De minister heeft deze week de Tweede Kamer geïnformeerd over de insteek bij het met partijen af te sluiten integrale zorgakkoord (IZA). Daarbij valt het allereerst op dat (citaat): “de afspraken die we in een Integraal Zorgakkoord gaan maken zijn toegespitst op de uitdagingen in de curatieve zorg.” Opvallend omdat de curatieve zorg van met name toch de Zorgverzekeringswet niet strikt gescheiden kan worden van de zorg geregeld via de overige stelselwetten, alsmede gezien het feit dat de zorg als geheel niet (meer) los gezien kan worden van de context.

Met inmiddels een hele brede context, denk aan het sociaal domein, perikelen bij klimaatverandering, leefomgeving, economie/inflatie, armoede, gezondheidsverschillen, crisissen (corona/oorlog in Europa/religieuze conflicten) etc.

En last but least de afnemende betrouwbaarheid en transparantie van de overheid zelf, alwaar waarheidsvinding het aflegt tegen beeldvorming en voorlichting en burgers steeds vaker alleen nog via onderzoeksjournalistiek fatsoenlijk worden geïnformeerd (laatste voorbeeld). Hiermee is de stand van de zorg in NL de weergave geworden van de maatschappelijke temperatuur.

Binnen de zorg meldt de minister terecht als uitdaging de toenemende zorgvraag, de beperking van financiële middelen en de schaarste van personeel. Daarnaast meldt de minister dat de kwaliteit van de zorg op onderdelen beter kan (zie ook hier: Zorgvisie, 10 maart 2022).

In de bewuste Kamerbrief zegt de minister verder dat het tot stand komen van een akkoord, maar bovenal de daadwerkelijke uitvoering ervan, de komende tijd veel van alle betrokken partijen zal vragen. In deze blog een eerste reactie op de voorlopige agenda bij de besprekingen over het IZA.

De weg naar het Integrale Zorgakkoord (IZA) (Bron: Kamerbrief: 10 mei 2022)

 Citaten: De overkoepelende thema passende zorg waar er met elkaar afspraken zullen worden gemaakt, zijn:

1.     Regionale samenwerking (inclusief herschikking zorglandschap, en concentratie van zorg)

2.     Samenwerking sociaal domein, huisartsenzorg en ggz

3.     Versterken organisatie van de basiszorg

4.     Preventie en leefstijlgeneeskunde

5.     Waarde gedreven zorg met de patiënt, kwaliteit, uitkomstgerichte zorg, pakketbeheer, contractering

6.     Digitalisering en gegevensuitwisseling

7.     Arbeidsmarkt en ontzorgen van de zorgmedewerkers

Deelnemers gesprekken: (vanaf 12 april 2022)

Met partijen die het meest betrokken zijn bij de veranderopgave ga ik (nb: minister) uiteraard het meest intensief in gesprek, andere partijen betrek ik natuurlijk ook, maar op een andere wijze. Deze manier van werken leren we ook uit de evaluatie van het hoofdlijnenakkoord uit de vorige kabinetsperiode.

Voor het Integraal Zorgakkoord zijn het meest intensief betrokken: Verzorgenden en Verpleegkundigen Nederland, Federatie Medisch Specialisten, Patiëntenfederatie Nederland, MIND, De Nederlandse GGZ, Landelijke Huisartsen Vereniging, InEen, ZorgthuisNL, Actiz, Nederlandse Federatie van Universitaire medische centra, Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, Zelfstandige Klinieken Nederland en Zorgverzekeraars Nederland. Ook de gemeenten, verenigd in de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, zijn onmisbaar voor het maken van afspraken juist op het grensvlak van de curatieve zorg en het sociaal domein en de jeugdzorg.

Waar nodig worden andere partijen op deelonderwerpen betrokken bij de verdere uitwerking en alle partijen zullen in het proces ook worden geconsulteerd wanneer een eerste versie van het akkoord gereed is.

 

“Binnen de politiek worden afspraken gemaakt die moeten passen binnen de vooraf gemaakte afspraken zoals vermeld in het coalitieakkoord van de aan het kabinet deelnemende politieke partijen. Dat nog geen half jaar na de start van kabinet Rutte IV in verband met de situatie in Oost-Europa in de Voorjaarsnota alweer afspraken aangepast moeten worden, kan ook voor de gezondheidszorg consequenties hebben. Bijvoorbeeld gezien de band tussen economie en zorg en/of de oplopende en voorlopig aanhoudende inflatie” 

In onderstaande loop ik alle 7 agendapunten van het IZA even langs…

“Regionale samenwerking (inclusief herschikking zorglandschap, en concentratie van zorg)”

Voor dit thema kunnen gebruikt worden het rapport “Grenzeloos samenwerken?” van adviesorgaan RVS (4 maart 2022) en zo nodig voor de huisartsenzorg de adviezen uit het Rebel-rapport (9 mei 2022). Zorginhoudelijke samenwerking heeft nooit ter discussie gestaan. Het is juist de RVS die waarschuwt voor de trend van domeinoverstijgende samenwerking: citaat: ”domeinoverstijgende samenwerking is een concept waar veel actoren in de zorgsector zich achter scharen, maar dat het vaak onduidelijk is wat er nu precies met ‘domeinoverstijgende samenwerking’ bedoeld wordt. Die onduidelijkheid hangt samen met de veelheid aan institutionele belangen binnen en tussen de verschillende zorgdomeinen. Als gevolg daarvan lopen geprezen samenwerkingsinitiatieven uiteindelijk vaak toch vast, wanneer ze raken aan de geïnstitutionaliseerde belangen van inkopers en aanbieders van zorg.” Met toelichting van een RVS-auteur (Zorgvisie, 4 maart 2022).

Wat de huisartsenzorg betreft, verwijs ik naar mijn laatste blog (10 mei 2022). Met nog wel de mededeling dat als het kabinet vindt dat zorg geleverd moet worden “dichtbij waar dat kan”, dan impliceert dat ook afstemming van een ondersteunende organisatie en infrastructuur op dat niveau “dichtbij”. Centrale landelijk geldende normen, uitvoering decentraal, soms de regio (acute zorg), meestal de wijk (basiszorg en geïntegreerde zorg), zou daarbij mijn insteek zijn.

“Samenwerking sociaal domein, huisartsenzorg en GGZ”

Een interessant feit dat juist deze drie sectoren in een adem worden genoemd bij samenwerking. GGZ is voor de huisarts basiszorg, met ook bekostiging van de POH-GGZ in het belangrijke segment I van de basiszorg. Echter deze huisarts ziet bij verwijzen zowel problemen bij de specialistische GGZ als bij het sociale domein. Met als gevolg een stapeling van problemen die bij huisartspraktijken blijven ‘hangen’, met alle risico’s van dien, ook voor de burger. Het sociale domein is verwaarloosd met decentralisatie met postcodezorg. Bij de GGZ is inmiddels het volgende Manifest in de zorg actueel, met de spreekwoordelijke titel: “Red de GGZ”. Met onder andere als eis dat ‘toezichthouder’ NZa de zorgverzekeraars moet dwingen hun zorgplicht na te komen voor alle groepen psychiatriepatiënten (Zorgvisie, 5 mei 2022). De discussie over zorgplicht met een resultaatverplichting wat betreft (tijdige) inkoop, is nog steeds niet beslecht.

02.12.2020: Passende zorg zoekt passende bekostiging (1) (NZa ZiN rapport zorginhoud)

04.12.2020: Passende zorg zoekt passende bekostiging (2) (NZa ZiN rapport bekostiging/organisatie)

14.12.2020: Zorgplicht zorgverzekeraar is primair een resultaatverplichting (NZa met plichten ZV)

29.03.2021: Handhaving inkoopplicht zorgverzekeraars moet na 15 jaar nog beginnen (NZa)

14.02.2022: Zorgplicht impliceert juiste inkoop van voldoende zorg (1) (tijdig, wet, ZV, rol IGJ, NZa)

16.02.2022: Zorgplicht impliceert juiste inkoop van voldoende zorg (2) (tijdig, wet, ZV, rol IGJ, NZa)

Wel werken NZa, het ministerie van VWS, ZN, de Nederlandse GGZ en de VNG aan een eerste landelijke domeinoverstijgende betaaltitel te maken. Het gaat om de domeinen Wmo en ggz. De nieuwe betaaltitel is over een jaar klaar. Bedoeling is dat die 1 januari 2024 ingaat. De landelijke betaaltitel moet de samenwerking tussen Wmo en GGZ versterken (Zorgvisie, 9 mei 2022). Of huisartsen, gezien de titel van dit agendapunt van VWS, ook bij deze regeling betrokken zijn, is mij niet bekend.

“Versterken organisatie van de basiszorg”

Bij het zorgstelsel wordt van burgers verwacht dat zij in eerste instantie hun eigen kracht en netwerk benutten om zorgproblemen te benaderen. Daarnaast is in de nulde lijn de website Thuisarts.nl beschikbaar, een objectief informatiepunt welke dagelijks gemiddeld 200.000 unieke bezoekers trekt. Voor uitvoering en financiering van deze website dienen voldoende middelen beschikbaar te zijn, zodat professionele zorgverleners, zeker in tijden van schaarste, niet onnodig worden ingeschakeld.

10.12.2020: Financier Thuisarts.nl uit de centrale begroting volksgezondheid (eigen regie)

Het versterken van de organisatie van de basiszorg is een terecht punt om bij het IZA te bespreken, al is het maar omdat het een van de fundamenten voor samenhang in de zorg is: ‘ZINVOL’ (O=Organisatie), nota bene mijn eerste blog ooit (1 augustus 2013) ging hier al over.

De organisatie en infrastructuur (O&I) dient zich, net als een bekostiging, te plooien naar hetgeen zorginhoudelijk wenselijk en haalbaar is.

27.04.2018: Regionalisering van de zorg: wat willen burgers en zorgaanbieders? (regio?)

09.10.2018: Ondersteuning huisarts: op niveau praktijk, wijk of regio? (organisatieschaal)

29.11.2018: Bij financiering regionale zorg zijn centraal afgestemde spelregels nodig (VWS)

26.01.2019: Modern functionerend wijkteam vraagt om andere randvoorwaarden (CPB/wijkteam)

14.04.2020: Toekomstbestendige organisatie huisartsenzorg: in de regio? (deels wel, deels niet)

24.11.2020: Leerpunten decentralisatie gebruiken bij regionalisering (SCP-rapport: nut medisch?)

“Preventie en leefstijlgeneeskunde”

Daar waar preventieactiviteiten voldoen aan de vier criteria van de basisverzekering (blog) van het Zorginstituut, kan de vraag bij de minister wordt gelegd deze activiteit eventueel ook op te nemen in de basisverzekering. Wat daarnaast echter dient te gebeuren, is het blikveld waar preventie zich op richt, fors te vergroten. Het gaat al lang niet meer alleen om een individuele leefstijl, maar steeds vaker over het belang van ons aller leefomgeving bij het voorkomen van ziekten. En dus zijn ook andere ministeries en actoren aan zet.

29.01.2018: De nulde lijn (veel thuisarts.nl, maar niet iedereen is in staat tot zelfregie)

26.11.2018: Nationaal Preventieakkoord: na bijstelling ambities versneld invoeren (urgentie)

09.07.2020: Preventie: een moeizame tocht van wieg tot graf (school, werk, thuis, ook sociaal)

10.04.2021: Aanpak preventie: benut het hele actieplan (multicausaal, integraal, vele wetten)

14.07.2021: Zet bij preventiemaatregelen leefomgeving op eerste plaats (belang stikstof, klimaat)

17.08.2021: Preventiebeleid cardiometabole ziekten vraagt nieuwe invulling (GLI, bredere opzet, €€)

07.03.2022: Passende preventieve zorg en maatschappelijke waarden: inhoud (1) (gezant)

09.03.2022: Passende preventieve zorg en maatschappelijke waarden: bekostiging (2) (RVS)

17.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (3) (preventie = speerpunt 11)

22.03.2022: Obesitas: leefstijlaanpak, GLI+(?), operatie óf gewoon scherpere wetgeving?

28.03.2022: Proost! (NPA, alcoholtafel, problematisch alcoholgebruik, rol industrie, blurringbeleid)

12.04.2022: Staatssecretaris: preventieeen tandje bijschakelen”, wat betekent dat? (kabinet!)

Gelukkig zie ik het focus in deze toch langzaam veranderen. Deze week: (voorbeeldvoorbeeld).

De gezondheid van burgers is niet gediend door het ‘publieke belang’ onder te brengen bij private partijen. De overheid zal zelf stelselverantwoordelijkheid moeten nemen, als men preventie op serieuze wijze handen en voeten wenst te geven.

“Waarde gedreven zorg met de patiënt, kwaliteit, uitkomstgerichte zorg, pakketbeheer, contractering”

Iets zinnigs zeggen over kwaliteit is moeilijk. Wat zijn de door de beroepsgroep genormeerde eisen van hun zorg? Nog moeizamer, hoe ga je dat meten?

20.08.2018: Het waardegericht kunnen inkopen is een illusie (P-waarde = uitkomst/kosten)

27.04.2019: De nieuwe K van kwaliteit (over verantwoording nemen en belang van context)

Aan “kwaliteit” zijn eisen verbonden: wettelijke eisen (juiste wetgeving), functionele eisen (vakmanschap), operationele eisen (is de burger klant, consument of patiënt?), maakbaarheidseisen (de lat steeds hoger leggen), omgevingseisen (is je mede zorgverlener een partner of je concurrent?). De kwaliteit zit vooral in het “proces” (hier) en niet op voorhand in de “output”.

Pakketbeheer wordt hier in adem genoemd met kwaliteit. Dat is vreemd, want de realiteit is dat niet alles moet, wat mogelijk wel kan. Is het niet verstandiger eens met elkaar in het IZA de grenzen en/of beperkingen te bespreken? Het zijn niet de eersten de besten die wijzen op het feit eindelijk eens keuzes te maken in de zorg. Hetgeen met name te maken heeft met personele en financiële beperkingen.

13.10.2018: Wouter Bos: “Stop met wegduiken voor pijnlijke keuzes in de zorg” (blijkt moeilijk…)

15.12.2018: Aanpak betonrot in publieke zaak: groter denken, kleiner doen (Tjeenk Willink)

28.04.2020: Brede maatschappelijke heroverweging zorgstelsel: een discussie waard (v/e ambtelijke werkgroep)

24.06.2020: SER-rapport: zorgtoekomst vraagt een consistente, langjarige inzet in beleid en samenwerking

04.08.2020: Een kwestie van kiezen (te maken zorgkeuzes in politiek bij verkiezingen: 226 voorstellen)

26.10.2020: Kiezen is een kunst (over politieke zorgkeuzes als het niet meer financierbaar is)

24.12.2020: Discussienota kabinet Zorg voor de Toekomst: een reactie (consultatie + reactie)

22.06.2021: De zorg heeft integrale adviezen en toezicht nodig (RVS-rapport à verandercyclus)

20.09.2021: Ook de WRR stelt: prioriteer en maak keuzes (WRR-rapport “Kiezen voor houdbare zorg”)

10.12.2021: Het Nederlandse zorgstelsel: een analyse op maar (Jeurissen/Maarse, les + vooruitzicht)

Het IZA is een dergelijk moment en mogelijkheid deze keuzes te maken. Daarna komt pas het item van contractering aan bod.

“Digitalisering en gegevensuitwisseling”

Hierbij verwijs ik naar een eerdere bijdrage met verwijzing naar deze kritische en waakzame website: https://www.zorgictzorgen.nl

De auteur is een van de weinige inhoudsdeskundigen die bij onderzoek/rapporten geen persoonlijk (artikel/artikelen/of marktbelang (artikel/artikel/artikel) heeft. Een website met boordevol informatie over digitalisering en gegevensuitwisseling: 16 artikelen over PGO(A ,B ,C ,D ,E ,F G ,H ,I ,J ,K ,L ,M ,N ,O ,P) en 10 artikelen over Wegiz(A ,B ,C ,DE, FGH , IJ). Beschreven als speerpunt 13 in blog (17 maart 2022).

“Arbeidsmarkt en ontzorgen van de zorgmedewerkers”

Op dit moment werkt één op de zes werknemers in Nederland in de zorg en (toch) zijn er overal tekorten. Dat komt omdat de personele uitstroom veel te groot is, met name de uitstroom van ervaren krachten. Want in de sector Zorg en Welzijn verliet in de 6 maanden rond de jaarwisseling 2020 wel 39% van de werknemers de werkgever binnen twee jaar. Een dergelijke grote uitstroom laat zich amper compenseren (Bron: Waardigheid en Trots, 15 december 2020 + factsheet).

Het kabinet heeft inmiddels wel de salarissen verhoogd, maar dat besluit kwam moeizaam tot stand.

Al ver voor corona waren er zorgen over personeelstekort in de zorg. Ook in 2017 verliet al 8,1% van de werknemers de sector zorg & welzijn (Berenschot, 17 december 2020). Met als belangrijkste redenen van deze onvoorziene uitstroom: te hoge werkdruk, te veel administratie, te weinig tijd voor professionele ontwikkeling en onvoldoende aandacht en erkenning van leidinggevenden. Dit betekent dat de beschikbaarheid van zorgpersoneel al jaren een heel kritische factor aan het worden is (beleid). Dit betekent ook, als er naast financiële beperkingen, ook door personele tekorten beperkingen zijn in de uitvoerbaarheid, de omvang van de basisverzekering verkleind moet worden. Tijdige zorg beloven in de polis en met opgebouwde wachtlijsten en met wegkijken bij zorgplicht deze zorg niet op tijdigheid inkopen, is vertrouwen ondermijnend. Een voorstel welke ik zou willen introduceren is, dat elke persoon met een functie in het zorgbeleid en/of -onderzoek verplicht wordt 10-15 uur in die deelsector te gaan werken. Met als bijkomend voordeel dat theorie en praktijk enigszins verbonden blijven.

De overheid zelf heeft deze week haar adviezen ter bestrijding van de personele krapte samengevat in een “Hoofdlijnenbrief Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg” (VWS, 13 mei 2022).

Zorgeconoom Marcel Canoy oppert deze week de suggestie om juist fitte ouderen die nog geen mantelzorg doen te mobiliseren voor een bijdrage aan wijkgebonden ouderenzorg (Zorgvisie, 12 mei 2022).

Politieke duiding van het IZA

Binnen de politiek worden afspraken gemaakt die moeten passen binnen de vooraf gemaakte afspraken zoals vermeld in het coalitieakkoord van de aan het kabinet deelnemende politieke partijen (blog). Dat nog geen half jaar na de start van kabinet Rutte IV in verband met de situatie in Oost-Europa in de Voorjaarsnota alweer afspraken aangepast moeten worden, kan ook voor de gezondheidszorg consequenties hebben. Bijvoorbeeld gezien de band tussen economie en zorg (blog/bericht) en/of de oplopende en voorlopig aanhoudende inflatie (blog/bericht).

In een Kamerbrief beschreef het ministerie al eerder (4 maart 2022) de hoofdlijnen van het VWS-beleid. Uit deze hoofdlijnen besprak ik eerder al hun 14 speerpunten van het beoogde kabinetsbeleid.  

13.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (1) (passende zorg, covid, Wlz, dure medicatie, eigen risico)

15.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (2) (acute zorg, loondienst, personeelstekort, jeugd, wmo)

17.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (3) (preventie, GGZ, ICT, Integraal Zorgakkoord)

De politieke duiding van het IZA is dan het logisch gevolg van dat hoofdlijnenbeleid. Dit impliceert tevens dat (dus) stelselwijzigingen niet als agendapunt bij de IZA-agenda zijn opgevoerd. Dat is een politieke keuze en dat is jammer: het kabinet Rutte IV heeft ervoor gekozen het curatieve zorgstelsel namelijk niet te gaan wijzigen.

Tot slot

Verdere bespreking van het IZA is om te beschouwen niet aan de orde, omdat de onderhandelingspunten van deelnemende partijen (mij) niet bekend zijn. Verder wil ik het overleg niet problematiseren en alle partijen succes wensen met de voortgang. We moeten namelijk vooruit in de zorg (blog2018), met bijdrage van eenieder (blog2019), ook van burgers (blog2017).

We hebben in 2022, alweer jaren later, geen tijd meer te verliezen.

 

 

Vragen of opmerkingen?