Er wachten in Nederland op dit moment 16.383 cliënten met een door het Centraal Indicatieorgaan Zorg (CIZ) afgegeven Wlz-zorgprofiel (Wet langdurige zorg) op een verblijfplek in een verpleeghuis. Een zorgprofiel is een indicatie van de zorgbehoefte die iemand heeft, hoeveel en wat voor zorg iemand nodig heeft. Het merendeel van deze wachtenden zijn niet-actief wachtenden, dat wil zeggen dat weliswaar 24-uurs toezicht nodig is (hét Wlz-criterium), maar dat een plek in een verpleeghuis nog niet direct nodig of gewenst is, maar dat wel kan worden. Bij de actief-wachtenden is er sprake van urgentie en wordt door het zorgkantoor actief bemiddeld en wordt geprobeerd om binnen de Treeknorm van 6 weken de juiste plek in het verpleeghuis te vinden. Iedereen die wacht op een plek in het verpleeghuis kan gedurende de wachttijd Wlz-zorg thuis ontvangen: verpleging, verzorging , dagbesteding (blog over zorgval, blog over de aanpak).

Kerncijfers capaciteitsontwikkeling verpleeghuiszorg

We hebben binnen de Wlz diverse sectoren, samen te voegen als: sector verpleging & verzorgging (VV), gehandicaptenzorg (GH) en de sector GGZ-B. In de periode 2015 t/m 2018 was de groei van het aantal cliënten met een Wlz-indicatie ongeveer 4% per jaar. De capaciteit verpleeghuiszorg inclusief persoonsgebonden budget (pgb) en volledig pakket thuis (vpt) groeide in deze periode met 2,5% per jaar. De groei van de capaciteit werd voor 1% per jaar gerealiseerd in het traditionele verpleeghuis. De overige groei is gerealiseerd via het pgb en vpt,  waarmee cliënten op basis van scheiden van wonen en zorg (blog) in een geclusterde setting hun zorg kunnen krijgen (blog/blog/blog).

Wlz-sector (Nld)

Aantal cliënten

   Consultaties medische zorg

IZT (huisartstarief)?

VV  Q2 2019

163.644 (54,1%)

Specialist Ouderengeneeskunde

 Ja, vanaf VV5

GH Q2 2019

131.550 (43,3%)

Arts Verstandelijk Gehandicapten

    Nee

GGZ-B

    5.178 (1,7%)

          Psychiater

    Nee

Partnerverblijf

    2.160 (0,7%)

 

 

Totaal Wlz

302.532 (100%)

       Ook beschikbaar?  Contract!

     (uitleg)

·      Per saldo is de geïndiceerde vraag naar verpleeghuiszorg gestegen van 138.255 in 2015 naar 156.215 in 2018

·      Van de Wlz-sector VV (165.215) is: 22% = 35.060: VV4

·      Van de Wlz-sector VV (165.215) is: 48% = 74.845: VV5

·      Van de Wlz-sector VV (165.215) is: 20% = 31.350: VV6

·      Totaal nu intramuraal verpleeghuiszorg: 119.335 (groei 1% per jaar) +…

·      …+ VPT thuis (7.523) + MPT thuis (7.644) + PGB (9.200)

·      Tussen 2015 en 2018 is aantal met VPT verdubbeld; de meeste nieuwe cliënten in sector VV hebben zorgprofiel VV4 en VV5

·      Tuszsen 2017 t/m 2019 steeg aantal cliënten met modulair pakket thuis (mpt) met 24%

·      Wlz en actief wachtend op een plek: 1.392 cliënten

·      Wlz en niet-actief wachtend op een plek: 14.990 cliënten (een stuwmeer)

·      Van deze niet-actief wachtenden: 34,7% VV4 (5.209) en 52,5% VV5 (7.870)

·      Treeknorm wachten: 6 weken. In geval van urgentie/crisis wordt wel plaats gevonden

·      Op peildatum 1 april 2019 zijn er 302.532 cliënten met een geldig Wlz-besluit (Bron: CIZ)

Is er voldoende capaciteit verpleeghuiszorg?

De minister probeert met Kamerbrief “Capaciteitsontwikkeling verpleeghuiszorg” antwoord te geven op de vraag of er voldoende verpleeghuiscapaciteit beschikbaar is voor het groeiend aantal ouderen. De cijfers laten zien dat het aantal mensen met een Wlz-indicatie de afgelopen jaren sneller is gegroeid dan de groei van de intramurale capaciteit. Dit betekent dat de zorgvraag niet kan worden gevolgd door het aanbod van passende verblijfsplekken in het verpleeghuis. En dat het aantal cliënten wat geen passende plek heeft groeit. En dat die niet passende plekken zich vaker buiten het verpleeghuis gaan bevinden. Het antwoord op de Kamervraag is dus nee: er is onvoldoende verpleeghuiscapaciteit.

Gevolgen voor cliënt

Wlz-cliënten zijn de meest kwetsbare burgers in onze samenleving. In de kwartaalrapportages CIZ is te zien dat het aantal cliënten toeneemt.

      1-1-2015

    1-1-2016

     1-1-2017

     1-1-2018

     1-1-2019

       284.372

     284.277

      290.303

      292.567

       300.882

In de Kamerbrief van de minister is te lezen dat het aantal Wlz-cliënten extramuraal harder groeit dan intramuraal. En dat deze groei met name loopt via het pgb, vpt en mpt. De helft van de mensen die in een verpleeghuis worden opgenomen, komt vanuit de thuissituatie. De andere helft komt na geriatrische revalidatie, eerstelijnsverblijf of ziekenhuiszorg terecht in het verpleeghuis. Patiënten uit het ziekenhuis krijgen voorrang, al zou je dat niet zeggen vanwege de kritiek uit die sector over deze “verkeerde bedden” problematiek. Waarbij de grootste opdracht van de vergrijzing nog voor ons ligt. Citaat minister: “begin 2019 waren er circa 1,9 miljoen 75-plussers (8,1% van de bevolking). Over 20 jaar zijn er 2,6 miljoen 75-plussers (14,2% van de bevolking). Het aantal mensen boven de 90 jaar verdrievoudigt bijna. Het aantal mensen boven de 100 verviervoudigt.” Dit alles met dit Trendscenario (blog). Vooral de ziekte dementie zal veel ziektelast veroorzaken en heeft een grote impact, zowel op het leven van de patiënt als op het leven van zijn omgeving. Het aantal mensen met dementie verdubbelt in het Trendscenario van de VTV-2018 van 154.000 in 2015 naar 330.000 in 2040. Omdat dementie een progressieve ziekte zal vroeg of laat het Wlz-criterium van 24-uurstoezicht in beeld komen. Dementerenden die nu, als het thuis niet meer gaat, veelal aanvankelijk met een VPT in een kleinschalige woonzorgvoorziening komen te wonen. De Tweede Kamer vraagt de minister, die ten aanzien van de problematiek als hulpbron een consortium heeft ingeschakeld, bestaande uit TNO, Zorginstituut Nederland, CBS en RIVM, om een jaarlijks terugkerende brief te sturen over de ontwikkelingen. Dat zegt de minister toe, maar hij zegt ook: citaat:” kan ik mij evenwel goed voorstellen dat wij eens in de vier jaar aan de Tweede Kamer een brief met de relevante trends en ontwikkelingen doen toekomen. Immers trends wijzigen niet zo snel”. Eerder wees de minister al op het feit dat “zorgkantoren op basis van de Wlz zorgplicht hebben. En dat zorgaanbieders en zorgkantoren er in gezamenlijkheid voor moeten zorgen dat er voldoende capaciteit beschikbaar is”. Ik wil niet flauw zijn, maar dit zijn de bekende (waardevrije) teksten, die ook zo vaak gebezigd worden bij zorgproblemen in de Zorgverzekeringswet. Ook valt mij op dat geen enkel woord wordt gewijd aan een eventuele relatie tussen de stijging van de eigen bijdrage bij opname in een verpleeghuis en de (vrijwillige?) keuze van niet-actief wachten.

Gevolgen voor de eerste lijn

Gezien de bezetting van enerzijds de intramurale verpleeghuiscapaciteit en anderzijds het aantal Wlz-cliënten met zorgprofiel VV, alsmede het aantal wachtenden op een verblijfplek in een verpleeghuis (het stuwmeer), dan kan het niet anders zijn dat voor de zorg in toenemende mate op de eerste lijn een beroep op de eerste lijn een beroep zal worden gedaan. Zo ook op de huisartsenpraktijk, die dan, soms wel, soms niet moet schakelen van de ene naar de andere stelselwet. Van de niet-actief wachtenden behoort 87% tot profiel VV4 en VV5. Als de huisarts al betrokken is bij Wlz-VV dan zal dat juist zijn bij de zorg van deze VV-cliënten. Over de huisarts en diens werk in de Wet langdurige zorg, heb ik nu al zoveel blogs geschreven (zie onder), dat ik er nachts nog wel eens van droom. Hieronder het verslag van die droom.

De droom

Dromen zouden nodig zijn voor een gezonde ambitie, zo heb ik vaak gehoord op een nascholing. Mijn droom over de Wlz begint dat alle huisartsen vanaf heden altijd bericht krijgen van het CIZ bij een positief besluit ten aanzien van sectorindeling, zorgprofiel, met/zonder verblijfindicatie, met/zonder behandeling, met/zonder cliëntondersteuning, inclusief naam/telefoonnummer bewuste ondersteuner en de financieringsvorm. De droom gaat verder dat de zorgzwaarte van elke kwetsbare oudere in de wijk, met en zonder Wlz-indicatie, bekend is en dat een plan van aanpak kan geschieden conform “Handreiking voor integrale zorg en ondersteuning in de wijk” (mei 2019). Zonder een tekort aan dokters, verpleegkundigen, ondersteuners, psychologen, apothekers, paramedici en welzijnswerkers. Die ook allen goed onderling samenwerken: persoonsgericht, proactief, samenhangend, care en cure en sociaal, maar ook bij alles in overleg gaan met oudere zelf, dan wel diens vertegenwoordiger en zo nodig de mantelzorger. Een echt team! De dagbesteding en de beschikbaarheid van respijtbedden zijn door de gemeenten prima geregeld. Ook het aantal ELV-bedden, de bedden Wlz-logeeropvang en Wlz-crisisbedden zijn met dank aan de integrale inkoop van verzekeraar en zorgkantoor voldoende. De droom gaat verder dat er zelfs genoeg tijd en financiering is voor het uitvoeren van het in de Handreiking beschreven 6-stappenplan. Met financiering van deze ouderenzorg vanuit één stelselwet, met integraal toezicht en met ook al integratie van drie zorginkopers (verzekeraar, zorgkantoor en gemeente) naar slechts één. Integrale zorg en wijkondersteuning wordt zo integraal ingekocht: te lezen op 1 april elk jaar op de website van de inkoper, waarna op 1 juli de NZa het transparante toereikende tarief van samenwerking bij deze zorg publiceert. In deze droom blijkt ook steeds dat de elektronische gegevensuitwisseling tussen hulpverleners onderling en met patiënt opvallend rimpelloos geschiedt. Met zelfs een compliment van de Autoriteit Persoonsgegevens: want er zijn nul datalekken geweest. Het tekort aan bijna 800 geneesmiddelen, waarvan vooral kwetsbare ouderen met polyfarmacie veel last hadden, is peracuut  opgeheven sinds de EU-deal met China over de grondstoffen, met de afschaf van het preferentiebeleid nu de prijzen van generiek toch al bijna gratis zijn, sinds de minister de door hemzelf wettelijk verplichte medicijnvoorraad zelf financiert en Nederland met de aangereikte grondstoffen eindelijk weer in staat is om zelf medicijnen te maken. Als het thuis met de cliënt “niet meer gaat” is met juiste stappen meteen een “juiste plek” voor de “juiste zorg” beschikbaar. Er kwam in mijn droom een vlogbericht van de minister met de mededeling dat het recente bericht met 16.382 wachtenden op een plek in het verpleeghuis in het geheel niet klopt. “Iedereen wordt binnen de Treeknorm geholpen”, zo sluit hij het bericht geruststellend af. Er is inmiddels een soepele overgang van thuis naar het verpleeghuis. Verblijft de cliënt met een Wlz-indicatie in een kleinschalige woonzorgvoorziening dan heeft het bestuur van de instelling alles keurig geregeld conform de eisen van het Kwaliteitskader verpleeghuiszorg. Ook is de 24/7 beschikbaarheid en financiering van specialisten voor medische consultaties geregeld en ligt al ver voor 2020 een door deze specialisten goedgekeurd (eigen) protocol ten aanzien van het leveren van onvrijwillige zorg ter inzage klaar. Ook is met alle inkomende hulpverleners tot ieders tevredenheid een contract getekend en zijn VOG-verklaringen verzameld. Er is ook voor extramurale zorg geen tekort aan SO’s, AVG’s en psychiaters. Aan het eind van droom stel ik tot tevredenheid vast dat praktijken, wijken en regio’s in bestuurlijke zin gestuurd en gefaciliteerd worden vanuit één landelijke visie met heldere, met samen opgestelde en met voor iedereen inzichtelijke en geldende spelregels. Hoog in top op Parnassusplein 5 in Den Haag wappert aan het eind van mijn droom de Nederlandse driekleur fier in de wind. Wat bleek, een groep huisartsen had die nacht op de voordeur van het ministerie een brief gespijkerd met de tekst: beste minister, Het Roer Is Om! Dank daarvoor.

Tot slot

Na dromen volgt ontwaken, maar zelden zo goed geslapen. Meestal wordt dan vanaf ontwaken meteen realiteitszin verwacht. Nu kon ik nog even nagenieten. Wij allen gaan zien hoe het verder gaat. De tussenstand 2019 is een totaal van 302.532 Wlz-cliënten met 16.382 VV-wachtenden op een plaats in het verpleeghuis, waarvan 1.392 actief wachtend.

Eerdere blogs over Wlz en de ouderenzorg (soms Zvw)

12.12.2017: Zorgval in de ouderenzorg

22.01.2018: Niet alles kan thuis

05.02.2018: Praktijkondersteuning huisartsenzorg is onmisbaar

12.02.2018: Discussie over investeringen in verpleeghuiszorg

19.02.2018: De moeizame start van het eerstelijnsverblijf

11.06.2018: Ouderenzorg thuis in 2018: een update

05.07.2018: De moeizame doorstart van het eerstelijnsverblijf

08.09.2018: Inzicht in toekomstige ouderenzorg: meer ouderen, meer kosten

17.09.2018: Actiepunten ter voorkoming zorgval bekend, nu de aanpak

18.09.2018: De huisarts en de Wet langdurige zorg

27.10.2018: Zelfs de voortgang van het eerstelijnsverblijf verloopt moeizaam

15.01.2019: Ouderenzorg thuis en de Wet langdurige zorg

22.01.2019: Variabelen bij capaciteit huisartsenzorg bijtijds agenderen

30.01.2019: Casemanagement bij dementie

06.02.2019: Minister: “kwaliteitskader geldt ook voor kleinschalige woonzorgvoorziening”

09.02.2019: De race tussen wonen en zorg

13.02.2019: Clientondersteuning graag onafhankelijk en gratis

21.02.2019: Term passende ouderenzorg blijkt toch verwarrend te zijn

21.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (1): Wzd

23.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (2): financiën

26.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (3): team

25.04.2019: Uitstel ruimere integrale financiering binnen de Wet langdurige zorg

08.05.2019: Mag aantal uren verpleging in palliatieve setting worden gemaximeerd? (1)

03.07.2019: Mag aantal uren verpleging in palliatieve setting worden gemaximeerd? (2)

06.07.2019: Geen ruimere indicatie voor tarief intensieve zorg bij een Wlz-zorgprofiel

09.07.2019: Slechts deel huisartsenposten beloont huisarts voor extra ANW-werk in Wlz

11.07.2019: Wordt onvrijwillige zorg (Wzd) straks wel vrijwillig gegeven??

15.07.2019: Checklist bij huisartsenzorg en Wlz: acht vragen

26.08.2019: Wlz ook voor permanent zorgintensieve GGZ-problematiek

06.09.2019: Wlz-indicatie mét behandeling en ANW-spoedzorg