Er zijn weinig redenen om niet-gecontracteerde zorg anders te waarderen dan gecontracteerde zorg. Ook deze zorgverleners zonder contract geven veelal zorg uit de basisverzekering, aan burgers die voor deze basiszorg ook verplicht verzekerd zijn en daarvoor een nominale premie betalen. Voorwaarde voor bekostiging zou moeten zijn dat bij individuele contractering de zorgverlener gecertificeerd/geregistreerd is in het beroepsregister, dan wel dat de zorginstelling een vergunning heeft in het kader van de Wet toelating zorginstellingen (hier).

Zowel voor inkopende verzekeraars als leverende zorgaanbieders geldt binnen de Zorgverzekeringswet een contracteervrijheid. Verzekeraars hebben een inkoopplicht, zorgverleners hebben, contract of geen contract, een beroepscode.

Dat er niet-gecontracteerde zorg bestaat, kan te maken hebben met gebrekkige inkoop, zowel kwantitatief als kwalitatief. Maar kan ook te maken hebben met het niet akkoord gaan met de gestelde eisen van een zorgverzekeraar. Niet gecontracteerde zorg kan een bewuste keuze zijn van de zorgverlener, dan wel een logische consequentie van het feit dat verzekeraars met niet inzichtelijke omzetplafonds of aanneemsommen niet (meer) wensen te contracteren.

Dat verzekeraars streven naar een hoge contracteergraad is hun goed recht, dat zorgverleners met deze verzekeraar alvorens te tekenen in gesprek willen over de voorwaarden, is ook niet meer dan logisch.

Niet gecontracteerde zorg vormt zo een flexibele schil, als burgers voor noodzakelijke zorg uit de basisverzekering met keuzevrijheid bewust zelf een professional/zorgverlener kiezen.

Het is dan ook spijtig dat niet-gecontracteerde zorg de laatste jaren in het verdomhoekje terecht is gekomen. Het zou te duur zijn, ondermaats van kwaliteit zijn met grote kans op versnippering en fragmentatie.

Allemaal argumenten die makkelijk te weerleggen zijn. Niet gecontracteerde zorgverleners krijgen meestal niet het gangbare volledige tarief, meestal ongeveer slechts 75%. Dus juist goedkoper! Een eigen beroepscode waakt over kwaliteit, nascholingseisen en beschrijft wat innovatie is. Het is de professional die in samenspraak met de burger binnen de basisverzekering invulling geeft aan passende persoonsgerichte zorg en beleid. Bij mogelijk relatief veel cliënten met complexere zorg.

Daarnaast hebben verzekeraars nu al voldoende middelen om (materiële) controle uit te oefenen.

Veranderende wet- en regelgeving voor niet-gecontracteerde zorg?

In de zomer 2020 heeft het kabinet geprobeerd om niet gecontracteerde zorg verder aan banden te leggen (blog). Het ging over een wetswijziging van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet, met een verdere aanpassing van vergoedingspercentages voor juist de niet-gecontracteerde zorg (Zorgvisie, 19 juni 2020). Die percentages zouden niet alleen omlaaggaan, er zou nog meer differentiatie moeten komen. Feitelijk dwangmaatregelen van de overheid om langs deze weg met macht de positie van verzekeraars te versterken en nadien (dan) samen te koketteren met een hogere contracteergraad. Gelukkig is dit wetsvoorstel niet doorgegaan.

Midden 2020 was er ook de uitspraak van de rechtbank (Rechtbank, 28 juli 2020) dat zorgverzekeraars niet op basis van eigen criteria een maximum mogen vaststellen voor declaraties die onder een restitutiepolis vallen. Het uitgangspunt bij een restitutiepolis is dat de nota van de zorgaanbieder volledig wordt vergoed, aldus het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Het CBb zet hierbij dus tevens een streep door een algemene maximumvergoeding voor niet-gecontracteerde zorg (Skipr, 3 augustus 2020) en draagt zorgverzekeraars op om per zorgvorm te onderzoeken bij welk vergoedingsniveau nog voldaan wordt aan het wettelijk hinderpaalcriterium (MC, 9 oktober 2020).

Het hinderpaalcriterium

Dit hinderpaalcriterium is artikel 13 binnen de Zorgverzekeringswet, waarin staat dat de vergoeding van een zorgverzekeraar niet dusdanig laag mag zijn dat daardoor een feitelijke hinderpaal voor verplicht verzekerden ontstaat om zich tot een zorgaanbieder te wenden die niet door de zorgverzekeraar gecontracteerd is. Dit criterium garandeert vooralsnog het grondrecht van de burger voor een vrije zorgverlenerskeuze. Een grondrecht wat ook tot gevolg kan hebben dat de keuze dan valt op een niet-gecontracteerde maar wel gecertificeerde zorgverlener.

 

     

 

Een goede vervolgstap als ministerie zou zijn allereerst in chronologie een overzicht te geven van alle rechtszaken die zijn gegaan over contracten en tariefbeschikkingen. Wat heeft de rechter waar wanneer gezegd over welke sector en met welke motivatie? Een tweede vervolgstap betekent een scheiding aanbrengen tussen IZA-zaken met contracteringsperikelen die de minister namens de overheid regelt én zaken die zorgaanbieders binnen dit stelsel regelen met hun preferente verzekeraars“.

 

De benadering kantelt: belangrijker worden zorgplicht en contracteerproces

Na deze 2 gebeurtenissen kantelt de benadering van zorgverleners en wijst de toezichthouder vaker op de zorgplicht van verzekeraars met het benoemen van 4 zorgplichtthema’s met resultaatverplichting (NZa, 27 oktober 2020 + blog, 14 december 2020).

Dit leidt per 1 januari 2022 tot een nieuwe versie van een eerdere regeling over de Transparantieregeling Zorginkoopproces. Binnen de Zorgverzekeringswet zullen zorgaanbieders en zorgverzekeraars het contracteerproces voor de jaren 2023 en verder moeten inrichten in overeenstemming met deze nieuwe regeling. Een regeling die poogt de transparantie van het contracteerproces te vergroten.

De vier belangrijkste bepalingen uit de regeling zijn:

  1. Zorgverzekeraars moeten uiterlijk op 1 april het inkoopbeleid voor het komende kalenderjaar bekend maken.
  2. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders moeten voldoende bereikbaar zijn gedurende de contractering.
  3. Zorgverzekeraars moeten zorgaanbieders een redelijke termijn (4 weken) bieden om het contractsvoorstel te bestuderen en vragen te stellen.
  4. Wijzigen in het inkoopbeleid moetentijdig bekend worden gemaakt en op dezelfde wijze waarop de bekendmaking van de eerdere informatie heeft plaatsgevonden. 

Dit betekent dat fatsoenlijke gesprekken voorafgaand aan het tekenen van een contract plaats dienen te vinden. Wat precies tijdens deze gesprekken binnen de Transparantieregeling ieders rechten en plichten zijn, daarvoor verwijs ik naar informatie over jurisprudentie van advocaatkantoren, rechtszaken en wetsregels: hier+  hier + hier + hier + hier + hier + hier + hier + hier

Helaas is het nog steeds zo dat juristen vaak de zorgverleners moeten bijstaan en dat de tegenpartij (nog) vaak de overheid (vraag 61/62) en/of de zorgverzekeraars (hier) zijn. Een fatsoenlijk inkoopgesprek en onderhandeling is na zestien jaar Zorgverzekeringswet bij de “concurrentiële inkoop met individuele contractering” nog steeds geen gemeengoed.

Het hier en nu: het Integraal Zorgakkoord (IZA, 16 september 2022)

De afgelopen maanden hebben inclusief overheid en verzekeraars zeventien partijen onderhandeld over het IZA. Terecht is een apart hoofdstuk opgenomen over contractering (Onderdeel J: pg. 98 t/m pg. 104). Zolang het kabinet/Tweede Kamer dit zorgstelsel wil handhaven, is gedragsafstemming nodig op de drie markten van het basispakket, tussen burger/zorgvrager/verzekerde én zorgverzekeraar/zorginkoper én zorgaanbieder/ondernemer. Binnen deze driehoek is er toezicht van minister, samen met een handvol toezichthouders.

Of het richtinggevende IZA nu wel of niet is ondertekend, het contract tussen zorgverzekeraars en zorgverleners blijft voor de dagelijkse zorgpraktijk een van de hoekstenen van dit stelsel (blog). Zeker in deze tijd met de hoge inflatie (hier). De in het IZA vermelde “werkagenda” maakt ¾ deel van het rapport uit. Met allemaal items die nog moeten leiden tot vervolgafspraken, die als zorgverlener nadien, bij akkoordverklaring, zijn terug te vinden in de tekst van het individueel te tekenen zorgcontract 2023 e.v.

Gesprekken over dit contract kunnen leiden tot overeenstemming óf geen overeenstemming. Er is immers geen verplichting een contract aan te gaan, noch voor de verzekeraar, noch voor de zorgverlener. Het is ongepast de niet gecontracteerde zorgverlener vervolgens te diskwalificeren, al helemaal niet bij niet gevoerde contractbesprekingen, met steun daarvoor bij toezichthouders. Het gaat voor alle parttijen om een mix van waardigheid, professionele verantwoordelijkheid met eigen maatschappelijke rechten en plichten.

Wat staat er in het IZA over zorgcontracten?

Welnu, de contracttekst in het definitieve akkoord (IZA, 16 september 2022) verschilt van de tekst in de eerdere conceptversie (IZA, 12 augustus 2022). Het invoeren van een coulanceverbod als sturingsmogelijkheid (pg.96) is uit de definitieve versie gehouden. Dit verbod zou inhouden dat als een verzekerde met een naturapolis zorg betrekt bij niet-gecontracteerde aanbieders, deze burger het verschil tussen de nota van de zorgaanbieder en de vergoeding door de verzekeraar zelf dient te dragen en dat dit niet kan worden overgenomen door de zorgaanbieder of verzekeraar. Gelukkig is deze “treiterpassage” bij de IZA-voortgang ná 12 augustus geschrapt.

In onderstaand kader is de letterlijke tekst uit de laatste IZA-versie overgenomen uit het hoofdstuk contractering, voor zover het ‘sturingsmogelijkheden’ betreft.

IZA (16 september 2022, pg. 102 + 103): Sturingsmogelijkheden door contractering

“Niet-gecontracteerde zorgaanbieders zijn niet of minder goed aanspreekbaar op gelijkgerichte en gecommitteerde betrokkenheid die nodig is om de transitie naar passende zorg daadwerkelijk voor elkaar te krijgen. Ook kan de keuze om niet-gecontracteerde zorg aan te bieden leiden tot een te grote versnippering van het zorgaanbod en kan dit de transformatie naar passende zorg belemmeren. Tegelijkertijd is het van belang dat nieuwe/innovatieve zorgaanbieders kunnen toetreden tot de markt; een beperkt percentage niet-gecontracteerde zorg is daarom geen bezwaar.

Het is belangrijk dat zorgverzekeraars waar nodig hun “countervailing power” via de contractering kunnen uitoefenen. De IZA-partijen spreken daarom af om aanvullende maatregelen te nemen waarmee zorgverzekeraars beter kunnen sturen op de contractering. De volgende twee maatregelen worden daarvoor uitgewerkt, welke in onderlinge samenhang worden bezien:

1.     Offerte bij niet-gecontracteerde zorg: Om te voorkomen dat patiënten geconfronteerd worden met (hoge) zorgkosten doordat zij onbewust voor een niet gecontracteerdezorgaanbieder kiezen, is goede informatievoorziening hierover richting de patiënt van groot belang. In dat kader onderzoekt de NZa in overleg met de betrokken zorgpartijen en VWS de mogelijkheden om niet-gecontracteerde zorgaanbieders te verplichten om patiënten vooraf schriftelijk een offerte te sturen met daarin de behandeling en de bijbehorende kosten die door de patiënt moeten worden voldaan. De behandeling kan pas starten nadat de patiënt akkoord is gegaan met de offerte.

2.     Verlagen van de vergoeding van niet-gecontracteerde zorg: Ook deze maatregel wordt uitgewerkt voor 1 juni 2023 door het Ministerie van VWS met consultatie zorgverzekeraars, patiëntenorganisaties en zorgaanbieders. Huisartsenzorg zal worden uitgezonderd van deze maatregel, zodat iedere verzekerde altijd zijn eigen huisarts zal kunnen kiezen. Bij de verlaging van de vergoeding zal het zogenaamde ‘hinderpaalcriterium’ in acht worden genomen. De vergoeding mag ingevolge artikel 13 Zvw niet zo laag zijn dat het voor verzekerden met een naturapolis een feitelijke hinderpaal vormt gebruik te maken van niet-gecontacteerde zorgaanbieders. Dat neemt niet weg dat, met inachtneming van het hinderpaalcriterium, de vergoeding zodanig wordt verlaagd dat deze een stimulans is voor verzekerden met een naturapolis om gebruik te maken van gecontracteerde zorg en voor zorgaanbieders om contracten aan te gaan met zorgverzekeraars voor de verlening van zorg.

Voor alle twee de maatregelen geldt dat er voldoende keuzemogelijkheden voor de verzekerden moeten blijven én genoeg ruimte voor nieuwe, innovatieve zorgaanbieders. Dit wordt meegenomen in de uitwerking van de maatregelen door VWS. Voorts dienen zorgverzekeraars voldoende gevarieerd aanbod aan zorgaanbieders te contracteren om aan hun zorgplicht richting hun verzekerden te kunnen voldoen.

Voor iedere verzekerde geldt op grond van de zorgverzekeringswet dat acute zorg altijd vergoed wordt, ook als deze geleverd wordt door een niet-gecontracteerde zorgaanbieder. De zorgplicht van de zorgverzekeraar brengt met zich mee dat deze voldoende zorg dient te contracteren voor zijn verzekerden met een naturapolis, waardoor deze verzekerden altijd verzekerd zijn van een adequate vergoeding voor zorg waar zij op aangewezen zijn.

Partijen spreken af om te monitoren hoe de contractering gericht op de transformatie naar passende zorg verloopt; in deze monitor wordt ingegaan op de rol van de zorgverzekeraars en zorgaanbieders bij het zorginkoopproces en op de keuzemogelijkheden voor verzekerden. Partijen spreken daarnaast af om te monitoren hoe het aandeel niet-gecontracteerde zorg zich ontwikkelt en wat de effecten daarvan zijn. De uitkomsten van deze monitors worden besproken tussen de relevante bestuurlijke partijen, waarbij wordt nagegaan of de afspraken voldoende worden nagekomen. Over de aanvullende maatregelen spreken IZA partijen af om goed te monitoren of deze maatregelen na invoering tot onvoorziene neveneffecten leiden en om waar nodig tijdig in onderling overleg mitigerende maatregelen te treffen.”

Er zijn vele vragen die bovenstaande IZA-sturingstekst oproept. Allereerst waarom wordt wel het belang van blijkbaar noodzakelijke tegenmacht benoemd bij verzekeraars, maar niet bij de andere twee partijen, zijnde zorgverleners en burgers? Behandel in een IZA voortaan alle drie partijen als gelijkwaardig.

Wat betreft de offerte: is het (wel) mogelijk, gelijk bv. een autoreparatie, vooraf een deugdelijke kostencalculatie te maken bij te starten complexe en/of chronische zorg van een individu? Wie betaalt daarnaast dat onderzoek dan vooraf?

Een verlaging van de vergoeding van niet-gecontracteerde zorg lijkt mij bij gelijke werkzaamheden sowieso niet aan de orde. Het zou partijen sieren als men eerst met een transparante kostencalculatie komt van met name arbeidsinzet. Per zorgsector dan wel integraal. Met als start de werkvloer dagelijkse praktijk. Dáár begint als eerste stap het proces van bekostiging/tarifering, ook buiten de huisartsenzorg (blog).

Verder is de betekenis van het nu binnen IZA geïntroduceerde keuzemogelijkheid een andere dan het begrip keuzevrijheid, zoals met de vrije artsenkeuze als grondrecht is bedoeld. ‘What’s in a name’ bij dit IZA?

De tekst in het hoofdstuk over contractering (Onderdeel J) in IZA wordt nog verder aangepast (FD, 22 augustus 2022 en Volkskrant, 13 september 2022). Toch zijn opmerkelijk genoeg de meeste handtekeningen al (wel) gezet.

Tekstaanpassing IZA blijkt ook uit de interviews die de beide ministers de afgelopen week hebben gegeven.

Zorgvisie, 7 oktober 2022: Interview met de ene minister

Vraag: Wat te doen met ongecontracteerde zorgaanbieders?

‘In het IZA staat het voornemen dat zorgverzekeraars meer zorgaanbieders gaan contracteren. Op die manier kunnen we meer sturing en zicht krijgen op het totale zorgveld. Het risico is namelijk dat een te grote versnippering van het zorgaanbod de beweging naar passende zorg kan vertragen. Er is een behoorlijke groei in ongecontracteerde zorg, dat geeft behoorlijke fragmentatie. Dat is niet altijd slecht, ik ben daar niet persé tegen. Maar ik ben wel voor meer regionale samenwerking, liefst via een contract zodat we met elkaar weten wat het hele palet aan zorg is in een regio.’

Vraag: Gaat de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg omlaag?

‘Over de vergoeding van niet-gecontracteerde zorg en de uitleg van het hinderpaalcriterium is het laatste woord nog niet gesproken. Het is een zoektocht om de contractering te verbeteren. Daar kan je op verschillende manier naar kijken. We kunnen ons afvragen hoe we ongecontracteerde zorgaanbieders kunnen demotiveren. Maar kunnen we niet beter de energie stoppen om contracteren toegankelijker te maken?’

Vraag: De essentie is wel dat de vergoeding wordt verlaagd?

‘Daar is het laatste woord nog niet over gezegd.’

Vraag: Maar de partijen gaan er wel over praten, dan blijft het niet zoals het is, toch?

‘Het hinderpaalcriterium is inderdaad een punt dat op tafel ligt, maar waar we nog niet volledig uit zijn. We zien de regio als scharnierpunt. Op basis van goede regiobeelden kijken we wat precies de uitdaging in de zorg en sociale hulpvraag is en hoe dat gezamenlijk is op te lossen.’

En…

 

FD, 7 oktober 2022: interview met de andere minister

Vraag: Hoe passen de zorgverzekeraars in uw toekomstbeeld?

‘Vergeet niet: verzekeraars vertegenwoordigen ons. Zij zien ook in dat je, als je niet in alle domeinen voldoende goede zorg inkoopt, uiteindelijk niet het beste krijgt. Als je bijvoorbeeld onvoldoende wijkzorg hebt en daarom een deel van jouw klanten veel langer in het ziekenhuis ligt dan nodig, dan heb je niet de juiste mix gemaakt. Ook financieel niet, want je bent veel duurder uit. En ja, dat vraagt dus dat verzekeraars eigenlijk goed kijken naar het totale palet wat ze inkopen, en nog wat meer aandacht besteden aan de inkoop in de eerste lijn en de langdurige zorg.’

Vraag: Dat vergt een mate van afstemming. Kom je dan niet de Autoriteit Consument en Markt tegen?

‘De kwaliteit van zorg geeft de doorslag, ook voor de ACM. Als een individuele verzekeraar vroeger probeerde om bepaalde vormen van zorg ergens specifiek in te kopen, maar een andere verzekeraar wel bij iedereen inkocht, dan gebeurde er netto nog steeds helemaal niks. Als dat de kwaliteit van zorg echt nadrukkelijk in de weg staat, moet het mogelijk zijn om de dominante verzekeraar in een regio keuzes te laten maken, met een mandaat van de anderen.’

Waar/hoe dit eindigt, is dus nu nog niet bekend.

Een goede vervolgstap als ministerie zou zijn allereerst in chronologie een overzicht te geven van alle rechtszaken die zijn gegaan over contracten en tariefbeschikkingen. Wat heeft de rechter waar wanneer gezegd over welke sector en met welke motivatie? Een deel van de antwoorden is al te vinden bij eerdere vermelde advocaatkantoren die cliënten en zorgverleners vanaf 2006 hebben bijgestaan.

Een tweede vervolgstap betekent een scheiding aanbrengen tussen IZA-zaken met contracteringsperikelen die de minister namens de overheid regelt én zaken die zorgaanbieders binnen dit stelsel regelen met hun preferente verzekeraars (zie bv. Medisch Contact, 19 september 2019).

Tot slot

Het huidige inkoopproces ziet toe dat nadien voldoende zorg uit de basisverzekering kan worden geleverd (ZN, 20 september 2022). Dit betekent een zorginkoop met resultaatverplichting (+ Zorgvisie, 30 augustus 2022), waarbij wachttijden voor passende zorg binnen de Treeknormen (moeten) gaan vallen.

Het belang van de burger staat bij noodzakelijke zorg uit de basisverzekering centraal. Kan deze tijdig, indien nodig, noodzakelijke hulp krijgen? Dat geldt zowel voor de burger met een naturapolis als een restitutiepolis.

Kwaliteitstoetsing geldt voor alle soorten zorg, dat is geen exclusiviteit van niet-gecontracteerde zorg. Uitsluiten van óf het steeds weer opwerpen van drempels bij niet-gecontracteerde zorg kan conflicteren met zowel het individuele als het maatschappelijke belang van te ontvangen passende zorg.

Het aanhoudend diskwalificeren van zorgverleners zonder contract leidt af van de vele problemen in de zorg die met hoge urgentie vragen om een oplossing. In een tijd van personele tekorten is elke gekwalificeerde zorgverlener er een om te koesteren.

Eerdere blogs over zorgcontracten, zorgstelsel en het Integrale Zorgakkoord

04.02.2014: Wetswijziging geeft zorgverzekeraar een nog betere onderhandelingspositie (13)

19.03.2014: Toezichthouder NZa stelt zich onwetend en partijdig op bij wetswijziging artikel 13

23.04.2014: Opheffen vrije artsenkeuze is in zorgakkoord onderdeel van politieke deal

24.05.2014: De risicodragers van het zorgstelsel

27.05.2014: Doorgaan huidige zorgstelsel wordt als beste optie gezien (evaluatie)

04.06.2014: Besluit over keuzevrijheid voor zorgaanbieder wordt dans om de macht (1)

10.06.2014: Besluit over keuzevrijheid voor zorgaanbieder wordt dans om de macht (2)

02.10.2016: Mededingingswet blijft van toepassing op de huisartsenzorg (inclusief de ACM)

12.01.2017: Een inkomensafhankelijke betaling hoort bij een solidair zorgsysteem (€-solidair)

26.06.2017: Met een goede risicoverevening is slechts een verzekeraar voldoende (geen risico)

28.06.2017: De overheid moet voor zorgfinanciering de besluiten nemen (minister beslist)

18.07.2017: Is minder marktwerking in het zorgstelsel nog een agendapunt (1)? (socialer)

10.08.2017: Kunnen zorgverzekeraars zich meer van elkaar onderscheiden? (eenheidsworst)

04.09.2017: Het contract bij zorginkoop (inkoopmethodieken, omzetplafond, doorleverplicht)

27.09.2017: Bij dit zorgstelsel betaalt de burger de prijs (langs 3 wegen betaalt burger de kosten)

04.12.2017: Premiereductie betaald van zorggeld (onderschrijden en dan reclame met premiekorting)

21.12.2017: Actieve participatie burger nodig bij beheersen van zorgkosten (alle actoren doen mee)

06.01.2018: Analyse niet-gecontracteerde zorg nodig voor goede zorgrelatie (1) (met 3D-bril)

10.01.2018: Is minder marktwerking nog een agendapunt (2)? (geen koerswijziging t.a.v. stelsel)

25.01.2018: Analyse niet-gecontracteerde zorg nodig voor goede zorgrelatie (2) (selectieve inkoop)

23.02.2018: Inzicht in prijs, dan pas uitzicht op een oplossing (interesse “ist” en “soll” kostprijs)

26.02.2018: Inzicht in prijs, dan ook uitzicht op een transparanter zorgcontract (in alle sectoren)

01.03.2018: De rol van de banken in de zorgsector (de 4e partij in de zorg, als lening verstrekker)

12.03.2018: De zorg en de kunst van het kiezen (burger medeverantwoordelijk voor zorg en keuzes)

27.04.2018: Regionalisering van de zorg: wat willen burgers en zorgaanbieders? (schaalgrootte)

28.04.2018: Bij kostenbeheersing in de zorg draagt ieder een bij (actoren bij betaalbaarheid)

30.04.2018: Politiek en hoofdlijnenakkoorden (position papers in aanloop naar bestuurlijke akkoorden)

22.05.2018: Politieke discussie nodig bij inzet van publieke middelen (balans kwaliteit doelmatigheid)

05.06.2018: Informatieovervloed op zorgverzekeringsmarkt voelt als doolhof (overstap verzekeraar)

14.06.2018: Welke zorg hoort in de basisverzekering? (pakketcriteria beoordeeld door ZiN)

18.06.2018: De belangen bij aangekondigde wetswijziging Wmg (wetsaanpassing prijsregulatie)

21.06.2018: Gevolgen van veranderingen in zorg richting 2040 (VTV-toekomstverkenning RIVM)

26.06.2018: Plaats zorgfraude in juist perspectief (ook publicitair, geen gehijg)

29.06.2018: Leiden stelselperikelen ook tot stelselwijzigingen? (eigen risico, info-plicht, polissen)

20.08.2018: Het waardegericht kunnen inkopen is een illusie (P-waarde = uitkomst/kosten)

28.09.2018: Stelseldiscussie lijkt onontkoombaar: niet top-down, maar bottom-up (burger!)

13.10.2018: Wouter Bos: “Stop met wegduiken voor pijnlijke keuzes in de zorg” (blijkt moeilijk…)

21.10.2018: Werken aan de agenda van de vooruitgang (reorganiseren + betaalbaar houden)

08.11.2018: Selectief commentaar NZa bij verschijnen monitor zorgverzekeringen (repliek)

13.11.2018: Vrijheid burger bij keuze zorgaanbieder is belangrijker dan contractstatus (drempel)

29.11.2018: Persbericht: “zorgstelsel vertoont ernstige gebreken” (Platform Betrouwbare Zorgcijfers)

15.12.2018: Aanpak betonrot in publieke zaak: groter denken, kleiner doen (Tjeenk Willink)

04.02.2019: Duidelijker financieel kader bij betaling niet-gecontracteerde zorg (betalen + meedenken)

11.03.2019: Voorwaarden toetreding zorgaanbieder: van denken naar doen (Wtzi naar Wtza)

13.03.2019: Torn niet aan keuzevrijheid van de burger (wie bepaalt? aanbesteden hoeft niet)

19.03.2019: Wachten op het wegwerken van wachtlijsten (Treeknormen en zorgplicht)

15.04.2019: Is minder marktwerking in het zorgstelsel nog een agendapunt (3)? (richting waarborgen)

04.07.2019: Samenhang is ZINVOL: zorgwetten inhoud nastreven voorwaarden etc. (HRMO)

24.07.2019: Aanpassing zorgstelsel: een bijdrage aan het debat (mijn eigen persoonlijke bijdrage)

21.08.2019: Wáár blijft het totaalplaatje? (stijging zorgkosten, personele tekorten, zorgstelsel etc.)

12.09.2019: Integreer monitor zorgverzekeringen met alledaagse zorg (verzekering versus praktijk)

28.04.2020: Brede maatschappelijke heroverweging zorgstelsel: een discussie waard (v/e ambtelijke werkgroep)

11.06.2020: De minister haalt oude koe uit de sloot (vrijheid artsenkeuze weer ter discussie)

24.06.2020: SER-rapport: zorgtoekomst vraagt een consistente, langjarige inzet in beleid en samenwerking

04.08.2020: Een kwestie van kiezen (te maken zorgkeuzes in politiek bij verkiezingen: 226 voorstellen)

26.10.2020: Kiezen is een kunst (over politieke zorgkeuzes als het niet meer financierbaar is)

24.11.2020: Leerpunten decentralisatie gebruiken bij regionalisering (SCP-rapport: nut medisch?)

02.12.2020: Passende zorg zoekt passende bekostiging (1) (NZa ZiN rapport zorginhoud)

04.12.2020: Passende zorg zoekt passende bekostiging (2) (NZa ZiN rapp. bekostiging/organisatie:opties)

14.12.2020: Zorgplicht zorgverzekeraar is primair een resultaatverplichting (NZa met plichten ZV)

24.12.2020: Discussienota kabinet Zorg voor de Toekomst: een reactie (consultatie + reactie)

29.03.2021: Handhaving inkoopplicht zorgverzekeraars moet na 15 jaar nog beginnen (NZa)

14.06.2021: Over toverwoorden en de kunst van veranderen (ziekenhuistransitie i/e verandercyclus)

22.06.2021: De zorg heeft integrale adviezen en toezicht nodig (RVS-rapport à verandercyclus)

13.07.2021: Koppeling verantwoordingsplicht aan toetreding anders insteken (WTza met plichten)

20.09.2021: Ook de WRR stelt: prioriteer en maak keuzes (WRR-rapport “Kiezen voor houdbare zorg”)

30.09.2021: Deze plicht van openbare verantwoording gaat veel te ver (Wtza-plichten)

01.11.2021: Het woord is aan de minister (3) (over Rijksbegroting 2022 en relatie met blogs)

10.12.2021: Het Nederlandse zorgstelsel: een analyse op maat (Jeurissen/Maarse, les + vooruitzicht)

17.12.2021: Coalitieakkoord wijst naar nieuw af te sluiten integraal zorgakkoord (zorg in Rutte IV)

21.12.2021: Verkleinen gezondheidsverschillen: kabinet Rutte IV aan zet (volgens coalitieakkoord)

14.02.2022: Zorgplicht impliceert juiste inkoop van voldoende zorg (1) (tijdig, wet, ZV, rol IGJ, NZa)

16.02.2022: Zorgplicht impliceert juiste inkoop van voldoende zorg (2) (tijdig, wet, ZV, rol IGJ, NZa)

13.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (1) (pas.z covid,Wlz,dure med, e.risico)

15.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (2) (acute z,lo-dien,p.tekort,jeugd,wmo)

17.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (3) (prev,GGZ,ICT,Integraal Akkoord)

13.05.2022: Op weg naar een integraal zorgakkoord (toelichting op 7 agendapunten bij IZA)

17.05.2022: Opnieuw staat aanpak personele tekorten in zorg in de picture (TAZ:110.000/Gupta)

09.06.2022: Kabinetsreactie op WRR-rapport wazig: zelf 10 voorstellen gedaan (ipv werkgroep)

03.08.2022: Meekijkconsultatie: mistig bij uitvoering, bekostiging en contractering (S3+MSZ)

15.08.2022: Conceptversie Integraal Zorgakkoord is te ingewikkeld (geen 5W1H-SMART bij ZINVOL)

18.08.2022: Zorgplicht zorgverzekeraars blijft een (te) vaag omschreven begrip (plicht à “samen”)

23.08.2022: Méér armoede schaadt gezondheid en levenskwaliteit (actie bij inflatie/energiecrisis)

25.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (1) (belang/inkoop)

30.08.2022: Bij budgetdiscussie (huisartsen)zorg worden 2 kernpunten gemeden (2) (ZV-insteek)

15.08.2022: Conceptversie Integraal Zorgakkoord is te ingewikkeld (geen 5W1H-SMART bij ZINVOL)

30.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (2) (ZV-insteek)

05.09.2022: Besluitvorming Integrale Zorgakkoord lijkt haastklus (LR-raadpleging in 4 dagen…)

09.09.2022: Eerste publieke reacties op het Integrale Zorgakkoord (GGZ-client tegen, werkgever voor)

13.09.2022: Huisartsen en wijkverpleging wijzen huidig zorgakkoord af (ANW/MTVP-garanties)

26.09.2022: Financiële staat: vraag/antwoord (15) (Tarief-index aanpassing 2023 o.b.v. kostencrisis)

27.09.2022: Financiële staat: vraag/antwoord (16) (Contract 2023, onderhandel CPI/23% omzet)

29.09.2022: Financiële staat: vraag/antwoord (17) (5-stap bekostiging bijdrage instroom praktijkhouders)

 

 

 

Vragen of opmerkingen?