. Het goede aan de wet is de nauw omschreven rechtsbescherming van de cliënt en de persoonsgerichtheid van de zorg (blog). Het slechte aan de wet is de extramurale invoering, zonder extramurale ervaringskennis en zonder dat duidelijk is wie aldaar in persoon de diverse rollen/functies op zich neemt. Daarnaast is het onduidelijk in welke vorm uitvoering van het zorgplan, het MDO en het toezicht als “juiste zorg” bij wie is/wordt ingekocht. Kritische geluiden van beroepsverenigingen zijn min of meer terzijde geschoven (hier/hier). Of thuis wel “de juiste plek” is, daaraan wordt getwijfeld.

Het stappenplan

Proactief de wet benaderend, betekent dat op 1 januari 2020 bekend moet zijn welke personen het stappenplan thuis (en in een instelling) voor de beide doelgroepen gaan opstellen en uitvoeren. Daarbij spelen de volgende functies een belangrijke rol:

  1. De zorgverantwoordelijke: stelt zorgplan op, organiseert het MDO
  2. De Wzd-functionaris: toetst zorgplan en afbouwplan, houdt toezicht op de voortgang
  3. De extern deskundige: om advies gevraagd bij stap 3, als eerdere stappen niet helpen

Mijn vragen nu: wie in persoon met welke competentie voeren deze functies duurzaam thuis of in een geclusterde woonzorgvoorziening uit en is daarmee (eind)verantwoordelijk? In welk ICT-programma komen de MDO-afspraken te staan? Als alle drie functies door personen zijn ingevuld, alle MDO-deelnemers na overleg weten wat goede zorg is, wie heeft dan de eindregie? Opvallend ook de laatste zin in het 3-stappenplan: “iedere 6 (!) maanden evaluatie, om te komen tot vrijwillige zorg”. Daarnaast is onduidelijk wie een “onvrijwillige” opname gaat regelen en begeleiden, mocht het toch thuis niet lukken. Deze opname wordt dan de nieuwe benaming van wat nu nog een BOPZ-indicatie wordt genoemd. Het besluit tot een dergelijke opname en verblijf in een geregistreerde accommodatie wordt overigens genomen door het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ).

Mijn eerdere blogs over Wet zorg en dwang

22.01.2018: Niet alles kan thuis

21.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (1): Wzd

11.07.2019: Wordt onvrijwillige zorg (Wzd) straks wel vrijwillig gegeven??

Hoe verder?

De mooiste oplossing is het aanbieden van een alternatief voor onvrijwillige zorg, waarmee de cliënt akkoord is en tevens het probleem wordt aangepakt. Zie bv. de alternatievenbundel of hier. De huisartsenvereniging heeft meerdere malen aangegeven dat de huisarts geen beslissende rol wenst bij onvrijwillige zorg in de thuissituatie. Ook bij de recente internetconsultatie door het ministerie is een kritisch geluid te lezen. Citaat: “De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) geeft in haar reactie op de internetconsultatie aan teleurgesteld te zijn dat een brede categorie zorgverleners van een wisselend opleidingsniveau wordt aangewezen als mogelijke zorgverantwoordelijke. Zorgverleners met een niveau 3 opleidingsniveau zijn volgens de LHV onvoldoende toegerust om de rol van zorgverantwoordelijke op zich te nemen”. En: “De LHV maakt zich voorts zorgen over de patiëntveiligheid en kwaliteit van zorg, zeker in de ambulante setting en kleinschalige woonvoorzieningen, waar regelmatig geen ter zake kundige arts aanwezig is”.

 Pragmatische aanpak

Tip van een huisarts, tevens jurist: Citaat: “Een praktische handreiking voor nu is: handel volgens de WGBO en gezond verstand. Motiveer in het medisch dossier waarom er voor een bepaalde maatregel is gekozen, met wie er overlegd is en welk doel het dient. Met het stappenplan in gedachten en de indicaties voor dwangzorg moet dat lukken. We staan iedere dag in de loopgraven van de eerste lijn en er moet gewoon gewerkt en beslist worden, ook morgen weer. Huisartsen moeten pragmatisch blijven. Wij kunnen ons niet de tijd veroorloven die politici nodig hebben om zaken te regelen zoals bij de Wzd, ruim 16 jaar na de tweede evaluatie van de BOPZ”.

 Tot slot

Gezien het eerder ingenomen standpunt van de LHV kan dit pragmatische voorstel niet de eindoplossing zijn. Heel concreet: gaat de huisarts de rol opnemen van (extern) deskundige of Wzd-functionaris? Uiteraard zal de huisarts huisartsgeneeskundige zorg bieden, naast andere zorgaanbieders die het stappenplan van gedwongen zorg regisseren. Of verandert het standpunt? Hopelijk komt er komend kwartaal meer duidelijkheid hoe de ambulante lokale/regionale extramurale organisatie van onvrijwillige zorg er met het stappenplan uit gaat zien. Met welke personele en gecontracteerde functie-invulling? Met als leidraad antwoorden op de vragen uit de bekende 5W1H-reeks: wie-wat-waar-wanneer-waarom-hoe? Ook op dit dossier weer, de tijd zal het leren.

 Eerder geschreven blogs over de ouderenzorg (Zvw en Wlz): in chronologie

12.07.2017: Tekort aan verpleegkundigen in alle sectoren van de zorg

24.07.2017: Verpleeghuizen

31.07.2017: Wat worden bij verpleeghuizen de vervolgstappen in beleid?

04.08.2017: Ouderenzorg: te veel beleid, te weinig financiering

15.09.2017: Ook de bekostiging van extramurale ouderenzorg is maatwerk

18.09.2017: Politiek let niet op bij implementatie kwaliteitsrichtlijn in verpleeghuizen

12.12.2017: Zorgval in de ouderenzorg

22.01.2018: Niet alles kan thuis

05.02.2018: Praktijkondersteuning huisartsenzorg is onmisbaar

12.02.2018: Discussie over investeringen in verpleeghuiszorg

19.02.2018: De moeizame start van het eerstelijnsverblijf

11.06.2018: Ouderenzorg thuis in 2018: een update

05.07.2018: De moeizame doorstart van het eerstelijnsverblijf

08.09.2018: Inzicht in toekomstige ouderenzorg: meer ouderen, meer kosten

17.09.2018: Actiepunten ter voorkoming zorgval bekend, nu de aanpak

18.09.2018: De huisarts en de Wet langdurige zorg

27.10.2018: Zelfs de voortgang van het eerstelijnsverblijf verloopt moeizaam

15.01.2019: Ouderenzorg thuis en de Wet langdurige zorg

22.01.2019: Variabelen bij capaciteit huisartsenzorg bijtijds agenderen

30.01.2019: Casemanagement bij dementie

01.02.2019: Personele schaarste bedreigt zorg

06.02.2019: Minister: “kwaliteitskader geldt ook voor kleinschalige woonzorgvoorziening”

09.02.2019: De race tussen wonen en zorg

13.02.2019: Clientondersteuning graag onafhankelijk en gratis

21.02.2019: Term passende ouderenzorg blijkt toch verwarrend te zijn

01.03.2019: De transitie van ziekenhuiszorg (4) over samenwerking

21.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (1): Wzd

23.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (2): financiën

26.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (3): team

25.04.2019: Uitstel ruimere integrale financiering binnen de Wet langdurige zorg

08.05.2019: Mag aantal uren verpleging in palliatieve setting worden gemaximeerd? (1)

03.07.2019: Mag aantal uren verpleging in palliatieve setting worden gemaximeerd? (2)

06.07.2019: Geen ruimere indicatie voor tarief intensieve zorg bij een Wlz-zorgprofiel

09.07.2019: Slechts deel huisartsenposten beloont huisarts voor extra ANW-werk in Wlz