Inspirerende mensen hebben we nodig in de zorg en dus ook inspirerende artsen. Artsen die goed werk leveren via een combinatie van vakmanschap, morele verantwoordelijkheid en persoonlijke betrokkenheid. Vandaag in de schijnwerper: Prof. dr. N. (Nico) van der Lely.

Nico van der Lely is kinderarts in het Reinier de Graaf ziekenhuis en inmiddels ook hoogleraar kindergeneeskunde in Antwerpen. Hij ontdekte jaren geleden al dat in Nederland steeds meer jongeren met een alcoholvergiftiging in het ziekenhuis belandden. En dat zij ook op steeds jongere leeftijd gingen drinken. Hij vond dat zeer zorgelijk en richtte daarom hij in 2006 de polikliniek voor Jeugd en Alcohol op om de kinderen met een alcoholvergiftiging te behandelen en hen samen met de ouders voor te lichten over de onherstelbare schade die comazuipen veroorzaakt.

Inmiddels zijn er 12 poliklinieken opgericht in probleemregio’s. Al sinds jaar en dag laat Van der Lely met presentaties in het land, langs voetbalclubs, studentenverenigingen, media en politici, zien wat alcohol bij jongeren teweeg kan brengen. Hij heeft hiermee veel bijgedragen aan de nieuwe manier waarop tegen alcohol en pubers wordt aangekeken.

Tevens was hij initiator van de wetswijziging waarbij de leeftijd van verkoop van licht alcoholische dranken werd verhoogd van 16 naar 18 jaar.

Innovatief was ook zijn inzicht hoe belangrijk data zijn als je iets nieuws wilt opzetten en anderen moet overtuigen. Hij volgde daarvoor een opleiding bedrijfskunde voor artsen aan het Franse instituut en business school INSEAD.

De inspiratie bij mij voor Nico van der Lely zit in zijn bevlogenheid bij dit onderwerp, met als basis een bijdrage te willen leveren aan gezondheid van kinderen. Dat doet hij door niet alleen goede zorg te geven aan de kinderen en er de context bij de betrekken, maar ook door het land in te trekken voor voorlichting en door onderzoeksresultaten (+ boek/gids) te publiceren.

Met ook de genoemde opleiding van bedrijfskunde in de tas, alsmede een promotieonderzoek, is hij inmiddels een autoriteit op het gebied van een van onze maatschappelijke problemen.

Nico van der Lely maakt duidelijk dat als maatschappelijke problemen bijdragen aan medisch noodzakelijke zorg, het zorgbeleid dan ook “passend” moet worden aangepast aan deze maatschappelijke problemen (blog). Toch een gratis tip voor de politiek: niet alleen passende zorg, maar ook passend beleid.

 

Citaat: “Op de twaalf alcoholpoli’s schommelt sinds 2011 het absolute aantal opnames tussen de 200 en 280 jongeren per jaar.  De patiënten op de alcoholpoli’s zijn qua geslacht en opleidingsniveau een afspiegeling van de jongerenpopulatie in de samenleving. Het gemiddelde alcoholpromillage waarmee jongeren opgenomen werden was in 2019 1,97. Er gaan nog minstens zes kinderen per jaar dood aan alcoholintoxicatie.”

Citaten van Nico van der Lely uit interviews met hem

Over wat het probleem is…

Toen het aantal kinderen dat in het ziekenhuis werd opgenomen met een alcoholvergiftiging ieder jaar verdubbelde, dacht ik: wat is hier aan de hand? In mijn laatste dienst nu, een jongen van 15. Hij zou om 1 uur thuis zijn. Om half 2 hoort zijn vader gerommel aan de deur – daar zal je hem hebben, denkt hij – hij dommelt weer in, maar schrikt na een uur wakker: het blijft wel heel stil. Vader zijn bed uit. Kan de jongen nergens vinden. Ligt-ie buiten voor de voordeur. In coma, nog net niet onderkoeld, met een promillage van 2 in zijn bloed – dat red je niet met bier drinken. Kinderen die ik binnenkrijg bij de eerste hulp zijn vaak in coma ergens gevonden door een passant of politieagent. Onderkoeld en met een veel te lage bloeddruk. De politie brengt ze dan naar het ziekenhuis waar wij ze aan het infuus leggen, maar de hersenschade is er dan al. Daarnaast heeft 1 op de 4 secundair letsel zoals een gebroken arm of wond aan hun hoofd.

De gemiddelde leeftijd waarop adolescenten een alcoholvergiftiging krijgen is gestegen van 14,9 jaar in 2007 naar 15,7 jaar in 2019.  Op de twaalf alcoholpoli’s schommelt sinds 2011 het absolute aantal opnames tussen de 200 en 280 jongeren per jaar.  De patiënten op de alcoholpoli’s zijn qua geslacht en opleidingsniveau een afspiegeling van de jongerenpopulatie in de samenleving. In 2019 was de verhouding tussen jongens en meisjes 54,3 tegenover 45,7 procent. Het gemiddelde alcoholpromillage waarmee jongeren opgenomen werden was in 2019 1,97. Er gaan nog minstens zes kinderen per jaar dood aan alcoholintoxicatie.”

Over de complicaties…

“46,6 procent van de jongeren onder 18 drinkt. Bij ongeveer 3000 minderjarigen die jaarlijks via de spoedeisende hulp worden opgenomen is alcohol in het spel. Bij een kleine 1000 daarvan is sprake van alcoholvergiftiging. Naar schatting zes kinderen overlijden jaarlijks doordat ze dronken verdrinken in ondiep water of stikken in hun eigen braaksel. Een flink deel loopt hersenschade op en heeft black-outverschijnselen. Eén glas wijn per dag vergroot de kans op borstkanker met twaalf procent. En bij twee glazen met 24 procent. We zien nu het aantal borstkankergevallen stijgen en dat wordt nog veel meer. Waarom weet niemand dat? Ik zie het als mijn taak om de kennis uit de ziekenhuizen in de maatschappij te delen.

Mensen weten wel dat alcohol schadelijk is voor het brein, maar kennen niet de specifieke feiten: 43 procent van de jongeren die voor de tweede keer na comazuipen wordt opgenomen blijkt tien tot vijftien IQ-punten lager te scoren dan op grond van de cito aangenomen mocht worden. Alcohol maakt je dus echt gewoon dommer. Je ziet die schade ook in de hersenen als je jongeren in de MRI legt. Tussen het 16de en 23ste jaar maken de hersencellen van jongeren duizenden verbindingen aan. Bij middelengebruik zoals cocaïne en drank neemt dat proces af. Dat is dus blijvende schade. Er is ook veel collateral damage zoals botbreuken, vernielingen, aanranding en verkrachting. Het RIVM schat de schade van alcohol in het algemeen op zo’n 3,8 miljard per jaar. En dan hebben we het niet alleen over het verlies van IQ-punten en medische kosten, maar ook over productiviteitsverlies en kosten voor politie en justitie.”

Over preventie

“Er gaat 100 miljard naar curatieve zorg en 3 miljoen naar preventieve. Terwijl onderzoek laat zien dat iedere euro die je besteedt aan preventieve zorg 5 euro aan gezondheidswinst oplevert. De gemiddelde leeftijd waarop kinderen voor het eerst alcohol drinken is gestegen van 13,5 jaar naar 14,5. Het alcoholverbod voor minderjarigen werkt dus remmend. We zien op de eerste hulp en de alcoholpoli’s helaas nog altijd een kleine duizend kinderen per jaar. Maar de gemiddelde leeftijd is ook hier gestegen van 14,9 jaar in 2007 naar 15,9 in 2021. Ook bij ouders is wel een andere mindset gekomen. Tien jaar geleden vond een kwart de leeftijdsgrens van 18 jaar een goed idee, nu is dat ruim 60 procent. Onderzoek laat zien dat kinderen onder de 16 die beginnen met drinken en van wie de ouders dat prima vinden vier tot zes keer meer kans hebben om later een veelgebruiker te worden. Elk jaar dat je later begint met alcohol daalt die kans met 14 procent. Kinderen die tot hun 18de ‘nee’ hebben gehoord, drinken ook beduidend minder. Pubers kun je niets kwalijk nemen. Die hebben te maken met de ‘puberparadox’, zoals de kinderpsychologen op mijn poli het noemen: ze weten dat drank niet goed voor ze is, maar ze doen het toch omdat hun brein is ingesteld op spannende en nieuwe dingen doen. Dat is evolutionair gezien goed, anders zou er nooit iets veranderen in de wereld. Maar het betekent ook dat ouders en de samenleving hen moeten beschermen. Op naar de puber 0,0%.

Onze drinkcultuur is geen toeval. Alcohol is overal waar kinderen komen: thuis, op sociale media, bij de sportclubs die het geld nodig hebben om hun vereniging draaiende te houden. En de boodschap die wordt overgebracht sluit helemaal aan bij de belevingswereld van jongeren. Live life to the max: alcohol is stoer en gaaf.” 

Over het preventieakkoord met de drankindustrie aan de overlegtafel, wat vertragend zou werken (hier en hier)…

“Ik ga ervan uit dat het overleg met VWS zonder de industrie door zal gaan. Maar eerlijk gezegd ben ik niet per se tegen commerciële partijen aan tafel. We hebben de bierbrouwers in Nederland bijvoorbeeld echt aan onze zijde waar het gaat om het beleid dat alcohol alleen voor boven de 18 jaar is. Ook dragen zij uit dat alcoholvrij bier niet voor minderjarigen is omdat je kinderen daarmee laat wennen aan bier. Kom daar in België, waar ik vergelijkbare alcoholpoli’s aan het opzetten ben, maar eens om.

We weten uit onderzoek heel goed aan welke knoppen we moeten draaien om jongeren minder te laten drinken: prijsstelling, beschikbaarheid en blootstelling aan reclame. De prijs zou eigenlijk met een factor twee omhoog moeten en alcoholvrij zou goedkoper moeten zijn dan gewoon bier. Het aantal verkooppunten moet naar beneden. En er moet meer gehandhaafd worden op leeftijd. In winkels gaat dat redelijk goed, maar bij de online bezorgdiensten wordt er slechts in 15 procent van de gevallen gecontroleerd. Bij flitsbezorgers is dat één procent. Eén procent!’

Het aantal jongeren dat met een alcoholvergiftiging opgenomen werd tijdens de lockdowns in 2020 daalde met 70 procent. Tijdens de lockdowns, toen de horeca dicht was en supermarkten de leeftijdsregels strenger naleefden, was het lastig aan alcohol te komen. Maar tegelijkertijd steeg het aantal intoxicaties in de periode tússen de twee lockdowns naar het oude niveau.

Dat kappers en boekhandels een drankje mogen schenken, is absurd. Een ideetje uit de VVD-koker. Daar zijn de verschillende partijen die aan die overlegtafels zaten, heel boos over, omdat je daarmee de beschikbaarheid juist vergroot in plaats van verkleint. Met meer drankgebruik als gevolg. Een drankje bij de kapper maakt alcohol nog vanzelfsprekender. Ook voor kinderen die dat zien. Overigens zit hier niet zozeer de drankindustrie achter als wel werkgeversorganisatie VNO NCW – die is wild enthousiast omdat het fysiek winkelen aantrekkelijker zou maken. Maar de lobby heeft dus wel gewonnen. Dit ondermijnt rechtstreeks de doelen van het Nationaal Preventieakkoord.”

Over artsen…

“Artsen moeten activistischer worden. Leer artsen hoe je maatschappelijke oorzaken van medische problemen aanpakt, hoe je data verzamelt en geef ze tools waarmee ze in staat zijn dingen te veranderen. Dokters zijn er niet alleen om mensen beter te maken. Ze moeten zich juist ook bezighouden met preventie. Kijk naar de nieuwe artsenrichtlijn. Die schrijft voor dat je maatschappelijke factoren signaleert die van invloed zijn op de volksgezondheid. Juist omdat ik arts ben, wordt mijn verhaal serieus genomen. Een willekeurige voorlichter ziet als hij zijn ogen dichtdoet niet zoals ik al die kinderen voor zich die zwevend op het randje van de dood worden binnengedragen. We hebben als maatschappij echt een probleem met alcohol. Natuurlijk ben ik blij met wat we bereikt hebben, zoals het verbod op alcoholreclames vóór 21.00 uur en de verhoogde leeftijdsgrens van zestien naar achttien. Maar het is niet genoeg.” 

Bronnen:

Reinier de Graaf ziekenhuis; Medisch Contact, 3 oktober 2016;  Stichting Jeugd en Alcohol, 30 september 2020, Omroep West, 13 juni 2022; NRC, 6 september 2021; Pointer, 28 juni 2022; Volkskrant, 29 oktober 2022

Eerdere blogs met aandacht voor andere inspirerende artsen

19.10.2019: Inspirerende artsen (01): Piet van Loon

05.12.2019: Inspirerende artsen (02): Dirk de Wachter

03.02.2020: Inspirerende artsen (03): Wanda de Kanter

04.01.2021: Inspirerende artsen (04): Marcel Slockers

12.05.2021: Inspirerende artsen (05): Liesbeth van Rossum

13.08.2021: Inspirerende artsen (06): Arjen Göbel

26.11.2021: Inspirerende artsen (07): Nienke Nieuwenhuizen

05.04.2022: Inspirerende artsen (08): Jacques de Milliano

 

 

 

Vragen of opmerkingen?