In de Voorjaarsnota 2022 was te lezen dat zorgpremies voor de basisverzekering de komende jaren flink zullen gaan stijgen. In een Voorjaarsnota meldt een kabinet hoe het gaat met de inkomsten en uitgaven van het Rijk. En is gekeken of dit nog klopt met wat de ministeries hebben afgesproken in de Rijksbegroting VWS 2022 en het Coalitieakkoord (NB: gezondheidszorg, pagina 5) van de huidige regeringspartijen. Daarnaast geeft de regering van Rutte IV in de Voorjaarsnota alvast gezien de actualiteit een vooruitblik op de plannen voor volgend jaar.
Het is niet zo moeilijk te voorspellen dat zorgpremies zullen stijgen, alleen al vanwege de oplopende inflatie en oplopende kosten van het zogenaamde basispad in de zorg.
In deze blog ga ik in op de variabelen die meespelen welke nominale zorgpremie de burger de komende jaren zal gaan betalen voor zorg van de basisverzekering.
Allereerst in onderstaand kader recente informatie over komende zorgpremies van een nieuwswebsite en een zorgeconoom.
Citaten Voorjaarsnota (20 mei 2022), Skipr (14 juni 2022) en Groot/Wynia (18 juni 2022)
“De premies voor de zorgverzekering stijgen de komende jaren fors. De kosten gaan in vijf jaar met 36 procent omhoog. Daardoor neemt de gemiddelde premie voor een basisverzekering toe van 128 euro per maand dit jaar naar 147 euro per maand in 2023. De afgelopen jaren nam de premie veel minder toe, sinds 2019 met gemiddeld 2 procent per jaar. Dit jaar betalen Nederlanders 46,6 miljard euro aan zorgpremie staat in een bijlage bij die nota. Het kabinet voorspelt dat dit in 2027 63 miljard euro zal zijn (Bron: Voorjaarsnota, bijlage 9, Tabel 103 pg. 174). Ook na 2023 blijft de nominale premie stijgen tot… · 176 euro per maand in 2027 (Skipr) · 187 euro per maand in 2027 (Groot/Wynia)” |
Variabiliteit 1: de systematiek
De financiering van kosten van de basisverzekering via de Zorgverzekeringswet gaat via 4 kanalen. De helft van de jaarkosten wordt betaald via de inkomensafhankelijke bijdrage (IAB) die werknemers via hun werkgever betalen. De heffing, afhankelijk van wie betaalt, ligt in 2022 tussen de 5,5% en 6,75% van het maximumbijdrage-inkomen. Dit inkomen is vanwege politieke motieven gemaximeerd en is in 2022 is € 59.706, -. Of je 60.000 euro of 1 miljoen per jaar verdient, heeft verder voor de Zorgverzekeringswet geen invloed meer op premiehoogte.
Dit geld van de IAB komt binnen via de Belastingdienst en wordt gebruikt als vereveningsbijdrage richting zorgverzekeraars voor hun zorginkoop komend jaar. Wat zorgverzekeraars krijgen als vereveningsbijdrage hangt af van de diverse kostenposten: hoe meer burgers met hoge kosten bij een specifieke verzekeraar een polis afsluiten, hoe meer geld deze zorgverzekeraar krijgt. De hoogte van deze bijdrage wordt bepaald door het Zorginstituut en wordt elk jaar begin oktober aan de zorgverzekeraar bekend gemaakt. Mocht een zorgverzekeraar meer/minder polissen afsluiten in de overstapperiode nadien, dan wordt de vereveningsbijdrage ná de overstapperiode opwaarts/neerwaarts bijgesteld in de zogenaamde ‘lenteherberekening’ (blog).
De overige 50% van de kosten van de basisverzekering worden betaald via het Verplichte Eigen Risico (385 euro maximaal), via eigen betalingen (250 euro maximaal), via een overheidsbijdrage (kinderen 0-18 jaar die geen premie betalen) en tot slot de maandelijkse nominale premie van de eigen zorgverzekeraar.
Deze wettelijk vastgelegde 50%-50% regel zorgt ervoor dat als zorgkosten stijgen zowel de IAB als de nominale premie wordt verhoogd. Maar de politieke vragen blijven dan: waarom blijft de hoogte van het maximumbijdrage-inkomen dan nagenoeg hetzelfde (blog)? En daarnaast, hoeveel hoger wordt ieders zorgpremie? Of wordt het daarentegen snijden in de omvang van het pakket van de basisverzekering? Om langs deze weg betaalbaarheid en toegankelijkheid van het zorgstelsel te sturen?
In de Voorjaarsnota is te lezen welke plannen nog besproken moeten worden. Zoals het verhogen in de toekomst van het Eigen Risico met 100 euro, wat vooraf getoetst moet worden aan Europees recht. Verder nog bv. het gedeeltelijk terugdraaien van langdurige GGZ naar de Wet langdurige zorg. Etc.
Variabiliteit 2: de macro-economie
Het is moeilijk geld uit te geven, wat je niet hebt. Deze les is ons lang voorgehouden door zuinige ministers van Financiën. Omdat er toch nog wel een directe relatie is tussen economie en zorg (blog) en zorg wordt geduid als kostenpost bij de zogenaamde “collectieve uitgaven” (naast onderwijs, sociale zekerheid, politie etc.), draagt een gezonde economie bij aan correcte betaling van deze sectoren. Echter, de situatie is de laatste jaren gewijzigd door corona en de situatie in Oost-Europa. Het is makkelijk om de oplopende inflatie louter toe te wijzen aan de situatie in Oekraïne en de oplopende energiebelasting. Voor een deel komt geldontwaarding ook door het eigen Europese beleid (ECB, “geldscheppen”) met het opkopen van staatsschulden, het, net als de FED in USA, printen van extra geld en het te laat inzetten van renteverhoging om inflatie te dempen. Dit laatste gebeurt om de hoge schuldenlast van EU-landen niet nog eens extra te belasten met te betalen hogere rente.
Europa zit ingeklemd tussen machtsblokken van China en Amerika. Om financieringsstromen binnen landen, inclusief consequenties voor zorg, te begrijpen, is kennis nodig van financiering en (wereld)economie. Het motto bij het coalitieakkoord van het huidige kabinet was niet alleen “Omzien naar elkaar”, maar ook “vooruitkijken naar de toekomst”. Om iets van deze toekomstige economie te kunnen begrijpen, kwam ik zelf uit bij drie wijze lessen over de wereldeconomie: wereldeconomie I en wereldeconomie II en wereldeconomie III.
De toekomst is ongewis, maar zal mede gaan bepalen wat aan gezondheidszorg kan/mag worden uitgegeven.
Variabiliteit 3: de economie in Nederland
Economie in Nederland is dan op microniveau hier kijken hoe de actuele situatie is. Daarvoor dient het Coalitieakkoord (11 januari 2022) en de genoemde Voorjaarsnota (20 mei 2022). Maar zie, hoe snel en explosief (NRC/NRC/NRC/NRC/NRC) de situatie kan veranderen, bv. door de inval Rusland in Oekraïne (24 februari 2022).
Net als de meeste huishoudens waarschijnlijk doen, het op elkaar afstemmen van uitgaven en inkomsten, doet de Rijksoverheid dat ook (blog/blog). Dan heet het voor 2023 binnen de zorg het afstemmen van verwachte kosten (begroting) en gemaakte kosten (exploitatie). Bij de overheid worden dan het Rijksjaarverslag VWS 2021 (18 mei 2022) en Rijksbegroting VWS 2022 (21 september 2021) gebruikt als opmaat voor het berekenen van een zorgpremie 2023. Daar worden nog gegevens aan toegevoegd van kosten bij oplossingen van potentiële ‘brandhaarden” zoals de laatste tijd zijn te lezen bij de volgende sectoren, allen gefinancierd via de Zorgverzekeringswet: huisartsen, wijkverpleging, verloskundigen, GGZ, ziekenhuizen, apotheken, hulpmiddelen.
Het CPB raamt in 2022 een koopkrachtdaling van 5,1%, veroorzaakt door de hoge inflatie en lagere loonstijging als gevolg van toenemende werkloosheid. In 2023 zou de koopkracht zich enigszins kunnen herstellen met een verbetering van 0,6%.
Kostenreparatie tarieven, ook in de zorg, geschiedt bij de NZa volgens de CEP (Centraal Economisch Plan: prijsindexcijfer), voor 2022 voorlopig vastgesteld op 6,5%. De definitieve vaststelling CEP vindt plaats in juli 2022. Op basis van deze gegevens en onzekerheden komt het ministerie van VWS met de VWS-rekenpremie 2023 pas op de derde dinsdag in september 2022 (20 september: Prinsjesdag). Vermeld in de Rijksbegroting VWS 2023.
Zorgpremies kunnen naast de koppeling met uitgaven in de Zorgverzekeringswet ook dalen of stijgen door economische factoren, bijvoorbeeld door veranderende grondslagen en/of methodieken (blog) en/of de grenzen van belastingschijven. Feitelijk is alles mogelijk wat je kunt bedenken.
“Het is ook uiteindelijk de zorgverzekeraar zélf die de eigen premiehoogte voor de basisverzekering vaststelt. Dezelfde verzekeraar heeft geen enkel belang daar in een vroegtijdig stadium, zoals nu, al mededelingen over te doen.”
Variabiliteit 4: Het Integrale Zorgakkoord (IZA)
In een toelichting over de voortgang van het IZA zegt de minister (Kamerbrief, 10 mei 2022) dat nu één op de zes werknemers in Nederland in de zorg werkt en dat NL 11,2%2 van het bbp uitgeven aan zorg. Citaat: “Het is irreëel te veronderstellen dat het aandeel van de zorg op de Nederlandse arbeidsmarkt of in de collectieve middelen verder kan oplopen.”
Deze beperking met betrekking tot de beschikbare financiën bij het IZA is ook terug te zien bij onderstaande afspraken in het coalitieakkoord van het kabinet.
Bijlage Coalitieakkoord, pg. 5 (geldbedragen: 1 = 1€)
Onderwerp |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
Struc. 2027 |
Het IZA |
+80 mln. |
-295 mln. |
-572 mln. |
-886 mln. |
-1281 mln. |
-1489 mln. |
Nu is het IZA niet het enige middel wat wordt ingezet ter verbetering van de houdbaarheid van de zorg, maar deze aangekondigde structurele korting zal toch doorwerken.
De belangrijkste thema’s waarover onder het overkoepelende thema passende zorg binnen het IZA afspraken zullen worden gemaakt, zijn:
- Regionale samenwerking (incl. herschikking zorglandschap, en zorgconcentratie) (blog)
- Samenwerking sociaal domein, huisartsenzorg en GGZ (blog)
- Versterken organisatie van de basiszorg (blog/blog)
- Preventie en leefstijlgeneeskunde (blog)
- Waarde gedreven zorg met de patiënt, kwaliteit, uitkomstgerichte zorg, pakketbeheer, contractering (blog)
- Digitalisering en gegevensuitwisseling (artikel)
- Arbeidsmarkt en ontzorgen van de zorgmedewerkers (blog)
Het IZA is al in meerdere recente blogs onderwerp van aandacht geweest (blog/blog/blog). Dit keer geen separate hoofdlijnakkoorden, maar een integraal zorgakkoord. Voor alle duidelijkheid, ten aanzien van onderwerpen als passende zorg, gegevensuitwisseling, preventieakkoord, versterken organisatiegraad basiszorg zijn voor de komende kabinetsperiode wel investeringen afgesproken (pg.5).
Gemaakte afspraken bij het IZA hebben invloed op zorgkosten en dus ook op de IAB en de verwachte nominale premie 2023. Mits de afspraken ook deze zomer, dus voor Prinsjesdag, al bekend zijn (hier).
Variabiliteit 5: de beurs van de burger
Wat zorg betreft heeft elke burger te maken met een stapeling van zorgkosten. Dit wordt in de laatste Rijksbegroting geschat op gemiddeld €6161,- per volwassen Nederlander per jaar. Gezien de actuele ontwikkelingen (economie, inflatie, oorlog) en de waarschuwing van het CPB dat mogelijk 1,2 miljoen huishoudens door de hoge inflatie in de knel kunnen komen (NRC, 9 juni 2022), zitten burgers niet te wachten op een hogere zorgpremie. Maar ook de overheid niet, vanwege uitbetaling en recht op zorgtoeslag.
Dan kent de Zorgverzekeringswet volgens de Voorjaarsnota nog een uitgavenmeevaller van 26 mln. euro als gevolg van een lager eigen risico. Een meevaller die vanwege wettelijke financiering leidt tot een automatische neerwaartse bijstelling van zowel zorgpremies en de zorgtoeslag vanaf 2023. Het kabinet gaat in augustus 2022 besluiten of deze meevaller wordt gebruikt voor premiekorting óf voor een reparatie van een tegenvaller. Lagere uitgaven Zorgverzekeringswet, hier 26 miljoen euro, leiden bij kiezen voor de eerste optie vanwege de 50-50% regel dus tot 13 mln. korting bij de IAB en 13 mln. minder nominale premie.
Variabiliteit 6: de beurs van de zorgverzekeraar
Last, but not least is de beurs van de zorgverzekeraar bepalend hoe hoog de nominale premie gaat worden. Dan gaat het over de financiële staat van zorgverzekeraars over 2021 en hun financiële reserves.
Het is ook uiteindelijk de zorgverzekeraar zélf die de eigen premiehoogte voor de basisverzekering vaststelt. Dezelfde verzekeraar heeft geen enkel belang daar in een vroegtijdig stadium, zoals nu, al mededelingen over 2023 te doen.
Naast bekendheid over de eigen uitgaven 2021 en de later (september?), alleen bij henzelf bekende eigen uitgaven over het eerste half jaar van 2022, zullen zorgverzekeraars ook wachten op de hoogte van de voor 2023 te verkrijgen vereveningsbijdrage. Deze bijdrage is elk jaar rond 14 oktober bij hen bekend. Gevoegd bij de informatie over verwachte uitgaven 2023, uitgavengroei door convenant of IZA over 2023, resultaat eigen beleggingen, aanwezige reserves en eisen DNB ten aanzien van solvabiliteit, kunnen zij begin november voor 2023 pas hun eigen eindberekening maken (monitor). Tot nu toe zijn zij verplicht dan uiterlijk 12 november de hoogte van de nominale premie publiekelijk bekend te maken. Na 12 november start dan voor de consument het overstapseizoen. Wat meestal leidt tot 6-7% overstappers (Vektis, 1 februari 2022: 6,7% is overgestapt, dit zijn 1,2 miljoen verzekerden).
Tot slot
In 2022 betalen Nederlanders 46,6 miljard euro aan zorgpremie en het kabinet voorspelt in de recente Voorjaarsnota dat dit in 2027 63 miljard euro zal zijn. De bruto uitgaven van de Zorgverzekeringswet staan in de Rijksbegroting 2022 op 54,4 miljard; de netto uitgaven op 41,2 miljard euro.
Dat de nominale zorgpremies de komende tijd zullen gaan stijgen, is duidelijk. De vraag hoe de zorgpremie voor 2023 gaat uitpakken, is gezien de beschreven 6 variabiliteiten nog onbekend. Bovendien wordt de hoogte van deze nominale maandpremie bepaald door de eigen risicodragende zorgverzekeraar en niet door de overheid.
Noch de overheid, noch de zorgverzekeraar is nu, in de 3e week van juni, in staat de precieze omvang van de zorgpremie van de basisverzekering te berekenen.
De door de overheid berekende en de voor statistieken en toeslagen noodzakelijke VWS-rekenpremie zal dit jaar bekend zijn op dinsdag 20 september. Of zoveel eerder omdat het kabinet traditioneel de Miljoenennota al laat lekken aan RTL-nieuws.
De hoogte van de nominale premie, wat elke burger per 2023 per maand voor het basispakket aan de eigen zorgverzekeraar gaat betalen, is uiterlijk op 12 november 2022 bekend.
Eerdere blogs over de zorgverzekering en het zorgstelsel
18.08.2013: Onvoldoende economisch herstel zet gezondheidszorg verder onder druk
19.11.2013: Solidariteit staat bij betaling van zorgkosten toenemend onder druk (afh.inkomen)
12.01.2017: Een inkomensafhankelijke betaling hoort bij een solidair zorgsysteem (€-solidair)
21.02.2017: Aanpassing premiebetaling zorg stuit op verzet (meer inkomensafhankelijk)
06.06.2017: Winst zorgverzekeraars: niet uitkeren, maar in zorg herinvesteren (geen winstdeling)
26.06.2017: Met een goede risicoverevening is slechts een verzekeraar voldoende (geen risico)
18.07.2017: Is minder marktwerking in het zorgstelsel nog een agendapunt (1)? (socialer)
10.08.2017: Kunnen zorgverzekeraars zich meer van elkaar onderscheiden? (eenheidsworst)
20.08.2017: Zorgpremie 2018 is bekend op 12 november 2017 (uiterlijk elk jaar op 12 november)
24.08.2017: Het risico van het Eigen Risico in het zorgstelsel (voor/tegens verplicht eigen risico)
27.09.2017: Bij dit zorgstelsel betaalt de burger de prijs (langs 3 wegen betaalt burger de kosten)
04.12.2017: Premiereductie betaald van zorggeld (onderschrijden en dan reclame met premiekorting)
06.01.2018: Analyse niet-gecontracteerde zorg nodig voor goede zorgrelatie (1) (met 3D-bril)
10.01.2018: Is minder marktwerking nog een agendapunt (2)? (geen koerswijziging t.a.v. stelsel)
01.03.2018: De rol van de banken in de zorgsector (de 4e partij in de zorg, als lening verstrekker)
12.03.2018: De zorg en de kunst van het kiezen (burger medeverantwoordelijk voor zorg en keuzes)
27.04.2018: Regionalisering van de zorg: wat willen burgers en zorgaanbieders? (schaalgrootte)
28.04.2018: Bij kostenbeheersing in de zorg draagt ieder een bij (actoren bij betaalbaarheid)
30.04.2018: Politiek en hoofdlijnenakkoorden (position papers in aanloop naar bestuurlijke akkoorden)
22.05.2018: Politieke discussie nodig bij inzet van publieke middelen (balans kwaliteit doelmatigheid)
05.06.2018: Informatieovervloed op zorgverzekeringsmarkt voelt als doolhof (overstap verzekeraar)
14.06.2018: Welke zorg hoort in de basisverzekering? (pakketcriteria beoordeeld door ZiN)
21.06.2018: Gevolgen van veranderingen in zorg richting 2040 (VTV-toekomstverkenning RIVM)
29.06.2018: Leiden stelselperikelen ook tot stelselwijzigingen? (eigen risico, info-plicht, polissen)
12.09.2018: Verbod op winstuitkering aan zorgverzekeraars is een goede zaak (gesloten circuit)
14.09.2018: Aantal ZZP’ers van invloed op hoogte zorgpremie (50% kosten voor werkgever/zzp’er)
20.09.2018: Zoektocht naar maatregelen kostenbeheersing nog volop gaande (voorbeeld/aanpak)
28.09.2018: Stelseldiscussie lijkt onontkoombaar: niet top-down, maar bottom-up (burger!)
13.10.2018: Wouter Bos: “Stop met wegduiken voor pijnlijke keuzes in de zorg” (blijkt moeilijk…)
21.10.2018: Werken aan de agenda van de vooruitgang (reorganiseren + betaalbaar houden)
08.11.2018: Selectief commentaar NZa bij verschijnen monitor zorgverzekeringen (repliek)
29.11.2018: Persbericht: “zorgstelsel vertoont ernstige gebreken” (Platform Betrouwbare Zorgcijfers)
15.12.2018: Aanpak betonrot in publieke zaak: groter denken, kleiner doen (Tjeenk Willink)
19.03.2019: Wachten op het wegwerken van wachtlijsten (Treeknormen en zorgplicht)
15.04.2019: Is minder marktwerking in het zorgstelsel nog een agendapunt (3)? (richting waarborgen)
04.07.2019: Samenhang is ZINVOL: zorgwetten inhoud nastreven voorwaarden etc. (HRMO)
24.07.2019: Aanpassing zorgstelsel: een bijdrage aan het debat (mijn eigen persoonlijke bijdrage)
21.08.2019: Wáár blijft het totaalplaatje? (stijging zorgkosten, personele tekorten, zorgstelsel etc.)
12.09.2019: Integreer monitor zorgverzekeringen met alledaagse zorg (verzekering versus praktijk)
29.10.2019: Méér inkomensafhankelijke zorgbetaling draagt (wel degelijk) bij aan meer solidariteit
19.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (05) (risicoverevening, geld blijft op plank, afschaf ex-post)
28.04.2020: Brede maatschappelijke heroverweging zorgstelsel: een discussie waard (v/e ambtelijke werkgroep)
12.05.2020: Een financiële kluwen: lenteherberekening en catastroferegeling (compensatie 21 ZV’s)
11.06.2020: De minister haalt oude koe uit de sloot (vrijheid artsenkeuze weer ter discussie)
24.06.2020: SER-rapport: zorgtoekomst vraagt een consistente, langjarige inzet in beleid en samenwerking
29.06.2020: Verbod op collectiviteit geeft zorgstelsel een meer sociaal karakter (37% betaalt voor 63%)
04.08.2020: Een kwestie van kiezen (te maken zorgkeuzes in politiek bij verkiezingen: 226 voorstellen)
26.10.2020: Kiezen is een kunst (over politieke zorgkeuzes als het niet meer financierbaar is)
24.11.2020: Leerpunten decentralisatie gebruiken bij regionalisering (SCP-rapport: nut medisch?)
02.12.2020: Passende zorg zoekt passende bekostiging (1) (NZa ZiN rapport zorginhoud)
04.12.2020: Passende zorg zoekt passende bekostiging (2) (NZa ZiN rapp. bekostiging/organisatie:opties)
14.12.2020: Zorgplicht zorgverzekeraar is primair een resultaatverplichting (NZa met plichten ZV)
24.12.2020: Discussienota kabinet Zorg voor de Toekomst: een reactie (consultatie + reactie)
16.02.2021: Megaklus nieuwe ministers van VWS en Medische Zorg (controversiële onderwerpen)
29.03.2021: Handhaving inkoopplicht zorgverzekeraars moet na 15 jaar nog beginnen (NZa)
14.06.2021: Over toverwoorden en de kunst van veranderen (ziekenhuistransitie i/e verandercyclus)
22.06.2021: De zorg heeft integrale adviezen en toezicht nodig (RVS-rapport à verandercyclus)
03.09.2021: Vertraging kabinetsformatie remt ook oplossingen bij zorgdilemma’s (mnd stilstand)
20.09.2021: Ook de WRR stelt: prioriteer en maak keuzes (WRR-rapport “Kiezen voor houdbare zorg”)
24.09.2021: Onder druk wordt alles vloeibaar (salarisverbetering pas na druk Tweede Kamer)
30.09.2021: Deze plicht van openbare verantwoording gaat veel te ver (Wtza-plichten)
01.11.2021: Het woord is aan de minister (3) (over Rijksbegroting 2022 en relatie met blogs)
10.12.2021: Het Nederlandse zorgstelsel: een analyse op maat (Jeurissen/Maarse, les + vooruitzicht)
17.12.2021: Coalitieakkoord wijst naar nieuw af te sluiten integraal zorgakkoord (zorg in Rutte IV)
21.12.2021: Verkleinen gezondheidsverschillen: kabinet Rutte IV aan zet (volgens coalitieakkoord)
14.02.2022: Zorgplicht impliceert juiste inkoop van voldoende zorg (1) (tijdig, wet, ZV, rol IGJ, NZa)
16.02.2022: Zorgplicht impliceert juiste inkoop van voldoende zorg (2) (tijdig, wet, ZV, rol IGJ, NZa)
13.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (1) (pas.z covid,Wlz,dure med, e.risico)
15.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (2) (acute z,lo-dien,p.tekort,jeugd,wmo)
17.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (3) (prev,GGZ,ICT,Integraal Akkoord)
13.05.2022: Op weg naar een integraal zorgakkoord (toelichting op 7 agendapunten bij IZA)
17.05.2022: Opnieuw staat aanpak personele tekorten in zorg in de picture (TAZ:110.000/Gupta)
09.06.2022: Kabinetsreactie op WRR-rapport wazig: zelf 10 voorstellen gedaan (ipv werkgroep)