Een goede triage tussen jeugdigen die gebaat zijn bij lichte hulp en degenen die specialistische zorg nodig hebben, is essentieel. Deze conclusie was recent te lezen in Huisarts en Wetenschap, mei 2020 (pg. 14). Wetend dat een op de 6 jeugdigen (0-18 jaar) psychische problemen heeft en wetend dat 7% van hen hierdoor zo beperkt wordt in het dagelijks functioneren dat gespecialiseerde behandeling nodig is, dan zijn alle partijen gebaat bij snelle ‘casefinding’ van deze groep en met zo nodig een interventie. Ofwel, als zorgverlener er vroeg bij zijn om zwaardere zorg te voorkomen. Interessante pilots met inzet van een jeugdondersteuner zijn ook recent beschreven (Pijnacker, Tilburg). Ook hier geldt het principe van het 5 stappenplan: eerst de noodzaak bepalen van inhoud, vorm en urgentie, dan de randvoorwaarden en tot slot de financiën. In deze blog ga ik in op enkele aspecten daarbij.

 Jeugdzorg

Met de decentralisatie van alle jeugdzorg richting gemeenten, hebben zij met invoering van de Jeugdwet een zware verantwoordelijkheid gekregen. Temeer daar de transitie per 2015 gepaard ging met bezuiniging, terwijl de doelgroep heel groot was en is. Inmiddels zijn we 5 jaar verder, is het jeugdzorgbudget weer iets verruimd (4,2 miljard euro in 2020) en zijn enkele aspecten weer gecentraliseerd (blog). Het motto van de Jeugdwet is vooralsnog nog steeds “1 gezin, 1 plan, 1 regisseur”. Over de omvang van jeugdzorg zegt het CBS (30 april 2020)…

 Jeugdzorg: jeugdhulp en/of jeugdbescherming en/of jeugdreclassering (bron: CBS)

Jeugdzorg in 2019 (tot 23 jaar)

Aantal kinderen: 443.000, dat is 1 op de 10 kinderen

Jeugdhulp

             411.000

Jeugdbescherming

               41.000

Jeugdreclassering

                 9.000

Combinaties van jeugdzorg

               36.000

 Te zien is dus dat het merendeel van de jeugdzorg een vorm van jeugdhulp betreft. (Stand van zaken in uw eigen gemeente? Kijk hier!). Jeugdhulp met volgens het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) als kerningrediënten: intensieve hulp, zorg in eerste lijn, preventie en hulp binnen het pedagogisch klimaat (gezin, school). De instroom voor jeugdzorg komt meestal tot stand via huisartsen, rechter of gemeente/wijkteam. Bijna driekwart van de jeugdigen tot 20 jaar bezoekt jaarlijks ten minste eenmaal de huisarts. En elk kind gaat naar school. School en huisartsenpraktijken zijn daarom prima plaatsen om kwetsbare kinderen in de meest brede zin tijdig op te sporen. Logisch is dan ook de koppeling van een jeugdondersteuner aan een huisartsenpraktijk, betaald door de gemeente. Zeker als dat ook nog eens bijdraagt aan een kostenbesparing (hier).

 Taken jeugdondersteuner

De kerningrediënten verwijzen al naar een brede taakopvatting bij jeugdondersteuning. En dat is terecht, gezien de onderlinge verwevenheid van medische, functionele (bewegen en houding), pedagogische (opvoedkundig), psychosociale (prestatiedruk, echtscheidingen, problematisch socialmediagebruik etc.), financiële (armoede), méér huiselijk geweld in coronatijd, psychische problematiek (psychisch of psychiatrisch) met ook gedrags- en leerproblematiek. Met extra aandacht voor preventie. In samenwerking met huisarts en jeugdarts. Er is derhalve behoefte aan laagdrempelige consultatie, screeningsdiagnostiek en triage of specialistische behandeling nodig is. Al dan niet met zo nodig een kortdurende behandeling, bv. als overbruggingszorg. Daarnaast kent de jeugdondersteuner de sociale kaart. Met ook een goed contact mét en ingang bíj het wijkteam. Of zelfs lid van het wijkteam. Elke ouder weet dat alledaagse problemen meespelen met de klachtpresentatie. Bij jeugdhulp gaat het vaak over emotionele problemen (23%) en gedragsproblemen (18%). 

 Welke functionaris?

Bij een functie- en taakbeschrijving van de jeugdondersteuner hoort een competentieprofiel. Dit laat ik graag over aan de beroepsverenigingen. In het artikel in Huisarts & Wetenschap wordt gesproken van een praktijkondersteuner huisartsen jeugd (poh-jeugd), van een specialistisch ondersteuner huisartsenzorg jeugd-ggz (SOH-JGGZ) en een ondersteuner jeugd en gezin (OJG). De ondersteuner lijkt mij primair ter ondersteuning van de jeugdige, niet primair van de huisarts(praktijk).

 Wie betaalt de jeugdondersteuner?

Altijd een gevoelig punt, maar essentieel bij invulling van randvoorwaarden. Elke ondersteuner heeft een kostprijs met drie elementen (blog). Preventie als deeltaak valt onder Wet publieke gezondheid, inclusief de samenwerking met een jeugdarts en/of jeugdverpleegkundige. De zorg voor medische en psychische klachten valt onder de Zorgverzekeringswet. Jeugdhulp in brede zin en jeugd-ggz voor de psychiatrische jeugdproblematiek valt onder de Jeugdwet. De gemeente is bij uitvoering van de Jeugdwet de zorginkoper. Kijkend naar de breedte van de jeugdproblematiek dan is samenwerking van de jeugdondersteuner met de huisarts onmisbaar. Als werkgever van de jeugdondersteuner lijkt de gemeente de meest aangewezen plaats. Zorgverzekeraars die roepen dat “de patiënt centraal staat” kunnen nu daad bij het woord voegen door zelf substantieel bij te dragen aan de financiering van een vorm van specialistische ondersteuning van kwetsbare jongeren in de eerste lijn.

 Tot slot

Als met extra breed ingezette ondersteuning de jeugdzorg waardevoller (b)lijkt, dan zal wat betreft de financiering ook een gedeeltelijke ontschotting van de stelselwetten plaats moeten vinden. Indien de Zorgverzekeringswet met de zorgverzekeraar als inkoper hierbij betrokken wordt, zullen criteria van toegankelijkheid, doelmatigheid en betaalbaarheid mede gaan gelden. Onderlinge samenwerking bij goede jeugdzorg geldt niet alleen voor zorgverleners, maar ook voor zorginkopers, wetgevers en toezichthouders.

 Eerdere blogs over jeugdzorg en Jeugdwet

25.02.2014: De nieuwe Jeugdwet ziet het levenslicht (lange aanloop naar 2015…)

17.04.2017: Contractering bij decentralisatie: vastlopen in bureaucratie (en matige waardering)

08.06.2017: Kinderpsychiaters luiden de noodklok: zo kan het niet verder met de jeugd-GGZ

18.12.2017: Huisarts heeft verwijsrecht binnen de Jeugdwet (moet steeds herhaald worden…)

09.01.2018: Relatie opleidingsniveau en levensverwachting ongezond innig (risico lage SES)

05.02.2018: Evaluatie Jeugdwet vraagt snel om vervolgacties (trage transformatie na 3 jaar)

05.02.2018: Praktijkondersteuning huisartsenzorg is onmisbaar (o.a. jeugd-GGZ)

09.10.2018: Ondersteuning huisarts: op niveau praktijk, wijk of regio? (organisatieschaal)

11.10.2018: De transformatie van de jeugdzorg: een magere tussenstand (alweer mager…)

10.11.2018: Alleen met interventies zijn problemen in achterstandswijken oplosbaar (verschillen)

07.12.2018: Maak ook bewegen en lichaamshouding van jeugd onderdeel van preventie

10.01.2019: Aanbevelingen voor betere uitvoering van Jeugdwet  (“aanbestedingswaanzin”)

26.01.2019: Modern functionerend wijkteam vraagt om andere randvoorwaarden (CPB/wijkteam)

12.02.2019: Financiering PO-jeugd valt onder twee wetten (Zvw: psyche en Jeugdwet: psychiatrie)

18.03.2019: Wachten op het wegwerken van wachtlijsten (zorginkoopplicht t.o.v. premiebetaler)

27.04.2019: De nieuwe K van kwaliteit (context is bijna alles met 6 dimensies)

04.07.2019: Samenhang is ZINVOL: Zorgwetten + Inhoud + Nastreven + Voorwaarden + Organisatie + Logistiek

11.07.2019: Wordt onvrijwillige zorg straks wel vrijwillig gegeven? (hopelijk wel…, Wzd)

20.07.2019: Méér tijd voor patiënt: van incidenteel naar structureel (voor huisarts beschikbaar)

19.08.2019: Armoede, een weg te werken schandvlek (een voedingsbodem voor slecht ouderschap enz.)

02.09.2019: Wie de toekomst koestert, zet in op jeugd (zorgelijke punten bij jeugd)

12.11.2019: Les van Jeugdwet: van decentralisatie (weer) richting recentralisatie (goede weg terug)

27.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (09) (GGZ, POH-GGZ, Jeugdwet, extra werk ANW)