Een krap jaar geleden werd mijn laatste financiële staat van de huisartsenzorg (versie 28) hier gepubliceerd. Samengevat in kernpunten, negentien tabellen en met meer dan tweehonderd links (blog).

Met een uitgebreide toelichting op deze punten in diverse blogs na veertien vragen van de hoofdredacteur van “Huisarts Vandaag”:

13.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (01) (macro gemiddelde kostenstijging, inkomens CBS)

16.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (02) (Tariefformule, normeringen, spelregels beloning)

17.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (03) (aandeel kosten ketenzorg/ANW, ‘subsititutie’)

20.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (06) (consequenties macrokorting, structureel, heralloceren)

23.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (07) (contracten 2019 niet conform HLA, borging HLA NZa?)

24.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (08) (tijd bij neveneffecten, adm. lasten, teruggeven)

27.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (09) (GGZ, POH-GGZ, Jeugdwet, extra werk ANW)

30.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (10) (HDS: begroting, inkomsten, kosten, productie)

31.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (11) (ANW-toekomst, 15/7, veilige werktijd, keten)

02.01.2020: Financiële staat: vraag/antwoord (12) (ELV-bed, oorzaken tekort, wachten verpleeghuis)

03.01.2020: Financiële staat: vraag/antwoord (13) (contouren nieuw stelsel, rol HA en MSZ daarin)

06.01.2020: Financiële staat: vraag/antwoord (14) (tip HA, kosten, inkomen, arbeidstijd onder vergrootglas)

Maar hoe staat het ervoor wat betreft het jaar 2020?

Zorginstituut Nederland heeft een nieuwe opzet gemaakt voor een databank van zorgkosten. Ook voor de huisartsenzorg. De gang van zaken is al jaren als volgt: de huisartsenpraktijk declareert de tarieven bij de verzekeraar, deze gegevens worden verzameld door Vektis en doorgegeven aan de nieuwe databank van Zorginstituut Nederland (ZiN). ZiN levert voor de overheid de input voor gegevens van alle zorgkosten voor de overheid, verzameld en gepubliceerd in het Rijksjaarverslag. Zo ziet de minister of de vooraf beoogde begrote zorgkosten, een jaar eerder gepubliceerd in de Rijksbegroting, niet een jaar later worden overschreden. Ook werkt ZiN met jaaroverzichten.

En dan blijkt dat het jaar 2020 een heel bijzonder jaar is: de corona-pandemie.

Tabel 1: Kostenoverzicht huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg, zoals gemeld in de nieuwe Zorgcijfersdatabank.nl van het Zorginstituut Nederland (ZiN); (geldbedragen: 1 = 1€)

Kostenpost

          2019

          2020

      Verschil

%verschil

Bijzondere betalingen

       89.152.001

        84.000.975

–      5.151.026

–  5,8%

ANW-diensten

     357.994.490

      361.831.660

+     3.837.170

+  1,1%

Inschrijftarieven

  1.209.942.490

   1.261.307.921

+   51.365.431

+  4,2%

Consulttarieven

     838.338.307

      832.246.802

–      6.091.505

–  0,7%

Overige tarieven

     229.905.291

      237.844.267

+     7.938.976

+  3,5%

Multidisciplinaire zorg

     533.432.692

      567.058.807

+   33.626.115

+  6,3%

Segment 3 huisarts

     301.544.552

      347.024.575

+   45.480.023

+ 15%

Segment 3 MDZ

       85.920.818

      111.353.537

+   25.432.719

+ 29,6%

Meerkosten Corona

           –

        48.492.374

+   48.492.374

 

Continuïteitsbijdrage

Corona basisverzekering

           –

        89.862.281

+   89.862.281

 

Totaal

  3.646.231.146

  3.941.023.198

+ 294.792.052

+  8,1%

Data bijgewerkt tot

      29-09-2020

     28-10-2020

 

 

De kostencijfers 2020 zijn hier een extrapolatie naar verwachte kosten omdat uiteraard nog niet alle kostencijfers van dit jaar bekend zijn. Bovendien zat NL op de laatste datum van het bijwerken van de kostengegevens (Tabel 1, 28 oktober 2020) nog bijna op het hoogtepunt van de tweede coronagolf.

Dat de kosten van de bijzondere betalingen zijn gedaald zal te maken hebben met een vermindering van M&I-verrichtingen. Opvallend zijn de kostenstijgingen in 2020 in het contractplichtige segment drie van de resultaatbeloning en de zorgvernieuwing, zowel voor de huisartsenzorg als voor de multidisciplinaire zorg. Ook opvallend is/lijkt dat met het gemelde kostenbedrag van de continuïteitsbijdragen in het kader van de corona-uitbraak dit niet voor elke ingeschreven patiënt is betaald en/of aangevraagd.

Daling van het aantal consulten

Het beschreven beeld dat het aantal huisartsconsulten met inmiddels twee coronagolven is gedaald, is ook te zien in onderstaande tabel: huisartsen deden tot nu toe in 2020 ruim 2 mln. standaardconsulten minder (-2,5%).

Stijging van juist het aantal visites met het intensieve zorgtarief (declaratiesoftware VIP Calculus, LHV: 24 september 2020) geeft hier, om te vergelijken met 2019, een vertekend beeld van de kolom met de consultkosten. Sinds 2017 staan deze kosten van dat hogere tarief intensieve zorg (2020: overdag €78,33) in de kolom van de consultkosten. In werkelijkheid zal er op basis van cijfers uit de tabellen sprake zijn van een grotere daling van het aantal geziene patiënten.

Tabel 2: Afname aantal standaardconsulten: vergelijk 2019 en 2020 (extrapolatie)

     Jaar

Consultkosten

Tarief (€)

Consultaantal

Verschil

Verschil%

2019

838.338.307

    9,97

 84.086.089

 

 

2020 (verwacht)

832.246.802

  10,15

 81.994.759

-2.091.330

  – 2,5%

Dat huisartsen bij de eerste golf tussen 9 maart en 24 mei zelfs een kwart minder patiënten zagen, was al eerder gebleken uit een representatief onderzoek onder 350 huisartsenpraktijken door het NIVEL in opdracht van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa, 15 juli 2020).

Huisartsen legden daarnaast in deze periode, zo bleek, ook de helft minder visites af aan patiënten. Inmiddels zijn de NIVEL-resultaten over een langere periode bekend (hier), inclusief de resultaten van de ervaren lasten met betrekking tot noodzakelijke organisatorische veranderingen door corona (hier).

Daling van het aantal verwijzingen

Er zijn ook regionale verschillen wat betreft praktijkdrukte en uitgestelde zorgvragen (hier). Minder bezoek aan huisarts heeft, zo meldt toezichthouder (NZa, 22 oktober 2020), ook sinds de corona-uitbraak in maart geleid tot het geschatte aantal gemiste verwijzingen naar de ziekenhuizen en zelfstandige klinieken van 927 duizend. Daarnaast wordt geschat dat in totaal sinds de corona-uitbraak 74 duizend minder verwijzingen plaatsvonden naar de GGZ dan verwacht op basis van het gecorrigeerd aantal verwijzingen in dezelfde periode van 2019.

Compensatieregeling huisartsenpraktijk

In april 2020 is voor huisartsen een compensatieregeling afgesproken vanwege de meerkosten en de door corona gederfde omzet (akkoord). Er waren en zijn aanvullende beschermingsmiddelen nodig. Ook is de praktijkvoering aangepast door patiënten met een mogelijke coronabesmetting te scheiden van andere patiënten. Tegelijkertijd blijft deze laatste groep vaker thuis, wat zijn weerslag heeft op de omzet en inkomsten. Om huisartsenpraktijken in deze meerkosten en omzetderving tegemoet te komen, hebben zij in potentie in het tweede kwartaal van 2020 een opslag van € 10 per ingeschreven patiënt kunnen ontvangen. 

Deze eenmalige 10-eurotoeslag per patiënt hebben zorgverzekeraars in een aparte module ondergebracht. Met de regeling kon ook met terugwerkende kracht tot 1 maart jl. de visites aan patiënten die (mogelijk) zijn besmet met het coronavirus gedeclareerd worden als Intensieve zorg. Voor de zorg op afstand was al eerder iets geregeld: Het maakt tegenwoordig niet uit of een consult digitaal, telefonisch of fysiek plaatsvindt (“digitale zorg komt in stroomversnelling”, mei 2020) omdat de zorgprestaties reeds algemeen omschreven zijn. Alleen de duur van het consult maakt uit: kort, normaal of lang. Dit geldt voor een consult bij de huisarts en de POH-GGZ.

Regeling voor huisartsenposten (hoofdstuk 8)

Ook huisartsenposten werden als gevolg van de corona-uitbraak geconfronteerd met extra kosten en minder inkomsten in de ANW-uren. Dit kan, zoals dat altijd al het geval is (blog), leiden tot een tussentijdse aanpassing van het budget dat door huisartsenposten en zorgverzekeraars gezamenlijk kan worden aangevraagd bij de NZa. De grens die normaal gesproken als maximum geldt voor dit budget mag onder voorwaarden voor deze aanvullende kosten met toestemming van de NZa overschreden worden. Voorwaarde hiervoor is dat ook zorgverzekeraars en zorgaanbieders dit gezamenlijk overeenkomen.

Voor de extra huisartsencapaciteit (bovenop het reguliere rooster) die in de ANW-uren nodig is als gevolg van de corona-uitbraak kunnen zorgaanbieder en zorgverzekeraar een opslag overeenkomen van maximaal € 15 bovenop het reguliere ANW-uurtarief. Ook deze maatregel ging met terugwerkende kracht in per 1 maart 2020.

Regeling voor extra locaties

Soms werden extra locaties ingericht voor de huisartsenzorg overdag voor patiënten die (mogelijk) besmet zijn met corona. Zo organiseerde bijvoorbeeld de huisartsenpost of een regionaal samenwerkingsverband deze coronazorg. Voor de inrichting hiervan worden kosten gemaakt. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders hebben afgesproken dat deze aanvullende kosten onder voorwaarden vergoed worden op basis van een regionale afspraak in ROAZ-verband.  

Als de zorg overdag werd geleverd vanuit een huisartsenpost of een regionaal samenwerkingsverband, is voor dit patiëntcontact een passantentarief in rekening gebracht.

De NZa heeft alle afspraken met een aanpassing vastgelegd in de beleidsregel voor huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg (20133a) en in de beleidsregel voor huisartsendienstenstructuren (20156).

Hoe verder voor 2020?

Zorgverzekeraars en zorgaanbieders hebben verder afgesproken coulant om te gaan met afwijkingen van contractueel afgesproken zorg als direct gevolg van corona. Dit betekent, zo meldt de NZa, dat huisartsen(-organisaties) niet worden afgerekend op de contractafspraken of onderdelen daarvan als die ten gevolge van de corona-uitbraak niet nagekomen kunnen worden. De derving van inkomsten door afnemend huisartsenbezoek is voorlopig op basis van een eerste inschatting met maatregelen gecompenseerd. Tevens was de afspraak eind maart 2020 om later te beoordelen, net als bij de maatregelen in andere zorgsectoren, of dit nodig was.

Citaat (17 april 2020): “De afspraken zijn erop gericht de effecten van de coronacrisis voor huisartsen financieel te neutraliseren”. En (hier) “In kwartaal drie zal opnieuw gekeken worden of de tegemoetkoming voldoende was, en of er een aanpassing en/of herhaling/verlenging van de maatregelen moet komen voor kwartaal drie.”

Veel over kosten huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2020 is nog onbekend

De definitieve zorgkosteninformatie voor 2020 is meestal pas bekend ten tijde van publicatie van het Rijksjaarverslag (mei 2021). De kostencijfers van Vektis zijn er traditiegetrouw eerder. In de eigen praktijk zijn uiteraard de juiste exploitatiecijfers zelfs al op 31 december 2020 inzichtelijk. Tot slot weet nog niemand wanneer de corona-epidemie in Nederland voorbij is.

Hoe partijen zich opstellen met het genoemde achteraf “neutraliseren” (centraal, regionaal of individueel?), dan wel wat hierover eind maart is afgesproken, is mij niet en nog niet bekend. Of er qua kostenberekeningen straks een “verantwoordingscircus” gaat komen, is ook onbekend. We gaan het zien.

Tot slot

Verzekeraars die meer uitgeven dan vooraf door de overheid begroot doen dat na afschaffing van de ex-post risicoverevening voor eigen rekening en risico. De Rijksbegroting van het ministerie van VWS is immers binnen de Zorgverzekeringswet meestal het “omzetplafond” van de voor zorgverzekeraars ‘gedekte’ kosten. Vooralsnog heeft het kabinet voor 2020 en 2021 daarnaast voor zorg € 6,7 miljard extra vrij gemaakt voor crisismaatregelen.

Of met deze pandemie voor het daarbij van zorgverleners gevraagde improvisatievermogen, de geleverde uitvoering en ervaren risico’s er een corona coulanceregeling gaat komen, en zo ja in welke richting, zal altijd gezien het onverwachte karakter van de epidemie een politieke beslissing zijn. Een beslissing al dan niet ‘geïnspireerd’ door de beleidsregels 2020 van de macrobeheersingsinstrumenten (MBI).

Ofwel, hier in deze blog het betreffende MBI van de huisartsenzorg en/of de MDZ.

Eerdere overige relevante blogs over de bekostiging van huisartsenzorg

14.07.2017: Praktijkkostenonderzoek huisartsen 2015 door NZa: 20 kanttekeningen

21.07.2017: Vragen/antwoorden over het praktijkkostenonderzoek (maar hoe dan wél?)

28.07.2017: De financiële toekomst van de huisartsenzorg (huisarts- en economiefactoren)

26.08.2017: Behoud gemengde bekostiging dient de huisartsenzorg (financiering basiszorg)

19.09.2017: Tariefprincipes en drempels van invloed op voortgang bekostiging (huisartsenzorg)

27.12.2017: Arbeidstijd (over werktijden van artsen en het toezicht)

16.05.2018: Hoe hard is het zorgbudget huisartsenzorg (1)?  (budgetonderschrijding)

17.05.2018: Hoe hard is het zorgbudget huisartsenzorg (2)? (idem, in Rijksjaarverslag zichtbaar)

24.10.2018: Stringente sturing basiszorgtarief huisarts biedt beperkte financiële ruimte

05.05.2019: De vijf ringen van het praktijkhouderschap (waarde, contract, positie, tarief, financiën)

01.10.2019: Acute zorg door huisartsen in ANW-tijd: 10 niet uitstelbare spoedzaken (urgentie)

24.10.2019: Toelichting bij artikel Medisch Contact: Geld voor de huisarts ligt op de plank

29.11.2019: De financiële staat van de huisartsenzorg (28-slot) (exploitatie- en begrotingscijfers)

07.01.2020: Richting een toekomstbestendige bekostiging huisartsenzorg (Het 5-stappen model)

27.01.2020: De praktijkkostenvergoeding van de huisarts (de 5 stappen van PKO naar dagtarief)

19.03.2020: Maak het praktijkhouderschap huisarts aantrekkelijker (aantal, bekostiging, spreiding)

02.05.2020: Vergoeding huisvestingskosten in zorgtarieven eerste lijn is te laag (als deelkostenpost)

22.05.2020: Opnieuw onderschrijding budget huisartsenzorg (in 2019: jaarverslag versus begroting en HLA)

22.07.2020: Nog drempels genoeg bij nieuwe inrichting en bekostiging spoedzorg (houtskoolschets)

24.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: de huisartsenzorg (5) (5-stappenmodel)

05.11.2020: Bij huisartsenzorg blijkt eigenaarschap praktijk van secundair belang (Quin ACM NZa)