Afgelopen weekend ontving ik van beide huisartsverenigingen een link naar Conceptversie IZA 1.0 (3 september 2022). Met het verzoek om in de ledenraadpleging per item aan te geven op een schaal van 0-10 of een verenigingslid “tevreden is met deze uitkomst/afspraak in het IZA”. Uiterlijk tot 8 september kunnen huisartsen reageren, waarna de landelijke ledenvergadering op maandag 12 september 2022 gaat besluiten over het wel/niet tekenen van dit akkoord. De ondertekening bij VWS staat gepland op 14 september.

De nieuwe versie, opvolger van conceptversie 0.9, blijft overigens nog steeds een conceptversie heten en bevat inmiddels 135 pagina’s beleidstaal. Gelukkig heeft de beroepsvereniging een korte samenvatting geschreven, maar het blijft opmerkelijk dat een beroepsgroep met zoveel problemen (Malieveld en hier) zo weinig tijd krijgt/neemt om te wegen of de toekomstig gewenste koers en oplossingen over problemen zijn terug te vinden in dit conceptakkoord.

Er is dit weekend bij de aankondiging ook nog een waarschuwing toegevoegd: “Indien wij als huisartsenorganisaties het IZA niet zouden ondertekenen, dan gaat er mogelijk ook een streep door de nu behaalde resultaten zoals de thema’s ANW en Meer tijd voor de patiënt.”

Waarvan akte.

Financiële paragraaf is onveranderd

In deze alweer elfde blog over het IZA, ga ik in op wat nu daadwerkelijk is terug te vinden ten aanzien van de 5 door de beroepsvereniging eerdergenoemde voorwaarden waaraan het IZA zou moeten voldoen. LHV/VPH hebben overigens zelf het akkoord samengevat in 10 hoofdonderwerpen.

Het eerste wat opvalt is dat de financiële paragraaf (nu op pagina 17, 122/123 en 129/130 van versie 1.0) onveranderd is gebleven ten opzichte van de eerdere conceptversie van 12 augustus. Inclusief de drie voorafkortingen van het budgetkader: -80 mln. huisartsenzorg, -20 mln. multidisciplinaire zorg en – 600 mln. bij wijkverpleging. Een dergelijke korting als gevolg van budgetonderschrijding, feitelijke een desinvestering met het miskennen van eerdere afspraken, is in belang van verzekeraars en overheid met, laat dat duidelijk zijn. De gevolgen zijn voor de zorg voor burgers, verleend door zorgverleners.

25.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (1) (belang/inkoop)

30.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (2) (ZV-insteek)

Wat moest er volgens huisartsen in zorgakkoorden (IZA en sectoraal) worden vastgelegd (hier/hier en hier/hier)?

1. Meer tijd voor de patiënt (MTVP)
Voor alle huisartsen bereikbaar maken:

Aanpassing consultduur

Financieel: ophoging inschrijftarief, vergoeding overlegtijd met andere zorgverleners

Extra opleidingsplaatsen

2. Aanpak ANW-systeem
Evenredige verdeling van ANW-diensten over alle huisartsen

Spoed = Spoed

Regulering en ophoging van de tarieven voor iedereen

Werken naar integrale spoedpost (HAP, SEH), voor structurele verlaging dienstendruk in de toekomst.

3. Focus op eigen kerntaken
Geen substitutie van zorg uit ziekenhuizen, ggz en sociaal domein naar de huisartsen.

Wachtlijstopvang door zorgaanbieder waar huisarts naar verwezen heeft.

4. Vergoeding voor stijgende praktijkkosten
Niet wachten op nieuw kostenonderzoek, maar nu al stijgende kosten voor personeel, ict en huisvesting compenseren.

5. Vertrouwen als basis voor toezicht en controle
Geen onnodige en onzinnige verantwoording van handelen van huisartsen:

WTZA stopzetten.

Geen administratieve lastenverzwaring door nieuwe wet- en regelgeving.

Eerder gemaakte afspraken rond administratieve lastenverlichting moeten verplicht door alle betrokkenen worden nagekomen.

 

 

De O&I gelden worden gekoppeld aan regioplannen/regiobeelden door regio-organisaties die met verzekeraars transformatieplannen maken over passende zorg en over samenwerking in de regio. Mijn vermoeden is dat dit de opmaat is naar regiobekostiging. Waarbij vooraf de vraag beantwoord moet worden op welke schaalgrootte het huisartsenteam behoefte heeft aan ondersteuning van organisatie? Is dat op praktijkniveau? Op niveau van de huisartsengroep? Op niveau van de wijk? Op niveau van eerstelijns samenwerking? Op niveau van de gemeente? Op niveau van het zorgkantoor? Of, op niveau van de regio, in overeenstemming met het IZA en conform de wens van zorgverzekeraars?

 

In onderstaande tekst ga ik op deze 5 punten in.

  1. Meer tijd voor de patiënt (conceptversie pg. 74 en 75)

MTVP was ook onderwerp in het vorige bestuurlijke akkoord (hoofdstuk 2.1.2, dd. 27 juni 2018) én in het coalitieakkoord van het huidige kabinet Rutte IV (15 december 2021). De budgettaire bijlage van het coalitieakkoord meldt + €4 mln. voor MTVP 2023 oplopend naar + €48 mln. in 2026. De conceptversie 1.0 meldt dat per jaar “voor in ieder geval 4,3 miljoen ingeschrevenen er MTVP-geld komt” en “met als doel om in vier jaar dit te organiseren voor alle 17 miljoen Nederlanders”.

De insteek en intentie waren goed door het budget te verdelen en te koppelen aan het inschrijftarief (zie kader boven). De huisarts als professional is deskundig genoeg om zelf te bepalen waar in de praktijkvoering van de basiszorg deze gelden voor MTVP zijn in te zetten.

Echter er wordt nu in deze IZA gekozen, 4 jaar na het vorige akkoord, voor het opstellen van een “Leidraad” waarbij vanaf 2023 de bekostiging van MTVP gaat lopen via de regionale huisartsenorganisatie (RHO) met dan O&I afspraken. Voor 2023 wordt de schamele MTVP-financiering ondergebracht bij segment 3 van de bekostiging.

Waarom zo ingewikkeld? De eerste gelden via segment 3 impliceert een contractplicht van de huisarts en de Leidraad gaat niets anders inhouden dan budgetbewaking met invulling van nieuwe MTVP-voorwaarden als in te zetten drempel. Zoals eerder gemeld blijft de contradictie tussen individueel contracteren en niet individueel onderhandelen bestaan en dat met instemming van toezichthouders.

De MTVP-vergoeding noem ik ‘schamel, omdat de snelste route naar MTVP een praktijkverkleining is, maar daar zijn echt heel andere bedragen mee gemoeid (blog, 8 maart 2018).

  1. Aanpak ANW-systeem (conceptversie pg. 56 en 57)

Het dossier “acute zorg in ANW” is zeker bij de huisartsenzorg een van de meest zorgelijke dossiers. Onder andere omdat revisie richting een regionaal netwerk rondom een Spoedeisende Medische Dienst (SMD), zo lijkt het, een eeuwigheid duurt. Het is dit jaar 10 jaar geleden dat de huidige bestuursvoorzitter van een zorgverzekeraar een uiteenzetting gaf over de contouren van een SMD (hier, 12 december 2012).

Het kwaliteitskader acute zorg zag in februari 2020 het levenslicht na een periode van 6 jaar onderhandelen (hier, 19 februari 2020). Traag, trager, traagst!

22.07.2020: Nog drempels genoeg bij nieuwe inrichting en bekostiging spoedzorg (houtskoolschets)

13.03.2021: Eigen bijdrage na bezoek huisartsenpost is een politiek te wegen betalingsinstrument

02.06.2021: Betere onderhandelingspositie praktijkhouders nodig bij werk op HAP (randvwrden)

27.09.2021: Afstemming bij bekostiging acute zorg van zorgverleners onontkoombaar (HA-spec)

24.02.2022: ANW-spoedzorg op huisartsenpost zo niet meer toekomstbestendig (dysbalans/wet)

02.03.2022: Uitgangspunten herinrichting landschap acute zorg bekend…en nu? (pilots/VWS/NZa)

20.04.2022: Minister blijft vaag over noodzakelijk aantal spoedeisende hulp (SEH) (in IZA?)

Het eerste landelijk uitgangspunt stuitte me al tegen de borst: “sluitende dekking voor alle benodigde diensten”. Hoe kun je nu dit afspreken als na de uitgangspunten (netwerk, keten, regio, acute zorg, SMD) alle vervolgstappen richting een nieuwe zorgstructuur acute zorg nog niet zijn benoemd. Dat huisartsen aan het eind van de processtappen een goed tarief wensen en er meer gelijkheid komt qua verantwoordelijkheden binnen de groep van 13.000 geregistreerde huisartsen, dat begrijp ik. Daar is zelfs een Tweede Kamermotie over aangenomen (7 juli 2022). Maar ik mis de tussenstappen, zoals uitspraak over veilige werktijden (reden I/reden II/reden III), maximering diensturen, uitspraak over koppeling ANW-plicht aan declaratie inschrijftarief, uitspraak over budgetkoppeling dagzorg – ANW-zorg – landelijk budgetkader, precieze rol zorg coördinatiecentrum, personele bezetting binnen eigen spoedzorg en aanpalende disciplines, het wel/niet gaan inzetten van herregistratie eisen bij roostering, (on)mogelijkheden taakherschikking en hybride zorg bij spoedzorg, beschrijving van zorgplicht NONI’s bij verzekeraar (of HDS?), herverdeling ANW-gelden bij Wlz-geïndiceerden zonder behandeling etc. 

Binnen dit vacuüm zijn dan ook heden ten dage vreemde zaken te lezen (voorbeeld: Zorgvisie, 17 augustus 2022). Zou het niet beter zijn het complete transitieplan ANW-spoedzorg voor te leggen aan huisartsen?

Op 21 januari 2019 hebben huisartsen in hun Toekomstvisie spoedeisende zorg als kerntaak beschreven. Zorg die 24 uur per dag beschikbaar is en die uitsluitend bedoeld is voor gezondheidsklachten die medisch gezien direct of binnen enkele uren beoordeeld moeten worden. Het spreekt voor zich dat bij deze kerntaak randvoorwaarden en een passende organisatiestructuur horen. Huisartsen zullen zélf deze voorwaarden en organisatie moeten benoemen. Of anders hun kerntaak herbenoemen. De uitspraak over deze kerntaak acute zorg van januari 2019 is geen vrijbrief voor anderen naar eigen inzichten te grasduinen in bezetting, tarifering, budget, toegankelijkheid en koppeling ANW-zorgtaak aan een al eerder uitgezuiverd inschrijftarief uit de dagzorg.

  1. Focus op eigen kerntaken (conceptversie 15 en 33)

Kerntaken zoals die zijn beschreven in de Toekomstvisie en het basisaanbod. Een belangrijk punt hier is het antwoord wie nu verantwoordelijk is als noodzakelijk zorg (medisch, sociaal) niet tijdig kan worden geleverd, het wachten langer duurt dan beschreven in Treeknormen en vooral hoe oplossingsgericht er wordt gewerkt vanuit beleidstorens.

Ja, dan kijken we toch weer naar de contracten (rechten/plichten) op de 3 zorgmarkten: de zorgverzekeringsmarkt met de polis, de zorginkoopmarkt met het contract tussen zorgverlener en verzekeraar en de zorgverleningsmarkt met voor de burger vrije artsenkeuze en functionele aanspraak op zorg.

14.02.2022: Zorgplicht impliceert juiste inkoop van voldoende zorg (1) (tijdig, wet, ZV, rol IGJ, NZa)

16.02.2022: Zorgplicht impliceert juiste inkoop van voldoende zorg (2) (tijdig, wet, ZV, rol IGJ, NZa)

18.08.2022: Zorgplicht zorgverzekeraars blijft een (te) vaag omschreven begrip (plicht à “samen”)

Deze week was de discussie weer exemplarisch over het fenomeen “zorgplicht” van zorgverzekeraars, aangezwengeld via de GGZ-problematiek (advocaat en advocaat, weerwoord Zorgautoriteit). Zelfs een professor van de Erasmus School of Health Policy & Management, toch de “hogeschool” in NL wat betreft het benadrukken van de geneugten van marktdenken in de zorg, had een woord van kritiek (Zorgvisie, 1 september 2022) op de Zorgautoriteit.

Een soortgelijk probleem speelt in de huisartsenzorg wat betreft hun grensgesprekken met medisch-specialistische zorg (MSZ), GGZ en het sociale domein.

De conceptversie 1.0 meldt ten behoeve van passende zorg aansluiting te zoeken bij de werkwijze van Zorgevaluatie en Gepast Gebruik (ZE&GG) van de MSZ. Met de belangrijke zinsnede: “als zorg verplaatst wordt van bijvoorbeeld het ziekenhuis naar de huisarts, moet die daar wel voor geëquipeerd zijn.” Nu kan ik het mis hebben, maar in de organisatiestructuur ZE&GG zie ik weinig deelnemers met huisartsgeneeskundige kennis. Voor een werkagenda met zorgverplaatsing als een doel wel een noodzakelijke voorwaarde, dunkt me.

Datzelfde geldt voor samenwerking en afstemming in de driehoek sociaal domein – huisarts/POH – GGZ. Naast het aspect van persoonsgerichte zorg is huisartsenzorg ook contextzorg. Hoe beter deze context in beeld is, hoe makkelijker is een klachtenpatroon te duiden. Beschikbaarheid op vervolgzorg in het sociale domein, bij een context met veel sociale factoren, is makkelijker te regelen via het plaatsen van de gemeentelijk functionaris sociale domein in de verwijsmodule Zorgdomein. Juist voor dit soort samenwerking zijn MTVP en praktijkverkleining binnen kleinschalige wijkzorg nodig.

Bij de eerdere voorwaarde van huisartsen: “wachtlijstopvang door zorgaanbieder waar huisarts naar verwezen heeft”, is nu voor de GGZ afgesproken dat per 2025 binnen AKWA GGZ een uniforme werkwijze wordt toegepast, met het streven dat de patiënt binnen 1-2 weken wordt uitgenodigd voor een eerste gesprek (pg.81). Maar “dit geldt niet voor alle verwijzingen.” De huisarts blijft de verwijzer, voor het extra GGZ-werk wordt per 2024 het maximumaantal uren POH-GGZ met 4 uur per normpraktijk uitgebreid (pg.82). Treeknormen worden meer en meer de maatstaf (pg. 86: GGZ aanmeldwachttijd max. 4 wkn; behandelwachttijd max. 10 wkn). 

  1. Vergoeding voor stijgende praktijkkosten (pg. 120, 121 en 125)

De laatste jaren ligt met name de vergoeding voor huisvesting onder vuur.

07.01.2020: Richting een toekomstbestendige bekostiging huisartsenzorg (Het 5-stappen model)

27.01.2020: De praktijkkostenvergoeding van de huisarts (de 5 stappen van PKO naar dagtarief)

19.03.2020: Maak het praktijkhouderschap huisarts aantrekkelijker (aantal, bekostiging, spreiding)

02.05.2020: Vergoeding huisvestingskosten in zorgtarieven eerste lijn is te laag (als deelkostenpost)

24.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: de huisartsenzorg (5) (5-stappenmodel)

07.09.2021: Bij huisartsenzorg (b)lijkt eigenaarschap van secundair belang (2) (fout: van primair belang)

01.02.2022: Ruimtegebrek bij huisartspraktijken is opnieuw een actueel thema (Newcom enquête)

Maar er zijn ook klachten over de extra ICT-kosten voor digitaal werken en de zorg voor goede gegevensuitwisseling. Zoals de achter blijvende bekostiging van de gepromote PGO’s (ZorgICTzorgen, 19 augustus 2022).

Dat er pas per 2025 een nieuwe tariefaanpassing op basis van een kostenonderzoek komt voor de kosten van huisvesting is rijkelijk laat, als nu de nood al hoog is.

Dat huisartsen in de problemen komen met de vergoeding voor huisvesting heeft te maken met de herhaalde (3x: jaar 2006, 2009/2010 en 2015) en niet aan de realiteit aangepaste systematiek van onderzoek naar kosten.

14.07.2017: Praktijkkostenonderzoek huisartsen 2015 door NZa: 20 kanttekeningen

Kortom, eerder én anders, dan nu aangekondigd in de conceptversie IZA, een nieuw praktijkkostenonderzoek. Met het benoemen van de kosten van noodzakelijke huisvesting als aparte kostencomponent. Nu zijn de huisvestingskosten nog ondergebracht bij de post “overige kosten”.

Voor snelheid van handelen is ook een alternatieve route begaanbaar om de kosten van noodzakelijke huisvesting te berekenen. Kijk op de huizenmarkt wat de huurkosten voor zakelijk gebruik zijn per mtr2 per jaar. Vraag de beroepsgroep hoeveel mtr2 er nodig zijn per normpraktijk en verwerk de kosten in de breukteller van de Tariefformule. Sneller resultaat voor de beroepsgroep met ook voor de overheid/NZa een goedkoper onderzoek.

Een ander zorgelijk punt wat betreft “tarieven in lijn met werkelijke kosten” is de bijstelling van een loon-prijsindexering, om te beginnen voor 2023. In de financiële kaders is voor huisartsenzorg jaarlijks de tranche loon- en prijsbijstelling begroot op + €134 mln. per jaar.

In de Conceptversie 1.0 staat (pg. 120) staat dat verzekeraars de OVA volledig doorvertalen in prijzen en contracten.

Maar crucialer is de vraag of overheid en verzekeraars ook de eindejaar prijsindex gaan compenseren. Nu zijn voor 77% van de jaaromzet de NZa-tarieven verantwoordelijk en voor 23% de tarieven van zorgverzekeraars. Helaas is vergoeding van de prijsindex in het IZA erg mistig beschreven (laatste alinea pg. 120 en 121).

Neem eerst kennis van de ramingen van het CPB (raming, 19 augustus 2022) en van de inflatiecijfers van het CBS (hier/juli en hier/prijsindex augustus)

01.12.2021: Oplopende inflatie vraagt tariefaanpassing (inflatie>2,5% dus CEP en OVA ook aanpassen)

Waarna er de volgende vragen zijn te stellen?

-wordt voor bijstelling/indexering, indien noodzakelijk, het budget van 134 mln. opwaarts bijgesteld?

-gaat de NZa ook de prijsindex/inflatie volledig compenseren in hun tarieven 2023 (waarschuwing, 11 mei 2022)?

-gaan zorgverzekeraars de prijsindex/inflatie volledig compenseren in hun tarieven 2023 van segment 2 en segment 3?

-zo nee, welk deel dan wel?

Het IZA is nu bij uitstek de gelegenheid hier goede afspraken over te maken. Overigens niet met ZN, maar met overheid/NZa en met de preferente verzekeraars.

Dan rijst nog de vraag of de financiële middelen uit het groeipad (2,0% in 2023 en 2,4% in 2024 en 3,0% in 2025 en 3,5% in 2026) ten goede komen aan zorg in de spreekkamers van huisartsen en hun medewerkers. Hoeveel % van dit geld gaat naar projecten/pilots en zogenaamde ondersteuningsorganisaties. Als uitgangspunt dezelfde vraag voor de MDZ: welke middelen uit groeipad MDZ gaan naar directe zorg? Welke middelen naar niet directe zorg?

Bij deze vraag verwijs ik ook naar het punt van “Geld voor organisatie en infrastructuur” (conceptversie pg 13, 21, 69 en 122). De O&I gelden worden gekoppeld aan regioplannen/regiobeelden door regio-organisaties die met verzekeraars transformatieplannen maken over passende zorg en over samenwerking in de regio. Mijn vermoeden is dat dit de opmaat is naar regiobekostiging. Waarbij vooraf de vraag beantwoord moet worden op welke schaalgrootte het huisartsenteam behoefte heeft aan ondersteuning van organisatie? Is dat op praktijkniveau? Op niveau van de huisartsengroep? Op niveau van de wijk? Op niveau van eerstelijns samenwerking? Op niveau van de gemeente? Op niveau van het zorgkantoor? Of, op niveau van de regio, in overeenstemming met het IZA en conform de wens van zorgverzekeraars?

Anders gezegd: wie zijn de opdrachtgevers bij het werk van een RHO? Zijn dat de deelnemende huisartsen of zijn dat twee preferente zorgverzekeraars die niet onderhandelbare contracten voorleggen en (wel) de transformatieplannen keuren? U mag het zeggen.

Blijft er behoud van de vrije artsenkeuze (artikel/proefschrift), ook als deze arts zich straks buiten de eigen regio bevindt (column, Wim Groot, 3 september 2022)?

Mij valt tot slot op dat de kinderachtige maatregelen richting niet gecontracteerde zorg niet uit de conceptversie zijn verdwenen (zie onderdeel J, contractering, hoofdstuk 4, pg. 118, 119 en 120).

  1. Vertrouwen als basis voor toezicht en controle (pg. 114 en 125)

Vertrouwen is goed, controle is beter, zo hoor ik vaak vanuit de financiële instellingen. Maar de beste methode blijft afspraken over de zorginhoud laten doorberekenen via het 5-stappenplan.

07.01.2020: Richting een toekomstbestendige bekostiging huisartsenzorg (Het 5-stappen model)

27.01.2020: De praktijkkostenvergoeding van de huisarts (de 5 stappen van PKO naar dagtarief)

Dat huisartsen zo in de problemen zijn gekomen (hier/hier/hier), heeft vooral te maken met van bovenaf opgelegde budgetten, met het macrobeheersingsinstrument als zwaard van Damocles, met handel over budgetten binnen bestuurlijke akkoorden en met perverse kostenonderzoeken.

Opnieuw staan alle zorgverleners aan begin van een nieuw traject, dit keer heet een bestuurlijk akkoord het integrale zorgakkoord. Opnieuw, tijdens mijn beroepscarrière elke 2 jaar, wordt er gesproken over versterking van organisatie van eerstelijnszorg. Met daarna de volgende tekstpassage in de conceptversie:

Citaat (pg.125): Om de organisatie van de eerstelijnszorg te versterken dienen partijen, zoals eerstelijnszorgorganisaties, te beschikken over voldoende financiële middelen en menskracht om beoogde plannen en samenwerkingsafspraken ten uitvoer te brengen. De door VWS beschikbaar gestelde groei van de kaders huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg en daarnaast de specifiek beschikbaar gestelde middelen vanuit het coalitieakkoord voor de versterking organisatiegraad basiszorg bieden partijen voldoende financiële ruimte om hierover in alle regio’s afspraken te maken.”

Bij een dergelijke uitspraak zie ik nu graag een aparte financiële paragraaf. Maar de allerlaatste alinea uit het IZA luidt: “De ontwikkeling van de uitgaven binnen de sectoren van het IZA wordt viermaal per jaar gemonitord via kwartaalrapportages van het Zorginstituut en de NZa. Indien noodzakelijk worden de ontwikkelingen besproken in het BO IZA. De uitgaven van de transformatiemiddelen worden elk kwartaal gemonitord door de NZa. Indien noodzakelijk worden de ontwikkelingen besproken in het Bestuurlijk IZA overleg.

Zo blijft de koppeling zorginhoud/organisatie aan het budget ongewis en moeilijk ook als zodanig te monitoren.

Vertrouwen als basis voor toezicht betekent ook solidariteit met een andere kerndiscipline uit de eerste lijn: de wijkverpleging als onmisbare schakel in de samenwerking thuis. Net als de huisartsenzorg, verkeert ook de wijkverpleging in de problemen (hier/hier en hier/hier/hier en hier).

Vertrouwen wordt niet getankt met het overeind houden van de jaarverantwoordingsplicht binnen de Wtza. Daarover is weinig te lezen, al meldt de VVAA dat er gesprekken zijn over uitstel (VVAA, 29 augustus 2022).

In het kader van Ontregel de Zorg moet in 2025 de tijdsbesteding aan administratieve werkzaamheden in alle sectoren met 5%-punt (bij een 40-urige werkweek is dat 2 uur minder per week) gedaald zijn ten opzichte van 2020. Deze uitkomst toont weinig ambitie.

Tot slot

De 17 partijen die sinds april 2022 deelnamen aan de besprekingen over het IZA zijn nu aan zet om de uitkomsten wel/niet te accepteren.

Huisartsen kunnen op 10 items melden in hoeverre ze tevreden zijn en in hoeverre ze inschatten dat gemaakte afspraken wel/niet concreet en afdwingbaar zijn. Zij moeten daarover in enkele dagen besluiten en via de Ledenraadpleging feedback geven.

Gezien de complexiteit van de materie binnen én buiten de eigen beroepsgroep en de taaie beleidstaal van 135 pagina’s conceptversie een moeilijke, maar mogelijk geen onmogelijke opgave een overall oordeel te geven.

Haastige spoed is zelden goed, ook hier lijkt mij. Dat geldt zeker ook nadien voor een vervolgtraject, van welke IZA-aard dan ook. In mijn actieve carrière met regelmaat meegemaakt dat tijdens de zomervakantie snel over urgente dossiers werd besloten, zodat op Prinsjesdag de minister een akkoord kon melden. Ik hoop met deze blog wat inzicht te geven te hebben gegeven in de voorgelegde voorstellen.

Elke nog (wel) actieve zorgverlener, succes bij de te maken afwegingen.

NB: van (andere) specifieke sectorale afspraken ben ik niet op de hoogte!

Eerdere blogs in chronologie over het traject richting het Integrale Zorgakkoord

02.04.2021: NZa-evaluatie over contractering huisartsenzorg heeft weinig diepgang (monitor)

06.05.2021: Tussenevaluatie bestuurlijk akkoord huisartsenzorg benoemt niet alle knelpunten

01.09.2021: Over wenseninventarisatie bij huisartsen en beleidsmatige vervolgstappen (LHV)

07.09.2021: Bij huisartsenzorg (b)lijkt eigenaarschap van secundair belang (2) (fout: van primair belang)

20.09.2021: Ook de WRR stelt: prioriteer en maak keuzes (WRR-rapport “Kiezen voor houdbare zorg”)

30.09.2021: Deze plicht van openbare verantwoording gaat veel te ver (Wtza-plichten)

08.10.2021: Het hebben van een vaste huisarts leidt tot betere zorguitkomsten (3 indicatoren)

05.11.2021: Geen verband MVTP en (nieuw) tarief 15-minutenconsult (personeel + budget)

10.11.2021: Stijging van psyche meldingen bij arbeidsongeschiktheid van huisartsen (AOG/AOV)

16.11.2021: Medisch generalistische basiszorg is bij Wlz niet automatisch huisartsenzorg

24.11.2021: Stagnatie bij financiering MTVDP blokkeert een landelijke uitrol (HLA versus praktijk)

01.12.2021: Oplopende inflatie vraagt tariefaanpassing (inflatie>2,5% dus CEP en OVA ook aanpassen)

10.12.2021: Het Nederlandse zorgstelsel: een analyse op maat (Jeurissen/Maarse, les + vooruitzicht)

14.12.2021: Verbetering tuchtrecht: de bal ligt bij de KNMG (dubieuze uitspraken, geen lerende werking)

17.12.2021: Coalitieakkoord wijst naar nieuw af te sluiten integraal zorgakkoord (zorg in Rutte IV)

21.12.2021: Verkleinen gezondheidsverschillen: kabinet Rutte IV aan zet (volgens coalitieakkoord)

25.01.2022: Huisartsenzaken duidelijk geagendeerd bij aanvang 2022 (prioriteiten + PO + enquête)

01.02.2022: Ruimtegebrek bij huisartspraktijken is opnieuw een actueel thema (Newcom enquête)

14.02.2022: Zorgplicht impliceert juiste inkoop van voldoende zorg (1) (tijdig, wet, ZV, rol IGJ, NZa)

16.02.2022: Zorgplicht impliceert juiste inkoop van voldoende zorg (2) (tijdig, wet, ZV, rol IGJ, NZa)

24.02.2022: ANW-spoedzorg op huisartsenpost zo niet meer toekomstbestendig (dysbalans/wet)

02.03.2022: Uitgangspunten herinrichting landschap acute zorg bekend…en nu? (pilots/VWS/NZa)

13.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (1) (pas.z covid,Wlz,dure med, e.risico)

15.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (2) (acute z,lo-dien,p.tekort,jeugd,wmo)

17.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (3) (prev,GGZ,ICT,Integraal Akkoord)

01.04.2022: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: aanpak integraal akkoord (4) (Rutte IV)

07.04.2022: Hernieuwde houdbaarheidsagenda Wmo (beleid kabinet Rutte IV, huisvesting huisarts)

15.04.2022: Zet jeugdzorg op plek een, twee en drie (beleid: 5 basisprincipes + 5W1H uitvoering)

20.04.2022: Minister blijft vaag over noodzakelijk aantal spoedeisende hulp (SEH) (in IZA?)

10.05.2022: Insteek onderhandeling gaat huisartsenwaarde zorgakkoord bepalen (IZA/kabinet)

13.05.2022: Op weg naar een integraal zorgakkoord (toelichting op 7 agendapunten bij IZA)

17.05.2022: Opnieuw staat aanpak personele tekorten in zorg in de picture (TAZ:110.000/Gupta)

24.05.2022: De relatie tussen katheter, huisartsenactie en zorgakkoord (administratie/actiedag 1 juli)

30.05.2022: Huisartsenzorg: via de Mededingingswet naar een toekomstige DAEB (HS-artikel)

09.06.2022: Kabinetsreactie op WRR-rapport wazig: zelf 10 voorstellen gedaan (ipv werkgroep)

22.06.2022: Huisartsenacties: van terechte insteek naar goed resultaat (Malieveld/3 klippen/VWS-actie)

03.08.2022: Meekijkconsultatie: mistig bij uitvoering, bekostiging en contractering

09.08.2022: Herberekening GVS-vergoedingslimieten: bezint eer ge begint! (2023: -140 mln.?)

15.08.2022: Conceptversie Integraal Zorgakkoord is te ingewikkeld (geen 5W1H-SMART bij ZINVOL)

18.08.2022: Zorgplicht zorgverzekeraars blijft een (te) vaag omschreven begrip (plicht à “samen”)

23.08.2022: Méér armoede schaadt gezondheid en levenskwaliteit (actie bij inflatie/energiecrisis)

25.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (belang/inkoop)

30.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (2) (ZV-insteek)

 

Vragen of opmerkingen?