Uit voorlopige cijfers van het CBS van 2019 blijkt dat 1,1 mln. mensen gebruik maken van een maatwerkvoorziening van de Wet maatschappelijke opvang (Wmo). Dit is een stijging van 5% ten opzichte van 2018. Het gaat dan bv. om huishoudelijke hulp, rolstoel of traplift. In een vergrijzende bevolking is dit op zich niet zo’n vreemde bevinding (in de tweede helft van 2018 ligt het aantal unieke cliënten met een Wmo-maatwerkvoorziening ook al ruim 6% hoger dan in de tweede helft van 2017), ware het niet dat juist per 2019 de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Wmo is vervangen door het abonnementstarief van 17,50 euro per vier weken en dat voor iedereen. Dit betekent dat ook hogere inkomens de eigen bijdrage van 17,50 voor een Wmo-voorziening hebben betaald. En het CBS heeft nu aangetoond dat in de voorlopige cijfers van 2019 een relatief sterke stijging van het gebruik van hulp bij het huishouden is te zien bij de midden- en hoge inkomens. De laatsten zijn echter een kleine groep. Bij de hoge inkomens nam het gebruik van hulp bij het huishouden toe van 3 cliënten per duizend inwoners in 2018 tot 5 per duizend in 2019. Bij de middeninkomens nam het toe van 39 tot 47 cliënten per duizend inwoners. Valt deze bevinding ten gunste van hogere inkomens richting de toekomst binnen een door de overheid uitgestippelde routekaart?

Waarom is voor de Wmo eigenlijk een abonnementstarief ingevoerd?

Naast het abonnement voor hulp vanuit de Wmo is ook de vermogensinkomensbijtelling voor de Wet langdurige zorg (Wlz) verlaagd van 8% naar 4%. Deze beide maatregelen heeft het kabinet genomen om de zorg en ondersteuning betaalbaar te houden voor mensen die te maken hebben met verschillende soorten van (‘een stapeling van’) eigen bijdragen in de zorgwetten. Door invoering van het abonnementstarief voor Wmo-voorzieningen neemt de gemiddelde eigen bijdrage per cliënt af. Dit gunstige bijdrage-effect is voornamelijk van toepassing op huishoudens met een midden of hoog inkomen. Want de lage inkomens betaalden vóór de invoering van het abonnementstarief namelijk vaak al de minimale eigen bijdrage van € 17,50 per periode van vier weken. Een tweede reden van invoering is dat het voor cliënten financieel aantrekkelijker kan worden om (langer) in de Wmo te blijven c.q. onaantrekkelijker om naar de Wlz te gaan, als hun zorgbehoefte het tenminste toelaat om in de Wmo te blijven. Want als huishoudelijke hulp vanuit de Wmo niet meer beschikbaar zou zijn, dan gaan er meer mensen een beroep doen op de (duurdere) wijkverpleging of de verpleeghuiszorg, zo waarschuwde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) eenieder in hun rapport “Wat als de zorg wegvalt.”

Tabel: voorlopige cijfers CBS (2019) Wmo-gebruik en inkomen

                  Inkomen

             Wmo-gebruik

Huishoudinkomen < 20.000 euro

   196 per 1000 inwoners

20.000 < Middengroep < 40.000

   115 per 1000 inwoners

Huishoudinkomen > 40.000

     23 per 1000 inwoners

Beschouwing

Uitvoerende gemeenten hebben altijd gewaarschuwd voor de aanzuigende werking die de invoering van het Wmo-abonnementstarief met zich mee zou brengen, bij vooral de huishoudelijke hulp. Mijn blog met deze waarschuwing dateert van december 2018. Mensen met de laagste inkomens hebben een veel lagere levensverwachting en veel secundaire problematiek (zoals beschreven in de vele blogs: zie hieronder). Mogen zij bij maatschappelijke opvang voorrang hebben? Het afschuiven van zorgkosten naar een andere stelselwet, zoals hier door het SCP benoemd, is een van de redenen te pleiten voor ontschotting en een drastische herziening van het huidige stelsel. De hoogte van de eigen bijdrage per inkomenscategorie aan de Wmo is nu typisch een onderwerp waarin een politieke partij zich kan onderscheiden. Als het huidige kabinet alle crisissen overleeft, zijn de volgende Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart 2021.

 Eerdere blogs gerelateerd aan de problematiek van de Wmo

03.06.2014: Budgetten voor Wmo en functioneren sociale wijkteams zijn bekend (per 2015)

12.01.2017: Een inkomensafhankelijke betaling hoort bij een solidair zorgsysteem (€-solidair)

21.02.2017: Aanpassing premiebetaling zorg stuit op verzet (meer inkomensafhankelijk)

17.04.2017: Contractering bij decentralisatie: vastlopen in bureaucratie (met magere waardering)

02.01.2018: Ook bij verwarde personen is persoonsgerichte zorg nodig (bij elk mens nodig!)

09.01.2018: Relatie opleidingsniveau en levensverwachting ongezond innig (risico lage SES)

29.01.2018: De nulde lijn (thuiszorg.nl, weten is geen doenvermogen, niet iedereen kan aan zelfregie doen)

28.04.2018: Bij kostenbeheersing in de zorg draagt ieder een bij (actoren bij betaalbaarheid)

28.05.2018: Schuldenproblematiek raakt ook het medisch domein (€€/schulden raakt alles, ook zorg)

31.05.2018: Grip op verwardheid vraagt om grip op uitvoering van zorg (diagnose, dan PDAC)

10.11.2018: Alleen met interventies zijn problemen in achterstandswijken oplosbaar (actief!)

03.12.2018: Dezelfde eigen bijdrage voor iedereen lijkt in de Wmo niet houdbaar (17,50 p/mnd)

13.02.2019: Cliëntondersteuning: graag onafhankelijk en gratis (in wet: recht!, Wlz en Wmo)

24.07.2019: Aanpassing zorgstelsel: een bijdrage aan het debat (mijn eigen persoonlijke bijdrage)

29.07.2019: Uurtarief huishoudelijke hulp permanent onderwerp van strijd (ook hier kostprijs)

19.08.2019: Armoede, een weg te werken schandvlek (een voedingsbodem voor slecht ouderschap enz.)

23.08.2019: Dakloos (30.000!)

17.10.2019: De consequenties van wachten op plek in verpleeghuis (totaal 16.382)

29.10.2019: Méér inkomensafhankelijke zorgbetaling draagt (wel degelijk) bij aan meer solidariteit

08.11.2019: Gezocht: een bed voor verblijf, onderzoek of herstel (ELV, Wlz, respijtzorg + wachten)

02.01.2020: Financiële staat: vraag/antwoord (12) (ELV-bed, oorzaken tekort, wachten verpleeghuis)

14.01.2020: Intramuraal beddentekort geeft extramuraal het ongemak (tekort verpleeghuisbed)

20.01.2020: Thuiswonende ouderen op weg naar hun zorg in 2030 (rapport Oud en zelfstandig 2030)

28.04.2020: Brede maatschappelijke heroverweging zorgstelsel: een discussie waard (v/e ambtelijke werkgroep)