Wederom is er op televisie een spraakmakende serie afleveringen (hier) begonnen over de jeugdzorg, getiteld “Een valse start – 100 dagen in de jeugd- en gezinszorg”. Dit keer verdiept documentairemaker en columnist Nicolaas Veul zich in een kwetsbare groep kinderen en de problemen die zich voordoen tijdens het opvoeden en opgroeien (zie plaatje onder de blogtitel). In de traditie van zijn eerdere 100 dagen-Tv-series neemt hij als documentairemaker actief deel aan hun zorg door stage te lopen op een open groep in de jeugdzorg (hier). Het gaat voor zover bekend, in zes afleveringen, over zorg voor jongeren die in een instelling komen of over gezinnen die door een team van deskundigen geobserveerd moeten worden.
Eerder waren er al soortgelijke uitzendingen te zien die op indringende wijze een inkijk gaven op dit kleine deel (6%) van de jeugdzorg (hier in 2022 en hier/hier in 2024).
Daarnaast is er veel aandacht geweest aan aangerichte schade door de “Toeslagenaffaire” (hier/hier/hier/hier).
In 2023 kregen 474 duizend jongeren jeugdzorg, dat is 1 op de 9 jongeren tot 23 jaar (CBS). Bij jongeren tot 18 jaar was dat 1 op de 7. Het gaat dan vooral om jeugdhulp zonder verblijf. In 2023 kregen 447 duizend jongeren deze vorm van jeugdzorg (94% van het totaal).
Deze blog
Nog recent (blog, 18 november 2024) beschreef ik de problematiek binnen de jeugdzorg zonder verblijf aan de hand van het 5-stappenplan. Dit in het kader van het 10-jarig bestaan van de Jeugdwet en het Tweede Kamerdebat ‘Jeugd en aanverwante zaken’ op 11 november 2024 over de Jeugdwet en diens begroting (verslag). Waarbij het kabinet stelt dat te veel jeugdigen gebruik maken van jeugdzorg. Met hun woorden: “dit moet anders” of “ren niet gelijk naar een professional toe”, of op zijn Rotterdams (citaat staatssecretaris) “we motte prate”. Praten over de Hervormingsagenda Jeugd (HAJ, 20 juni 2023) en het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming (TKG, 30 maart 2021).
In déze blog ga ik in op reacties uit het beleids- en werkveld. Eerder verschenen er de afgelopen jaren al minstens 17(!) rapporten over een gewenste transitie binnen de jeugdzorg (blog). Wat bij de aanpak gaat het kabinet nú anders doen?
*Kritiek op beleid
Een ervaren kinderpsychiater en zorgbestuurder vatten recent op LinkedIn nog eens samen wat er in hun ogen verkeerd is gegaan in de jeugdzorg en nog steeds verkeerd gaat.
· je zet in 2014 de sluizen open, “want we gaan in wijkteams mensen dichtbij huis snel helpen.“ · je doet veel te weinig aan deskundigheid waardoor je mensen maar beperkt kunt helpen en ze dus doorgestuurd moeten worden naar specialistische zorg. · je benut zelden kennis over wat goed werkt om de jeugdhulp per gemeente te organiseren heb je een enorme toename aan ambtenaren nodig. · je laat zwakke zorg bestaan, waardoor je veel te vaak kinderen doorstuurt naar de volgende organisatie. · per dag organiseer je 10-tallen overleggen over jeugdhulp door mensen die er niet voor opgeleid zijn, maar wel op allerlei niveaus beslissingen nemen · je organiseert een systeem waarin steeds meer zorgaanbieders ontstaan, omdat je denkt dat (4500!) nieuwe organisaties waardevolle innovatie brengen. · je hebt geen idee wat een verklarende analyse is en of professionals dat wel kunnen samen met ouders en kinderen, maar hebt gehoord dat het goed is dus maak je het verplicht of laat wat in elkaar knutselen. · je zegt te willen normaliseren (een verkeerd, want stigmatiserend woord), maar bij mensen deskundig uitleggen dat zorg niet of minder nodig is betrek je deskundigen als jeugdgezondheidszorg niet. · je laat een organisatie met veel ervaring op gebied van normaliseren, de jeugdgezondheidszorg, geen rol spelen bij de toegang. · je laat meer dan 4500 nieuwe organisaties toe omdat je denkt dat die zorgen voor vernieuwing. Maar wat doen ze? Ze richten zich vooral op jongeren met lichte problematiek, en houden ze lang vast. · je geeft het onderwijs geen rol/opdracht bij preventie, terwijl het onderwijs een belangrijke rol kán spelen bij voorkomen van pesten, exclusie etc. · je investeert niet in preventie, b.v. door goede opvoedondersteuning aan te bieden. Een rapport van de Gezondheidsraad in 2018 hierover verdwijnt in een la. · je bundelt als gemeenten de krachten t.a.v.de inkoop van jeugdzorg, maar niet t.a.v. effectieve preventie (terwijl een van de aannames bij de decentralisatie was dat gemeenten meer in preventie zouden investeren). en dan.. …exploderen de kosten van 2014-2024 ongeveer van 3.5 naar 7.2 miljard. En nu dus ‘reikwijdtebeperking‘ (reikwijdte), want ‘de kosten lopen uit de hand, want al die ouders zoeken veel te snel hulp‘. Citaat beide deskundigen: “Het rijtje oorzaken hierboven is niet het enige wat oorzaak van de kostenstijging is, maar wel een belangrijk rijtje en een rijtje wat nooit genoemd wordt.” |
Er is nog méér kritiek in de media te lezen. Zo meldt de Algemene Rekenkamer (AR, 13 april 2023) over specifiek de jeugdbescherming: “Ernstiger nog is de constatering dat gemeenten, hulpverleners en rijksoverheid geen van allen bij machte lijken om echt de leiding te nemen en voor verbetering te zorgen. Iedere partij vraagt aan de ander om iets voor hen op te lossen, voordat zij zelf in staat zijn om iets te doen. Het is zaak dat dit patroon wordt doorbroken. Wij spreken de bewindspersonen aan om hierin het voortouw te nemen (einde citaat).”
Een promovendus, die dieper in de materie dook (hier/hier/hier), stelt (Volkskrant, 17 maart 2023): “De knelpunten in de jeugdzorg zijn de afgelopen vijftig jaar nauwelijks veranderd. Het beleid draait in cirkeltjes. In een rapport uit 1976, van de commissie-Mik, las ze bijna exact dezelfde knelpunten terug als die ze hoorde in de vergaderingen met jeugdzorginstellingen en gemeenten in het hier en nu. Elke tien jaar is de jeugdzorg hervormd en toch zijn de problemen hetzelfde gebleven (einde citaat).”
Een socioloog/pedagoog stelt (SV, 21 april 2023): “We hebben iemand nodig die het lef heeft om te zeggen dat de samenleving als geheel onder zware druk staat, die erkent dat kinderen daarvan de dupe worden en dat dat niet door hun ouders komt, maar door decennia van afbraakbeleid. Iemand die de jeugdzorg en het onderwijs repareert of ten minste de politieke moed heeft te erkennen dat de problemen het gevolg zijn van falend beleid en bezuinigingen. Iemand die weer naast ouders gaat staan en jongeren en hun zorgen serieus neemt. Pas dan kunnen we verder (einde citaat).”
Ook een bekend journalist maakt een duidelijk statement (Volkskrant, 30 november 2024): “Het zou zo heerlijk zijn als bestuurders ons niet steeds bestraffend toespraken over problemen die zij zelf hebben veroorzaakt. Zij hebben dat niet per se persoonlijk op hun geweten. Vaak waren het hun voorgangers. Maar ook dat zou fijn zijn: als zij de verantwoordelijkheid zouden nemen – ook de historische verantwoordelijkheid – die hun ambt met zich meebrengt. Het idee was: bied kinderen en jongeren snel lichte hulp aan, dan zal er minder zware jeugdzorg nodig zijn. Daarmee werd een nieuw, enorm cliëntenbestand aangeboord. De wrange uitkomst is dat het uitgebreide werkterrein ten koste is gegaan van de kinderen en de jongeren met de grootste problemen. Zij worden dikwijls aan hun lot overgelaten of eindeloos rondgezeuld door het systeem. Het stomme is, Karremans heeft gelijk als hij zegt dat het aan de samenleving als geheel is om te zorgen dat kinderen goed opgroeien en dat dit niet kan worden uitbesteed aan professionele hulp. Maar het is wonderlijk dat bestuurders zoiets voor elkaar denken te krijgen door burgers te vermanen. Het verraadt zo weinig emotionele intelligentie, gaat zo in tegen elk basaal idee over hoe je iets van iemand gedaan krijgt. En het is een vaste werkwijze. En zie als overheid het eigen aandeel onder ogen. De stapel vernietigende onderzoeken naar de jeugdzorg is torenhoog en dat achtereenvolgende bewindslieden hun taken hebben verwaarloosd staat als een paal boven water (einde citaat).”
*De huisarts en praktijkondersteuning jeugd (POH-J)
Wat betreft de zorgbasis (hier/hier). In de Hervormingsagenda Jeugd is ten eerste afgesproken dat gemeenten inzetten op de versteviging van de samenwerking tussen huisartsen en lokale teams (Handreiking uitvoering maatregelen Hervormingsagenda Jeugd, 1 december 2023, pg. 7 t/m 9).
Dat kunnen gemeenten allereerst doen door vaste contactpersonen voor huisartsen bij lokale teams en voor lokale teams bij huisartsen aan te wijzen.
Ten tweede is afgesproken dat er wordt gewerkt aan een bredere inzet van jeugdondersteuners bij de huisarts (LHV, 2021+ hier), om direct laagdrempelig hulp te bieden en zo in veel gevallen een apart traject te voorkomen (blog). In beeld…
Ten derde is afgesproken tussen LHV (huisartsen) en VNG (gemeenten) dat een eerder gemaakte leidraad voor samenwerking tussen gemeenten en huisarts op het gebied van jeugdhulp wordt geactualiseerd.
Het hoeft, denk ik, geen toelichting dat laagdrempelig en tijdig geboden passende jeugdhulp binnen een al bekende huisartspraktijk toekomstige complexere problematiek kan voorkomen (hier/hier/hier). Zie verder voor implementatie en uitvoering van het traject POH-J het ‘5-stappenplan’ in deze blog en het ‘ZINVOL-traject’ in deze blog.
*Kabinet: Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg (doel: start per 1 juli 2025)
Het uitgangspunt in dit wetsvoorstel blijft dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de bekostiging van de jeugdzorg in de eigen gemeente, ook als die wordt geleverd door een jeugdhulpaanbieder of gecertificeerde instelling die op regionaal of landelijk niveau is gecontracteerd of gesubsidieerd.
Het wetsvoorstel regelt een verplichte regionale samenwerking tussen gemeenten. Gemeenten zijn ook verantwoordelijk voor een toereikend aanbod van jeugdhulp en van gecertificeerde instellingen voor de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering. Het is niet altijd mogelijk dat een jeugdige zorg van een aanbieder in de eigen regio ontvangt (hier). Voorliggend wetsvoorstel brengt geen verandering in de verplichting van gemeenten om te zorgen voor een toereikend aanbod.
Het Rijk is als stelselverantwoordelijke verantwoordelijk voor het scheppen van de juiste kaders voor gemeenten om deze uit de Jeugdwet voortvloeiende verplichting goed uit te kunnen voeren, en om zo nodig via het interbestuurlijk toezicht in te grijpen wanneer gemeenten hun taken verwaarlozen.
In het wetsvoorstel wordt verder geregeld dat de NZa taken krijgt om inzicht te geven (zie volgende item) in de beschikbaarheid van jeugdzorg (stelselonderzoek). Naast zicht op risico’s voor de aanwezigheid van een toereikend aanbod van specialistische jeugdzorg. En vroegtijdig te signaleren als het aanbod jeugdzorg ontoereikend is. Deze taken kunnen voor gemeenten belangrijke sturingsinformatie opleveren. Daarnaast zijn in de Hervormingsagenda Jeugd afspraken gemaakt om ook breder het inzicht in het functioneren van het jeugdstelsel te verbeteren.
Het laatste debat in de Tweede Kamer werd voorafgegaan met het publiceren van een opmerkelijke lange Kamerbrief van 39 pagina’s met 18 bijlagen (Kamerbrief Voortgangsbrief Jeugd, 5 november 2024). Met daarnaast in een rapport de resultaten van de voortgang van de Hervormingsagenda (HAJ, 5 november 2024). De plannen over deze nieuwe wet waren vlak voor de Kerst te lezen (Kamerbrief + Notitie naar aanleiding van het verslag, 20 december 2024, totaal 211 (!) pagina’s + Commentaar Raad van State, 11 december 2023).
*“Verzamelen jeugdzorgdata door NZa zet VWS door” (zorgictzorgen, 30 december 2024)
Citaat van de website van Wim Jongejan: “In dit wetsvoorstel is opgenomen dat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) in het kader van stelselonderzoek gegevens van jeugdigen (en hun ouders) in groten getale mag opslaan en verwerken. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) had forse kritiek op het wetsvoorstel in december 2023. Uit de nota blijkt dat VWS onverminderd door wil gaan met de jeugdzorg-dataverzameling.VWS wil het bij wet mogelijk maken dat de NZa gegevens uit de jeugdzorg, o.a. over gezondheid en strafrechtelijke aard een database aanlegt op persoonsniveau met gepseudonimiseerde data en die mag verwerken. Wat hier gebeurt met jeugdzorgdata is één op één hetzelfde als wat de NZa deed met de HONOS-data van 800.000 GGZ-cliënten. Daarover loopt een bodemprocedure door de coalitie Vertrouwen in de GGZ. Daarbij gaat het om de vraag of het wel rechtmatig is dat de NZa zeer privacygevoelige zorgdata op persoonsniveau gepseudonimiseerd verzamelt. Ook de jeugdzorgdata zijn zeer privacygevoelig.”
Op 28 januari 2025 start de inhoudelijke behandeling van deze rechtszaak tegen de NZa met een zitting bij de Rechtbank Midden-Nederland.
*Verandering: toevoeging inhoudsdeskundige en/of ervaringsdeskundige personen (hier)
Zelf ben ik helemaal geen expert, laat staan een autoriteit, op het gebied van jeugdzorgbeleid. Wat ik wel weet is dat er in de zorg altijd eerst een overeenkomst moet zijn over inhoud en doelen, dan de organisatie, waarbij expliciet duidelijk dient te zijn hoe hierbinnen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, bijvoorbeeld rondom thema’s als ‘zorgplicht’ en ‘kwaliteit’, zijn verdeeld. Ten aanzien van de organisatie (citaat van Dam, pg.20) kan gelden: “Laten we ervaringsdeskundigheid integraal onderdeel maken van onze wijze van organiseren.”
Pas bij helderheid over deze zaken volgen dáárna de andere stappen. Te snel een discussie, of erger, aangaan over het budget, meestal een budgettekort, werkprocessen, noodzakelijke instrumenten, bekostiging en/of contractperikelen, is inefficiënt en ineffectief.
Binnen de jeugdzorgdiscussie betekent dit dat als een kabinet vindt dat er te veel jeugdhulp gegeven wordt, met en zonder verblijfsindicatie, zij expliciet moeten aangeven, welke jeugdhulp dit betreft (zie ook bericht FNV, 2 december 2024). Welke ouder, welk kind vraagt ten onrechte (wel/geen/te vroeg/te laat) hulp?
Het gaat bij de Hervormingsagenda Jeugd dus niet zozeer over de wenselijke agenda, maar over de daaruit voortkomende concrete hervormingsvoorstellen, transparant uitgewerkt via de twee genoemde trajecten (5-stappen + ZINVOL).
NB: Er liggen nu nog 328 pagina’s beleidspapier (HAJ: 78 + Kamerbrief: 39 + Notitie Verslag: 211).
Consequentie is ook, mede gezien de complexiteit, en eigenlijk tegen mijn bloggewoonte in, bij advisering en uitvoering namen te noemen van aangestelde beleidsmakers en deskundigen. De Jeugdwet mag dan wel een decentraal uitgevoerde stelselwet zijn, de eindverantwoordelijkheid over datzelfde stelsel, inclusief reikwijdte en beschikbaarheid, ligt wel degelijk in centrale handen.
Het noemen van namen van centraal werkende politici en de door hen benoemde leden van de aangestelde deskundigheidscommissie sluit dan ook aan bij hun centrale taken en eindverantwoordelijkheid.
Jeugdzorg: verantwoordelijke kabinetsleden + leden deskundigheidscommissie
Verantwoordelijk in het kabinet |
Leden deskundigheidscommissie |
Ministers Minister-president, minister van Algemene Zaken Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Minister van Justitie en Veiligheid
Staatssecretarissen Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid Staatssecretaris Rechtsbescherming Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport Kabinetsformatie Tweede Kamerverkiezing: 22 november 2023. Beëdiging kabinet: 2 juli 2024 |
Tamara van Ark (voorzitter): was onder andere ruim 1 jaar minister van Medische Zorg in kabinet Rutte III. Han Polman: bestuurskundige, politicus en bestuurder. Hij is lid van D66. Sinds 15 september 2024 is hij staatsraad in de Afdeling advisering van de Raad van State. Onno de Zwart: directeur-bestuurder bij Verwey-Jonker Instituut José Lazeroms: directeur-generaal primair en voortgezet onderwijs, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Projectdirecteur Handhavingsbeleid, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Bernard ter Haar: buitengewoon adviseur bij de Algemene Bestuursdienst op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Vragen aan commissie vanuit de VNG (8 november 2024) https://vng.nl/sites/default/files/2024-11/samenvatting-zienswijze-vng-hervormingsagenda-jeugd.pdf |
Deze deskundigheidscommissie van Ark monitort nu de voortgang van de afspraken in de Hervormingsagenda, brengt de ontwikkeling van de uitgaven in beeld en bekijkt of alle partijen de inspanning leveren die is afgesproken. Ook beoordeelt de commissie of de uitvoering van de maatregelen daadwerkelijk leidt tot de beweging in de jeugdzorg die de partijen met elkaar beogen. Bovendien wordt gekeken naar mogelijke knelpunten en relevante ontwikkelingen die hier invloed op kunnen hebben, zoals toenemende druk op bestaanszekerheid of op het mentaal welzijn van jongeren.
Deze inzichten worden door de commissie bij elkaar gebracht tot een breed, ‘zwaarwegend’ advies in januari 2025 en januari 2028 aan het Rijk en de VNG. We zijn dus in afwachting van hun eerste rapport (hier/hier).
Deze vijf leden hebben, zo meldt de Rijksoverheid zélf, gezamenlijke kennis van het jeugdstelsel, de openbare financiën en interbestuurlijke verhoudingen.
Tot slot
Aan de deskundigheid van de commissie wil ik niets afdoen, al helemaal niet voorafgaand aan het deze maand nog te verschijnen eerste rapport van deze commissie.
Wel zou ik hier willen vaststellen, in overeenstemming met een noodzakelijke verandering (hier), namen van inhoudsdeskundigen en ervaringsdeskundigen jeugdzorg in deze commissie te missen. Deze zijn uiteraard te allen tijde alsnog te consulteren.
Zelf denk ik daarbij binnen jeugdzorg aan de volgende namen.
- Mischa de Winter
- Levi van Dam
- Mieke van Stigt
- Krijn ten Hove
- Sharon Stellaard
- Peter Dijkshoorn
- Lenneke Alink
- Iva Bicanic
- Paul van der Velpen
- Marjolein Moorman
- Lisa Westerveld
- Margrite Kalverboer
- Maaike Van der Aar
- Jason Bhugwandass
- Nando M.
- Tim Robbe
- Eva González Pérez
- David Lamas
- Peter Björn Martens
- Frans van der Reijt
Elk van hen is, naar mijn mening, op hun eigen (vak)gebied (inhouds)deskundig. En zeker net zo belangrijk, zij hebben het zorghart op de juiste plek.
Tot slot, wat betreft de 328 beleidspagina’s, de aangenomen Kamermoties over jeugdbescherming in december 2024 en de minstens 17 rapporten over de jeugdzorg (blog), blijven nog wel de spelregels gelden van de ‘beleidsmuur’:
-Bedoeld is nog niet gezegd
-Gezegd is nog niet gehoord
-Gehoord is nog niet begrepen
-Begrepen is nog niet akkoord
-Akkoord betekent nog niet al uitgevoerd
-Uitgevoerd betekent nog niet ook goed uitgevoerd
-Goed uitgevoerd betekent nog niet goed ingekocht
Eerdere blogs over jeugd, jeugdhulp en 10 jaar Jeugdwet
25.02.2014: De nieuwe Jeugdwet ziet het levenslicht (lange aanloop naar 2015…)
17.04.2017: Contractering bij decentralisatie: vastlopen in bureaucratie (en matige waardering)
08.06.2017: Kinderpsychiaters luiden de noodklok: zo kan het niet verder met de jeugd-GGZ
18.12.2017: Huisarts heeft verwijsrecht binnen de Jeugdwet (moet steeds herhaald worden…)
09.01.2018: Relatie opleidingsniveau en levensverwachting ongezond innig (risico lage SES)
05.02.2018: Evaluatie Jeugdwet vraagt snel om vervolgacties (trage transformatie na 3 jaar)
05.02.2018: Praktijkondersteuning huisartsenzorg is onmisbaar (o.a. jeugd-GGZ)
11.10.2018: De transformatie van de jeugdzorg: een magere tussenstand (alweer mager…)
10.11.2018: Alleen met interventies zijn problemen in achterstandswijken oplosbaar (verschillen)
07.12.2018: Maak ook bewegen en lichaamshouding van jeugd onderdeel van preventie
10.01.2019: Aanbevelingen voor betere uitvoering van Jeugdwet (“aanbestedingswaanzin”)
26.01.2019: Modern functionerend wijkteam vraagt om andere randvoorwaarden (CPB/wijkteam)
12.02.2019: Financiering PO-jeugd valt onder twee wetten (Zvw: psyche en Jeugdwet: psychiatrie)
18.03.2019: Wachten op het wegwerken van wachtlijsten (zorginkoopplicht t.o.v. premiebetaler)
04.07.2019: Samenhang is ZINVOL: Zorgwetten + Inhoud + Nastreven + Voorwaarden + Organisatie + Logistiek
11.07.2019: Wordt onvrijwillige zorg straks wel vrijwillig gegeven? (hopelijk wel…, Wzd)
20.07.2019: Méér tijd voor patiënt: van incidenteel naar structureel (voor huisarts beschikbaar)
19.08.2019: Armoede, een weg te werken schandvlek (een voedingsbodem voor slecht ouderschap enz.)
02.09.2019: Wie de toekomst koestert, zet in op jeugd (zorgelijke punten bij jeugd)
12.11.2019: Les van Jeugdwet: van decentralisatie (weer) richting recentralisatie (goede weg terug)
27.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (09) (GGZ, POH-GGZ, Jeugdwet, extra werk ANW)
26.05.2020: Inzet ondersteuner integreert jeugdzorg beter (multicausale problemen, in dienst gemeente)
09.07.2020: Preventie: een moeizame tocht van wieg tot graf (school, werk, thuis, ook sociaal)
07.09.2020: Voor beter aanbod gezonde kindervoeding is daadkracht nodig (Unicef-onderzoek)
18.03.2021: Ook passende jeugdzorg op zoek naar passende bekostiging (Jeugdwet + VNG/IGJ)
06.04.2021: Jeugd-GGZ: het kind van de rekening (noodklok JA, sector + VNG + gedupeerden)
29.04.2021: Met beide benen op de grond en de handen uit de mouwen (Jeugdwet-GGZ)
21.05.2021: Denktank Jeugdsprong presenteert kabinet nieuw advies over jeugdzorg (10 pnt)
15.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (2) (Jeugdwet = speerpunt 9)
12.04.2022: Staatssecretaris: preventie “een tandje bijschakelen”, wat betekent dat? (kabinet!)
15.04.2022: Zet jeugdzorg op plek een, twee en drie (beleid: 5 basisprincipes + 5W1H uitvoering)
01.11.2022: Inspirerende artsen (09): Nico van der Lely (jeugd en alcohol + poli’s)
11.09.2023: Zet in IZA primaire zorg centraal, niet het schaalniveau van organiseren (regio)
21.09.2023: Inspirerende artsen (10): Anita Vreugdenhil
09.11.2023: Informatie Schijf van Vijf blijft nuttiger dan hernieuwde Nutri-Score (tbv gezondheid)
28.05.2024: Onderzoeksresultaten vapen bij jongeren moet politiek wakker schudden (gifstof)
22.10.2024: Een vuiltje aan de lucht (over luchtkwaliteit, nieuwe EU-normen conform WHO)
29.10.2024: Een regionaal samenwerkingsverband eerste lijn: wens of noodzaak? (ELZ-RESV)
05.11.2024: Fietsen is gezond, vooral op een gewone fiets (37% fietsslachtoffers rijdt een e-bike)
18.11.2024: De Jeugdwet bestaat 10 jaar. En nu? (Hoe verder na wetgeving, rapporten en HAJ?)
11.12.2024: Gezondheidsbescherming jeugd tegen nicotineschade: nu of nooit (TK/Nicotinee)