Deze week kwam er dan na 9 maanden onderhandelen tussen vier partijen een nieuwe coalitieakkoord als basis voor nieuwe kabinetsplannen. Het akkoord kreeg als titel: “Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst” (15 december 2021). Het bevat zeven hoofdstukken met een budgettaire bijlage, met totaal 47 + 25 = 72 pagina’s. Aan de slag. 

In deze blog sta ik stil bij uitsluitend de zorgparagraaf uit het akkoord. Het eerste wat opviel bij de financiële paragraaf met de meerjarige horizontale ontwikkeling was dat dat de coalitie binnen de zorg de groei structureel met 4,5 miljard euro wil afremmen (pg.3 van de bijlage). Premier Mark Rutte ontkent dat het om een structurele bezuiniging gaat: citaat Rutte:Er gaat fors extra geld naar de zorg. De komende jaren zullen we daar nog meer in investeren. Maar op de langere termijn gaan we proberen de almaar sterk stijgende zorguitgaven wat af te remmen. Als je dat niet doet, dan worden op nog langere termijn de uitgaven voor onderwijs, veiligheid, hele belangrijke zaken, als het ware uit het nest gedrukt door de zorgkosten. Dat kan niet. Structureel staat er een min, maar dat is een min op een verdere stijging. Dus het is niet zo dat we netto gaan bezuinigen. Op de langere termijn gaat er meer geld naar de zorg, maar dat remmen we wel wat af (einde citaat).”

De NRC meldde deze week (13 december 2021) dat het Centraal Planbureau van het coalitieakkoord nog geen financiële doorrekening heeft gemaakt en dat het dus een regeerakkoord onder financieel voorbehoud is. Citaat NRC: “Het CPB, zo is de bedoeling, zal pas worden ingezet als het nieuwe kabinet na beëdiging de zogeheten startnota vaststelt, een toelichting op de financiële afspraken uit het regeerakkoord. Dit is een breuk met het verleden. Op een enkele uitzondering na gaan regeerakkoorden traditioneel vergezeld van een gedetailleerde macro-economische analyse door het planbureau. Net als bij de jaarlijkse Miljoenennota op Prinsjesdag (einde citaat).”

Inmiddels hebben velen al commentaar gegeven op de zorgparagraaf uit het coalitieakkoord: de LHV, InEen,voorzitter FMS, V&VN, KNMP, Verenso, Medisch Contact, NRC, Volkskrant, Zorgvisie, het Zorginstituut, MIND, Nursing en Zorgverzekeraars Nederland.

 

Analyseer daarom ook vooraf de zorgvraag voor de komende 20 jaar. Dan (pas) verder praten over de “oplossing”. Koppel inhoudelijke zorg niet los van wetgeving, motivatie, voorwaarden, organisatie en logistiek. Een toets op het basispakket gaat (dus) nu verder dan kosteneffectiviteit. Zorg is immers niet los te koppelen van ieders welzijn, arbeidsmarktmogelijkheden en de eigen organisatiemogelijkheden.

Eerste reactie op de zorgparagraaf van het coalitieakkoord

In onderstaand overzicht zijn twee kolommen zichtbaar. In de linker kolom de letterlijke tekst uit de zorgparagraaf van het coalitieakkoord. In de rechter kolom mijn eerste reactie, veelal met verwijzing naar een eerdere blog over dat onderwerp. Niet alle punten zijn genoemd, de medisch-ethische vraagstukken blijven hier geheel onbesproken.

Citaat uit coalitieakkoord (15.12.2021)

Met eerste reactie mijnerzijds…

Wij gebruiken de lessen uit de coronacrisis, zoals het belang van samenwerking, ontschotting en nieuwe (digitale) werkvormen, en maken ons klaar voor toekomstige gezondheidscrises door versterking van de pandemische paraatheid

Welke lessen, zijn we al zover? Er moet een draaiboek komen met hoofdstukken over infectiepreventie als basale burgerkennis, aandacht voor gezonde leefstijl als bijdrage aan immuniteit, aan te nemen aangetoond werkende basismaatregelen, zoals ventilatie (blog) en een apart hoofdstuk over vaccineren. Een crisis vraagt een crisisstructuur met te nemen crisismaatregelen door een goed geprepareerd crisismanagement (blog). 

De coronacrisis heeft het uiterste van de zorg gevraagd en doet dat nog steeds. De werkdruk, het ziekteverzuim en de personeelstekorten zijn door de crisis nog verder verhoogd. Werken in de zorg moet aantrekkelijker worden.

Jarenlang stellen dat het anders moet, met minder mensen kan, het beter kan, het allemaal niet zoveel hoeft te kosten enerzijds en anderzijds de voorwaarden contractueel afknijpen, inspraak negeren en voorstellen van de werkvloer afwijzen. Tsja. De laatste zin is goud waard! Hoe? Vraag het ze! En laat niet alleen het ministerie, de zorgautoriteit of een zorgverzekeraar dat invullen. (blog uit 2017/blog)

Kinderen die ongezond opgroeien staan veelal op een achterstand. Vermijdbare gezondheidsverschillen pakken we daarom aan.

Belang van eerste 1000 dagen en de (kinder)voeding (blog). Integrale aanpak (SFMPC): somatisch, functioneel, maatschappelijk, psychisch, communicatief). Inderdaad onacceptabel dat kwetsbare mensen zeven jaar korter leven en vijftien jaar langer in minder goede gezondheid. En dat kinderen die ongezond opgroeien veelal op een definitieve achterstand staan (blog).

Wij verbreden het Preventieakkoord met mentale weerbaarheid.

Goed plan (hier), met wel de vraag (hiervan de 5W1H aanpak?

We verhogen de belasting op suikerhoudende dranken en we verhogen de accijnzen op tabak. We maken bindende afspraken met de industrie over gezondere voedingsmiddelen

Leren dat suiker een nutteloos product is, daar begint het mee. Introduceer voor elke producent van ongezonde producten een extra belastingheffing als bijdrage van kringloopfinanciering aan kosten van zorgcomplicaties ontstaan uit dat ongezonde product (blog). Als eerste van toepassing op vet (blog), zout, suiker, nicotine (blog), alcohol, gezonde lucht, water en bodem (blog/blog).

We investeren extra in onderzoek naar en de aanpak van Alzheimer, obesitas en kanker, zowel ten behoeve van volwassenen als van kinderen.

Prima natuurlijk, mits vooraf garanties ingebouwd dat uiteindelijk succesvolle interventies dankzij deze investeringen op termijn wel betaalbaar blijven binnen welk zorgstelsel dan ook (blog/blog en blog).

Passende zorg is de norm. Dat betekent dat zorg bewezen effectief is en we overbehandeling voorkomen. Het betekent ook dat zorg gericht is op gezondheid, functioneren en kwaliteit van leven; dat zorg samen met patiënt en professional tot stand komt en dat zorg op de juiste plek geleverd wordt. Zorg die vaak voorkomt en niet complex is, is voor iedereen dichtbij beschikbaar, terwijl complexe zorg die weinig voorkomt gespecialiseerd is. We stellen toezichthouders en uitvoerders in staat hier adequaat op te sturen. We verbeteren en verbreden de toets op het basispakket op basis van een kader voor passende zorg. Er wordt ook gekeken naar bewezen (kosten)effectiviteit in de Wet langdurige zorg (Wlz), Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015. Passende zorg betekent dat de tweede lijn dezelfde zorg niet voor een hoger tarief kan declareren maar ook dat de rol van huisartsen versterkt wordt en zij voldoende tijd en capaciteit hebben.

Pas op dat de term “passende zorg” net als “samenwerking” en “digitalisering” niet het volgende hoerabegrip wordt, wat beleidsmakers de komende jaren als kapstok gebruiken voor allerlei “passende” voorstellen (blog en blog).

Substitutie (blog 2018) versus sluipsubstitutie, maak dat eerst eens expliciet. Evenals mismatch zorgvraag met zorgaanbod de komende jaren met de dubbele vergrijzing en wie dan de risicodrager is. Analyseer daarom ook vooraf de zorgvraag voor de komende 20 jaar. Dan (pas) verder praten over de “oplossing”. Koppel inhoudelijke zorg niet los van wetgeving, motivatie, voorwaarden, organisatie en logistiek (ZINVOL). Een toets op het basispakket gaat (dus) verder dan kosteneffectiviteit. Zorg is immers niet los te koppelen van ieders welzijn, arbeidsmarktmogelijkheden (blog) en de eigen organisatiemogelijkheden. Dat principe van zorgvraaganalyse is toepasbaar op alle 5 stelselwetten. Wáár ligt de grens?

De rol van huisartsenGoede vraag, vraag het ze zelf. En laat niet de zorgautoriteit of een zorgverzekeraar dat invullen.

Een professional die zijn/haar vak bijhoudt kan in samenspraak met de zorgvrager het best beoordelen wat “passend” is. Punt.

De planbare en acute zorg moet toekomstbestendig gemaakt worden. Aan de hand van de juiste zorg op de juiste plek vragen wij de Nationale Zorgautoriteit (NZa) regiobeelden op te stellen, die kunnen leiden tot een herschikking van het zorglandschap waarbij een integraal aanbod en passende zorg over domeinen heen voor iedereen in Nederland ongeacht woonplaats de normen zijn.

De regio als schaalgrootte is waarschijnlijk het gebied waar acute zorg geleverd moet worden. Blijft de vraag: met welke organisatie en aanbod (blog)? Bekostiging zal waarschijnlijk plaatsvinden op basis van beschikbaarheid (blog). Met een eigen budget? Bij acute zorg gaat de discussie vaak over traumacentra (blog), IC-bedden (blog), aantal SEH’s (blog) etc., maar het zijn juist de huisartsenposten die buiten kantoortijd de meeste, zijnde 1,9 miljoen, spoedcontacten per jaar hebben.

De rol van huisartsen bij de acute zorg (blog)? Goede vraag, vraag het ze zelf. En laat niet de zorgautoriteit of een zorgverzekeraar dat invullen.

We vergroten de grip op stijgende zorgkosten van dure genees- en hulpmiddelen en willen dat deze tegen een eerlijke prijs op de markt komen. We zetten in op transparantie in prijsopbouw en -onderhandeling mede door Europese samenwerking.

Geheel eens. Leer uit jaarverslagen van de farmaceutische industrie wat de kosten/baat ratio is (blog en blog). Om te bepalen wat een faire prijs is (blog). En evalueer het beleid van de laatste jaren op het gebied van hulpmiddelen.

In combinatie met de inzet op passende zorg en een praktijk ondersteuner huisarts (POH) kan de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) zich meer richten op complexe problematiek en wordt de instroom beperkt. Om de druk op crisiszorg te voorkomen verwachten wij dat alle professionals in de GGZ bereikbaarheidsdiensten tijdens de avonden, nachten en weekenden draaien.

GGZ is voor de huisarts basiszorg, waarbij de inzet van de POH-GGZ onmisbaar is (blog). De vraag is of de eerste lijn het extra werk zal aankunnen. Dat bij de complexe GGZ-problematiek (EPA) de zorgvragende burger (blog) dan wel onvoldoende hulp krijgt, dan wel te lang op de wachtlijst staat (blog), staat al jaren vast (blog). Al ontbreekt de analyse van ieders verantwoordelijkheid en zorgplicht. Een GGZ-crisisdienst is ook buiten kantoortijden (blog) onmisbaar. Hoe dat is op te lossen, begint met de vraag wie daar binnen een zorgstelsel verantwoordelijk voor is? De instelling? De zorginkoper? De toezichthouder? Of professional met eigen voorwaarden? Deze principiële discussie die ook elders speelt, wordt zelden gevoerd (blog en blog).

Ouderen moeten gezond ouder kunnen worden in hun eigen of passende omgeving. Dat betekent onder andere inzetten op meer seniorenwoningen en andere woonvormen, levensloopbestendige woningen, mantelzorg, digitale zorg, domotica en valpreventie. Daarbij mag van mensen zelf ook iets verwacht worden. Wij stimuleren gemeenten om mogelijk kwetsbare ouderen vroeg in beeld te hebben en langer thuis wonen mede te faciliteren.

Huisvesting is voor alle leeftijden een problematisch punt, ook voor ouderen (blog en blog).

Goede, tijdige en passende jeugdzorg, met een belangrijke rol voor de eigen omgeving, voorkomt zwaardere zorg. We bakenen duidelijk af wat we onder jeugdzorg verstaan en gemeenten worden in staat gesteld om dit te leveren. Gespecialiseerde jeugdzorg (waaronder jeugd-GGZ) wordt centraler ingekocht. De jeugdbeschermingsketen wordt verbeterd waarbij de rechtsbescherming van het kind en het gezin centraal staan.

Afbakening van zorgaanbod is goed en schept duidelijkheid voor beleidsmakers. Blijft de vraag waar ouders en jongeren dan terecht kunnen met hun vragen. Dat jeugd-GGZ weer centraler wordt ingekocht, is een goede zaak. Beter laat dan nooit, de sector zelf is nooit voorstander geweest van het weghalen van de jeugd-GGZ uit de Zorgverzekeringswet (blog).

Iedereen blijft eigenaar van de eigen gezondheidsgegevens. Gegevens- en datauitwisseling tussen patiënt/cliënt en aanbieder en aanbieders onderling wordt, conform privacywetgeving, verbeterd waarbij uniformiteit noodzakelijk is. Een goed functionerende persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) voor patiënten is het einddoel.

 

Deze PGO (blog) blijft een zware bevalling, met de huidige maar liefst 130 combinaties van PGO’s, HIS’en en koppelsystemen, de zogeheten DVZA’s. En er kunnen nog meer PGO-aanbieders bijkomen, mits ze een Medmij-label hebben. Met de complexe privacywetgeving, waarbij behalve het beroepsgeheim ook een patiëntengeheim in beeld is, nodig als een externe instantie informatie uit het medisch dossier zou wensen. En het punt van de beheerskosten (hier), is dat al geregeld?

Het eigen risico maken we slimmer en betaalbaarder. Mensen hoeven niet in een keer hun gehele eigen risico te betalen maar een betaling per behandeling tot een maximum van 385 euro. Daarnaast willen we stapeling van eigen bijdragen monitoren en tegengaan. Bv. door maximering van de eigen betalingen bij het geneesmiddelenvergoedingssysteem

Het heffen van eigen betalingen en/of eigen risico zijn feitelijk belastingmaatregelen (blog). Een betaling per behandeling is een alternatief voor de huidige heffing. Wat de zorg aangaat, is de hamvraag, leidt dit tot het meer mijden van zorg of juist tot een bewuster gebruik?

Het abonnementstarief heeft geleid tot een beperking van stapeling van zorgkosten en is transparant en eenvoudig in de uitvoering. Door stijgend gebruik van de huishoudelijke hulp staat de beschikbaarheid van voorzieningen onder de Wmo onder druk. Daarom werken we naar een eerlijkere eigen bijdrage voor de huishoudelijke hulp met landelijke normen en met oog voor betaalbaarheid van lage- en middeninkomens. Hierdoor blijven hulp en ondersteuning beschikbaar.

Een stijgend gebruik van huishoudelijk gebruik bij een abonnementstarief van 19 euro per maand is te verwachten als zowel het inkomen als het vermogen niet meetelt bij de aanvraag. Dus een betere toetsing vooraf en een eerlijkere (blog) eigen bijdrage zijn goede verbeterpunten (blog). Gezien de vele taken die de gemeenten hebben wordt de prijs van deze extra kosten altijd elders betaald (principe van verdringing).

Een contract vormt de basis voor aanbieders en verzekeraars om afspraken te maken over passende zorg, betaalbaarheid en doelmatigheid. Daarom verbeteren we het contracteerproces. Als in de GGZ en wijkverpleging ongecontracteerde zorg onvoldoende afneemt, wordt de aanpak verstevigd. Gedacht wordt aan verplichte kwaliteitsregistratie en onafhankelijke indicatiestelling.

Als dit onvoldoende effectief is, wordt gekeken naar een geringe eigen bijdrage of een verlaging van de vergoeding van ongecontracteerde zorg. Dit alles met behoud van keuzevrijheid voor de patiënt.

 

Ongecontracteerde zorg is niet voorhand besmette en/of te bestrijden zorg. Er kunnen heel goede redenen zijn geen contract te tekenen (blog/blog/blog/blog). Maar kijk ook naar het omgekeerde. Onder huisartsen is de contracteergraad nagenoeg 100%. Je kunt dan zeggen dat mijn voormalige beroepsgenoten dan heel tevreden zijn over de contracten. Nou, dat blijkt niet uit de lange lijst van geuite ongenoegens als bijdrage aan werkstress (blog met contextberichten). Het is de individuele huisarts die verplicht wel/niet een contract moet tekenen en aansprakelijk blijkt/blijft bij het tuchtrecht (blog). Maar deze individuele huisarts komt voor het tekenen van een contract met de verzekeraar helemaal niet (blog) aan de onderhandelingstafel. Dat wordt uitbesteed aan regionale onderhandelingsteams. Met zorggroepen die steeds vaker zelf zorgpersoneel uit de praktijken in dienst nemen en zelfs deze praktijken overnemen. Daar zal de zorgverzekeraar natuurlijk heel erg blij van worden. Maar is de individuele huisarts dat op termijn ook?  

We werken aan een goed inzicht in de kwaliteit van de geleverde zorg en het aanpakken van niet-integere zorgbestuurders en zorgondernemers. Tegen fraude en oneigenlijk gebruik, onder andere van vastgoed, treden wij op, zeker als de basis van de zorg niet op orde is. Daarnaast stellen we (nadere) voorwaarden aan winstuitkering om excessieve winstuitkering door zorgaanbieders tegen te gaan, dan wel te voorkomen. Onder strenge randvoorwaarden kan het mogelijk zijn dat er risicodragend kapitaal aangetrokken wordt voor investeringen in de kwaliteit van zorg.

Dat klinkt ferm en terecht als het om zorgcowboys gaat met hoog winstbejag. Het zijn vaak de onderzoeksjournalisten die dergelijke wantoestanden aan de kaak stellen. Maar behandel niet de hele sector als niet integer (blog) en geef vooral de juiste governance en de juiste kostprijsberekening (blogaandacht. Paar vragen. Risicodragend kapitaal aantrekken voor zorg uit de basisverzekering? Voor investeringen in kwaliteit?  Te rijmen met de uitgangspunten van de Zorgverzekeringswet?

Voor transformatie naar passende zorg, de bestuurbaarheid van ziekenhuizen en afremmen van perverse prikkels hebben ook medisch-specialistische bedrijven een verantwoordelijkheid. Indien bij deze medisch-specialistische bedrijven onvoldoende verbetering optreedt binnen twee jaar zal er regelgeving komen zodat alle medisch specialisten in loondienst gaan. Daartoe wordt regelgeving voorbereid.

 

Hier mist het kabinet de focus. De “perverse” prikkels zijn al geneutraliseerd met de inkoopmethode van omzetplafonds en aanneemsommen. Niet erg transparant deze methode (blog), maar ja. Zelfs de toezichthouder zegt geen kijk te hebben op bv. het SEH-aandeel in een ziekenhuis binnen dit macrobedrag. Tegen loondienst is geen bezwaar, wel tegen opgelegde loondienst (blog). Het vertroebelt de discussie, want er zijn veel urgentere zaken bij de medisch-specialistische zorg die moeten worden geregeld. Geef dat aandacht (blog). Het idee dat als iedereen in loondienst is, het allemaal veel goedkoper zal worden, is overigens niet realistisch.

Een verschuiving van complexe medisch specialistische zorg (MSZ) naar de basis-MSZ (anderhalvelijnszorg) wordt gestimuleerd door de introductie van een nieuwe betaaltitel en door de vrijblijvendheid van het meekijkconsult weg te nemen.

Dat meekijkconsulten werden gefinancierd vanuit segment 3 van het budget van de huisartsenzorg, was al wel een vreemd besluit (blog).

Met alle zorgsectoren in de Zorgverzekeringswet wordt een integraal hoofdlijnenakkoord afgesloten voor de periode vanaf 2023 (de huidige akkoorden lopen tot en met 2022). Hierin worden afspraken gemaakt over zorginhoud en de budgettaire kaders.

Van separate bestuurlijke akkoorden nu naar een meer integraal akkoord. Dat zal spannend worden, mede gezien de genoemde onderwerpen (zie pg.7 van de Bijlage).

De organisatiegraad in de basiszorg wordt versterkt met een programma voor de (door)ontwikkeling van lokale en regionale nulde- en eerstelijnsorganisaties. Er wordt ingezet op betere samenwerking juist ook in aansluiting met het sociale domein. Daarnaast wordt een landelijke expertisestructuur ingericht om de basiszorg te ondersteunen met informatie en advies.

Een plan met een grote ambitie, die een grote druk legt op de schouders van eerstelijnsorganisaties. Heeft wat ik deze week las, met deze expertisestructuur te maken? Citaat: “Begin 2021 zijn de LHV, InEen en het NHG gestart met een verkenning van de intensivering van de samenwerking, begeleid door een organisatieadviesbureau. Na de zomer is ook de VPH aangeschoven aan tafel. Dit heeft geleid tot een zogeheten perspectievennota die houvast moet geven voor het vervolgproces. De partijen zullen in 2022 verder praten over wat nodig is om de beweging naar één krachtige landelijke stem namens de huisartsenzorg in gang te zetten en te verkennen hoe deze in praktijk te brengen. Daarbij zal ook bekeken worden welke structuur daarvoor nodig is”.

Aanvullende ruimte wordt beschikbaar gesteld om huisartsen op te leiden

Meer beschikbare huisartsen is een goede zaak, mits ook het praktijkhouderschap (blog) i.c.m. eigenaarschap (blog) wordt gestimuleerd. Meer tijd voor elke patiënt (blog) komt er indien de grootte van normpraktijk wordt aangepakt en tegelijkertijd een vestigingsbeleid en een spreidingsbeleid het levenslicht zien.

Voor de helft van de Wlz-cliënten komen behandelvormen ten laste van de Wlz. Voor de andere helft van die cliënten komen deze behandelingen ten laste van de Zorgverzekeringswet. Deze rechtsongelijkheid wordt opgeheven door de aanspraak voor alle Wlz-cliënten gelijk te trekken.

Een sectoroverstijgende betaaltitel gaat niet het probleem van het tekort aan AVG en SO’s oplossen. En gaat ook niet de vraag beantwoorden wie 24/7 de medisch generalistische basiszorg gaat doen (blog en brief en brief)?

Huisartsen die voor een deel van het cohort met zorgprofiel Wlz met behandeling wel overdag de basiszorg doen, hebben hierbij een onderhandelingspositie: ten aanzien van contractvoorwaarden met de instelling, het tarief, zonder de verplichting van ANW-zorg.  Dat alles (blog) vervalt binnen de Zorgverzekeringswet. Dat komt doordat de toezichthouder met steun van verzekeraars eerder meenden het inschrijftarief te moeten misbruiken voor een ANW-uitvoeringsplicht door praktijkhouders (blog). Terwijl dezelfde toezichthouder in 2001 het inschrijftarief had verlaagd (‘gezuiverd’) en ontdaan van ANW-beloning om destijds de rechtspersoon HDS apart te financieren (blog). Als er wordt gesproken over rechtsongelijkheid, vertel dan wel het hele verhaal

Tot slot

Wie er ook minister gaat worden met het uitgangspunt dat er voor elke burger een fundament moet zijn van bestaanszekerheid, met een perspectief van vooruitgang in het (samen)leven en de burger wenst dat de overheid betrouwbaar is en levert, kan ik het helemaal eens zijn. Er is in de zorg veel werk te doen (blog).

Nieuw kabinet en nieuwe minister van VWS, beiden succes gewenst.

 

 

Vragen of opmerkingen?