
In korte tijd verschenen voor de huisartsenzorg drie bijdragen die het belang van continuïteit van deze zorg benadrukken.
Allereerst de inaugurale rede van huisarts en prof. dr. Otto Maarsingh (oratie, 13 maart 2025) met als titel ‘De kracht van continuïteit‘, waarin hij uitlegt dat continuïteit van zorg “geen sentiment uit vervlogen tijden is, maar een potentiële parallelle probleemoplosser voor uitdagingen in de toekomst.”
Begin deze maand volgt het rapport van de Algemene Rekenkamer (AR-rapport ‘Focus op huisartsentekort’, 2 april 2025) over juist discontinuïteit van huisartsenzorg met hun onheilspellende mededeling (hier/hier/hier/hier): ‘Honderdduizenden mensen op zoek naar huisarts en het wordt nog erger’.
Twee dagen later presenteert de beroepsgroep haar nieuwe Toekomstvisie (Visie huisartsenzorg 2035, 4 april 2025) met de mededeling: ‘centraal in deze visie staat het belang van de persoonlijke continuïteit’ (zie plaatje onder de blogtitel) en ‘continuïteit is de rode draad: persoonlijk en als team’.
In deze blog ga ik in op oplossingen om beschreven continuïteit te borgen.
Aan welke knoppen te draaien?
Ook hoogleraar Huisartsgeneeskunde Otto Maarsingh is op zoek naar het identificeren van beïnvloedbare factoren en interventies die samenhangen met continuïteit van zorg. Oftewel: aan welke (beleids)knoppen moet je draaien, welke knoppen werken het best en hoe zorg je dat daadwerkelijk aan die knoppen wordt gedraaid?
In het eerste kader zijn uitleg van het belang van continuïteit in de huisartsenzorg, gevolgd door een oproep aan stakeholders, waaronder huisartsen zelf.
Otto Maarsingh (bron: tekst oratie, 13 maart 2025 -1)
Citaat: “Zo zijn er inmiddels meer dan 80 wetenschappelijke publicaties verschenen naar het verband tussen continuïteit en zorggebruik en zorgkosten, waarbij gekeken werd naar maar liefst 160 unieke uitkomsten – zoals het onterecht voorschrijven van antibiotica of vermijdbare ziekenhuisopnames. Bij 109 van de 160 uitkomsten had continuïteit van zorg een gunstig effect op zorggebruik en zorgkosten, bij slechts 5 uitkomsten was er sprake van een ongunstig effect en bij 46 uitkomsten was het effect onduidelijk of afwezig. Anders gezegd: de onderbouwing voor de claim ‘met meer continuïteit van zorg minder zorggebruik en minder zorgkosten’ bestaat niet uit één of twee bouwstenen. Nee, het gaat om een muur van wetenschappelijk bewijs. En dit fenomeen geldt voor de meeste van de beschreven gunstige effecten. Je zou ook kunnen zeggen: de onderbouwing voor de effectiviteit van continuïteit van zorg betreft niet één muur, maar talrijke muren van wetenschappelijk bewijs, waarbij al die muren tezamen een schitterend bouwwerk vormen.” |
Otto Maarsingh (bron: tekst oratie, 13 maart 2025 -2)
Continuïteit van zorg: zelf aan de slag Nu ik heb verteld wat ik zelf ga doen om de continuïteit van zorg in Nederland te verbeteren, zou ik me tot u willen richten: wat kunt u – in afwachting van meer conclusieve evidence – alvast zelf doen om continuïteit van zorg te verbeteren? *Huisartsen in de zaal: Vervolmaak het duo-schap, zoals gericht duo-schap bij patiënten met complexe problematiek of duo-gestuurde afstemming van vakantie en nascholing, en investeer in de relatie met uw vaste collega. En verder: maak gebruik van onze continuïteit van zorg TOOL-kit die deze maand is verschenen in Huisarts & Wetenschap. *Patiënten in de zaal: Maak voor niet-acute klachten bij voorkeur een afspraak bij uw vaste huisarts. Zorg voor een goede relatie met één of twee vaste huisartsen en wees duidelijk over uw wensen en verwachtingen. *Praktijkmanagers in de zaal: Investeer in uw team, zodat medewerkers willen blijven en gaandeweg steeds meer verantwoordelijkheid krijgen en nemen voor een vaste groep patiënten. Geef uw medewerkers scholing over het belang van continuïteit van zorg. *Aanwezige vertegenwoordigers van beroepsverenigingen: Beschouw continuïteit van zorg als een maatpak dat passend is te maken voor elke huisarts, ongeacht diens profiel. Maak factsheets voor de verschillende belanghebbenden, zodat zij – in maat en getal – inzicht krijgen in alle gunstige effecten van continuïteit van zorg. *Zorgverzekeraars: Goede huisvesting en continuïteit gaan hand in hand. Faciliteer en financier de huisvesting van huisartsenzorg in de wijk. Leg nieuwe voorstellen en innovaties altijd langs de meetlat van onze kernwaarden. *Overheid: Investeer in de huisartsenzorg, dit betaalt zich meervoudig uit. Maak het werken voor een vaste populatie aantrekkelijker, zowel voor potentiële praktijkhouders als voor huisartsen die werken in loondienst. Want, weten we nu: dokters die blijven die binden! |
Betere zorgresultaten bij een vaste duurzame relatie (blog), betekent anderzijds ook een aanwezig extra risico wanneer deze vaste relatie niet beschikbaar is. Hoe groter het tekort, hoe hoger het risico.
Dat goede huisvesting (‘Handreiking’/‘NIVEL’) en continuïteit hand in hand gaan, betekent dat allereerst duidelijk moet zijn wie beslissend is voor de bouwnorm (beroepsgroep!) en wie verantwoordelijk is voor de financiering (zorgverzekeraars!). De gemeente heeft een rol hierbij en een belang, maar is wetmatig binnen de Zorgverzekeringswet niet de inkoper van huisartsenzorg (blog/blog/blog).
Het aantrekkelijker maken van het werken met een vaste populatie kan geschieden door de aankomende generatie huisartsen te vragen wat hen kan helpen dit te realiseren. Het AR-rapport (pg.14) wijst op de enquête (LOVAH, 2023) onder huisartsen in opleiding dat 83% zichzelf binnen 10 jaar wel als praktijkhouder ziet werken. Dan gaat het bij steun aan hen toch om heel basale vragen: wat heb je nodig? Hoe kan ik/kunnen wij daarbij helpen? Wat zijn de mogelijkheden? Waar liggen de drempels? Aan gebrek aan spirit onder de nieuwe generatie zal het niet liggen (hier/hier).
Er zijn vele vormen van praktijkvoering en samenwerking mogelijk om hier handen en voeten aan te geven (hier). De basis lijkt mij dit…
Vele varianten mogelijk bij organisatie toekomstbestendige huisartsenzorg
Streven naar goede ondersteuning ‘aan de achterkant’ van huisartspraktijken (ICT, voorraadbeheer, inkoop, personeel, boekhouding, contracten, coaching, feedback, leidinggeven, organisatorische efficiëntie, werkprocessen/logistiek, zoals zelfsturing e.a.) zodat belangrijke functies en waarden van de (huisartsen)zorg/wijkzorg i.h.a., zoals ‘kleinschaligheid aan de voorkant’, behouden kunnen blijven. |
Er is veel vrijheid als huisarts invulling te geven aan praktijkhouderschap c.q. patiënthouderschap (voorbeeld +voorbeeld). Verder wordt verwezen naar het prioriteitenplan 2025 (LHV) en een beschouwing daarvan in een blog. Als het praktijkhouderschap in de sector gestimuleerd moet worden, let ik vooral op daden van stakeholders hoe faciliterend zij, nu na het AR-rapport en straks in AZWA, werken in deze gewenste richting.
Aan welke knoppen om te draaien, denkt de beroepsvereniging?
Naast het prioriteitenplan 2025 (+ brief, 2024) noemt de beroepsvereniging in 2022 een drietal onderwerpen, aan te pakken ook op drie niveaus. In een plaatje…

De werklast kan verminderd worden met minder taken op de werkvloer, een kleinere normpraktijk en een optimale organisatie en logistiek van de praktijkvoering. Aandacht voor overmatige werkdruk is terecht, gezien ook de verwachting die vermeld staat in het AR-rapport (pg. 26) dat 25% van de huisartsen 15 jaar na het behalen van het diploma zijn uitgestroomd, waarbij werkdruk is genoemd als een der oorzaken. De beroepsvereniging heeft de knop van het basistakenpakket zélf in handen (aanbod, 2022). Waarbij ook de beschikbaarheid van personele ondersteuning (hier) binnen het huisartsenteam van invloed is en zal zijn op gewenste zorgcontinuïteit AR-rapport, pg. 28/29/30 + factsheet).
Zo formuleren de huisartsen de omvang van het basisaanbod, citaat uit de Visie Huisartsenzorg 2035, pg.10 van 21)
Medisch-generalistische zorg In 2035 kan iedereen nog steeds terecht bij het huisartsenteam voor medisch-generalistische zorgvragen. We richten ons op de individuele zorgvragen waarvoor we zijn opgeleid, zodat we onze expertise optimaal inzetten. Basisaanbod bieden Huisartsenzorg bestaat tenminste uit het basisaanbod. Dit basisaanbod kan op- of afgeschaald worden uitgaande van demografische ontwikkelingen en prevalentie van ziekten. Het doel is dat huisartsen zich blijven richten op het stellen van diagnose, prognose en het behandelen van veelvoorkomende aandoeningen (>2:1000). Onderdeel hiervan zijn ook individuele, geïndiceerde en zorggerelateerde preventie en leefstijladviezen. Huisartsenteams kunnen ervoor kiezen om extra aanbod te bieden. Het verlenen van deze zorg kan een waardevolle aanvulling zijn op het huisartsenvak en de huisartsenzorg. Dit is alleen mogelijk wanneer de juiste kennis, expertise en tijd beschikbaar zijn, waardoor we zowel het basisaanbod als het extra aanbod met de hoogste kwaliteit kunnen leveren. We kunnen extra aanbod alleen bieden als het basisaanbod niet in de verdrukking komt. |
Wat betreft “voldoende opleiding” ligt dat anders. De beroepsvereniging en het Capaciteitsorgaan kunnen over opleidingsplaatsen adviseren, maar de minister van VWS beslist. Los van het feit of alle aangeboden opleidingsplaatsen ook worden gevuld (AR-rapport, pg.26/27 + pg.36/37/38).
Het AR-rapport: “‘Focus op huisartsentekort”
De Algemene Rekenkamer heeft een fraai rapport geschreven met vele data over beschikbare huisartsen en huisartsenzorg. Maar de AR schetst ook een somber beeld met het uitspreken van de verwachting dat het tekort aan huisartsenzorg in de komende jaren zal toenemen. Minder huisartsen dan gewenst stromen in, meer huisartsen dan gewenst stromen uit. De tekorten zijn met name te verwachten in regio’s met een relatief snel vergrijzende bevolking (AR-rapport, pg.24, figuur 11) waar ook meer huisartsen zullen stoppen dan jonge huisartsen instromen.
Nu is in 2024 de inwoner-huisartsenratio 1250. De algemene opvatting is dan ook dat er met deze ratio van ‘1250’ niet zozeer een absoluut tekort is aan huisartsen, maar er wel een toenemend tekort is aan huisartsenzorg (hier). Dit impliceert dan ook een toenemend belang om in de context van huisartsenzorg aan voldoende knoppen te draaien en ook nog in de goede richting. Om zo de schade te beperken en goede zorg en werkplezier te behouden.
De Algemene Rekenkamer onderzoekt generiek of de rijksoverheid publiek geld zinnig, zuinig en zorgvuldig uitgeeft. Vertaald naar de huisartsenzorg: doet de overheid de dingen goed (efficiënt), en doen ze de goede dingen (effectief)?
De AR stelt vast dat de uitgaven huisartsenzorg harder stijgen dan de gemiddelde kosten van de Zorgverzekeringswet (AR-rapport, pg.33 figuur 17 en pg.34 figuur 18). Zo worden in twee plaatjes in een tijdspanne van 10 jaar de uitgaven huisartsenzorg tussen 2015 (2,5 miljard) en 2024 (4,4 miljard) inzichtelijk gemaakt. Maar er wordt niet gekeken naar de werkbelasting in deze periode.
Mijn vergelijk van de kosten van gedeclareerde consulten in deze beide jaren, levert het volgende beeld op…
Aantal consulten macro gestegen (Bron: Zorgcijfersdatabank Zorginstituut)
|
||
Gedeclareerde consultkosten |
€645.679.942 |
€1.155.359.793 |
Consultprijs (basis-NZa) |
€9,04 |
€12,21 |
Aantal consulten (basis) |
71.424.772 |
94.624.061 |
Het verschil in het aantal consulten van het huisartsenteam basiszorg tussen deze twee jaren is ruim 23 miljoen, ofwel een toename van 32,5%.
Dit laat zien hoe lastig het is conclusies te trekken in de relatie tussen budget en werk, maar het roept ook de vraag op waarom nog nooit het noodzakelijk budget als stap 5, na vaststelling van alle zorginhoudelijke afspraken in overeenstemming met de visie, in het stappenplan huisartsenzorg (visie – missie – inhoud – organisatie/logistiek – noodzakelijk budget – bekostiging – tarifering – zorgcontract) is berekend? Wie het weet, mag het zeggen.
Een van de vervelende consequenties is dan ook dat als ‘controlemechanisme’ op dat budget met aanpalende tarifering ook nog gebruik gemaakt wordt van een verkeerde systematiek binnen zogenaamde kostenonderzoeken. Dat zelfs vier keer! Met onder leiding van de toezichthouder wel interesse in achteraf gemaakte kosten, maar desinteresse in de omvang van de 10 kostenposten horend bij de levering van noodzakelijke toekomstbestendige huisartsenzorg. Dit heeft vier negatieve consequenties:
- Waar dan budgettair op te focussen bij AZWA en toekomstbestendigheid bij zorgcontinuïteit?
- Het onnodig ingewikkeld maken van de bekostiging (stap 6) door steeds met (tijdelijk geoormerkte) “projecten” te moeten compenseren wat met structurele bekostiging achterwege blijft.
- Steeds gerechtelijke procedures over stap 7: de tarieven (info + info + info + info + info + info + info).
- Moeilijk te maken contractafspraken in stap 8 over ieders rechten en plichten.
Toelichting op bekostiging (punt 2) en contract (punt 4)
De bouwstenen van elke bekostiging zijn arbeidskosten, praktijkkosten en arbeidsduur. Gisteren meldde het NIVEL dat er in 2024 vier extra uren in de werkweek gaan naar niet-patiëntgebonden taken. Met (dus) impact op de (huidige en nieuwe) bekostiging (NIVEL, 7 april 2025). Maar de vraag is: hoe?
De werkweek van huisartsen is in 2024 toegenomen tot gemiddeld 48 uur, gemiddeld 4 uur meer dan in 2013 en 2018. Deze vier extra gewerkte uren werden bijna volledig besteed aan niet-patiëntgebonden taken zoals administratie, nascholing en taken gebonden aan het ondernemerschap. Hoewel alle typen huisartsen meer uren werkten, was de stijging het sterkst voor huisartsen die ook praktijkeigenaar zijn. Fragment uit De werkweek van de Nederlandse huisarts in 2024. En een vergelijking met 2018 en 2013: Gemiddeld aantal uren per week van en de onderlinge verhouding tussen de drie hoofdtaken voor alle huisartsen 2013, 2018 en 2024. |
De laatste stap, het zorgcontract krijgt sowieso niet de aandacht die het verdient (2026). Niet van huisartsen (blog/hier) en niet van zorgverzekeraars. Dit zegt Wouter Bos deze maand (Zorgvisie, 1 april 2025)…
Citaat: “Sterker, het ideaalbeeld van zorgverzekeraars die met zorgaanbieders inhoudelijke contracten afsluiten geldt slechts voor de happy few. Van de 27.000 contracten die Menzis jaarlijks ondertekent, gaat 99 procent digitaal, vertelt Wouter Bos, bestuursvoorzitter van Menzis. “Dat is vaak gewoon p x q en tekenen bij het kruisje.” |
Dit is jammer, want zorgcontinuïteit is absoluut een wenselijk contractitem om te bespreken. Trouwens, ook voor de zorgverzekeraar in het kader van diens zorgplicht (hier).
Naast de omvang van het basisaanbod huisartsenzorg zijn ook de artikelen in het zorgcontract een knop waaraan de beroepsgroep in de goede richting kan draaien om zorgcontinuïteit met passende randvoorwaarden beter te borgen. Niet alleen binnen het contract huisartsenzorg overdag, maar ook voor de contracten die rechtsgeldig zijn op de huisartsenpost in ANW-tijd…
04.03.2024: Het juiste contract als weergave van afspraken in acute zorg (ZC/ZCC + WMG-ovk.)
18.03.2024: Zorg voor ONI en NONI (ANW-zorg geduid als plicht HA door KNMG Gedragscode…)
17.03.2025: Bekostiging netwerk acute zorg 1E en 2E lijn: huisartsen(team)zorg (1) (budget)
Mijn conclusie is dat de grootste oorzaak in het te beperkt beschikbaar zijn van huisartsenzorg om continuïteit te borgen zit bij niet opgeloste problemen in de laatste vier stappen van het stappenplan.
Tot slot
Deze conclusie sluit aan op een item uit de Visie Huisartsenzorg 2035, citaat, pg.14: “Praktijkopvolging aantrekkelijk maken: Door als collectief van huisartsen de krachten te bundelen, stimuleren we een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor praktijkopvolging. Dat bevordert de continuïteit van de huisartsenzorg in de regio (einde citaat).” Met als toevoeging de stoppende en startende huisarts bijtijds met elkaar in contact te brengen.
Aan het slot van de Kamerbrief van de minister (Kamerbrief, 2 april 2025), als reactie op het AR-rapport, zegt zij: “Met dit rapport voel ik mij gesteund om volop in te blijven zetten op de toegankelijkheid van de huisartsenzorg voor iedere inwoner van Nederland. Met één huisarts op 1250 inwoners ben ik ervan overtuigd dat dit mogelijk is. Om dit te bereiken, maak ik afspraken met betrokken partijen in het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (einde citaat + blog, 29 maart 2025).
We gaan het in AZWA zien, urgentie is geboden.
NB:
-plaatje 1 komt uit rapport Algemene Rekenkamer en Visie Huisartsenzorg 2035 (april 2025)
-plaatje 2 komt van een deel van de factsheet huisartsentekort van de LHV (2022)
Eerdere blogs over huisartsenzorg gerelateerd aan beschikbaarheid en randvoorwaarden
05.03.2018: Praktijkverkleining bij huisartsen: de noodzaak (1) (Afferden praktijk 1800)
08.03.2018: Praktijkverkleining bij huisartsen: de randvoorwaarden (2) (559 miljoen nodig)
24.10.2018: Stringente sturing basiszorgtarief huisarts biedt beperkte financiële ruimte
10.11.2018: Alleen met interventies problemen in achterstandswijken oplosbaar (actie/WRR)
22.01.2019: Variabelen bij capaciteit huisartsenzorg bijtijds agenderen (over huisartsentekort)
01.02.2019: Schaarste personeel bedreigt zorg (over verpleging en verzorgenden)
04.03.2019: Contracteerproces huisartsenzorg heeft reanimatie nodig (1) (Newcom onderzoek)
05.05.2019: De vijf ringen van het praktijkhouderschap (waarde, contract, positie, tarief, financiën)
29.06.2019: Reactie op: “(G)een huis voor de huisarts” (vergoeding vastgoed/huisvesting)
01.07.2019: Contracteerproces huisartsenzorg heeft reanimatie nodig (2) (Monitor NZa)
07.01.2020: Richting een toekomstbestendige bekostiging huisartsenzorg (Het 5-stappen model)
27.01.2020: De praktijkkostenvergoeding van de huisarts (de 5 stappen van PKO naar dagtarief)
19.03.2020: Maak het praktijkhouderschap huisarts aantrekkelijker (aantal, bekostiging, spreiding)
02.05.2020: Vergoeding huisvestingskosten in zorgtarieven eerste lijn is te laag (als deelkostenpost)
24.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: de huisartsenzorg (5) (5-stappenmodel)
05.11.2020: Bij huisartsenzorg blijkt eigenaarschap praktijk van secundair belang (1) (Quin ACM NZa)
11.01.2021: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: de aanpak (1) (tekort fte huisarts)
13.01.2021: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: de aanpak nader beschouwd (2)
15.01.2021: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: zorgplicht onder toezicht (3) (NZa)
02.04.2021: NZa-evaluatie over contractering huisartsenzorg heeft weinig diepgang (monitor)
01.09.2021: Over wenseninventarisatie bij huisartsen en beleidsmatige vervolgstappen (LHV)
07.09.2021: Bij huisartsenzorg (b)lijkt eigenaarschap van secundair belang (2) (fout: van primair belang)
10.11.2021: Stijging van psyche meldingen bij arbeidsongeschiktheid van huisartsen (AOG/AOV)
16.11.2021: Medisch generalistische basiszorg is bij Wlz niet automatisch huisartsenzorg)
01.02.2022: Ruimtegebrek bij huisartspraktijken is opnieuw een actueel thema (Newcom enquête)
01.04.2022: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: aanpak integraal akkoord (4) (Rutte IV)
25.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (1) (belang/inkoop)
30.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (2) (ZV-insteek)
19.10.2022: Een andere blik op voorkomen, verplaatsen en vervangen van zorg (substitutie/IZA)
04.11.2022: Politiek aan zet: vaste zorgrelatie geeft werkplezier en betere zorg (aanpak G-Br.)
22.02.2023: Kostenvergoeding huisvesting huisartspraktijk vraagt nieuwe berekening (IZA/PKO)
02.03.2023: Leiden afspraken integraal zorgakkoord tot beter resultaat (1)? (transitie/govern./prev./OECD)
21.03.2023: Staan huisartsen op scherp richting hun nieuwe bekostiging? (PKO22, IZA, contract)
04.04.2023: Zélf richting geven aan sturing zorgaanbod en bedrijfsvoering (Commercie,PKO,IZA etc.)
07.04.2023: Rapport “De basis op orde”, nu voortgang aan IZA-thematafel 1e lijn (RVS-IZA/OECD)
18.04.2023: Zware verantwoordelijkheid voor regionale organisatie bij ouderenzorg (KWO-Wlz)
24.04.2023: Aspirant huisartsen formuleren in Manifest 3 hoofdboodschappen (LOVAH,10puntenplan)
08.05.2023: Behoud van kernwaarde continuïteit als baken van vooruitgang (commercie/ketens-contract)
27.05.2023: Huisartsen stellen beroep in bij hoogste rechter economisch bestuursrecht (CBb)
08.06.2023: Zorgkloof huisartsenzorg niet oplosbaar met aanpassing opleidingscapaciteit
13.06.2023: Zorgcontractering is complex gemaakt (1) (IZA, transformatie, beoordelingskader, ongelijkwaardig)
15.06.2023: Zorgcontractering is complex gemaakt (2) (minister spoorboek, nieuwe Handreiking contract)
19.06.2023: Zorgcontractering is complex gemaakt (3) (bijdragen advocaatkantoren contract)
22.06.2023: Zorgcontractering is complex gemaakt (4) (NZa monitor contractering 2022)
21.07.2023: Nieuwe contractinstructies toezichthouders richting brancheorganisaties (acm/nza)
11.09.2023: Zet in IZA primaire zorg centraal, niet het schaalniveau van organiseren (regio))
18.09.2023: De paarse krokodil blijft fier overeind (Ledenpeiling LHV + schamel resultaat van 25 jaar)
30.10.2023: Huisartsen strijden terecht voor rechtvaardiger tarief basiszorg (CBb/beschikking)
06.12.2023: Passend contract ook in IZA-tijdperk moeizaam te realiseren (rechtszaken/betaaltitel)
22.12.2023: Bestuursrechter dwingt NZa huisartstarieven nader te herijken (CBb/’kostendekkend’)
08.01.2024: Laat verschil bekostiging 1e en 2e lijn geen spelbreker zijn in samenwerking
18.03.2024: Zorg voor ONI en NONI (Zorgplicht ZV/maatregel NZa/NHG bouwblok organisatie)
16.04.2024: Naast zorgverleners ook wetgever, toezichthouder, inkoper aan zet bij invulling medische Wlz-zorg
22.04.2024: Praktijkperikel: “De huisarts en Wlz in de praktijk van alledag” (huisarts + beschouwing)
25.04.2024: Te beschouwen thema’s bij commerciële bedrijfsketens huisartsenzorg (ingreep IGJ)
15.05.2024: Herijking inkomenscomponent praktijkhoudend huisarts op veel punten onduidelijk
24.05.2024: Beleidsmotto “Thuis als het kan”. Hoe wordt dat bepaald? (budget/pers./extramuraal/MGZ)
11.06.2024: Tussentijdse evaluatie Integraal Zorgakkoord roept vraag op: hoe nu verder?
04.07.2024: Uitkomst kostprijsonderzoek huisartsenzorg onder de maat (4e PKO NZa idem methode)
10.07.2024: Faillissement Co-Med noodzaakt tot scherper blik op organisatie en uitvoering zorg
27.08.2024: Uitkomst kostenonderzoek huisartsenzorg sluit niet aan op praktijkvoering (2024)
10.09.2024: Nieuws over beoordeling arbeidsrelaties raakt ook huisartsenzorg (Vbar/Handhaving)
25.10.2024: Zand erover? (Artikelen NRC over Co-Med, nu hoe verder: met HAZ met PE en met commercie?)
29.10.2024: Een regionaal samenwerkingsverband eerste lijn: wens of noodzaak? (ELZ-RESV)
09.12.2024: Promovendus ziet financiële risico’s doorgeschoven worden naar zorgorganisaties
20.12.2024: Oplopend tekort zorgpersoneel. Juist nú bezuiniging op opleidingen?… (begroting)
28.12.2024: Proefschrift: inkoop huisartsenzorg richten op samenwerking, minder op concurrentie (K.Stolper)
23.01.2025: Voor “iedereen een huisarts”? Dat impliceert zorginkoop met passend contract
08.02.2025: Huisarts: “we hebben vertrouwen en helpende handen nodig, niet nog meer toezichthouders” (Wtza/jr.verantw.plicht)
18.02.2025: Maak voor palliatieve zorg (thuis) één landelijk dekkende regeling (dwalen i/e regelwoud)
04.03.2025: De huisartsenweg naar morgen (TV/VTV-2024/Kamervragen/Stand vd Zorg 2024)
29.03.2025: In afwachting van AZWA (het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord/ + IZA/sociaal domein)