
Op 30 januari 2025 verscheen het rapport van de Deskundigencommissie van Ark met het eerste advies over de Hervormingsagenda Jeugd (HAJ/VWS, 20 juni 2023). Het HAJ-rapport kreeg de symbolische titel “Groeipijn” en werd destijds door zowel staatssecretaris Karremans (Jeugd, Preventie en Sport als door minister Uitermark (BZK), staatssecretaris Struycken (Rechtsbescherming) en staatssecretaris Van Oostenbruggen (Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane) aan de Tweede Kamer aangeboden (‘rapportpresentatie’).
De commissie van Ark stelde in dit rapport dat “er onvoldoende vertrouwen in dat de huidige aanpak en voortgang van de Hervormingsagenda Jeugd en de financiële risicoverdeling die hierover is afgesproken tussen Rijk en gemeenten, tot de beoogde effecten gaan leiden.”
Inmiddels zijn we bijna drie maanden verder en heeft het kabinet twee keer een reactie gegeven op dit rapport (VWS, 21 februari 2025 en VWS, 11 april 2025).
Wat gaat er nú veranderen, daarover gaat deze blog.
Rapport van Ark (‘Advies Deskundigencommissie Hervormingsagenda Jeugd’)
De kritische toon in het rapport van Ark over de jeugdzorg gaat vooral over noodzakelijke verbeteringen om binnen het jeugdzorgstelsel jongeren meer weerbaar te laten opgroeien en kwetsbare kinderen sneller passende hulp te gaan bieden. Die verbeteringen zitten op bekende thema’s, zoals het versterken van de rol van de lokale teams en toegang, het scherper duiden van de jeugdhulpplicht, het terugdringen van residentiële jeugdhulp, het verbeteren van de inkoop en organisatie van specialistische jeugdzorg en het verbeteren van het inzicht in het stelsel.
In onderstaand kader nog eens de belangrijkste conclusies…
Zes conclusies (mijn selectie) commissie van Ark (bron + blog)
· De oplossing voor de grote vraag naar jeugdhulp ligt vooral in de systemen buiten de jeugdzorg: in het gezin, op school, en in de samenleving. Jeugdhulp is aanpalend aan de andere levensdomeinen, en niet andersom. · De stevige lokale teams vormen het kloppend hart van de Hervormingsagenda Jeugd. Gezag ontlenen de stevige lokale teams ook aan hun brede netwerk in de hele keten, van partners in de sociaalpedagogische basis, met professionals in de jeugdgezondheidszorg, de kinderopvang, met scholen, jongerenwerkers, welzijnsorganisaties, sportverenigingen, huisartsen en met specialistische jeugdzorgaanbieders. · Het gaat om de waarde die wij als maatschappij geven aan de mogelijkheden van de opgroeiende en toekomstige generaties. · Naar het oordeel van de commissie is sprake van te hoge verwachtingen over de afbakening van de Jeugdwet. Het is sterk gebaseerd op wensdenken. · Vraag naar en aanbod van jeugdzorg zijn niet in evenwicht. De indruk bestaat dat vooral jongeren die behoefte hebben aan gespecialiseerde hulp en/of zorg, de dupe zijn van het beperkte aanbod. Er zijn veel aanbieders van lichte(re) jeugdhulp. · De commissie betreurt het gebrek aan data, het beperkte inzicht in effectieve wijzen van werken en het spanningsveld tussen beleidsvrijheid en financiële sturing. Het is sturen in de mist. Er is maar heel weinig kennis van wat wel en niet werkt. Daar zijn we wel van geschrokken. We zijn op zoek naar cijfers. |
Brandbrief aan kabinet vanuit de jeugdzorgsector (zie plaatje onder blogtitel)
Deze maand april 2025 roepen jeugdzorgaanbieders, professionals en cliëntenorganisaties het Rijk en de gemeenten in een gezamenlijke brandbrief aan het kabinet op om de discussie over het geld voor de jeugdzorg niet los te zien van de inhoudelijke opdracht (nieuwsbericht, 11 april 2025).
Ze willen dat het kabinet stopt met de geplande bezuinigingen op de jeugdzorg. In plaats daarvan vragen ze om structurele investeringen in de sociaalpedagogische basis, zoals (citaat) “ook staat in het advies van de Deskundigencommissie Van Ark.”
De sector vindt dat het kabinet de instroom in de jeugdzorg moet aanpakken door te investeren in de bestaanszekerheid van kinderen en gezinnen bij een sterke, inclusieve sociaalpedagogische basis. In de wijk, op school en op de sportclub, zo wordt gemeld.
Specifieke citaten uit deze brandbrief jeugdzorgsector aan kabinet (brief, 10 april 2025)
“In Nederland zouden veel minder kinderen in de jeugdzorg moeten belanden. Dat willen we allemaal: wij, als vertegenwoordigers van aanbieders, professionals en cliënten, maar ook overheid en politiek. Als er minder jeugdzorg nodig is, dan gaat er echt iets goed in Nederland.” ———————————————————————————————————————- “Echter, de hoge vraag naar jeugdzorg kan maar voor een klein deel worden opgelost in de jeugdzorg zelf. Armoede, schulden, een onstabiele woonsituatie, ouders met mentale gezondheidsuitdagingen, scheidingen: het heeft allemaal een grote invloed op de instroom in de jeugdzorg. Om te voorkomen dat kinderen in de problemen komen is het nodig gezinnen op heel veel andere terreinen beter te ondersteunen.” ——————————————————————————————————————— “Een veerkrachtigere en gezondere jeugd wordt helaas niet bereikt door eenzijdig te bezuinigen op de jeugdzorg. Hoe verleidelijk wellicht ook om controle te houden op begrotingen, maar hiermee verdwijnen de problemen van deze kinderen niet vanzelf. Het is nodig om breed te investeren in de samenleving, zowel financieel als in onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor onze jeugd.” ———————————————————————————————————————- “Ondanks alle inzet en goede intenties van het overgrote merendeel van de professionals, moet de ingezette jeugdhulp beter en gezinsgerichter worden. En we moeten veel meer aan de slag in de eigen omgeving van kinderen en gezinnen: het is aan ons gezamenlijk om de stap naar elkaar te maken en niet te wachten tot de problematiek onze sector in komt. Dat vraagt veel van ons, maar we vinden het onze dure plicht om hier met elkaar hard aan te werken. Hiervoor is ook nodig dat de adviezen van de Deskundigencommissie Van Ark worden opgevolgd, van kaft tot kaft.” ———————————————————————————————————————- “Meer jongeren dan ooit doen een beroep op jeugdhulp, het betreft inmiddels maar liefst 1 op de 7 jongeren in Nederland. Het jeugdzorgstelsel piept en kraakt aan alle kanten. Rapport op rapport maakt duidelijk dat het zo niet langer kan en de urgentie hoog is. De geplande bezuinigingen op de jeugdzorg zijn inderdaad bewezen onhaalbaar, amper onderbouwd en in het geplande tempo onwenselijk.” ———————————————————————————————————————- “Meer geld of meer jeugdzorg alleen gaan de problemen niet oplossen. Het gaat zoals hierboven genoemd ook om oplossingen buiten de jeugdzorg, op uiteenlopende beleidsterreinen. Daarnaast zijn er inhoudelijke maatregelen nodig bínnen het jeugddomein, waar op korte termijn werk van gemaakt moet worden. Een financieel akkoord tussen kabinet en VNG over het jeugdzorgbudget voor gemeenten alléén is dus niet voldoende.” ——————————————————————————————————————— “We moeten de instroom in de jeugdzorg aanpakken door te investeren in de bestaanszekerheid van kinderen en gezinnen en een sterke, inclusieve sociaalpedagogische basis. In de wijk, op school en op de sportclub. De jeugdzorg is aanpalend aan deze basis, in plaats van andersom. Als sector – maar ook als kabinet en als gemeenten – hebben we de taak om er- voor te zorgen dat alle kinderen veilig, liefdevol en veerkrachtig kunnen opgroeien, vrij van jeugdzorg.” |
De brandbrief vanuit de sector vermeldt vervolgens meer dan twintig adviezen (zie genoemde brandbrief). Met oproep de adviezen van de commissie van Ark van ‘kaft tot kaft’ over te nemen. Dat betekent het nemen van maatregelen zowel binnen als buiten het jeugdzorgdomein. Naast de oproep aan de overheid het goede voorbeeld te geven en te kiezen voor een samenhangende jeugd- en gezinsaanpak…

“Zo gauw het woord ‘regio’ valt in een beleidsstuk, denk ik ook altijd aan het gevaar van ‘postcodezorg’: de afhankelijkheid van zorg daar waar je woont“
Wat doet het kabinet (1)?
Een van de items rond verbetering jeugdzorg zijn aangekondigde wetswijzigingen…
Aangekondigde wetsmaatregelen ter aanpassing onderdelen Jeugdwet (VWS, 11 april 2025)
Citaat: Ter ondersteuning van de maatregelen in de Hervormingsagenda wordt gewerkt aan diverse wijzigingen van de Jeugdwet op het gebied van onder andere regionalisering, integere bedrijfsvoering, reikwijdte, data en monitoring en standaardisatie. Bij uw Kamer zijn ingediend: · Het wetsvoorstel verbetering beschikbaarheid jeugdzorg · Het wetsvoorstel integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz) waarin normen worden geïntroduceerd voor een integere bedrijfsvoering en voorwaarden aan het uitkeren van winst door zorg- en jeugdhulpaanbieders · Het wetsvoorstel aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (WAMS), waarin de plicht van gemeenten om meervoudige problematiek in de context van het kind en gezin integraal en gecoördineerd aan te pakken wordt geëxpliciteerd. Daarnaast zijn in voorbereiding: · Een wetsvoorstel over de reikwijdte van de jeugdhulpplicht om de druk op de jeugdhulp te verminderen. Het streven is om het wetsvoorstel in de zomer 2025 gereed te hebben voor openbare internetconsultatie. · Het wetsvoorstel Verzamelwet gegevensverwerking VWS III (II-A) met daarin onder meer een grondslag voor het uitwisselen van gegevens tussen gemeenten en aanbieders met het CBS. Naar verwachting wordt het wetsvoorstel medio 2025 bij uw Kamer ingediend. |
Het is nog moeilijk in te zien in hoeverre al deze wetten en wetswijzigingen gaan bijdragen aan betere jeugdzorg op de werkvloer binnen gezinnen, wijken en scholen.
Wat doet het kabinet (2)?
Het goede nieuws is dat ook het kabinet nu erkent dat voor de oplossing breder gekeken moet worden dan naar alleen het jeugdzorgstelsel. Want nu nog zijn de domeinen wonen, schulden, inkomen, bestaanszekerheid, onderwijs, en GGZ-problematiek ouder(s) niet goed aangesloten op de jeugdhulp- en jeugdbeschermingsketen. Terwijl juist in het kader van verbetering beschikbaarheid jeugdzorg het belang van lokale teams, functionerend in 41 jeugdzorgregio’s, wordt benadrukt.
Hoe deze bredere kijk 5W1H binnen welke, dan nieuwe, governance wordt aangepakt, is onduidelijk. De staatssecretaris (citaat): “wij zijn met partijen in gesprek over hoe we het advies van de Deskundigencommissie gaan opvolgen en in lijn daarmee hoe we de Hervormingsagenda kunnen versterken. Dit wordt betrokken bij de Voorjaarsbesluitvorming. Over de uitkomsten informeren wij uw Kamer zo spoedig mogelijk, in ieder geval voorafgaand aan het debat over het jeugdbeleid op 18 juni a.s. (einde citaat).”
Deze bredere kijk heeft ook implicaties op budget, bekostiging en verantwoordelijkheidsdeling.
Drie problemen wil ik nog noemen:
- Gebrek aan data, door commissie genoemd, maakt het lastig de juiste sturingsinformatie voor toekomstig beleid te verzamelen. Dit datagebrek geldt ook ten aanzien van de inzet van PO-jeugd in de huisartspraktijk (blog).
- Zijn ouders en kinderen voldoende betrokken bij beleid, bv. de regiovisie? Weliswaar zijn clientorganisaties betrokken binnen de vijfhoek, maar betekent dat ook ouder-kind participatie bij afstemming van hun eigen beleid? Het is belangrijk dat mensen die jeugdhulp nodig hebben, daarover zelf kunnen meepraten en meebeslissen. Dit is wetmatig geregeld bij de Jeugdwet via de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (Wmcz). Is er (voldoende) medezeggenschap in het persoonsgerichte zorgplan?
- Het derde punt betreft de (boven)regionale inkoop van specifieke onderdelen van specialistische jeugdzorg, terwijl de individuele gemeente primair verantwoordelijk blijft voor de toegang, organisatie van en verwijzing naar jeugdhulp. De verplichting tot regionale inkoop brengt daar geen verandering in, maar deze splitsing kan wel aanleiding geven tot verwarring wat betreft verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. De verwijzing naar jeugdhulp verloopt in de praktijk via de lokale teams, artsen en/of gecertificeerde instellingen. Ook dat wijzigt (gelukkig) niet. Insteek van de LHV (huisartsenvereniging) is behoud van het verwijsrecht van huisartsen en verder verbetering van de samenwerking met de lokale teams. Zo gauw het woord ‘regio’ valt in een beleidsstuk, denk ik ook altijd aan het gevaar van ‘postcodezorg’: de afhankelijkheid van zorg daar waar je woont.
Wat doet het kabinet (3)
Dat resteert nog de financiële kant van het verhaal (blog). De financiering van de Jeugdzorg is onderdeel van het Gemeentefonds. Jeugdzorgmiddelen zijn in de basis structureel toegevoegd aan het Gemeentefonds (hier). Citaat uit de brandbrief van de sector…
Citaat: “Rond het overhedenoverleg en in aanloop naar de Voorjaarsnota gaat het veel over de financiële kant van het rapport van de Deskundigencommissie Van Ark. De geplande bezuinigingen op de jeugdzorg zijn inderdaad bewezen onhaalbaar, amper onderbouwd en in het geplande tempo onwenselijk. Bovendien maakt de Deskundigencommissie Van Ark duidelijk dat de financiële ruimte die nodig is zich niet moet beperken tot de jeugdzorg, maar de bredere domeinen kan beslaan die de vraag naar jeugdzorg kunnen beïnvloeden. Meer geld of meer jeugdzorg alleen gaan de problemen niet oplossen. Het gaat zoals hierboven genoemd ook om oplossingen buiten de jeugdzorg, op uiteenlopende beleidsterreinen. Daarnaast zijn er inhoudelijke maatregelen nodig binnen het jeugddomein, waar op korte termijn werk van gemaakt moet worden.” |
In de gisteren overeengekomen Voorjaarsnota (Volkskrant, 16 april 2025) zou blijken dat gemeenten in de Voorjaarsnota ‘substantieel extra middelen’ gaan krijgen. De decentrale overheid (gemeenten) hadden de centrale overheid (kabinet) via hun VNG een ultimatum gesteld: “als het kabinet niet uiterlijk woensdag over de brug zou komen met extra geld, dan zouden gemeenten naar de rechter stappen.” Al maanden was bekend dat vanaf 2026 (‘ravijnjaar 2026’) er vanwege een nieuwe rekenmethode circa 2,5 miljard euro minder zou gaan naar het Gemeentefonds (hier/hier).
Het minder goede nieuws uit de Voorjaarsnota zou zijn dat vanwege een overschrijding op het ministerie van Volksgezondheid, dit jaar 2025 wordt meer uitgegeven dan de bedoeling was, er volgend jaar 2026 ongeveer 600 miljoen euro, bezuinigd moet worden (NOS, 16 april 2025). De Voorjaarsnota-deal wordt vandaag in de ministerraad besproken. Ook volgt er nog een doorrekening van het CPB.
Tot slot
Het inzicht dat de instroom in de jeugdzorg moet worden aangepakt door meer te investeren in bestaanszekerheid van kinderen (hier– hier) en gezinnen én in een sterke, inclusieve sociaalpedagogische basis, is een belangrijke vaststelling. Brandbrief sector: “De jeugdzorg is aanpalend aan deze basis, in plaats van andersom (einde citaat).” Dit betekent voortaan een 5W1H-aanpak van jeugdproblematiek, binnen en buiten het jeugdzorgdomein, in zowel gezinnen als wijken.
Deze vaststelling deed mij denken aan het beleid bij preventie. Ook daar is inmiddels consensus dat voorkomen beter is en gezondheid niet alleen wordt bepaald door leefstijl, genen of toegang tot zorg (toegang, betaalbaar, doelmatig), maar ook door leefomgeving, woonomgeving en bestaanszekerheid (‘Health in All Policies’/blog–blog/hier).
Een grondige renovatie van de Jeugdwet impliceert (dus?) een koerswijziging richting een meer integraal beleid met een interdepartementale aanpak.
Daarnaast is er een andere vaststelling, namelijk hoe belangrijk het item gezondheid is voor het kunnen realiseren van doelen binnen andere beleidsdomeinen (‘Health for All Policies’).
Ofwel bij jeugdzorg: wie de toekomst koestert, zet in op jeugd (blog).
Naschrift: (17.04.25) reactie minister Agema:
Voorafgaand aan het Catshuisoverleg wil VWS-minister Fleur Agema berichten rechtzetten over de voorjaarsnota. Waar eerder bronnen meldden dat zij volgend jaar 600 miljoen euro zou moeten inleveren, spreekt Agema van een foutje van 200 miljoen euro. “Het gaat om 400 miljoen en ik hoef dat ook niet te bezuinigen, want het is geld dat over is, het is een meevaller.”
NB:
De beide plaatjes in de tekst zijn afkomstig uit de brief van de jeugdzorgsector.
Eerdere blogs over jeugd, jeugdhulp en 10 jaar Jeugdwet
25.02.2014: De nieuwe Jeugdwet ziet het levenslicht (lange aanloop naar 2015…)
17.04.2017: Contractering bij decentralisatie: vastlopen in bureaucratie (en matige waardering)
08.06.2017: Kinderpsychiaters luiden de noodklok: zo kan het niet verder met de jeugd-GGZ
18.12.2017: Huisarts heeft verwijsrecht binnen de Jeugdwet (moet steeds herhaald worden…)
09.01.2018: Relatie opleidingsniveau en levensverwachting ongezond innig (risico lage SES)
05.02.2018: Evaluatie Jeugdwet vraagt snel om vervolgacties (trage transformatie na 3 jaar)
05.02.2018: Praktijkondersteuning huisartsenzorg is onmisbaar (o.a. jeugd-GGZ)
11.10.2018: De transformatie van de jeugdzorg: een magere tussenstand (alweer mager…)
10.11.2018: Alleen met interventies zijn problemen in achterstandswijken oplosbaar (verschillen)
07.12.2018: Maak ook bewegen en lichaamshouding van jeugd onderdeel van preventie
10.01.2019: Aanbevelingen voor betere uitvoering van Jeugdwet (“aanbestedingswaanzin”)
26.01.2019: Modern functionerend wijkteam vraagt om andere randvoorwaarden (CPB/wijkteam)
12.02.2019: Financiering PO-jeugd valt onder twee wetten (Zvw: psyche en Jeugdwet: psychiatrie)
18.03.2019: Wachten op het wegwerken van wachtlijsten (zorginkoopplicht t.o.v. premiebetaler)
04.07.2019: Samenhang is ZINVOL: Zorgwetten + Inhoud + Nastreven + Voorwaarden + Organisatie + Logistiek
11.07.2019: Wordt onvrijwillige zorg straks wel vrijwillig gegeven? (hopelijk wel…, Wzd)
20.07.2019: Méér tijd voor patiënt: van incidenteel naar structureel (voor huisarts beschikbaar)
19.08.2019: Armoede, een weg te werken schandvlek (een voedingsbodem voor slecht ouderschap enz.)
02.09.2019: Wie de toekomst koestert, zet in op jeugd (zorgelijke punten bij jeugd)
12.11.2019: Les van Jeugdwet: van decentralisatie (weer) richting recentralisatie (goede weg terug)
27.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (09) (GGZ, POH-GGZ, Jeugdwet, extra werk ANW)
26.05.2020: Inzet ondersteuner integreert jeugdzorg beter (multicausale problemen, in dienst gemeente)
09.07.2020: Preventie: een moeizame tocht van wieg tot graf (school, werk, thuis, ook sociaal)
07.09.2020: Voor beter aanbod gezonde kindervoeding is daadkracht nodig (Unicef-onderzoek)
18.03.2021: Ook passende jeugdzorg op zoek naar passende bekostiging (Jeugdwet + VNG/IGJ)
06.04.2021: Jeugd-GGZ: het kind van de rekening (noodklok JA, sector + VNG + gedupeerden)
29.04.2021: Met beide benen op de grond en de handen uit de mouwen (Jeugdwet-GGZ)
21.05.2021: Denktank Jeugdsprong presenteert kabinet nieuw advies over jeugdzorg (10 pnt)
15.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (2) (Jeugdwet = speerpunt 9)
12.04.2022: Staatssecretaris: preventie “een tandje bijschakelen”, wat betekent dat? (kabinet!)
15.04.2022: Zet jeugdzorg op plek een, twee en drie (beleid: 5 basisprincipes + 5W1H uitvoering)
01.11.2022: Inspirerende artsen (09): Nico van der Lely (jeugd en alcohol + poli’s)
11.09.2023: Zet in IZA primaire zorg centraal, niet het schaalniveau van organiseren (regio)
21.09.2023: Inspirerende artsen (10): Anita Vreugdenhil
09.11.2023: Informatie Schijf van Vijf blijft nuttiger dan hernieuwde Nutri-Score (tbv gezondheid)
28.05.2024: Onderzoeksresultaten vapen bij jongeren moet politiek wakker schudden (gifstof)
22.10.2024: Een vuiltje aan de lucht (over luchtkwaliteit, nieuwe EU-normen conform WHO)
29.10.2024: Een regionaal samenwerkingsverband eerste lijn: wens of noodzaak? (ELZ-RESV)
05.11.2024: Fietsen is gezond, vooral op een gewone fiets (37% fietsslachtoffers rijdt een e-bike)
18.11.2024: De Jeugdwet bestaat 10 jaar. En nu? (Hoe verder na wetgeving, rapporten en HAJ?)
11.12.2024: Gezondheidsbescherming jeugd tegen nicotineschade: nu of nooit (TK/Nicotinee)
13.01.2025: Hoe voorkomt het kabinet bij jeugdzorgbeleid herhaling van zetten? (deskund.cie.)
03.02.2025: Beleid jeugdzorg betiteld als “sturen in de mist…” (cie.v Ark op HAJ, 5-hoek + €€€)