Komt er dan eindelijk een einde aan het tekort van fatsoenlijk beschermingsmateriaal voor onze zorgverleners bij hun dagelijkse zorg in coronatijd? Nu nog deze maand Nederlandse bedrijven beschermingsmiddelen gaan maken? Bij alle Kamerdebatten is het tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) onderwerp van gesprek geweest en het antwoord van de minister is ook bijna altijd hetzelfde: “wij doen als overheid 24/7 ons best om voldoende in te kopen, maar omdat het tekort een wereldwijd probleem is, zit elk land achter dezelfde middelen aan. Het tekort is dan ook wereldwijd”. In geen enkel debat wordt een garantie van beschikbaarheid afgegeven. De overheid neemt een inspanningsverplichting en niemand stelt een resultaatverplichting.

Citaat minister

Deze week nog zegt de minister (7 april 2020):

Kamerbrief: “Het Landelijk Consortium Hulpmiddelen (LCH) schat de verwachte vraag van FFP2-maskers op dit moment in op ongeveer 4,5 miljoen stuks per week. De verwachte vraag naar chirurgische maskers is ongeveer 8 miljoen per week. Het LCH heeft mij laten weten op dit moment 30 miljoen mondmaskers (FFP2) in bestelling te hebben. Ik benadruk hierbij dat wat besteld is, niet altijd overeenkomt met wat ook geleverd wordt. Alles wat in het buitenland besteld wordt, moet bovendien via een luchtbrug met vele logistieke schakels naar Nederland vervoerd worden. Elke stap in deze schakel kost tijd en capaciteit. Er gaat dus tijd overheen voordat een bestelling in Azië, uiteindelijk wordt uitgeleverd in het opslagcentrum van het LCH, zodat het verspreid kan worden. Vanwege de schaarste zijn niet alle mondmaskers die beschikbaar komen voorzien van een CE-certificaat afgegeven door een Europese notified body. Sommige landen hanteren andere testnormen dan Europa. De Europese Aanbeveling 2020/403 geeft de mogelijkheid om tijdelijk ten behoeve van zorgmedewerkers niet-CE-gemarkeerde persoonlijke beschermingsmiddelen op de Europese markt “.

De coronacrisis in Nederland startte met de eerste besmetting, vastgesteld op 27 februari. Sinds 11 maart 2020 is COVID-19 erkend als pandemie. Al ver van tevoren was er discussie over de beperkte beschikbaarheid van de PBM, maar ook over de verantwoordelijkheid wie de toevoer regelt in tijden van crisis. Maar als de verantwoordelijkheden niet duidelijk zijn, zijn de aansprakelijkheid, het beleid en de aanpak dat evenmin. En heeft de volledige afhankelijkheid van het buitenland, zo blijkt nu, ons land extra kwetsbaar gemaakt. In onderstaand kader een chronologisch, incompleet overzicht hoe crisisbeleid bij beleid voor PBM tot stand komt.

In chronologie: beleid bij PBM in coronatijd

24.01.20: 1e bijeenkomst Outbreak Management Team (OMT) voor corona-overleg.

10.02.20: Volkskrant (VK): vanaf Schiphol vertrekt een vliegtuig richting China vol met mondkapjes, schorten, brillen, handschoenen, overalls en andere spullen die nodig zijn in de strijd tegen de corona-epidemie. Citaat uit VK hierbij: “Heeft Nederland deze spullen niet zelf nodig als het virus hiernaartoe komt?’, vraagt de man die anoniem wil blijven zich dan af. De voorraden bij groothandels worden ‘als tubes tandpasta leeggeknepen”.

12.02.20: huisarts: “Waarom worden de beschermende middelen niet bijvoorbeeld centraal geregeld en gedistribueerd? Nu moeten wij als zorgverlener concurreren met de gewone bezorgde burger die deze maskers zelf aanschaft voor eigen gebruik. Op dit moment ervaar ik weinig steun en voel ik me als persoon en arts onveilig om zorg te bieden aan potentiele patiënten zolang ik niet beschik over afdoende beschermingsmateriaal.

17.02.20: huisarts: “Wij hebben zojuist van onze vaste leverancier te horen gekregen dat de beschermingsmaterialen niet meer leverbaar zijn en dat ze ook niet verwachten dat dit binnenkort zal veranderen. Dit omdat China de export hiervan (begrijpelijk) tegenhoudt.”

25.02.20: Rode Kruis: “alleen de juiste mondkapjes beschermen.”

01.03.20: LHV: “Als LHV zijn we in continue overleg met alle betrokken partijen over de ontwikkelingen ook de tekorten aan FFP2 maskers. De tekorten betreffende niet alleen de huisartsen en zijn een probleem in heel Europa. Afgelopen vrijdag werden wij verrast door het bericht dat de GGD niet zou zorgen voor de coördinatie hiervan. Tot dan toe was dat wel de afspraak. Voor ons is dit niet zomaar acceptabel.”

02.03.20: Noodkreet van Huisarts van de Toekomst over gebrek aan capaciteit en middelen, waarmee de basiszorg in gevaar is.

03.03.20: Minister: “Tot nu toe kwamen er geen signalen naar voren over grote tekorten aan persoonlijke beschermingsmiddelen voor zorgverleners”.

04.03.20: NHG: “minister VWS adviseert zorgaanbieders om knelpunten in de beschikbaarheid van PBM te bespreken met collega-zorgaanbieders, bijvoorbeeld via het eigen regionaal huisartsennetwerk of in het regionaal overleg acute zorg (ROAZ). Op die manier kan gebruik worden gemaakt van elkaars kennis en mogelijk (tijdelijk) van elkaars voorraden”. (NB: richtlijn beschermingsmiddelen)

05.03.20: LHV: “De minister maakte in het debat bekend dat de GGD de mondkapjes gaat verdelen. De landelijke koepel van de GGD gaat mondkapjes en andere beschermingsmiddelen tegen besmettingen verdelen over alle medici en zorgverleners in het land. De fabrikanten van deze producten werken aan de maatregel mee”.

11.03.20: Zorgvisie: Om de beschikbare middelen optimaal in te zetten heeft minister Bruins van Medische Zorg GGD/GHOR Nederland gevraagd een inventarisatie te maken. Dit moet resulteren in een ‘structuur van regionale aanspreekpunten’, maar ondanks de aankondiging op 6 maart dat GGD-GHOR Nederland vaart zou maken is deze structuur nog niet operationeel”.

11.03.20: Skipr: ”We gaan ervoor zorgen dat in Nederland in alle regio’s zo lang mogelijk veilige zorg geleverd kan worden door goede afspraken te maken over de verdeling van deze beschermingsmiddelen en testkits”, aldus GGD/GHOR Nederland.

16.03.20: Skipr: “De bodem is bereikt”, met deze noodkreet vraagt de Landelijke Huisartsenvereniging (LHV) opnieuw aandacht voor het nijpende tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen.

16.03.20: Huisarts en bestuurslid bij Nieuwsuur: ”We moeten weten waarom het niet goed lukt om ons te bevoorraden met mondkapjes. En wat eventuele alternatieven zijn. Dit kan niet langer zo. Straks stokt de eerstelijnszorg, niet door een tekort aan dokters, maar door een tekort aan mondkapjes.”

17.03.20: Volkskrant: “bij de huisartsen is de hectiek groot en de mondkapjes zijn op. Of bijna op”.

26.03.20: LHV-website: “Het kabinet heeft een landelijke aanpak vastgesteld vanwege de grote behoefte (en dreigende tekorten) aan persoonlijke beschermingsmiddelen voor de verzorging van (mogelijke) coronapatiënten. Deze landelijke aanpak bestaat uit een Landelijk Consortium Hulpmiddelen, landelijke registratie verbruik/tekorten en richtlijnen voor zorgprofessionals. Huisartsen die een dringend tekort aan beschermingsmiddelen hebben en te maken krijgen met een mogelijk besmette patiënt, kunnen contact opnemen met hun regionale ROAZ-coördinator, aan de hand van een contactpersonenlijst die onlangs door de regionale GGD is verspreid. De verdeling over de verschillende zorgaanbieders wordt in de regio bepaald op basis van de behoefte daar. Het is belangrijk dat de contactpersonen van de huisartsen in de crisisteams en de huisartsenposten alert zijn op de toedeling aan huisartsen. Er is een PBM Corona app beschikbaar om voorraden te melden en tekorten aan te geven”.

27.03.20: Rijksoverheid/RIVM: “Huisartsen en zorgverleners in verpleeghuizen, de thuiszorg en de gehandicaptenzorg hoeven alleen persoonlijke beschermingsmiddelen als mondmaskers te gebruiken als dat echt nodig is”….

30.03.20: SoluPartners: “Chaos in de thuiszorg: 90% zorgverleners kan zich niet voldoende beschermen”.

31.03.20: Minister: “Alle hulpmiddelen die geleverd worden, worden gecheckt op kwaliteit en daarna zo snel mogelijk uitgeleverd aan verschillende zorgaanbieders. De toedeling van deze beschermingsmiddelen geschiedt door de GGD-GHOR in samenwerking met het ROAZ. Er is behoefte aan een goede afweging ten aanzien van de verdeling van persoonlijke beschermingsmiddelen over (zorg)sectoren, in het bijzonder de beschermingsmaskers. Gegeven de schaarste werkt het OMT een voorstel uit met uitgangspunten voor een betere verdeling van mondmaskers”.

07.04.20: Minister/Kamerbrief: “In opdracht van de minister voor MZS is een team van circa 20 mensen van het ministerie van EZK en RVO samen met Nederlandse bedrijven en ondernemers aan het werk om zich in deze crisistijd in te zetten voor de productie van medische hulpmiddelen. Inmiddels zijn rond de 400 aanbiedingen ontvangen van initiatieven, waarbij het team zich richt op mondmaskers, beademingsapparatuur, overige beschermingsmiddelen (bijv. spatbrillen en 3D-prints) en testen”.

08.04.20: Volkskrant: “Ziekenhuizen spreken zich liever niet uit over hun exacte verbruik of voorraad, uit angst publiekelijk te worden afgerekend op een schijnbaar grote voorraad of afwijkend gebruik. Want de nood is hoog: ook de thuiszorg, verpleeghuizen en geestelijke gezondheidszorg hebben beschermingsmaterialen nodig”.

09.04.20: Trouw: “Voor het einde van deze maand moeten er in Nederland wekelijks miljoenen professionele mondkapjes van de band rollen. Dat begint in fabrieken in Alkmaar en Deventer”.

10.04.20: NOS: “Beddenfabrikant Auping en luchtfilterproducent Afpro kondigden gisteren aan miljoenen mondkapjes te gaan produceren. Betrokkenen zeggen vandaag in NRC dat zij daar al veel eerder mee hadden kunnen beginnen. Twee weken geleden was al duidelijk dat de productie kon worden opgezet, maar goedkeuring van minister Van Rijn kwam pas afgelopen woensdag. “Dat waren kostbare weken”, zegt Afpro-directeur Joost Verlaan in de krant. “We hadden al veel eerder kunnen beginnen, bijvoorbeeld met het maken van afspraken met grondstofleveranciers. Nu hobbel je als Nederland achteraan.”

10.04.20: KNMG:” De huidige schaarste van persoonlijke beschermingsmiddelen (pbm) roept de vraag op of van hulpverleners gevraagd of verwacht kan worden om zonder afdoende pbm zorg te verlenen aan (vermoedelijk) met COVID-19 besmette patiënten. De KNMG vindt, na weging van de wet, de artseneed en de KNMG-gedragsregels, dat dit niet van artsen en andere hulpverleners (vanaf hier: hulpverleners) gevraagd en verwacht kan worden. Hulpverleners hebben een individuele zorgplicht, maar ze hebben ook de verantwoordelijkheid voor hun eigen gezondheid en die van hun naasten, en een medeverantwoordelijkheid voor de continuïteit van de zorgverlening in brede zin”.

11.04.20: LHV: “Zaterdag 11 april is er een extra bestuurlijk overleg met Minister van Rijn waar ook de LHV bij aanwezig is. Wij zullen daar opnieuw, zoals we al vanaf het begin van deze crisis op allerlei manieren doen, de noodzaak voor goede bescherming van huisartsen en hun medewerkers, inbrengen. Deze schaarste geldt helaas voor alle sectoren in de zorg. Met name de thuiszorg en verpleeghuizen vragen en krijgen nu veel aandacht voor hun problemen om veilig zorg te leveren. De regionale verdeling blijft via de u bekende kanalen van het ROAZ lopen.”

11.04.20: Minister:” Minister Martin van Rijn (Medische Zorg) heeft vandaag in overleg met partijen uit de zorg een nieuw verdeelmodel vastgesteld voor mondmaskers. In het nieuwe model gaat het niet om een verdeling over de zorgsectoren, maar om een verdeling op basis van besmettingsrisico’s voor zorgverleners.”

Het moge duidelijk zijn dat het tekort aan PBM een van de hoofdonderwerpen moet zijn bij de evaluatie na de crisis. Daarbij zal ook onderzocht moeten worden in hoeverre een tekort aan PBM bij zorgverleners heeft bijgedragen aan verspreiding van het virus (hier/hier/hier/hier/hier en hier).

En dan…

Als alle zorgverleners bij indicatie zijn voorzien van voldoende mondmaskers, kan de discussie beginnen of het dragen van mondmaskers door burgers zal helpen bij het niet/minder verspreiden van het virus (hier/hier). Of weten we het antwoord op deze vraag al?

Eerdere blogs over COVID-19

19.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (01) (de consequenties volksgezondheid)

23.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (02) (gevolgen economie en geld printen)

26.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (03) (over sociale en mentale gevolgen)

28.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (04) (met testbeleid naar 3 groepen)

30.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (05) (met uitstelzorg, aanpak en compensatie)

02.04.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (06) (beleidsmaatregelen o.b.v. kennisbundeling)

04.04.2020: Verhoogde urgentie aanpak tekorten geneesmiddelen (altijd al, zeker nu in coronatijd)