Budgetonderschrijding is een van de grootste problemen in de huisartsenzorg van de afgelopen jaren. Het bedrag wat voor basiszorg in de Miljoenennota’s staat vermeld, wordt via de weg van selectieve inkoop bij contractering niet volledig besteed en wordt zo niet uitgegeven aan reguliere of innovatieve huisartsenzorg. Zorgverzekeraars geven er de voorkeur aan zelf te bepalen hoe het overblijvende resterende bedrag te besteden, bv. aan premiereductie voor hun eigen klanten (blog).

VWS-I

Ik schrijf deze blog omdat ook deze week weer vanuit het ministerie nogmaals de spelregels werden uitgelegd. Weliswaar bij de GGZ, maar daar speelt hetzelfde probleem: onderschrijding budget en ook hier betreft het meestal zorg uit de Zorgverzekeringswet. Met dus als zorginkoper de verzekeraar en voor de premiebetalende burger recht op zorg. Zorgvisie: “Staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS wil cliëntenstops in de ggz voorkomen. Hij gaat zorgverzekeraars aanspreken op hun verantwoordelijkheid om voldoende zorg in te kopen bij ggz-aanbieders. ‘De 288 miljoen euro is wel degelijk beschikbaar’. Hoe kan het dat zorgverzekeraars geld overhouden bij de zorginkoop ggz en dat er toch cliëntenstops in de ggz en lange wachttijden zijn? De Tweede Kamer debatteerde er in april over en vroeg staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS om opheldering. Zorgverzekeraars hoeven het bedrag dat in het budgettair kader zorg is gereserveerd voor de curatieve ggz niet per se helemaal te besteden. Dat heeft Blokhuis vorige week geschreven in een brief aan de Tweede Kamer. Mits ze maar voldoen aan hun zorgplicht. Een cruciale zinsnede”.

VWS-II

Hetzelfde probleem speelt bij huisartsen. In een interview met het LHV-blad “de Dokter” zegt de huidige minister (februari 2018): “Het geld hoeft natuurlijk niet op als het niet nodig is. Maar de afspraken die in de hoofdlijnenakkoorden zijn gemaakt, zijn zeker niet vrijblijvend. Als de resultaten niet bevredigend zijn, moeten we dat bij de nieuwe ronde hoofdlijnenakkoorden op een meer verplichtende wijze onder de aandacht brengen van de deelnemende partijen. De zorgverzekeraars hebben hierbij een serieuze rol. Als het gaat over huisartsenzorg in achterstandswijken, de avond-, nacht- en weekendzorg en nog een aantal thema’s, moeten zij ervoor zorgen dat die inzet daadwerkelijk wordt gepleegd. En huisartsen moeten ervaren dat dit punt door de zorgverzekeraars wordt gemaakt. Daar wil ik me sterk voor maken”.

Zorgverzekeraars

ZN position paper (11.04.2018) bij schriftelijke inbreng bij rondetafelgesprek Zorgakkoorden (pg. 3 van 4): ”Zorgverzekeraars zijn bereid medeverantwoordelijkheid te nemen, maar wijzen in dat kader wel op een groot punt van zorg: de vertaling van de beschikbare middelen in het Budgettair Kader Zorg naar de hoofdlijnenakkoorden. De ervaring leert dat betrokken partijen geneigd zijn de maximale financiële ruimte in de Rijksbegroting als een recht te zien”. En ook individuele zorgverzekeraars zeggen dit (hier).

Hoe hard is het budget?

De werkelijkheid is ook, dat juist nu na het recente afsluiten van het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische zorg een hoofdlijnenakkoord met de huisartsenzorg nodig is (blog/LHV/LHV/LHV). Met harde financiële garanties. De hoofdredacteur van Medisch Contact (column) zegt niet voor niets dat het verstandiger was geweest om een eerste stap te zetten door één samenhangend hoofdlijnenakkoord te sluiten. In eerdere hoofdlijnenakkoorden met de huisartsensector is wel de budgettaire financiële groei benoemd, maar mijn conclusie op 7 december 2017 was wederom in het akkoord van 2017 voor het derde achtereenvolgende jaar een verwachte onderschrijding van het huisartsenkader, nu voor 2017 bijna 155 miljoen euro (blog).

Wensenlijst

Over reorganisatie van de spoedzorg als ANW-dienst wordt al twee jaar gediscussieerd. Recent deed ik zelf nog een voorstel (blog). In januari 2018 is het Kwaliteitskader Acute Zorg al gepresenteerd, maar nu 4 maanden later is er nog steeds geen berekening van de kosten (openbaar). Een recente brief van vijf huisartsen spreekt ten aanzien van de urgentie boekdelen. De gezamenlijke hoogleraren huisartsgeneeskunde schreven in Huisarts & Wetenschap dat de toegankelijkheid van de huisartsenzorg in het gedrang komt. En wensen een drastische verkleining van de huisartspraktijk met 15-20%.  En wat daarvan de consequenties en de kosten zijn heb ik zelf berekend (blog/blog). Voor de overige wensen van huisartsen voor een nieuw hoofdlijnenakkoord verwijs ik naar de position paper van LHV/InEen.

Juiste zorg op de juiste plek: wie durft?

Het rapport van de taskforce met deze naam is in 2018 de opmaat naar bestuurlijke akkoorden met niet alleen medisch-specialisten, maar ook met huisartsen, wijkverpleging en GGZ. Of verschuiving van zorg van tweede lijn naar eerste lijn überhaupt kan, zoals in het recente akkoord medisch-specialistische zorg wordt genoemd, is met de geschetste problemen nog maar de vraag. Maar een boterzacht budgetkader, waarbij de regelgeving bij overschrijding terugbetaling vereist en bij onderschrijding (blijkbaar) de portemonnee van de verzekeraars mag verrijken (blog), is geen solide basis voor samenwerking. De Ledenraden van de huisartsverenigingen zouden dan ook gewaarschuwd moeten zijn.