Inspirerende mensen hebben we nodig in de zorg en dus ook inspirerende artsen. Artsen die goed werk leveren via een combinatie van vakmanschap, morele verantwoordelijkheid en persoonlijke betrokkenheid. Vandaag in de schijnwerper: Rob Vrenken, huisarts in Enschede.

Bijna wekelijks is er media-aandacht voor een tekort aan huisartsen (NOS, 15 oktober 2023), terwijl er nog nooit zoveel geregistreerde huisartsen zijn als nu. Het probleem zit deels in het echter niet meestijgen van het aantal praktijkhouders en de regionale/lokale verschillen.

Het inspirerende bij Rob zit voor mij in het gegeven dat hij, als op termijn vertrekkend huisarts, nu zélf het roer omgooit met als doel stráks een “warme” praktijkoverdracht te kunnen realiseren. Hij maakt daarbij gebruik van zijn bestuurservaring en zijn netwerk. De gekozen constructie laat m.i. ook zien dat steun van externe partijen, die óók verantwoordelijkheid dragen, onmisbaar is.

Toch nog maar eens gezegd, continuïteit van zorg tussen huisarts en patiënt is een belangrijke kernwaarde van de huisartsgeneeskunde. Ook dit jaar (oratie, 24 maart 2023) en deze maand in “Huisarts en Wetenschap” maar weer beschreven door een hoogleraar huisartsgeneeskunde.

Citaat: “Continuïteit van zorg is goed voor de gezondheid: hoe langer mensen een vaste huisarts hebben, hoe lager het aantal sterftegevallen per jaar (1). Ook het aantal verwijzingen (2), de kans op ongeplande ziekenhuisopnames (3) en het gebruik van de spoedeisende hulp (4) en van de avond nacht weekenddienst nemen af naarmate de continuïteit toe neemt. (5) Door een vaste relatie met de patiënt kan de huisarts patronen goed herkennen en de tijd gebruiken als diagnostisch hulpmiddel. Een andere dimensie van continuïteit wordt zichtbaar in hoe huisartsen van generatie op generatie de kernwaarden van het vak aan elkaar doorgeven.”

Het is mooi dat Rob en zijn twee collega’s hier nu in Enschede eigen invulling aan geven.

 

     

 

“We streven dus een warme overdracht na met opvolging op termijn door jonge enthousiaste huisartsen in loondienst die op maat is overeengekomen”

 

In onderstaand kader het persoonlijk verhaal van Rob (oktober 2023)

Sinds april 2023 bouwen wij, een 3-tal huisartsen 60-plus, aan een rechtspersoon, (stichting) waarin wij in 2024 hopen te starten in loondienst. Nadat wij samen met onze zorggroep profielen hadden opgesteld van huisartsen die met pensioen willen gaan en jonge huisartsen die die willen starten bleek de beste match mogelijk in een loondienstconstructie. Wij zijn 3 solisten, aan de vooravond van (of al een beetje in de avond) onze pensionering. Onze stichting is dus een rechtspersoon voortgekomen uit 3 solopraktijken.”

In loondienst

Dit 3-tal gaat dus na jarenlang praktijkhouderschap in loondienst en wordt patiënthouder, een constructie waaraan jonge huisartsen ook de voorkeur geven. Wij gaan werken onder de Cao-huisartsenzorg (na alle drie vele jaren als zorgondernemer actief te zijn geweest), bij een fulltime dienstverband een keurig salaris. Primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden zijn vrijwel gelijk. Flexibiliteit in toe- en uittreding (komt zelden voor!), variabele omvang van het dienstverband in de loop der jaren, goede regelingen omtrent diensten, zwangerschap, sabbatical, etc. zijn voorwaarden die toetreding in de eerstelijnszorg aantrekkelijker maken dan het praktijkhouderschap.”

Onze rechtspersoon

Onze stichting is een rechtspersoon voortgekomen uit 3 solopraktijken: een solopraktijk (de mijne) los te vlechten uit een HOED en twee solopraktijken met een constructie van praktijk aan huis dus bestaande uit 3 huisartspraktijken. Het model van een stichting blijft intact: het wordt al op meerdere plaatsen in het land uitgevoerd, zelf mocht ik ruim 10 jaar als toezichthouder functioneren bij een dergelijke constructie in Hengelo: werkt prima in de praktijk: patiënten en zorgverleners dik tevreden, (zie ook Medisch Contact, 15 augustus 2023: “Koers op huisartsen in loondienst”, de website van Fonkelzorg, idem Familiedokters enBuurtdokters; de laatste streven meer een praktijkhouderschap na, wij dus niet zo nadrukkelijk). De stichting is werkgever, contracteert de zorgverzekeraars en de medewerkers, heeft haar statuten/Huishoudelijk Reglement, heeft een Kamer van Koophandel-inschrijving, eigen rekeningen, een AGB-code en zorgt dat zij geaccrediteerd blijft. De stichting acteert geheel binnen de Cao-huisartsenzorg, volgt daarbij alle primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden. Daarnaast kunnen wij ook incentives aanbieden voor bijzondere bijdragen van medewerkers.”

Ons doel

“We streven dus een warme overdracht na met opvolging op termijn door jonge enthousiaste huisartsen in loondienst die op maat is overeengekomen. In Twente, in Enschede zijn commerciële overnames onvermijdbaar gebleken, de ervaringen zijn wisselend maar wij denken hiermee voor patiënten, zorgverleners en de regio een beter model te hebben. Wij drieën gaan langzaam afbouwen en jonge huisartsen zullen in dit model gaan instromen. Wij noemen deze overdracht ‘warmer’, omdat we te maken hebben met: eenzelfde populatie, dezelfde doktersassistenten, dezelfde physician assistants, dezelfde verpleegkundig specialisten en bij de start ook dezelfde huisartsen. We gaan op minder dan 500 meter afstand van de vroegere praktijkruimten praktiseren, hebben goede bereikbaarheid en parkeermogelijkheden etc. Er zijn geen vreemde huisartsen, er komt geen opgevoerde digitalisering (dat doen we al, dat wordt dus geen vervanging voor face-to face contacten).”

Onze huisvesting

“Wij gaan ons als zelfstandige stichting (Carèns, Care-Enschede) huisvesten in een bestaand modern gezondheidscentrum. We nemen ons eigen vertrouwde personeel en een 3-tal (forse) patiëntenpopulatie mee. Het gezondheidscentrum heeft meerdere medische, para- en perimedische disciplines in huis en biedt zo bekende en gewenste relaties met de andere zorgverleners. Nog een drempel is de verbouwing van bestaande ruimten, die we gaan huren in dit gezondheidscentrum; e.e.a. is zeer kostbaar en heeft een langere looptijd dan verwacht; we zijn in onderhandeling over, prijs, vormgeving, looptijd contract etc. (architect heeft tekening klaar, de eerste verbouwbegroting is ook klaar), externe adviseur erbij, moet denk ik wel gaan lukken.”

Aan ons verleende steun

“De zorgverzekeraar, de zorggroep en onze collegae ondersteunen deze transformatie. Er is al een ruim 10 jaar bestaand voorbeeld, in Hengelo. Voor ons dus ’om de hoek’. Onze preferente zorgverzekeraar was eerder wat terughoudend, maar na mijn uitleg dat zij al meer dan een decennium een degelijke relatie hadden, werd het stil; een aanvullend overleg met de bestuursvoorzitter van de zorgverzekeraar resulteerde ook in een (bescheiden) materiele bijdrage voor de proceskosten in de aanloop. De Zorggroep moet duidelijk gestimuleerd worden voor ondersteuning (ze hebben recent het verzoek van de zorgverzekeraar gekregen om een deel van hun reserves te gaan investeren in praktijk continuïteit in Enschede, we hebben ons aangemeld en hebben binnenkort een overleg). Onze vragen betroffen een stukje materiele steun in de aanloopkosten (betalen we nu dus zelf) maar vooral een parttime-tijdelijke, ervaren HOED-manager die het praktische uitvoerende werk ter hand gaat nemen vooruitlopende op de start (geschat 2e helft 2024).

Ervaren probleem: ’not invented here’ kan leiden tot terughoudende opstelling bij zorgverzekeraar, bij de ROS, bij de Zorggroep. Er is dus veel energie te investeren in communiceren en uitleggen, maar de valkuil zit er dan in dat je ook weer geen gebakken lucht moet gaan verkopen.”

De actualiteit (week 42)

Deze week gaan we naar de notaris, we gaan de stichtingsakte afronden, melden ons bij de KvK, kijken we naar de verplichtingen van de Wtza en gaan een rekening openen bij de bank. Verder gaan we een datum vastleggen voor een informatieavond voor de doelgroep: medewerkers en jonge huisartsen in Twente. Staat de formele basis eenmaal dan kunnen we nadrukkelijk naar buiten treden en de organisatie van onze patiëntenpopulatie ter hand nemen. Met als ons aanbod de zorgzekerheid voor zeker 7000 patiënten.

Tot slot

Duidelijk is ook dat je zelf het proces op gang moet brengen, kost energie, tijd, geld en wellicht ook een beetje lef. Al met al een uitdagende ontwikkeling.”

We zullen tot slot van ons project een generiek draaiboek gaan maken voor andere praktijken.

 

Eerdere blogs over inspirerende artsen

19.10.2019: Inspirerende artsen (01): Piet van Loon

05.12.2019: Inspirerende artsen (02): Dirk de Wachter

03.02.2020: Inspirerende artsen (03): Wanda de Kanter

04.01.2021: Inspirerende artsen (04): Marcel Slockers

12.05.2021: Inspirerende artsen (05): Liesbeth van Rossum

13.08.2021: Inspirerende artsen (06): Arjen Göbel

26.11.2021: Inspirerende artsen (07): Nienke Nieuwenhuizen

05.04.2022: Inspirerende artsen (08): Jacques de Milliano

01.11.2022: Inspirerende artsen (09): Nico van der Lely

21.09.2023: Inspirerende artsen (10): Anita Vreugdenhil

 

Vragen of opmerkingen?