In maart 2021 zei Conny Helder, destijds als zorgbestuurder van Actiz en van een Brabantse aanbieder van ouderenzorg dat “de ouderenzorg radicaal moet veranderen en snel ook”. Het kan verkeren, 9 maanden later is ze minister van VWS in kabinet Rutte IV met in haar portefeuille de langdurige zorg, GGZ en wijkverpleging. Nu mag ze met het door haarzelf zo duidelijk benoemde probleem aan de slag.

Citaten Conny Helder uit twee artikelen (een/twee)

“Een hoger doel: de ouderenzorg verbeteren en sexy maken, vooral voor een nieuwe generatie werkers. Dat is hard nodig. Want de coronacrisis gaat naadloos over in een personeelscrisis. Het is belangrijk dat medewerkers weten waarom de organisatie innoveert en zelf de voordelen ervan zien. Zonder innovatie is verschraling onvermijdelijk, gelooft ze. Nieuwe technologie, zoals slim incontinentiemateriaal, kan arbeidsbesparend werken en het werk aantrekkelijker maken. Terwijl meer aandacht voor preventie de vraag naar zorg kan verlagen. Voor snelle innovatie zullen organisaties wel krachten moeten bundelen en kennis delen. Medewerkers zijn moe. Je kunt ze bijna niet belasten met extra dingen, zoals het invoeren van innovaties. Er is geld nodig om de mensen te werven en te binden, maar ook geld om te bouwen, te innoveren en de ouderenzorg radicaal anders te organiseren. Misschien is het nog wel belangrijker om te voorkomen dat medewerkers voortijdig afknappen op de zorg. Als ActiZ-bestuurder pleitte ze al voor betere arbeidsomstandigheden en een goed salaris. Maar daar is ook de politiek voor nodig. Ze pleit verder voor het ongemoeid laten van de normatieve huisvestigingscomponent en voor honderd procent-tarieven. Cruciaal is volgens haar dat de overheid ruimte schept om te investeren in de arbeidsmarkt, woningen én technologie. Er moet snel aandacht komen voor de crisis in de ouderenzorg. Er is een brede maatschappelijke discussie nodig en het nieuwe kabinet zal duidelijke keuzes moeten maken. Om de stroom aan hulpbehoevende ouderen op te vangen, is uitbreiding van verpleeghuisplaatsen nodig. Daarnaast zijn er ook nog 40.000 verpleeghuisplaatsen die sterk verouderd zijn en die hoognodig aan vervanging toe zijn. Hierbij lopen zorgorganisaties vast in stroperige procedures. Ook in dit geval kan de overheid zorgen voor vereenvoudiging van de trajecten. Op de lange termijn zullen er veel meer woonvormen voor ouderen moeten komen. Een taak van de overheid is om te zorgen voor voldoende aanbod van combinaties van wonen en zorg voor ouderen. Door de inzet van innovatieve zorgtechnologie en het implementeren van een therapeutisch klimaat kunnen we ervoor zorgen dat mensen veel langer thuis kunnen wonen en minder kwetsbaar worden. Nu is het zaak om dit soort technologie over het hele land uit te rollen en ook bij mensen thuis op de juiste manier toe te passen. Iedereen verdient een droge stoel en een droog bed.”

De tijd dringt…

Een ambitieuze en stevige agenda van deze nieuwe minister, zeker gezien het feit dat binnen twintig jaar het aantal 90-plussers verdubbelt en het aantal mensen met dementie stijgt tot 330.000. Op basis van de prognoses komt er in 2030 een tekort van 24.000 bedden en in 2040 een tekort van 96.000 bedden. Als het aantal banen in de ouderenzorg evenredig mee zou groeien, zijn er in 2040 zo’n 700.000 banen nodig terwijl het er in 2016 nog 350.000 waren. De houdbaarheid van het Nederlandse zorgstelsel zal onder druk komen te staan met deze dubbele vergrijzing en personeelstekorten. Ook de opkomst van nieuwe technologieën is te waarderen, maar ook dat kost geld bij aanschaf en zal slechts geld besparen als de lusten de lasten overstijgen. Tot op heden geeft het intramurale beddentekort extramuraal de overlast.

 

 

Wat gaat hier nu steeds mis met deze praktijkondersteuning? Al decennia hoor ik van verzekeraars en NZa dat de bekostiging (stap 3) de juiste inhoud (stap 1) zal volgen. Dat mag zo zijn, maar je kunt niet stelselmatig stap 2 (de berekende kosten van deze juiste zorg van praktijkondersteuning) als tussenstap overslaan. Dat de NZa nadat de berekende kosten (wel) bekend zouden zijn, er een juiste bekostiging met wel 101 keuzes aan vast zal weten te plakken, wil ik zeker aannemen. Maar wát zijn 24/7 de noodzakelijke uren ondersteuning voor een huisartsenpraktijk en wát kost een praktijkondersteuner eigenlijk per uur? Zolang dat niet bekend is, er geen interesse is dit drietraps uit te rekenen, zullen m.i. conflicten onvermijdelijk zijn. Zonder stap 2, wordt al jaren de goedkoopste huisartsenzorg immers als de beste zorg geëtiketteerd.

Een radicaal andere organisatie: is er hier ook goed nieuws te melden?

Jazeker, bv. het feit dat 88% van de ouderen momenteel helemaal geen gebruik maakt van ouderenzorg. Misschien kan met goede zorg en leefstijlbeïnvloeding dit percentage zelfs nog wat opgekrikt worden.

Ander goed nieuws is het feit dat steeds meer nuttige data bekend worden, zoals de data van (RIVM/VTV-2018, CIZ VV, Vektis I, Vektis II, CIZ Databank en CBS), waarmee de doelgroep ten aanzien van kwetsbaarheid steeds beter is omschreven. Volgens de database van de zorgverzekeraars zijn namelijk 547 duizend thuiswonende 65-plussers te betitelen als kwetsbaar (29 juni 2020). Dat wil zeggen dat 22% van de 65-plussers in ons land veel gezondheidsklachten heeft, moeite om de regie over hun leven te voeren en een verhoogde kans heeft op ziekenhuisopname of overlijden. Met deze data is beleid, inkoop en uitvoering ten behoeve van passende zorg nu de volgende stap.

Ook de door 13 landelijke partijen opgestelde handreiking ‘Kwetsbare ouderen thuis, handreiking voor integrale zorg en ondersteuning in de wijk’ kreeg in 2021 een actualisatie en is (dus) goed nieuws. Een landelijk sjabloon met uitvoering in de wijk. De handreiking ondersteunt een goede samenwerking en afstemming tussen de betrokken zorg- en hulpverleners in de wijk, de oudere zelf en mantelzorgers. Met steeds vaker de inzet van de specialist ouderengeneeskunde in de Zorgverzekeringswet (GZSP en/of MESO-zorg en/of GRZ). Dat helpt om mogelijke problemen op tijd te signaleren en de juiste hulp te bieden. Kern van de handreiking is een 6-stappenplan voor het bieden van persoonsgerichte, proactieve en samenhangende zorg en ondersteuning voor thuiswonende kwetsbare ouderen.

Tot slot is goed nieuws de aanhoudende inzet 24/7 van alle hulpverleners werkzaam in de ouderenzorg, waaronder de 1,4 miljoen in de sector zorg en welzijn.

Een radicaal andere organisatie: is er ook slecht nieuws?

Helaas is er ook slecht nieuws. Het aantal potentiële mantelzorgers zal gaan afnemen (hier en hier).

Over het personele tekort van wijkverpleging, met ook consequenties voor palliatieve zorg, werden deze week al de eerste Kamervragen gesteld (Kamervragen, 17 januari 2022). Ook de andere kerndiscipline van de eerste lijn, de huisartsenzorg, heeft het moeilijk (blog). Het manifest, “Help de huisarts verzuipt” (november 2021), komt dan ook niet zomaar uit de lucht vallen (blog).

Lees bijvoorbeeld eens dit recente verhaal op een sociaal medium in onderstaand kader van huisarts Sabine Snieders.

Bijdrage huisarts Sabine Snieders (15 januari 2022, publicatie met toestemming)

300 wachtenden voor u.

Wij hebben tegenwoordig in onze praktijk veel oog voor onze kwetsbare ouderen. Een heel circus met overleggen, registratie, geriatrische fysio’s, specialist ouderen, coördinerend wijkverpleegkundigen, behandelplannen, advanced care plannings-gesprekken. Bezoeken om de paar maanden, patiëntgerichte individuele zorgplannen.  Daarvoor moeten we natuurlijk wel allerlei lijstjes vinken en dingen bijhouden.

Klinkt leuk en nu de praktijk van deze week:

Een oudere man tijdens visite die eigenlijk niet alleen gelaten kan worden tot ambulance er is na je analyse. Overleg met specialist, die liever niet wil opnemen i.v.m. de leeftijd. Tja dan zit je dus 30 minuten aan zijn bed… wijkzuster heeft ook andere dingen te doen… Familie woont 25 minuten verderop. Ambulance: het is geen spoedrit dus tja. Ik zit ruim een uur daar vast.

Een dementerende oudere dame krijgt een rechtelijke machtiging, maar weigert vervoer. 5 telefoontjes van ambulance dat ze haar niet mee willen nemen midden in mijn spreekuur die middag. Uiteindelijk zegt ambulance arts: ik leg de verantwoordelijkheid weer bij u helaas. Alsof ik die patiënt in mijn auto kan zetten??

Een oudere dame alleenstaand, geen kinderen. In afwachting voor opname in verpleeghuis. Kom ik op visite: in 3 maanden 8 kg afgevallen omdat ze eigenlijk niet meer voor zichzelf kan zorgen. Valgevaar, Wmo huishoudelijke hulp zou komen. Maar is al maanden niet geweest. Thuiszorg wel 2 x per dag. Ik vraag haar als ze zegt dat het zo eigenlijk echt niet meer gaat thuis. Weet u wanneer u terecht kunt? Zegt ze: “ze zeggen dat er 300 wachtenden voor me zijn.

Mijn broek zakt af, dat langer thuis wonen voor ouderen zo fijn zou zijn voor patiënten en familie??? Goedkoper? Die onderzoekers wil ik wel eens spreken, mogen een weekje met me meelopen.
Mantelzorgers overbelast, eerste lijn overbelast… dit moet toch niet mogen in zo een welvarend land denk ik dan toch?

Hoe gaat dat in de toekomst? Mijn geprotocolleerde ouderenzorg gaat dit niet redden hoor! 
Door de georganiseerde overleggen weet ik wel wie waar bereikbaar is voor overleg. Maar beschikbaar? Behalve de bazen die sluiting van bejaardenhuizen bedacht hebben…. 
Puntje verkeerde zorg op verkeerde plek…

(Einde bijdrage van deze huisarts)

Soortgelijke schrijnende verhalen over ouderenzorg vanaf de werkvloer zijn al eerder gemeld: ( hier uit november 2019 (HRMO), met persbericht en enquête van HRMO,  hier uit december 2019, hier uit december 2020).

Wat bij deze overbelasting dan zeer bijzonder is, is het oeverloze getraineer door zorgverzekeraars ten aanzien van de inkoop van praktijkondersteuning (hier/hier/hier). Nu wordt een kort geding voorbereid (Medisch Contact, 17 januari 2022), een zaak die 10 februari a.s. bij de rechtbank in Den Haag zal dienen.

Wat gaat hier nu steeds mis met deze ondersteuning? Al decennia hoor ik van verzekeraars en NZa dat de bekostiging (stap 3) de juiste inhoud (stap 1) zal volgen. Dat mag zo zijn, maar je kunt niet stelselmatig stap 2 (de berekende kosten van deze juiste zorg) als tussenstap overslaan. Dat de NZa nadat de berekende kosten bekend zouden zijn, er een juiste bekostiging met wel 101 keuzes aan vast zal weten te plakken, wil ik zeker aannemen. Maar wát zijn 24/7 de noodzakelijke uren ondersteuning voor een huisartsenpraktijk en wát kost een praktijkondersteuner eigenlijk per uur (blog)? Zolang dat niet bekend is, er geen interesse is dat drietraps uit te rekenen, zullen m.i. conflicten onvermijdelijk zijn. Zonder stap 2, wordt al jaren de goedkoopste huisartsenzorg immers als de beste zorg geëtiketteerd (blog).

Het Zorginstituut spreekt daarnaast steeds vaker over passende zorg, maar nooit over een passende inkoop van passende zorg (blog/blog/blog). Het landelijk beleid, zowel bij de curatieve als de langdurige zorg is de inkoop te monitoren via zogenaamde wachtlijstregistraties. Maar met het registreren van wachten worden toch geen/meer patiënten geholpen?

Bij praktijkondersteuning in de huisartsenzorg is de zorgverzekeraar de inkoper. Bij de Wlz stelt het CIZ de zorgbehoefte van cliënten vast. Maar ligt de uitvoering en toewijzing van zorg, zorgbemiddeling, persoonsgebonden budget en wachtlijsten in handen van het zorgkantoor. Ook hier heeft dus het zorgkantoor, de kleinere broer van de verzekeraar, een belangrijke inkooprol. Op inkoopprocessen houdt de NZa weliswaar toezicht, maar ja, grijpen zij ook in?? Verplichten zij de inkopers ook tot een betere inkoop zodat cliënten niet hoeven te wachten op hulp zoals dezelfde overheid elders heeft vastgelegd in een zorgprofiel (Wlz) of in de omvang van de basisverzekering (Zvw)?

Zie de laatste wachtlijstregistraties van de langdurige zorg (hier). “300 wachtenden voor u” uit de bijdrage van Sabine Snieders kan dus inderdaad zomaar de uitkomst zijn bij al 31.000 wachtenden (+ blog/blog/blog).

Wat worden nu met het nieuwe kabinet beleidsmatig de vervolgstappen ten aanzien van inkoop, organisatie en uitvoering? Waarbij (helaas) de leerpunten en conclusies net zo goed kunnen worden getrokken, in plaats vanuit het steeds gepromote JZJP, uit verkeerde zorg op een verkeerde plaats (zie bijdrage huisarts Sabine Snieders).

Kunnen beleidsstukken over ouderenzorg mede daarom voortaan eindigen met beschrijving van de voorgestelde 5W1H en SMART-aanpak? Als uiting van de nieuwe bestuurscultuur? Bij voorbaat dank.

Het nieuwe kabinet Rutte IV (10 januari 2022)

In onderstaand kader is te zien dat de verantwoordelijkheid voor ouderenzorg op het bordje ligt van beide ministers, maar ook van de staatssecretaris. Dus is niet alleen Conny Helder aan zet. Dit betekent dat het ministerie als het spreekt over integrale ouderenzorg, zelf bij integrale inkoop/beleid het goede (integrale) voorbeeld mag geven.

 

Naam bewindspersoon

Taak ten aanzien van ouderenzorg

Ernst Kuipers (minister)

Curatieve zorg, zorgverzekeringswet, genees- en hulpmiddel, gezondheidsbescherming: voedsel en productveiligheid en toezicht daarop door NVW, infectieziektebestrijding, medische technologie en innovatie, eigenaarstaken concernorganisaties, kennis en informatie-infrastructuur, medisch-ethische vraagstukken, betaalbaarheid van de zorg, duurzaamheid in de zorg

Conny Helder (minister)

Langdurige zorg, GGZ, wijkverpleegkundige zorg, kwaliteitsbeleid care, arbeidsmarktbeleid, rechtmatige zorg en goed bestuur, ontregelde zorg, organiseerbaarheid en regionalisering

Maarten van Ooijen (staatssecretaris)

Wmo en mantelzorg, maatschappelijke opvang en beschermd wonen, preventie bij ouderen (niet-Wlz), gezondheidsbevordering (leefstijl) bij ouderen (niet-Wlz), GGD-beleid bij ouderen in het gemeentelijk domein (niet-Wlz).

Let wel, een sectoroverstijgende betaaltitel ouderenzorg wordt pas interessant als er een beleid is, burgers en politiek akkoord zijn, als de juiste kosten zijn berekend, met de juiste inkoop geregeld met zo een potentiele juiste mogelijkheid tot uitvoering. Een (nieuwe) betaaltitel is procesmatig de laatste stap in het (nieuwe) zorgtraject.

Het laten “verdwijnen van de schotten” met invoering van een sectoroverstijgende betaaltitel (14 september 2021) kan, zoals ik vaak lees, m.i. nooit de openingszet zijn om te komen tot een betere ouderenzorg.

Integraal beleid: inkoop en uitvoering

Wat gaat een radicale verandering van de ouderenzorg inhouden? Er zijn al vele ingrediënten bekend. Denk aan de bovenstaande opmerkingen van minister Helder in het eerste kader. Denk aan de beschreven 10 uitgangspunten voor een toekomstbestendige ouderenzorg (PN, Actiz, V&VN, Verenso e.a.). 

Wat betreft het organiseren van medisch generalistische basiszorg bij burgers met een Wlz-indicatie was er recent een valse beleidsmatige start (blog). Het voorgestelde beleid van het ministerie was in strijd met het standpunt van de beroepsgroep, hetgeen tot stevige reacties leidden (hier en hier en hier). Dat kán, dat moet beter. Huisartsen hebben samen met anderen bijgedragen aan de totstandkoming van de handreiking (zie boven). Daarnaast verscheen recent in Huisarts & Wetenschap (4 januari 2022, pg.13) “Effecten van de hervorming van de ouderenzorg”. De auteurs komen in dat artikel tot 11 randvoorwaardelijke factoren met vier aanbevelingen ten aanzien van hervormingen richting geïntegreerde zorg. Zij hebben zich richting praktijkondersteuning diplomatieker uitgedrukt dan mijn bovenstaande stellingname. Slotzin artikel was namelijk: “Huisartsen hebben na 2015 niet altijd voldoende ondersteuning in hun praktijk gekregen om de zorg voor kwetsbare ouderen daadwerkelijk te verbeteren”…

Een op afroep bereikbaar en beschikbaar netwerk van zorgverleners met begrensde taken zou een eerste prioriteit kunnen zijn. De ingrediënten zijn er, nu nog het gerecht. We wachten de insteek van het kabinet en de brancheorganisaties af.

Tot slot

Hoe radicaal de veranderingen zullen zijn, moet nog bekend worden gemaakt. Het recente WRR-rapport “Kiezen voor houdbare zorg” pleit voor het maken van expliciete keuzes over waar onze prioriteiten liggen (blog). Voorlopig is er als houvast de richting van het coalitieakkoord (blog) en de lijst met controversiële onderwerpen over ouderenzorg (blog). Niet meer, niet minder.

 

Eerdere relevante blogs over de ouderenzorg

25.03.2014: Kwetsbare ouderen verblijven al langer in een kwetsbare thuissituatie (schrijnend)

12.07.2017: Tekort aan verpleegkundigen in alle sectoren van de zorg

24.07.2017: Verpleeghuizen (over personele tekorten, het Manifest en Kwaliteitskader)

31.07.2017: Wat worden bij verpleeghuizen de vervolgstappen in beleid? (…een kostenonderzoek!)

18.09.2017: Politiek let niet op bij implementatie kwaliteitsrichtlijn in verpleeghuizen (verrassing)

04.08.2017: Ouderenzorg: te veel beleid, te weinig financiering (meer papier, dan budget)

15.09.2017: Ook de bekostiging van extramurale ouderenzorg is maatwerk (uitrekenen dus)

06.12.2017: Mate van beschikbaarheid zorgverleners kleurt uitvoering van zorg (roeien en riemen)

12.12.2017: Zorgval in de ouderenzorg (een terugval in zorgtoewijzing, ná een Wlz-zorgprofiel)

22.01.2018: Niet alles kan thuis (Wet zorg en dwang, onder andere ten behoeve van dementerenden)

05.02.2018: Praktijkondersteuning huisartsenzorg is onmisbaar (ja, ook bij ouderenzorg)

12.02.2018: Discussie over investeringen in verpleeghuiszorg (beïnvloeding VWS v/h kostenonderzoek?)

14.02.2018: Er zijn (blijkbaar) twee soorten kostenonderzoeken (huisarts/Wlz)

19.02.2018: De moeizame start van het eerstelijnsverblijf (NB: ELV-bed per 2017 in basispakket)

11.06.2018: Ouderenzorg thuis in 2018: een update (Pact, ELV, casemanager, afwentelgedrag)

05.07.2018: De moeizame doorstart van het eerstelijnsverblijf (NB: ELV-bed per 2017 in basispakket)

08.09.2018: Inzicht in toekomstige ouderenzorg: meer ouderen, meer kosten

17.09.2018: Actiepunten ter voorkoming zorgval bekend, nu de aanpak (overbruggingszorg, EKT)

18.09.2018: De huisarts en de Wet langdurige zorg (sectoren, met behandeling, bijdrage, ANW)

27.10.2018: Zelfs de voortgang van het eerstelijnsverblijf verloopt moeizaam (NB: ELV-bed…)

15.01.2019: Ouderenzorg thuis en de Wet langdurige zorg

22.01.2019: Variabelen bij capaciteit huisartsenzorg bijtijds agenderen

30.01.2019: Casemanagement bij dementie (nu verpleegkundige, basispakket, weinig ingezet)

01.02.2019: Schaarste personeel bedreigt zorg (instroom, maar ook veel uitstroom)

06.02.2019: Minister: “kwaliteitskader geldt ook voor kleinschalige woonzorgvoorziening

09.02.2019: De race tussen wonen en zorg (scheiden wonen en zorg, te kort aantal seniorwoning)

13.02.2019: Cliëntondersteuning: graag onafhankelijk en gratis (in wet: recht! Wlz en Wmo))

16.02.2019: Het wisselen van huisarts nader bekeken (ps: kwetsbare ouderen + Wlz)

21.02.2019: Term passende ouderenzorg blijkt toch verwarrend te zijn (kwetsbaren zijn allang bekend)

19.03.2019: Wachten op het wegwerken van wachtlijsten (treeknormen, zorgplicht, basispakket)

21.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (1): Wzd

23.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (2): financiën

26.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (3): team

25.04.2019: Uitstel ruimere integrale financiering binnen de Wet langdurige zorg (te duur)

08.05.2019: Mag aantal uren verpleging in palliatieve setting worden gemaximeerd? (1) (nee)

03.07.2019: Mag aantal uren verpleging in palliatieve setting worden gemaximeerd? (2) (nee)

06.07.2019: Geen ruimere indicatie voor tarief intensieve zorg bij een Wlz-zorgprofiel (alleen VV)

09.07.2019: Slechts deel huisartsenposten beloont huisarts voor extra ANW-werk in Wlz (32%)

11.07.2019: Wordt onvrijwillige zorg (Wzd) straks wel vrijwillig gegeven?? (3 functies ingevuld?)

15.07.2019: Checklist bij huisartsenzorg en Wlz: acht vragen (puntenlijst alvorens inschrijving)

26.08.2019: Wlz ook voor permanent zorgintensieve GGZ-problematiek

06.09.2019: Wlz-indicatie mét behandeling en ANW-spoedzorg: des huisarts? (maar geen plicht)

26.09.2019: Stuwmeer van wachtenden met Wlz-indicatie (nog) niet op juiste plek (300.882)

28.09.2019: Wet zorg en dwang na jaren van discussie nu wel heel dichtbij (per 2020, functies?)

09.10.2019: SO en AVG, welkom in de Zorgverzekeringswet (per 2020, maar wel na verwijzing)

17.10.2019: De consequenties van wachten op plek in verpleeghuis (totaal 16.382)

08.11.2019: Gezocht: een bed voor verblijf, onderzoek of herstel (ELV, GRZ, verpl.huis, zkhs, respijt)

02.01.2020: Financiële staat: vraag/antwoord (12) (ELV-bed, oorzaken tekort, wachten verpleeghuis)

14.01.2020: Intramuraal beddentekort geeft extramuraal het ongemak (tekort verpleeghuisbed)

20.01.2020: Thuiswonende ouderen op weg naar hun zorg in 2030 (rapport Oud en zelfstandig 2030)

03.06.2020: Randvoorwaarden bij Wlz-zorg: vraag/antwoord bij het convenant (wlz en huisarts)

16.06.2020: Consequenties toename extramuraal gegeven Wlz-zorg: voor cliënt (1) (wachtenden)

18.06.2020: Consequenties toename extramuraal gegeven Wlz-zorg: voor HA en SO (2) (2 bronnen)

28.08.2020: Verpleeghuiscapaciteit: aanbod blijft achter bij vraag. Wat nu? (extramurale gevolgen)

17.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: de verpleeghuiszorg (3) (te laag aanbod)

21.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: de wijkverpleging (4) (cliëntprofiel versus uurtarief)

16.02.2021: Megaklus nieuwe ministers van VWS en Medische Zorg (controversiële onderwerpen)

03.09.2021: Vertraging kabinetsformatie remt ook oplossingen bij zorgdilemma’s (mnd stilstand)

20.09.2021: Ook de WRR stelt: prioriteer en maak keuzes (WRR-rapport “Kiezen voor houdbare zorg”)

24.09.2021: Onder druk wordt alles vloeibaar (salarisverbetering pas na druk Tweede Kamer)

01.11.2021: Het woord is aan de minister (3) (over Rijksbegroting 2022 en relatie met blogs)

16.11.2021: Medisch generalistische basiszorg is bij Wlz niet automatisch huisartsenzorg

17.12.2021: Coalitieakkoord wijst naar nieuw af te sluiten integraal zorgakkoord (zorg in Rutte IV)

 

 

 

Vragen of opmerkingen?