Nu de Conceptversie IZA 1.0 (3 september 2022) bij de onderhandelende partijen voorligt ter beoordeling, zijn (eindelijk) ook in het publieke debat de eerste commentaren te lezen. In deze blog ga ik in op juist deze commentaren, dus verkregen mijn eerdere commentaren over de conceptversies (12 augustus 2022 en 3 september 2022) van het Integrale Zorgakkoord”

15.08.2022: Conceptversie Integraal Zorgakkoord is te ingewikkeld (geen 5W1H-SMART bij ZINVOL)

18.08.2022: Zorgplicht zorgverzekeraars blijft een (te) vaag omschreven begrip (plicht à “samen”)

23.08.2022: Méér armoede schaadt gezondheid en levenskwaliteit (actie bij inflatie/energiecrisis)

25.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (1) (belang/inkoop)

30.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (2) (ZV-insteek)

05.09.2022: Besluitvorming Integrale Zorgakkoord lijkt haastklus (LR-raadpleging in 4 dagen…)

“Zieke mensen zijn vaker op zichzelf aangewezen” (NRC, 6 september 2022).

Citaten: “Mensen die ziek zijn zullen de komende jaren vaker op zichzelf zijn aangewezen. Ze zullen vaker online in plaats van bij de huisarts hun antwoorden moeten vinden of alleen aanspraak maken op een digitaal consult. Ze zullen verder moeten reizen voor de benodigde zorg, en er soms meer voor moeten betalen. Dat is het toekomstbeeld dat oprijst uit het Integraal Zorgakkoord (IZA).”

En

In het zorgakkoord staan verder een heleboel voornemens om veel te gaan praten met elkaar. De 135 pagina’s lezen als een lange opsomming van wat er nog aan documenten moet worden opgesteld. Daar zijn allerlei ambtelijke termen voor bedacht. Werkgroepen gaan aan de slag om te komen tot verkenningen, transformatieplannen, werkprogramma’s, regiobeelden, regioplannen, procesvoorstellen, werkagenda’s, een menukaart, leidraden en afwegingskaders. Voor elk stuk dat er moet komen is er weer een andere deadline, of een ander samenwerkingsverband.”

En (citaat van een bestuursvoorzitter van een ziekenhuis)

Het eerdere akkoord is meer vroom dan realistisch. Er ontbreekt een echte oplossing voor het probleem dat de zorg door personeelstekort uit zijn voegen barst. De ongemakkelijke waarheid is dat artsen en verpleegkundigen niet meer alles kunnen doen en vaker „nee” zullen verkopen, „maar die boodschap vindt het kabinet te moeilijk”. 

AM: Het personele tekort is inderdaad mogelijk een nog groter probleem dan de budgettering. Citaat (NOS, 7 september 2022): “Op dit moment werkt ongeveer een zesde van de beroepsbevolking in de zorg. Dat dreigt de komende jaren fors toe te nemen, tot wel een kwart in 2040. Dat komt doordat de bevolking vergrijst, er meer chronisch zieken komen en er meer dure behandelingen beschikbaar komen. Het IZA is erop gericht om die groei tot staan te brengen. Maximaal 1 op de 6 mensen die in de zorg werken is daarom het uitgangspunt.” 

Het recente FNV-bericht (7 september 2022) dat zes op de tien zorgmedewerkers onder de 35 jaar overweegt zijn/ haar baan in loondienst op te zeggen en als zelfstandige of flexwerker aan de slag te willen gaan (bij andere leeftijdsgroepen is dit gemiddeld drie op de tien), zou toch de alarmbellen (NRC) moeten doen luiden. De FNV-zorgbestuurder meldt: “Als een verdere trend van vast naar flex zich doorzet, stevenen we af op een zorginfarct.”

Binnen het IZA is met een werkagenda (hoofdstuk 3 t/m hoofdstuk 7) beschreven “wat we de komende jaren gaan doen”. Een van de punten is het met grofweg hetzelfde aantal mensen aan de groeiende zorgvraag proberen te voldoen. Met een aanpak langs vele wegen (bv. hybride zorg, pakketreductie, JZJP en het inzetten bij zorg op verplaatsen, voorkomen en vervangen). Mij valt op dat bij passende zorg en JZJP altijd wordt aangenomen dat na weging via “zinnige zorg” met ZE&GG dat dat dan mínder zorg betekent. Dat is maar de vraag, lijkt eerder op wensdenken. Dat bij geleverde zorg niet alles zinnig is, zal zeker kloppen. Maar hoe staat het met percentage gemiste zinnige zorg bij niet geleverde zorg?

De opmerking in NRC van de bestuursvoorzitter snijdt hout. Ook deze hoogleraar huisartsgeneeskunde stelt recent al de vraag of we niet snel de transitie moeten maken van “alles moet wat kan” naar “kan alles wat moet”. Met achter “kan alles wat moet” nu inmiddels een vraagteken (Medisch Contact, 25 augustus 2022).

“Het schrappen van zorg uit het basispakket” (NOS, 7 september 2022)

Citaat: “Als het niet lukt om de zorgvraag te beperken, zo staat waarschuwend in het conceptakkoord, bestaat het gevaar dat het mes dieper in het basispakket gaat. Dan gaat het niet alleen om ‘zinloze’ zorg maar ook om zorg die noodzakelijk en effectief wordt geacht.

Hoe wordt bepaald welke zorg verdwijnt?

In Nederland adviseert het onafhankelijke Zorginstituut het kabinet over welke zorg in het basispakket moet worden opgenomen. Het gaat om welke voorgeschreven medicijnen worden vergoed en welke zorg je krijgt bij de huisarts, het ziekenhuis, de spoedeisende hulp en de GGZ. Dit instituut moet toetsen welke behandelingen wel en niet tot de zogeheten ‘passende zorg’ behoren. In het IZA wordt passende zorg omschreven als medische handelingen die ‘aantoonbaar voldoen aan de stand van wetenschap en praktijk’. Ook moet de zorg ‘doelmatig’ zijn.”

AM: Het zogenaamde “pakketbeheer” is zeker een prominent onderdeel van de IZA-conceptversie (pg. 28 t/m 33). Dit betekent een herbeoordeling van de pakketcriteria om te kijken wat naar nieuwe inzichten nog in de basisverzekering hoort. Deze criteria waren en zijn: noodzakelijkheid, effectiviteit, kosteneffectiviteit en uitvoerbaarheid (blog).

Titel NOS-bericht: “Kabinet wil ‘onbewezen’ zorg uit basispakket schrappen, versobering op komst.”

“Wijkverpleging essentieel voor vergrijzend Nederland” (Actiz, 7 september 2022)

Citaat: “Wijkverpleging is cruciaal in ons zorgsysteem: het voorkomt ziekenhuisopnames, zorgt dat mensen thuis verder kunnen herstellen na een operatie, verlicht het werk van huisartsen en helpt mensen zelfstandig te blijven wonen. In een tijd waarin de maatschappelijke opgave door de vergrijzing groeit, wil de ouderenzorg meehelpen zorg voor mensen beschikbaar te houden en tegelijkertijd aantrekkelijk werk en goede werkomstandigheden te bieden aan medewerkers in de sector. Het aantal ouderen stijgt de komende jaren hard. Van 2,6 miljoen nu, naar 4,6 miljoen in 2040, van wie ruim 1,5 miljoen boven de 80 jaar. Dat betekent ook dat de vraag naar zorg zal stijgen.”

AM: Huisartsenzorg en wijkverpleging zitten wat financieel beleid betreft, beiden kerndisciplines in de eerste lijn, in hetzelfde schuitje. Een forse voorafkorting met vervolgens procentueel gezien een exact hetzelfde financieel groeipad (volumegroei), van +2,0% in 2023, voor beiden oplopend naar +3,5% in 2026 (pg. 17, 122, 123, 125 t/m 127, 129, 130). Maar ook voor beide beroepsgroepen geldt dat de financieringsbronnen vanuit het IZA komen van het budgetkader, van transformatiemiddelen, van specifieke sectorale middelen ter investering en via de zogenaamde “enveloppen” (bv. punt d op pg. 128) uit het coalitieakkoord. Met voor beiden als rode draad dat veel van deze middelen, bij een IZA-akkoord, gaan lopen via de portemonnee (en de voorwaarden) van de zorgverzekeraars. Dit impliceert dus een verplicht zorgcontract, met een wel heel erg (toenemende) afhankelijke positie van zorgverleners ten opzichte van verzekeraars.

 

Het moet stoppen dat verzekeraars en het ministerie proberen het voor patiënten onaantrekkelijk te maken om een zorgaanbieder zonder contract te kiezen. Daarbij is contractloosheid niet altijd de voorkeur van de zorgverlener, maar de uitkomst van een beperkte zorginkoop. Verder, waarom als verzekeraar een voorkeur uitspreken bij contracteren voor zogenaamde grootschaligheid? Want vanuit de zorgplicht: met hun machtspositie kunnen juist zorgverzekeraars sturen op de contracteergraad.”

“Bij het Zorgakkoord moet de inhoud de zorg bepalen” (NRC, 7 september 2022)

Het betreft een opiniestuk geschreven door een spoedeisende-hulp-arts, ook voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen en een huisarts en initiatiefnemer van Help De Huisarts Verzuipt.

Citaat: “Want met een toenemend personeelstekort, noodzaak voor duurzaamheid en toenemende gezondheidsverschillen, moet op de korte termijn worden ingegrepen door alle partijen samen. Hiervoor is vertrouwen nodig. Niet in de laatste plaats omdat een gebrek aan vertrouwen oorzaak en gevolg is van een ongebreidelde controle- en regeldrang en toename van functies die effectief geen zorg leveren. Vertrouwen is niet hetzelfde als naïviteit. Het betekent afspraken nakomen en streven naar een systeem dat elke professional in zijn of haar kracht zet. Wij denken daarom dat het teruggeven van vertrouwen een centrale rol zou moeten innemen bij het IZA.” 

En

De reactie met protocollering, standaardisering en administratie om meer grip op de zorg te krijgen is begrijpelijk, maar met 20 procent van de regels zouden 80 procent van de zorgproblemen kunnen worden opgelost. Puur doordat je met die regels de ruimte verliest voor maatwerk dat voortvloeit uit expertise; de expertise van de professional, maar ook de expertise van de patiënt als het gaat over hemzelf of haarzelf. En al het voorgenoemde leidt tot een toenemend verlies van vertrouwen van mensen in elkaar.

Als er geen vertrouwen meer is in elkaar bestaat het risico van een vicieuze cirkel. Dan wordt het kind met het badwater weggegooid. In plaats van dat de inhoud dan de zorg bepaalt, gaan andere, waaronder financiële belangen dit doen. Dit leidt tot een systeem waarin zorg wordt geconsumeerd, niet tot een systeem dat gezondheid creëert. Zo kun je strak gestroomlijnd bij een gebroken teen via de huisarts, radioloog en spoedeisende hulp horen dat een stevige schoen wordt geadviseerd totdat de pijn over is, maar hetzelfde advies kun je ook aan mensen geven zonder zo’n medisch traject.” 

AM: Gebrek aan vertrouwen is inderdaad veelal de aanleiding over te gaan tot protocollering en standaardisering. In een tijdperk van meer persoonsgerichte zorg heeft de professional wel behoefte aan een kapstok, maar deze kapstok kan op de werkvloer niet gebruikt worden als afrekeneenheid bij bekostiging of tuchtrecht. Zolang het adagium “controle is beter” bij uitkomstinformatie overheerst, is het vechten tegen de bierkaai.

Bekostiging van zorg is daarnaast altijd volgend op inhoud, organisatie en logistiek. En met veranderende wetgeving indien noodzakelijk (ZINVOL). Al decennia beginnen wij in NL met een budget vast te stellen (coalitieakkoord kabinet/Rijksbegroting), daarna gaan wij met zijn allen 135 pagina’s beleidstaal formuleren met als belangrijkste doelstelling om toch vooral binnen dat budget te blijven. Zonder dat voor de burger duidelijk wordt voor wie wat wanneer welke zorg per eenheid beschikbaar is en wat dat daadwerkelijk kost. Het alternatief is beschreven: het 5-stappenmodel (hier) en bij preventie invoering van een BOP als voorbeeld van kringloopfinanciering (hier).

Het valt ook niet altijd mee vertrouwen te geven of te nemen. Ook in deze IZA wordt het creëren van “gelijkgerichtheid” opnieuw genoemd als “passend” bij het uitvoeren van aanstaande impactvolle transformaties (pg. 116). Wat betreft de huisartsenzorg, weet iemand nog, als uitvloeisel van interventie van de beweging “Het Roer Moet Om”, welke 11 nieuwe afspraken (hier) er werden gemaakt in april 2016 voor een betere en gelijkwaardige contractering?

 “Inperking vrije artsenkeuze iets afgezwakt” (Advocaat bij Dirkzwager, 7 september 2022)

Citaat: “Uit vertrouwelijke stukken blijkt dat het oorspronkelijke plan om de vergoeding voor ongecontracteerde zorg te verlagen deels verlaten is. In het IZA wordt de maatregel weliswaar nog steeds genoemd, maar daarbij wordt nu expliciet vermeld dat het zogeheten ‘hinderpaalcriterium’ in acht genomen dient te worden. Dit criterium houdt kort samengevat in dat de vergoeding voor ongecontracteerde zorg niet zodanig laag mag zijn dat dit voor verzekerden met een naturapolis een feitelijke hinderpaal vormt om zich te wenden tot een niet-gecontracteerde zorgaanbieder.”

En

“Met het nuanceren van enkele plannen uit het concept IZA zijn zeker nog niet alle zorgen van zorgaanbieders weggenomen. Bij diverse resterende plannen kunnen nog altijd vraagtekens geplaatst worden. Zo vermeldt het IZA dat ongecontracteerde zorgaanbieders voorafgaand aan de behandeling een offerte aan de patiënt moeten sturen, zogenaamd om de patiënt te informeren over de kosten. Nut en noodzaak van deze maatregel is niet aangetoond. Er is geen enkele indicatie dat patiënten hier niet goed over voorgelicht worden. Er zijn bovendien ook nu al NZa-regels die zorgaanbieders verplichten vooraf inzicht te geven in de hoogte van de vergoeding. De maatregel lijkt dan ook primair geïntroduceerd te worden om zorgverzekeraars (en niet patiënten) aan de voordeur inzicht te geven in de kosten en – vooral – in de mate waarin coulance wordt toegepast (dus: besloten wordt het onvergoede deel van de factuur niet in rekening te brengen bij de patiënt) om vervolgens verder te kunnen beknibbelen op de vergoeding voor ongecontracteerde zorg. Met de maatregel laat het ministerie van VWS zien nog altijd erg gevoelig te zijn voor de lobby van zorgverzekeraars. Het is overigens maar zeer de vraag in hoeverre zorgaanbieders voorafgaand aan een behandeling al een realistische prijsinschatting kunnen geven. Deze maatregel levert bovendien extra administratieve lasten op voor ongecontracteerde zorgaanbieders, terwijl zij door instrumenten als het machtigingsvereiste al veelvuldig te maken krijgen met extra papierwerk.”

AM: Allereerst de vraag of niet elke gekwalificeerde zorgverlener, nu en straks, nodig is om bij schaarste te worden ingezet. Het moet stoppen dat verzekeraars en het ministerie proberen het voor patiënten onaantrekkelijk te maken om een zorgaanbieder zonder contract te kiezen. Daarbij is contractloosheid niet altijd de voorkeur van de zorgverlener, maar de uitkomst van een beperkte zorginkoop. Verder, waarom als verzekeraar een voorkeur uitspreken bij contracteren voor zogenaamde grootschaligheid? Want vanuit de zorgplicht: met hun machtspositie kunnen juist zorgverzekeraars sturen op de contracteergraad.

Mij heeft het verbaasd dat in de Conceptversie IZA 1.0 een apart hoofdstuk wordt geschreven over “countervailing power” als sturingsmogelijkheid voor zorgverzekeraars bij contractering (hoofdstuk 4.9, pg. 119 en 120). Maar dezelfde IZA bevat voor zorgverleners en burgers geen hoofdstuk over een te ontwikkelen tegenkracht als in te zetten “wapen” bij zorgcontractering op de inkoopmarkt. Selectief voorkeursbeleid, noem ik dat.

Besluitvorming over het standpunt ten opzichte van de Conceptversie IZA 1.0

Vanuit de huisartsenzorg hebben de beide bewegingen “De Bevlogen Huisartsen”(hier) en “Help de huisarts verzuipt” (hier) zich uitgesproken tegen de Conceptversie IZA 1.0.

De huisartsverenigingen, die horen bij de 17 partijen die hebben deelgenomen aan de IZA-besprekingen, besluiten aanstaande maandag 12 september over het akkoord.

Verder is nog maar alleen nieuws over besluitvorming te melden vanuit de GGZ.

“MIND ondertekent het Integraal Zorgakkoord niet”, (7 september 2022 + Zorgvisie, 7 september 2022)

(MIND is de koepel voor cliënten- en familieorganisaties in de ggz)

Citaat: “In het akkoord staan goede maatregelen, maar een aantal afspraken zet het recht van patiënten en burgers onder druk. Zo wordt de vrije keuze voor een behandelaar ingeperkt en worden onvoldoende garanties ingebouwd voor de bescherming van persoonsgegevens van cliënten en naasten. Ook is de financiering van de inzet van ervaringsdeskundigen onvoldoende geregeld en is de inbreng van gemeenten en het sociale domein nog onzeker.”

En

Begin juli stuurde MIND al een brief aan minister Helder waarin werd gewezen op het recht op gelijke toegang tot zorg, de zogenoemde vrije artsenkeuze; dit is een recht waar wat MIND betreft niet aan getornd wordt. Helaas wordt op basis van de afspraken in het IZA de ongecontracteerde zorg nog maar beperkt vergoed. Dit kan leiden tot tweedeling in de samenleving. Want mensen met een lager inkomen kiezen vaak voor een goedkopere naturapolis; zij krijgen alleen de gecontracteerde zorg geheel vergoed en niet een ongecontracteerde behandelaar naar keuze. Dat is juist bij psychische problemen ongunstig, omdat de klik met de therapeut in belangrijke mate bepalend is voor het behandelresultaat.”

AM: Het standpunt van MIND (NRC, 7 september 2022) is inmiddels onderschreven door de LVVP (hier), de landelijke vereniging van vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten en door het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), zijnde de beroepsvereniging van ongeveer 14.000 psychologen en daarmee de vertegenwoordiger van de grootste beroepsgroep van behandelaren in de GGZ (Zorgvisie, 8 september 2022).

“De Nederlandse ggz stemt in met integraal zorgakkoord”, (7 september 2022)

(De leden van de Nederlandse GGZ staan hier per provincie)

Citaat: “De leden van de Nederlandse ggz, de branchevereniging van de ggz-organisaties, hebben vandaag unaniem besloten het integraal zorgakkoord (IZA) te ondersteunen en te willen ondertekenen. Het integraal zorgakkoord geeft concrete ambities en mogelijkheden om de ggz-zorg in Nederland toegankelijk te maken en te houden. Met voldoende perspectief voor de mensen die er werken.

De Nederlandse ggz zet samen met andere partijen uit het akkoord in op het realiseren van twee hoofddoelen:

1.     Vermindering van het aantal wachtenden en de duur dat deze mensen op zorg moeten wachten (over enkele jaren van 14 naar 5 weken).

2.     Zorgen dat de cruciale infrastructuur (zowel in mensen en middelen) voldoende beschikbaar blijft.”

AM: De werkgevers uit de GGZ stemmen dus voor, de clientorganisatie stemt tegen het IZA-akkoord. In mijn laatste blog (5 september 2022) maak ik melding van IZA-afspraken over de wachtlijstopvang door de GGZ-zorgaanbieder waar huisarts naar verwezen heeft (afspraken pg. 81, 82 en 86). Maar er staat in het IZA ook “De huisarts blijft de verwijzer”… en “het geldt niet voor alle verwijzingen”…

Maar wie expliciet met deze afspraken (wanneer wel/niet?) het wachtlijstbeheer 24/7 doet, bv. bij veranderende persoonlijke context of situatie, dat lees ik nog niet.

Maar er gaat wel wat veranderen, in elk geval richting de Treeknormen (Skipr, 7 september 2022).

Vandaag is verder bekend geworden dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de verplichte aanlevering voor zorgvraagtypering met antwoorden van HoNOS+ vragen uitstelt tot 1 januari 2023 (NZa, 9 september 2022).

Tot slot

Het doet me deugd dat na 4 maanden onderhandelen nu ook eindelijk de burgers inzage krijgen in afspraken die er over de zorg ook voor hen worden gemaakt. Burgers die met een verzekeringsplicht sowieso altijd te maken hebben met zorg uit de Zorgverzekeringswet.

Dat het zorgakkoord toch nog niet zo “integraal” is als de naam doet vermoeden, dat verwijt mag gemaakt worden (EY, 6 september 2022).

Komende week weten we meer.

Eerdere blogs in chronologie over het traject richting het Integrale Zorgakkoord

02.04.2021: NZa-evaluatie over contractering huisartsenzorg heeft weinig diepgang (monitor)

06.05.2021: Tussenevaluatie bestuurlijk akkoord huisartsenzorg benoemt niet alle knelpunten

01.09.2021: Over wenseninventarisatie bij huisartsen en beleidsmatige vervolgstappen (LHV)

07.09.2021: Bij huisartsenzorg (b)lijkt eigenaarschap van secundair belang (2) (fout: van primair belang)

20.09.2021: Ook de WRR stelt: prioriteer en maak keuzes (WRR-rapport “Kiezen voor houdbare zorg”)

30.09.2021: Deze plicht van openbare verantwoording gaat veel te ver (Wtza-plichten)

08.10.2021: Het hebben van een vaste huisarts leidt tot betere zorguitkomsten (3 indicatoren)

05.11.2021: Geen verband MVTP en (nieuw) tarief 15-minutenconsult (personeel + budget)

10.11.2021: Stijging van psyche meldingen bij arbeidsongeschiktheid van huisartsen (AOG/AOV)

16.11.2021: Medisch generalistische basiszorg is bij Wlz niet automatisch huisartsenzorg

24.11.2021: Stagnatie bij financiering MTVDP blokkeert een landelijke uitrol (HLA versus praktijk)

01.12.2021: Oplopende inflatie vraagt tariefaanpassing (inflatie>2,5% dus CEP en OVA ook aanpassen)

10.12.2021: Het Nederlandse zorgstelsel: een analyse op maat (Jeurissen/Maarse, les + vooruitzicht)

14.12.2021: Verbetering tuchtrecht: de bal ligt bij de KNMG (dubieuze uitspraken, geen lerende werking)

17.12.2021: Coalitieakkoord wijst naar nieuw af te sluiten integraal zorgakkoord (zorg in Rutte IV)

21.12.2021: Verkleinen gezondheidsverschillen: kabinet Rutte IV aan zet (volgens coalitieakkoord)

25.01.2022: Huisartsenzaken duidelijk geagendeerd bij aanvang 2022 (prioriteiten + PO + enquête)

01.02.2022: Ruimtegebrek bij huisartspraktijken is opnieuw een actueel thema (Newcom enquête)

14.02.2022: Zorgplicht impliceert juiste inkoop van voldoende zorg (1) (tijdig, wet, ZV, rol IGJ, NZa)

16.02.2022: Zorgplicht impliceert juiste inkoop van voldoende zorg (2) (tijdig, wet, ZV, rol IGJ, NZa)

24.02.2022: ANW-spoedzorg op huisartsenpost zo niet meer toekomstbestendig (dysbalans/wet)

02.03.2022: Uitgangspunten herinrichting landschap acute zorg bekend…en nu? (pilots/VWS/NZa)

13.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (1) (pas.z covid,Wlz,dure med, e.risico)

15.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (2) (acute z,lo-dien,p.tekort,jeugd,wmo)

17.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (3) (prev,GGZ,ICT,Integraal Akkoord)

01.04.2022: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: aanpak integraal akkoord (4) (Rutte IV)

07.04.2022: Hernieuwde houdbaarheidsagenda Wmo (beleid kabinet Rutte IV, huisvesting huisarts)

15.04.2022: Zet jeugdzorg op plek een, twee en drie (beleid: 5 basisprincipes + 5W1H uitvoering)

20.04.2022: Minister blijft vaag over noodzakelijk aantal spoedeisende hulp (SEH) (in IZA?)

10.05.2022: Insteek onderhandeling gaat huisartsenwaarde zorgakkoord bepalen (IZA/kabinet)

13.05.2022: Op weg naar een integraal zorgakkoord (toelichting op 7 agendapunten bij IZA)

17.05.2022: Opnieuw staat aanpak personele tekorten in zorg in de picture (TAZ:110.000/Gupta)

24.05.2022: De relatie tussen katheter, huisartsenactie en zorgakkoord (administratie/actiedag 1 juli)

30.05.2022: Huisartsenzorg: via de Mededingingswet naar een toekomstige DAEB (HS-artikel)

09.06.2022: Kabinetsreactie op WRR-rapport wazig: zelf 10 voorstellen gedaan (ipv werkgroep)

22.06.2022: Huisartsenacties: van terechte insteek naar goed resultaat (Malieveld/3 klippen/VWS-actie)

03.08.2022: Meekijkconsultatie: mistig bij uitvoering, bekostiging en contractering

09.08.2022: Herberekening GVS-vergoedingslimieten: bezint eer ge begint! (2023: -140 mln.?)

15.08.2022: Conceptversie Integraal Zorgakkoord is te ingewikkeld (geen 5W1H-SMART bij ZINVOL)

18.08.2022: Zorgplicht zorgverzekeraars blijft een (te) vaag omschreven begrip (plicht à “samen”)

23.08.2022: Méér armoede schaadt gezondheid en levenskwaliteit (actie bij inflatie/energiecrisis)

25.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (belang/inkoop)

30.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (2) (ZV-insteek)

05.09.2022: Besluitvorming Integrale Zorgakkoord lijkt haastklus (LR-raadpleging in 4 dagen…)

 

 

 

 

 

Vragen of opmerkingen?