Deze week vroeg het actualiteitenprogramma “Nieuwsuur” (14 december 2022) aan de minister hoeveel een indicatie voor de Wet langdurige zorg (Wlz) eigenlijk nog waard is? Want ja, het was het afgelopen jaar voor zorgkantoren steeds lastiger om kwetsbare mensen op tijd te bemiddelen naar gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg of langdurige geestelijke gezondheidszorg. Met als resultaat dat het aantal ouderen dat op een wachtlijst staat voor een acute opname in een verpleeghuis tussen januari en november van dit jaar 2022 is gestegen van 2762 naar 4737 mensen: een toename van ruim 70 procent. Waarbij honderden van hen zelfs al langer dan een halfjaar wachten op een bed (bron: wachtlijstregistratie).
Wat was het antwoord van de minister aan Nieuwsuur (bijlage, 15 december 2022)
“In de meeste gevallen kunnen mensen die urgent of actief bemiddeld moeten worden binnen de streeftermijnen geholpen worden. Daarmee kunnen we mensen met een Wlz-indicatie in de meeste gevallen de zorg geven die ze nodig hebben. In de periode dat mensen niet direct geplaatst kunnen worden, wordt overbruggingszorg geleverd en krijgen zij dus thuis de zorg die ze nodig hebben. De stijging van het aantal urgent en actief wachtenden baart echter wel zorgen en geeft aan dat we tegen de grenzen aanzitten.” |
“Ouderenzorg”
Op 1 januari 2022 telde Nederland 3.525.453 inwoners van 65 jaar of ouder (CBS). De term “ouderenzorg” schept hier beleidsmatige verwarring, als daar niet expliciet bij wordt vermeld dat het bij de Wet langdurige zorg gaat om ouderen met een 24-uurs afhankelijkheid van zorg: direct afhankelijk, of van zorg in nabijheid. Ruim 50% van de Wlz-geïndiceerden (totaal 350.000) valt onder de sector verpleging en verzorging (ongeveer 184.000 in sector V&V). De meesten van hen binnen deze deelsector zijn ouderen met een door het CIZ afgegeven zorgprofiel. Voor de generieke impact van vergrijzing op volksgezondheid en zorg verwijs ik naar het RIVM/VTV2018 (RIVM/VTV 2018 + update 2020 + VTV-2024) en mijn recente blog. Zo verwacht het RIVM een ruime verdubbeling van het aantal mensen met dementie (in alle leeftijden), van 154.000 in 2015 tot 330.000 in 2040 (hier).
Wat zijn (dan) de grote problemen binnen de Wet langdurige zorg?
De vraag van Nieuwsuur komt niet uit de lucht vallen. In een notendop: Nederland vindt de kosten Wlz-ouderenzorg te hoog oplopen (CPB, november 2019 + CPB, 2022, pg. 6 van 17), wil toekomstige verpleeghuisplekken vervangen door verpleegzorgplekken thuis/extramuraal (blog, 7 december 2022), via 250.000 (Zorgvisie, 4 juli 2022) nog te bouwen woningen voor ouderen (nultredenwoningen/nieuwbouw), bouw die mede door stikstofproblematiek niet van de grond komt (minister, 14 december 2022), particuliere verpleeghuissetting in opkomst met mogelijkheid tot winstuitkering, onduidelijkheid over taakinvulling bij de extramurale invulling van de medisch generalistische basiszorg (blog, 6 oktober 2022), 21.833 wachtenden op Wlz-zorg in de sector van ouderenzorg: verpleging en verzorging, met ook wachtenden voor een acute opname, een eigen bijdrage voor cliënten die afhankelijk is van soort Wlz-zorg, inkomen en vermogen oplopend tot maximaal 2400 euro per maand naast woonkosten en nominale premie Zorgverzekeringswet, al 5 jaar personele tekorten waarbij een derde van de verpleeghuizen te weinig en te weinig deskundig personeel inzet (Inspectie, 2021), tekort aan mantelzorgers, onbedoelde uitstroom uit Wmo naar Wlz. Tot slot, het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) maakt vaker fouten bij het behandelen van de jaarlijks 140.000 aanvragen voor langdurige zorg (hier).
Naast de al eerder gesloten verzorgingshuizen, zowaar, een wel heel problematische actuele agenda, waarbij veel aspecten ook terugkomen in dit recente artikel (NRC, 3 november 2022).
Toetsing pakketcriteria in de langdurige zorg (VWS, 2 december 2022: hier en hier)
Hier passeren dezelfde criteria als bij de Zorgverzekeringswet, namelijk effectiviteit, kosteneffectiviteit, personeelsinzet, duurzaamheid, noodzakelijkheid en uitvoerbaarheid (blog).
Om de langdurige zorg toekomstbestendig en van goede kwaliteit te houden, zo meldt de minister in deze Kamerbrief, wordt gekeken naar kansen om mogelijkheden te verkennen van technologische en sociale innovaties, die tijdbesparend zijn en zorg kunnen voorkomen of de cliënt meer eigen regie geven. Zoals het “reablementprogramma Langer Actief Thuis”, “slim incontinentiemateriaal” en het werken met “leefcirkels”, waarbij mensen met dementie een polsbandje dragen met een digitale tag, zodat de toegestane bewegingsruimte is geregeld.
Het Zorginstituut gaat net als binnen de Zorgverzekeringswet kijken op welke wijze het beoordelingskader ‘stand van de wetenschap en praktijk’ met genoemde pakketcriteria toegepast kan worden voor zorg vanuit de Wlz. Het resultaat (hier), het “beoordelingskader” kan daarna ook door zorgkantoren gebruikt worden bij hun inkoop (hier).
“Daarnaast is inmiddels de noodremprocedure aangepast, waarbij het ministerie van VWS de mogelijkheid heeft om vooraf te toetsen of de meerwaarde van de nieuwe kwaliteitsstandaard opweegt tegen de financiële gevolgen daarvan. De noodremprocedure voorkomt hiermee dat een nieuwe kwaliteitsstandaard automatisch, zoals in 2017, tot een forse uitgavenstijging leidt. Dit is geregeld (Eerste Kamer, 8 september 2020) in een wet“Wet aanscherping toetsing voorgedragen kwalitei
Beschouwing
Kijkend naar de problematische werkagenda, dan is daarnaast bekend dat door het huidige kabinet een bezuiniging is ingeboekt door het loslaten van de personeelsnorm die eerder in 2017 is opgenomen in het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg (Actiz, 19 januari 2022).
Even terug in de tijd: deze personele norm…
Dankzij Carin Gaemers en Hugo Borst werd in 2016 via een Manifest de personele onderbezetting in verpleeghuizen aan de kaak gesteld. Zij kregen hiervoor de Machiavelliprijs 2016. De nieuwe norm werd na een publiek debat minstens twee zorgmedewerkers op acht verpleeghuisbewoners. Er kwam vervolgens een nieuw Kwaliteitskader waarbij de regering niet in de gaten had dat dan ook de hier bij passende financiën moesten worden geleverd. Dit leidde tot een extra investering in Rutte II van ruim 2 miljard euro in de sector. Ik schreef over dit wonderlijke gebeuren destijds enkele blogs.
24.07.2017: Verpleeghuizen (over personele tekorten, het Manifest en Kwaliteitskader)
31.07.2017: Wat worden bij verpleeghuizen de vervolgstappen in beleid? (…een kostenonderzoek!)
18.09.2017: Politiek let niet op bij implementatie kwaliteitsrichtlijn in verpleeghuizen (verrassing)
De laatste blog (18.09.17), eindigde ik met (citaat): “Het meest zorgelijk is het feit dat als van een kwaliteitsrichtlijn de werkelijke kosten worden berekend, iedereen schrikt van de prijs. Weten we eigenlijk wel wat het leveren van kwalitatieve zorg kost?”
Tot op de dag van vandaag geldt dit nog steeds omdat er wel, ook in de Wlz (blog), top-down opgezette praktijkkostenonderzoeken zijn (KPMG/NZa, 2018), maar nimmer transparante publieke kostprijsberekeningen, met een bottom-up berekening van kosten van noodzakelijke zorg, passend bij dé norm van de werkvloer.
Lees hieronder de verschillen, tussen de beide kwaliteitskaders ten aanzien van aanwezige verzorgenden. De situatie bij verpleegkundigen en artsen lijkt ongewijzigd.
Kwaliteitskaders verpleeghuiszorg
Tijdens de zorg en ondersteuning bij intensieve zorgmomenten (zoals opstaan, naar bed gaan, intake en rond het sterven) zijn er minimaal twee zorgverleners beschikbaar om deze taken te verrichten. Tijdens de dag en avond is er permanent iemand in de huiskamer of gemeenschappelijke ruimte om de aanwezige bewoners de benodigde aandacht en nabijheid te bieden en toezicht te houden. Wanneer een bewoner de ruimte moet verlaten is er iemand aanwezig om dit op te vangen. Hierbij kan ook gedacht worden aan de inzet van een vrijwilliger of familielid. In iedere dagdienst (ook in het weekend) is er per groep iemand aanwezig die de juiste kennis en competenties heeft om separaat van de zorgtaken aandacht te besteden aan zingeving/zinvolle daginvulling van cliënten. De zorgverleners die in direct contact zijn met de cliënten, kennen hun naam, zijn op de hoogte van hun achtergrond en persoonlijke wensen. Er is altijd iemand aanwezig die met zijn of haar kennis en vaardigheden aansluit bij de (zorg)vragen en (zorg)behoeften van de cliënten en bevoegd en bekwaam is voor de vereiste zorgtaken. ——————————————————- Er is in iedere locatie (volgens KvK registratie) voor cliënten met een indicatie verblijf met verpleging of behandeling, 24/7 een BIG geregistreerde verpleegkundige binnen 30 minuten ter plaatse. ——————————————————– Er is in iedere locatie (volgens KvK registratie) voor cliënten met een indicatie verblijf met verpleging of behandeling 24/7 een arts bereikbaar en oproepbaar. Deze arts reageert direct en is uiterlijk binnen 30 minuten ter plaatse. Er zijn 24/7 aanvullende voorzieningen beschikbaar voor (on)geplande zorg, vragen of toenemende complexiteit zoals: opschalen van personeel (inzetten mobiel team), inroepen specialist ouderengeneeskunde, overleg medisch specialist of gedragsdeskundige, tijdelijke overplaatsing cliënt naar andere afdeling in dezelfde zorgorganisatie, inschakelen Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE), ingang zetten ‘meerzorg’.
|
Er is altijd iemand aanwezig die met zijn of haar kennis en vaardigheden aansluit bij de (zorg)vragen en (zorg)behoeften van de cliënten en bevoegd en bekwaam is voor de vereiste zorgtaken. Denk daarbij aan kennis over de omgang met specifieke doelgroepen die in het verpleeghuis verblijven, zoals mensen met psychogeriatrische problematiek, specifieke (somatische) aandoeningen en zintuiglijke problematiek. Probleemherkenning is altijd geborgd. Er zijn afspraken vastgelegd over triage en deze afspraken worden regelmatig geëvalueerd met de betrokken medewerkers. De inzet van de verpleegkundige gaat niet alleen over acute situaties, maar ook over het oplossingsgericht meedenken in de dialoog met en betrokkenheid van familie/naasten.
——————————————————- Er is op iedere locatie (volgens KvK-registratie) voor cliënten met een indicatie verblijf met verpleging of behandeling, 24/7 een verpleegkundige beschikbaar; deze verpleegkundige reageert direct (kan telefonisch/via beeldbellen) en is zo nodig binnen dertig minuten ter plaatse. ——————————————————– Er is in iedere locatie (volgens KvK-registratie) voor cliënten met een indicatie verblijf met verpleging of behandeling 24/7 een arts bereikbaar en oproepbaar. Deze arts reageert direct en is uiterlijk binnen 30 minuten ter plaatse. Er zijn 24/7 aanvullende voorzieningen beschikbaar voor (on)geplande zorg, vragen of toenemende complexiteit zoals: opschalen van personeel (inzetten mobiel team), inroepen specialist ouderengeneeskunde en overleg gedragsdeskundige. Er zijn aanvullende voorzieningen beschikbaar voor (on)geplande zorg, vragen of toenemende complexiteit zoals: tijdelijke overplaatsing cliënt naar een andere afdeling in dezelfde zorgorganisatie, inschakelen Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) en het ingang zetten van ‘meerzorg’. |
Het kabinet Rutte IV ziet meer in het anders en slimmer inrichten van de ouderenzorg en wil ouderen ook beter ondersteunen zodat ze langer thuis kunnen blijven wonen. Personele tekorten worden genoemd als motief tot wijziging norm. Alsof deze personele tekorten in de thuissituatie minder ernstig zijn. Vreemd standpunt van dit kabinet. Het duo Gaemers/Borst zegt nu, 5 jaar later, “we zijn erin getrapt” en beraden zich op nieuwe stappen (AD, 1 oktober 2022). Citaat Carin Gaemers: “Want ik kan niet accepteren dat ze de meest kwetsbaren in de kou laten staan. Ik ben woest.”
Kritiek was er verder niet alleen van Actiz (19 januari 2022), maar ook van de Patiëntenfederatie (14 april 2022). De federatie zegt terecht dat de personele norm pas losgelaten kan worden als er een passend en volwaardig alternatief is waarmee de kwaliteit geborgd blijft.
Daarnaast is inmiddels de noodremprocedure aangepast, waarbij het ministerie van VWS de mogelijkheid heeft om vooraf te toetsen of de meerwaarde van de nieuwe kwaliteitsstandaard opweegt tegen de financiële gevolgen daarvan (CPB, november 2019). De noodremprocedure voorkomt hiermee dat een nieuwe kwaliteitsstandaard automatisch, zoals in 2017, tot een forse uitgavenstijging leidt. Dit is geregeld (Eerste Kamer, 8 september 2020) in het wetsvoorstel “Wet aanscherping toetsing voorgedragen kwaliteitsstandaarden”.
Tweede Kamer
In de Tweede Kamer zijn in 2022 wel degelijk acties ondernomen om voor goede verpleeghuiszorg het tij te keren, maar een politieke meerderheid is toch akkoord met dit kabinetsbeleid. Een beleid wat verder is toegelicht in Kamerbrieven (VWS, 7 juli 2022) en in Zorgvisie (4 juli 2022). Hier een paar voorbeelden van ingediende Moties.
Stemming in 2022 in Tweede Kamer over moties verpleeghuiszorg
Datum |
Motie |
Resultaat |
Tekorten aan medewerkers in de verpleeghuizen inlopen en de extra bezuiniging op personeel schrappen |
Verworpen |
|
Het schrappen van de huidige personeelsnorm niet als uitgangspunt nemen bij de doorontwikkeling van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg |
Verworpen |
|
In overleg met het Zorginstituut komen tot een kwaliteitskader voor de verpleeghuiszorg |
Aangenomen |
|
Het schrappen van de herinterpretatie van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg |
Verworpen |
|
Het afzien van de bezuiniging van 400 miljoen euro op de personeelsnorm in de verpleeghuizen |
Verworpen |
Intramuraal en/of extramuraal?
Het onderwerp of zorgintensieve ouderenzorg intra- of extramuraal gaat plaatsvinden (Rutte IV), was ook in 2020 al een onderwerp in blogs:
14.01.2020: Intramuraal beddentekort geeft extramuraal het ongemak (tekort verpleeghuisbed)
20.01.2020: Thuiswonende ouderen op weg naar hun zorg in 2030 (rapport Oud en zelfstandig 2030)
03.06.2020: Randvoorwaarden bij Wlz-zorg: vraag/antwoord bij het convenant (wlz en huisarts)
16.06.2020: Consequenties toename extramuraal gegeven Wlz-zorg: voor cliënt (1) (wachtenden)
18.06.2020: Consequenties toename extramuraal gegeven Wlz-zorg: voor HA en SO (2) (2 bronnen)
28.08.2020: Verpleeghuiscapaciteit: aanbod blijft achter bij vraag. Wat nu? (extramurale gevolgen)
Recent verscheen er een Kamerbrief (VWS, 12 december 2022) met de resultaten van het onderzoek naar het verschil in zorgkosten tussen zorg met en zonder verblijf in de Wet langdurige zorg. Een Wlz-verblijfindicatie is een van de uitkomsten van een CIZ-toetsing.
Citaat:
“De resultaten wijzen op een significant en substantieel verschil in zorgkosten tussen ouderen die intramuraal en extramuraal Wlz-zorg ontvangen. De totale zorgkosten (Zvw en Wlz) van een oudere met intramurale Wlz-zorg liggen in het eerste jaar € 27.329 hoger dan voor een oudere met vergelijkbare zorgbehoefte met extramurale Wlz-zorg. Het kostenverschil is sterk afhankelijk van de leveringsvorm en is het kleinst voor VPT en het grootst voor MPT. Het onderzoek wijst uit dat ouderen met intramurale Wlz-zorg per saldo meer zorgkosten hebben dan ouderen met extramurale Wlz-zorg, maar dat ouderen met intramurale Wlz-zorg minder zorgkosten binnen de Zvw maken. Een deel van de curatieve zorgbehoefte wordt in het verpleeghuis vervuld.” |
Met dit rapport in handen heeft naast aanpassing van de personele norm het kabinet, nu met oog op betaalbaarheid, een vermeend tweede wapen in handen over te gaan tot nog verdere extramuralisering van cliënten met een zorgintensief Wlz-profiel. Extramuraal zou het goedkoper zijn. Maar, is dat wel correct? Is er voor Wlz-thuiszorg wel voldoende personeel? Met voldoende competentie? Met voldoende specialistische consultatiemogelijkheden? Kan de eerste lijn dit aan, mede gezien de recente OECD-uitkomst, waarbij de uitgaven voor eerstelijnsgezondheidszorg als aandeel van de zorguitgaven in Nederland nog steeds laag (OECD, 5 december 2022, pg.137) zijn?
Met als prominent agendapunt de te organiseren acute zorg in ANW-tijd, zeker nu het IZA meldt dat op termijn “de bestaande ongelijkheid en onduidelijkheid tussen mensen op een plek met- en zonder behandeling verdwijnt.” Ik heb dit een ‘explosief item’ genoemd (blog), waarbij, opvallend genoeg, juist de consequenties niet beschreven zijn: het Integrale Zorgakkoord (IZA, 16 september 2022): Onderdeel E: Afspraken, pg.67/68).
Nog een alternatief: het particuliere verpleeghuis als kleinschalige woonzorgvoorziening
Terwijl traditionele verpleeghuizen aan de handrem trekken, vanwege geldnood of personeelstekort, dan wel vanwege staand kabinetsbeleid, schieten de particuliere verpleeghuizen met een ‘slim concept’ van geclusterd wonen als paddenstoelen uit de grond (NRC, 3 november 2022). NRC telde inmiddels in Nederland al 116 vestigingen van het Franse zorgconcern Orpea en 50 huizen in Nederland zijn van zorgketen Korian.
Standpunt LHV (6 oktober 2022): “Kleinschalige woonvormen voor ouderen met een Wlz-indicatie zijn eigenlijk kleine verpleeghuizen. De medische zorg die deze patiënten nodig hebben, denk aan het aansturen van een care-team, het opstellen, coördineren en evalueren van een vaak multidisciplinair behandelplan, is geen basisaanbod huisartsenzorg (einde citaat).”
Wat betreft de kwaliteitsborging heeft de Inspectie al een waarschuwing gegeven (Rapport, 28 november 2022) voor de zorg in particuliere verpleeghuizen (IQ-healthcare, 28 november 2022).
Citaat: “Deze rapportage biedt een overzicht van het wetenschappelijke bewijs over de kwaliteit van zorg in de ‘commerciële’ zorgsector. In theorie leveren ‘commerciële’ zorgaanbieders de zorg doelmatiger, in vergelijking met niet- commerciële zorgaanbieders, doordat commerciële zorgaanbieders gedisciplineerd worden door hun aandeelhouders om hun zorgverlening efficiënt te organiseren. ‘Commerciële’ aanbieders moeten echter ook hogere prijzen voor hun risicodragende kapitaal betalen waardoor ze elders moeten besparen willen ze concurrerend zijn ten opzichte van andere aanbieders. Bij hoge rendementen zijn ‘commerciële’ aanbieders echter ook bereid om te innoveren en nieuwe markten te verkennen. De zoektocht naar winst kan in theorie ten koste gaan van de kwaliteit van zorg, met name als deze moeilijk meetbaar is of als patiënten of cliënten zich in een afhankelijke situatie bevinden. Zo hebben private equity partijen veelal een sterkere winstprikkel met een korte termijn focus in vergelijking met zorginstellingen die in eigendom zijn van de oprichters. In theorie, hoe sterker de winstprikkel, hoe sterker de positieve of negatieve effecten met betrekking tot kwaliteit van zorg. Verschillende internationale reviews voor de verpleeghuiszorg laten zien dat deze lagere kostprijs correleert met een lagere personele bezetting, wat weer negatief relateert aan kwaliteit van deze zorg. In particuliere verpleeghuizen maakt men bijvoorbeeld winst op het woon- en servicecomponent. Deze huizen leveren bovendien vooral zorg aan welgestelde zorgbehoevenden. In beide sectoren heeft een sterke concentratie plaatsgevonden; enkele grote aanbieders domineren nu de markt. Daarbij lijken de risico’s groter te zijn bij aanbieders die in handen zijn van private- equity partijen. Dit betreft vooral de personeelssamenstelling (kwalificatie en fte/client ratio). Onze conclusie is dat eigendom type en de mate van commercie die daarmee gepaard gaat een relevante indicator is om te betrekken bij het toezicht op de kwaliteit van zorg in verpleeghuizen.” |
De toekomst zal het uitwijzen hoe de kwaliteit in particuliere verpleeghuizen blijft geborgd.
Follow the Money stelt dat de Europese ouderenzorg een goudmijn is voor internationale investeerders (FTM, 16 juli 2021).
De nieuwe bestuursvoorzitter van Menzis is over de winstdeling ook duidelijk:
Interview met Wouter Bos, bestuursvoorzitter Menzis (Zorgvisie, 16 december 2022)
Winst in de Wlz De commissie Zorg thuiswonende ouderen, waar Bos voorzitter van was, adviseerde begin 2020 om zorg aan ouderen thuis helemaal onder de Zvw te brengen. Maar ZN wees dat af. Daarvan zegt Bos nu: “Ik heb dus nog wat zendingswerk in eigen huis te doen. We zien dat private ondernemingen ontzaglijk veel geld verdienen met concepten voor het scheiden van wonen en zorg. In de Zvw vinden we het een schande om winst uit te keren aan aandeelhouders, maar in de Wlz gebeurt dat gewoon. Ik vind dat een anomalie. Geld dat is bedoeld voor de zorg mag niet verdwijnen in de zakken van ondernemers. Bovendien is het voor de zorgreis die mensen maken ook beter als er geen schotten zitten in de zorg aan huis.” |
Tot slot
Het afgelopen jaar veel blogs geschreven over (medische) zorg voor de meest kwetsbare ouderen (zie onderaan onderstaande bloglijst). Gegeven de huidige situatie zou ik graag op 13 punten een aanvulling willen geven op de eerder vermelde overheidsagenda, dan wel (ook?) bij de werkagenda IZA:
- Wat zijn/worden de spelregels bij particuliere verpleeghuizen (toelating + pakketcriteria + kwaliteitsbewaking + winstdeling), waartoe ook behoren de kleinschalige woonzorgvoorzieningen?
- Wat is de omvang van het probleem dat in deze kleinschalige woonzorgvoorziening vanwege de eigen bijdrage, (NB: hoog bij vermogen) expliciet geen Wlz-indicatie wordt aangevraagd? Waarbij verpleging & verzorging geschiedt via de Zorgverzekeringswet en het sociaal domein via Wmo, dan wel via het geriatrisch netwerk van mantelzorg/vrijwilligers/familie/Buurtwonen of (alsnog), met soms een kleine aanvullende private eigen bijdrage, door beter gesitueerden rechtstreeks betaald aan de instelling? Met een nieuwe tweedeling in de zorg: rijk (ja) versus arm (nee, helaas).
- Met als ‘bonus’ voor het tehuis, met dank aan de NZa (blog), de 24/7 collectief gefinancierde huisartsenzorg via HDS en Zorgverzekeringswet? Opinie: Zorgvisie, 23 juni 2022 + standpunt (26 maart 2021).
- Het al jarenlang (met pogingen tot) het langzaam masseren van Wlz-zorg naar de Zorgverzekeringswet, wat zijn daarbij nu de echte argumenten? Voor de burger? Voor de eerste lijn? Voor te consulteren specialisten? Voor de Rijksbegroting?
- Idem, maar dan specifiek voor de acute zorg in ANW-tijd? Te splitsen in met én zonder verblijf? En te splitsen in met én zonder behandeling?
- Het feit van grote aantallen wachtenden op Wlz-zorg: wie is hier naast de burger de risicodrager? Wie profiteert van uitstel?
- De tekorten aan zorgverleners: in hoeverre geldt voor hen: niet bekwaam, dan ook niet bevoegd? Ofwel: competentie als harde startdrempel. Ook van belang bij afspraken over taakafbakening (blog). Voorbeeld: IZA: “In 2025 worden 20% minder ouderen met een kwetsbare gezondheid onnodig opgenomen op de SEH.” Als dat betekent dat kwetsbare ouderen allemaal in kaart moeten worden gebracht met werk op gebied van valpreventie, advanced care planning, vermijdbare medicatieproblemen, hoe wordt dit 5W1H in het veld georganiseerd?
- In hoeverre zijn de Leidraden voor samenwerking en de instellingscontracten (Wkkgz) voor eenieder nog actueel? Zeker gezien de verandering van de personele norm (kwaliteitsstandaard geldt immers ook voor deze voorziening)?
- Idem over deze contracten, ten aanzien van werkafspraken over wilsonbekwaamheid en onvrijwillige zorg (hier)?
- Is het extra werk met passende inkomstendeling voor de huisartsdienststructuur van Wlz-zorg inmiddels (wel) ingebed in ieders HDS-beleid (blog), als de HDS tenminste dit werk organiseert? Is de winstdeling 1/3-1/3-1/3 van deze extra inkomsten nog wel van deze tijd (Artikel 6, punt 3)
- Ziet (dan) de HDS ook toe dat tijdens de ANW-uren de instellingen of appartementen voldoende verpleegkundige zorg hebben of deze snel kunnen oproepen voor zo nodig een consultatie vooraf?
- Wat is het percentage binnen Wlz met behandeling waar de HDS (toch) de spoedzorg organiseert? Zijn er verschuivingen merkbaar in dit percentage?
- Worden in Wmo-contracten tussen aanbieders en gemeenten afspraken gemaakt over een ‘veronderstelde’ jaarlijkse uitstroom naar de Wlz? Zo ja, welk percentage? Wat vindt de toezichthouder daarvan?
Tot zover. Nu vandaag op het noordelijk halfrond de winterzonnewende plaatsvindt, hoop ik dat ook wat betreft de zorg voor de meest kwetsbare ouderen we lichtere tijden tegemoet gaan.
Het plaatje onder de titel is afkomstig van het Zorginstituut
Eerdere blogs over ouderenzorg en Wet langdurige zorg
13.12.2013: Knelpunten in de ouderenzorg bij afbouw van de AWBZ (decentralisatie, bezuiniging)
22.08.2013: Zorgsubstitutie binnen de ouderenzorg
26.01.2014: Ook de financiering van toekomstige ouderenzorg kan een gemengde bekostiging zijn
25.03.2014: Kwetsbare ouderen verblijven al langer in een kwetsbare thuissituatie (schrijnend)
12.07.2017: Tekort aan verpleegkundigen in alle sectoren van de zorg
24.07.2017: Verpleeghuizen (over personele tekorten, het Manifest en Kwaliteitskader)
31.07.2017: Wat worden bij verpleeghuizen de vervolgstappen in beleid? (…een kostenonderzoek!)
18.09.2017: Politiek let niet op bij implementatie kwaliteitsrichtlijn in verpleeghuizen (verrassing)
04.08.2017: Ouderenzorg: te veel beleid, te weinig financiering (meer papier, dan budget)
15.09.2017: Ook de bekostiging van extramurale ouderenzorg is maatwerk (uitrekenen dus)
06.12.2017: Mate van beschikbaarheid zorgverleners kleurt uitvoering van zorg (roeien en riemen)
12.12.2017: Zorgval in de ouderenzorg (een terugval in zorgtoewijzing, ná een Wlz-zorgprofiel)
22.01.2018: Niet alles kan thuis (Wet zorg en dwang, onder andere ten behoeve van dementerenden)
05.02.2018: Praktijkondersteuning huisartsenzorg is onmisbaar (ja, ook bij ouderenzorg)
12.02.2018: Discussie over investeringen in verpleeghuiszorg (beïnvloeding VWS v/h kostenonderzoek?)
14.02.2018: Er zijn (blijkbaar) twee soorten kostenonderzoeken (huisarts/Wlz)
19.02.2018: De moeizame start van het eerstelijnsverblijf (NB: ELV-bed per 2017 in basispakket)
11.06.2018: Ouderenzorg thuis in 2018: een update (Pact, ELV, casemanager, afwentelgedrag)
05.07.2018: De moeizame doorstart van het eerstelijnsverblijf (NB: ELV-bed per 2017 in basispakket)
08.09.2018: Inzicht in toekomstige ouderenzorg: meer ouderen, meer kosten
17.09.2018: Actiepunten ter voorkoming zorgval bekend, nu de aanpak (overbruggingszorg, EKT)
18.09.2018: De huisarts en de Wet langdurige zorg (sectoren, met behandeling, bijdrage, ANW)
27.10.2018: Zelfs de voortgang van het eerstelijnsverblijf verloopt moeizaam (NB: ELV-bed…)
15.01.2019: Ouderenzorg thuis en de Wet langdurige zorg
22.01.2019: Variabelen bij capaciteit huisartsenzorg bijtijds agenderen
30.01.2019: Casemanagement bij dementie (nu verpleegkundige, basispakket, weinig ingezet)
01.02.2019: Schaarste personeel bedreigt zorg (instroom, maar ook veel uitstroom)
06.02.2019: Minister: “kwaliteitskader geldt ook voor kleinschalige woonzorgvoorziening”
09.02.2019: De race tussen wonen en zorg (scheiden wonen en zorg, te kort aantal seniorwoning)
13.02.2019: Cliëntondersteuning: graag onafhankelijk en gratis (in wet: recht! Wlz en Wmo))
16.02.2019: Het wisselen van huisarts nader bekeken (ps: kwetsbare ouderen + Wlz)
21.02.2019: Term passende ouderenzorg blijkt toch verwarrend te zijn (kwetsbaren zijn allang bekend)
19.03.2019: Wachten op het wegwerken van wachtlijsten (treeknormen, zorgplicht, basispakket)
21.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (1): Wzd
23.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (2): financiën
26.03.2019: Veranderingen medische zorg in kleinschalige woonzorgvoorziening (3): team
25.04.2019: Uitstel ruimere integrale financiering binnen de Wet langdurige zorg (te duur)
08.05.2019: Mag aantal uren verpleging in palliatieve setting worden gemaximeerd? (1) (nee)
03.07.2019: Mag aantal uren verpleging in palliatieve setting worden gemaximeerd? (2) (nee)
06.07.2019: Geen ruimere indicatie voor tarief intensieve zorg bij een Wlz-zorgprofiel (alleen VV)
09.07.2019: Slechts deel huisartsenposten beloont huisarts voor extra ANW-werk in Wlz (32%)
11.07.2019: Wordt onvrijwillige zorg (Wzd) straks wel vrijwillig gegeven?? (3 functies ingevuld?)
15.07.2019: Checklist bij huisartsenzorg en Wlz: acht vragen (puntenlijst alvorens inschrijving)
26.08.2019: Wlz ook voor permanent zorgintensieve GGZ-problematiek
06.09.2019: Wlz-indicatie mét behandeling en ANW-spoedzorg: des huisarts? (maar geen plicht)
26.09.2019: Stuwmeer van wachtenden met Wlz-indicatie (nog) niet op juiste plek (300.882)
28.09.2019: Wet zorg en dwang na jaren van discussie nu wel heel dichtbij (per 2020, functies?)
09.10.2019: SO en AVG, welkom in de Zorgverzekeringswet (per 2020, maar wel na verwijzing)
17.10.2019: De consequenties van wachten op plek in verpleeghuis (totaal 16.382)
01.11.2019: Medische zorg verstandelijk gehandicapten onder druk: wie is verantwoordelijk?
08.11.2019: Gezocht: een bed voor verblijf, onderzoek of herstel (ELV, GRZ, verpl.huis, zkhs, respijt)
02.01.2020: Financiële staat: vraag/antwoord (12) (ELV-bed, oorzaken tekort, wachten verpleeghuis)
14.01.2020: Intramuraal beddentekort geeft extramuraal het ongemak (tekort verpleeghuisbed)
20.01.2020: Thuiswonende ouderen op weg naar hun zorg in 2030 (rapport Oud en zelfstandig 2030)
29.05.2020: Randvoorwaarden zorg voor mensen met beperking concreter beschrijven (Wlz)
03.06.2020: Randvoorwaarden bij Wlz-zorg: vraag/antwoord bij het convenant (wlz en huisarts)
16.06.2020: Consequenties toename extramuraal gegeven Wlz-zorg: voor cliënt (1) (wachtenden)
18.06.2020: Consequenties toename extramuraal gegeven Wlz-zorg: voor HA en SO (2) (2 bronnen)
28.08.2020: Verpleeghuiscapaciteit: aanbod blijft achter bij vraag. Wat nu? (extramurale gevolgen)
17.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: de verpleeghuiszorg (3) (te laag aanbod)
21.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: de wijkverpleging (4) (cliëntprofiel versus uurtarief)
09.11.2020: Convenant medische zorg gehandicapten: nu de randvoorwaarden (kennis + contract)
16.11.2021: Medisch generalistische basiszorg is bij Wlz niet automatisch huisartsenzorg
19.01.2022: Wat gaat radicale verandering van ouderenzorg eigenlijk inhouden? (start Rutte IV)
13.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (1) (ouderenzorg = speerpunt 3)
15.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (2) (personeelstekort = speerpunt 8)
17.05.2022: Opnieuw staat aanpak personele tekorten in zorg in de picture (TAZ:110.000/Gupta)
13.09.2022: Huisartsen en wijkverpleging wijzen huidig zorgakkoord af (ANW/MTVP-garanties)
06.10.2022: Wie is verantwoordelijk bij taakafbakening Wlz-zorg? (Brief NZa/JGJ ivm zorgstagnatie)
07.12.2022: Zorg kwetsbare ouderen in de knel: qua beleid, qua uitvoering (1) (Rutte IV + IZA/huisvesting)