Inspirerende mensen hebben we nodig in de zorg en dus ook inspirerende artsen. Artsen die goed werk leveren via een combinatie van vakmanschap, morele verantwoordelijkheid en persoonlijke betrokkenheid. Vandaag in de schijnwerper specialist ouderengeneeskunde (SO) en voormalig voorzitter van hun beroepsvereniging Verenso: Nienke Nieuwenhuizen.

Het inspirerende bij haar vind ik dat zij niet alleen toont hart voor haar vak te hebben, maar ook in staat is als voorzitter van een beroepsvereniging in interviews in bladen en praatprogramma’s op TV duidelijke taal over beleid te spreken. Zonder met meel in de mond te spreken en zonder allerlei mitsen en maren. Denk bijvoorbeeld aan haar rol en invloed als tijdelijk OMT-lid over de situatie van een “mini-trauma” in verpleeghuizen bij corona (Zorgvisie, 15 september 2020).

Jarenlang heb ik in het praktijkgebied van onze huisartsengroep prima samengewerkt met SO’s en altijd keek ik daarbij ook naar het heldere standpunt van Verenso met Nienke tussen 2014 en 2021 als voorzitter aan het roer. Denk daarbij aan de positionering en bekostiging van de SO naast de huisarts (12 juni 2017) en de kritische beschouwing over de zorg in kleinschalige woonvormen (20 december 2018). Bij het maken van lokaal beleid heb ik veel gehad aan haar columns en standpunten (zie onder). Steun die was te gebruiken bij het maken van beleid bij consultaties via de Zorgverzekeringswet, bij revalidatie, bij thuiswonende ouderen met een Wlz-indicatie en bij de overgang naar een verpleeghuissetting, al dan niet via een crisisbed.

Onder haar voorzitterschap kwam eerst ook het convenant tussen LHV en Verenso tot stand (27 november 2014). Later volgde een verdere verdieping in de “Handreiking Samenwerking huisarts en specialist ouderengeneeskunde” (13 oktober 2016). Een handreiking die later voor huisartsen de basis vormde voor de “Leidraad medische zorg voor ouderen in (kleinschalige woonzorgvoorzieningen” (13 november 2018).

Het schetst dan ook geen verbazing dat de leden van Verenso haar deze week (25 november 2021) hebben benoemd tot erelid. Want zo zegt de huidige voorzitter, over Nienke Nieuwenhuizen: “zij heeft het specialisme ouderengeneeskunde landelijk op de kaart gezet. Ze zorgde dat Verenso een prominente plaats kreeg aan overlegtafels in de ouderenzorg. Tijdens COVID-19 was zij het gezicht van de leden en werd ze het boegbeeld van de sector in de media.” Daarnaast heeft zij een belangrijke rol gespeeld bij het kwaliteitsbeleid en bij thema’s rondom het levenseinde en dementie.

Een prachtig complement voor deze inspirerende arts. Maar het houdt nog niet op, zij heeft voor de nabije toekomst ook belangstelling voor de politiek. Nu we iets meer weten over haar drijfveren (hier), dan zou een politieke carrière richting Den Haag toch een verrijking zijn voor heel de zorg?

Nienke, dank en heel veel succes.

 

“Ons specialisme heeft gewoon alles wat een intelligente, maatschappelijk betrokken en creatieve jonge collega maar kan wensen. Het vak is een uitdagende combinatie van interne geneeskunde, huisartsgeneeskunde, psychiatrie en sociale geneeskunde. Je bent een generalistische specialist (of een specialistische generalist) met een holistische inslag”.

Citaten uit haar interviews en columns

Over zorg in de laatste levensfase… (2017)

“…is van mening dat de massale aandacht die er nu is voor euthanasie en voltooid leven, gericht zou moeten zijn op goede palliatieve zorg. “De dood wordt nu als een product neergezet, waarvoor je kunt kiezen. Maar euthanasie kun je niet los zien van palliatieve zorg, die ook andere wegen naar een waardig en pijnloos levenseinde biedt, zoals palliatieve sedatie en het staken of beperken van een behandeling. Laten we ons daarop focussen.” Want als het gaat om bijvoorbeeld het medicatiebeleid is er in de ouderenzorg nog wel wat te winnen, stelt de specialist ouderengeneeskunde. “Ouderen slikken vaak jarenlang heel veel medicijnen. Een keer naar de cardioloog en hup, weer een paar pillen erbij. Die worden trouw ingenomen. Gesprekken over de noodzaak van al die pillen en het stoppen met medicatie worden zelden gevoerd, maar we voeren wel gesprekken over euthanasie. Ik vind dat een gekke kronkel.”

Binnen de muren is er meer complexiteit, doordat mensen later binnenkomen. Erbuiten is onze inzet steeds meer nodig. In een verpleeghuis weet je waar je moet zoeken. In de wijk zit het probleem achter de deur verstopt. Maar we lopen ook tegen praktische dingen aan, zoals afstanden. In het verpleeghuis ga je even langs bij een cliënt en eventueel wip je ’s middags nog een keer binnen. Bij een cliënt die nog thuis woont, is dat lastiger. En in het verpleeghuis werk je met een zorgteam. Terwijl je in de wijk met twintig thuiszorgaanbieders te maken hebt die je erbij moet betrekken.”

Over haar eigen vak…  (2017)

“Ons specialisme heeft gewoon alles wat een intelligente, maatschappelijk betrokken en creatieve jonge collega maar kan wensen. Het vak is een uitdagende combinatie van interne geneeskunde, huisartsgeneeskunde, psychiatrie en sociale geneeskunde. Je bent een generalistische specialist (of een specialistische generalist) met een holistische inslag. Niet alleen kijkend naar de diagnose, maar vooral naar wat je nog kan betekenen voor die persoon en de mensen om hem heen. Daarvoor heb je relatief weinig middelen tot je beschikking en vaak ook nog uitdagingen in communicatie en lichamelijk onderzoek. Creativiteit en lef zijn onmisbare eigenschappen voor een specialist ouderengeneeskunde. Om datgene te behandelen wat je nog kan behandelen, continu te zoeken naar alternatieven en stoppen wat niet zinvol meer is. Met weinig evidence om je daarbij te ondersteunen. Steeds handelend vanuit het perspectief van die ene mens in dat specifieke sociaal-maatschappelijke systeem. Daarnaast kan elke wetenschapper zijn hart ophalen. Een onontgonnen terrein ligt voor je open!”

Over het zorgaanbod…  (2017)

“En natuurlijk is de specialist ouderengeneeskunde een belangrijke partner voor huisarts en geriater daarin. Afspraken maken over de inzet van specialisten ouderengeneeskunde zonder deze arts zelf, is een omissie. Intramurale capaciteit, ELV-bedden en GRZ zijn onmisbare schakels in de zorg voor de kwetsbaarsten van de kwetsbaren, en daar hoort naast zorg en welzijn ook de (para)medische zorg bij! De zorg ‘zoals specialisten ouderengeneeskunde die plegen te bieden’ past echter niet echt binnen een van de deelakkoorden, omdat deze patiëntengroep zich in de hele keten bevindt.” 

Over multidisciplinair samenwerken… (2017)

“Wij weten dat de som van de individuele behandelaren nog niet maakt dat je goede multidisciplinaire zorg levert. Alleen door de zo belangrijke afstemming rond en met de patiënt, kun je goed aansluiten op de wensen en mogelijkheden. Een goed MDO bespaart daarnaast vaak onnodig veel telefoontjes, administratieve lasten en onder- of overbehandeling. En het draagt veelal bij aan de patiënttevredenheid.”

Over het kwaliteitskader verpleeghuizen… (2017)

Want met of zonder Kwaliteitskader: we handelen en behandelen al jaren vanuit onze kennis en kunde, we staan voor ons vak, en zullen dat vanuit passie en ambitie doorontwikkelen!”

Over schaarste… (2019)

Op schaarste kun je wel sturen, maar hou ook vooral de kwaliteit in de gaten. Schaarste is in principe geen reden om in te boeten op kwaliteit. En schaarste is niet alleen ons probleem. Net als dat de toenemende vraag naar onze kennis niet alleen ons probleem is. Al veel langer had in de opleiding ‘onze’ manier van werken een prominente plek moeten krijgen. Al veel eerder had gestuurd moeten worden richting netwerkgeneeskunde. En die verzorgingshuizen hadden we natuurlijk niet zo snel moeten sluiten. We kunnen helpen, meedenken en meedoen, maar we doen en kunnen dit niet alleen!”

Over de intrede van de SO in de Zorgverzekeringswet… (2019)

“De manier van werken is wel anders dan in de Zorgverzekeringswet gewoon is. Ik snap, vanuit zorgverzekeraars perspectief, dat het wel spannend is om ruim baan te geven aan een, voor de Zorgverzekeringswet, nieuw specialisme. Specialisten ouderengeneeskunde zijn natuurlijk helemaal geen nieuw specialisme. Ze werden alleen altijd anders bekostigd! Er zijn heel veel ouderen en de verzekeraars hebben de taak ervoor te zorgen dat het geld zinnig wordt uitgegeven. De reflex is helaas vaak om met regels, restricties en het zoeken naar zekerheden in bijvoorbeeld uitkomstindicatoren te proberen controle te houden. Maar misschien moeten we rond de kwetsbare patiënt wel iets anders doen?”

Over corona… (2020)

“En in 60 procent van de verpleeghuizen is géén COVID-19 uitgebroken. Maar dat zijn geen sappige verhalen. Daarmee kom ik niet bij Op1.” Ze zou graag willen dat er wat meer nadruk wordt gelegd op wat er goed gaat in de ouderenzorg. “Zonder het negatieve te ontkennen, maar benoem óók het positieve. Dat is zó belangrijk voor de sector. Voor de mensen die er met ziel en zaligheid werken en altijd maar het gevoel krijgen dat ze het niet goed doen. Nu gaat het in het nieuws over families die dreigen met rechtszaken omdat ze het niet eens zijn met de bezoekregelingen, maar dat we dankzij onze langdurige zorg en verpleeghuiszorg in Nederland een ramp zoals in Italië hebben voorkomen, krijgt nauwelijks aandacht.”

 Eerdere blogs over inspirerende artsen

19.10.2019: Inspirerende artsen (01): Piet van Loon

05.12.2019: Inspirerende artsen (02): Dirk de Wachter

03.02.2020: Inspirerende artsen (03): Wanda de Kanter

04.01.2021: Inspirerende artsen (04): Marcel Slockers

12.05.2021: Inspirerende artsen (05): Liesbeth van Rossum

13.08.2021: Inspirerende artsen (06): Arjen Göbel

 

 

Vragen of opmerkingen?