In mijn vorige blog over preventie was de conclusie dat bij preventie gerichte systeemmaatregelen van de overheid, inclusief fiscale maatregelen (hier en hier), met beleidsmatige verankering van gezondheidsdoelen (bv.: zie box 9, Kamerbrief oktober 2021), náást individueel maatwerk met een oprecht belangstellend gericht integraal persoonsgerichte aanpak (preventie op mijn website) de beste basis is om via borging bestaanszekerheid een gezondere bevolking te krijgen. Met als neveneffect dat mensen minder stress ervaren en curatieve zorgkosten niet onnodig stijgen omdat met dit beleid in potentie gezondheidsverschillen verkleinen en ziekten kunnen worden voorkomen of worden uitgesteld.
De maatschappelijke opgave dit te realiseren lijkt een hele kluif, maar gelukkig zijn er ook goede voorbeelden. Niet alleen ten aanzien van het uitleggen hoe de dynamiek bij het bestaan van multipele problemen bij burgers kan werken. Maar ook ten aanzien van de insteek van de oplossing. Het gaat in deze tweede blog niet over lokaal goede projecten/voorbeelden, maar wat de rode draad, het frame, het fundament kan (moet?) zijn in alle preventieprojecten.
Beleidsrichting met potentie: (SCP, Eigentijdse ongelijkheid, hfst.5.2, pg. 56 t/m 69, 7 maart 2023)
“Dan blijft de vraag: wat kan er door beleid wél worden gedaan om de structurele ongelijkheid aan te pakken? Dat kan ten eerste door kapitaaltekorten gericht aan te vullen. De normbedragen van het sociaal minimum zijn echter rechtstreeks gekoppeld aan wat mensen in Nederland minimaal nodig hebben. De kinderopvangtoeslagaffaire en de omgang met signalen van belastingfraude hebben geleerd dat overheidsinstanties niet altijd de belangen van kwetsbare burgers vooropstellen. Soms was er sprake van institutionele discriminatie door de Belastingdienst. De overheid moet niet alleen ‘sterk’ zijn, maar ook begrijpelijk, bereikbaar en aanspreekbaar voor de inwoners; en aan een herstel van vertrouwen werken door de ‘menselijke maat’ te hanteren. De sociale klassen aan de onderkant hebben relatief vaak te maken met organisatie- en uitvoeringsprocessen bij overheidsinstanties, en er dus veel last van als zaken misgaan – zeker als dit gebeurt op meerdere terreinen waarvoor men van de overheid afhankelijk is. De invloed van het overheidshandelen op het leven van de getroffen burgers kan dan ook groot zijn. Voor de mensen waarvoor werk en scholing niet meer de juiste insteek is (doordat zij met pensioen zijn of een slechte gezondheid hebben), kan het bestrijden van eenzaamheid eraan bijdragen dat hun kwaliteit van leven verbetert. Een tweede optie is om het stelsel zo in te richten dat alles er op gericht is om te zorgen dat mensen geholpen worden als dat op cruciale momenten in hun leven nodig is. Hiervoor moeten er toereikende basisregelingen zijn voor iedereen; met aanvullende regelingen voor groepen waarvoor de basis niet voldoende is. Organisatorisch vraagt dit om integrale wet- en regelgeving, waarbij verkokering bij departementen, lagere overheden en uitvoeringsinstanties wordt tegengegaan. Ten slotte is het belangrijk dat er in beleid meer oog is voor het verband tussen ongelijkheid en sociale cohesie. Het onderzoek laat zien dat de sociale klasse waartoe men behoort samengaat met uiteenlopende visies op de samenleving, medeburgers en de overheid. Groepen in de lagere sociale klassen hebben vaker een laag vertrouwen in het kabinet en de overheid en gaan relatief vaak niet stemmen. Als de overheid en de politiek dit lage vertrouwen willen herstellen, is het vooral belangrijk om betrouwbaar te zijn en te laten zien dat ze naar burgers luisteren. Het is wenselijk dat men verantwoordelijkheden niet uitsluitend bij individuele burgers, maar dat de overheid actief investeert in de hulpbronnen van burgers. Daarbij houdt men niet alleen rekening met tekorten bij sommige burgers, maar investeert in hen, met name bij kritieke transities in het leven (opgroeien, school, de arbeidsmarkt betreden en verlaten, minder gezond worden als men ouder wordt). Individueel maatwerk moet de uitzondering zijn, niet de regel. Tot slot Klassentegenstellingen in kaart brengen door na te gaan hoe economische, sociale, culturele en persoonsgebonden hulpbronnen onderling samenhangen en neerslaan in een opdeling van de bevolking past theoretisch beter bij de huidige maatschappij dan indelingen die louter gebaseerd zijn op het beroep dat men uitoefent of de sociale status die men heeft. In de praktijk vinden we een goed te interpreteren structuur met zeven sociale klassen (bevinding 1). Die klassenstructuur is bovendien gerelateerd aan de manier waarop mensen kijken naar hun eigen leven, en wat ze vinden van de maatschappij en politiek (bevinding 2). We hebben drie handelingsrichtingen geïdentificeerd die kansrijk lijken: een gerichte aanvulling van de kapitaaltekorten bij bepaalde sociale klassen; institutionele en organisatorische systeemaanpassingen.” |
Deze SCP-conclusies vallen wat preventie betreft een op een samen met de insteek van de zorgketen IZA + TAZ + WOZO + GALA + SPUK/hier en dan met name het preventieonderdeel GALA, het “Gezond en Actief Leven Akkoord”, met daarbij een belangrijke taak voor gemeenten en GGD ’en, zorgverzekeraars en VWS.
Huisartsen hebben zich bij de Toekomstvisie (21 januari 2019, kerntaak preventieve zorg) ook uitgesproken over preventie. Volgens het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) staan in 52 NHG-Standaarden adviezen over voeding, bewegen, alcohol of roken en wordt bij minstens 8 miljoen consulten per jaar de leefstijl besproken in de huisartsenpraktijk (+ brief, 8 december 2022). Via de eerdergenoemde brief van de KNMG laten artsen echter weten dat de impact van de medische zorg op de gezondheid van mensen slechts 11 procent is (blog). Omdat leefstijl en de sociale en fysieke omgeving voor bijna 70 procent iemands gezondheid bepalen, wordt daarom bredere steun gevraagd bij/met anderen, bij juist de minister voor Armoedebestrijding en ook via het ministerie van VWS.
Voorlopig worden voor preventiebeleid nog maar beperkt middelen ingezet. Citaat hierover uit interview met hoogleraar Health Technology Assessment UMC (Sociaal web, 15 februari 2023 + GALA, pg. 37/38)
“Het gaat feitelijk om heel weinig geld. Een ruwe berekening leert dat voor de grote opgaven van het GALA en de IZA, samen met SPUK, in de komende jaren ongeveer 25 euro per inwoner per jaar is gereserveerd; om vanaf 2026 terug te zakken naar ongeveer de helft van dat bedrag. Aan zorg geven we intussen minstens 7000 euro per inwoner per jaar uit, en dat mag op zijn minst enige verbazing oproepen”. |
Binnen het leefstijldeel van preventie hoeven eigen interventies overigens niet altijd (hier) geld te kosten: drinken kraanwater i.p.v. frisdrank (glas water van 200 ml. kost 0,003 euro), bewegen/wandelen, houdings- en balansoefeningen, arbeidsdeelname, aandacht voor zingeving, aandacht voor geliefden, aandacht voor sociale relaties, aandacht voor zelfzorg, minder roken en alcohol drinken, opletten bij voedselinkoop om voedselverspilling tegen te gaan, geen calorie-intake meer na de (gezonde) avondmaaltijd, i.v.m. nachtrust geen cafeïne na de lunch, e-community in GGZ, de Luisterlijn bellen etc. etc.
“De ironie is dat mensen met het minste vermogen om zelf regie te voeren over hun eigen leven, vaak met de grootste bureaucratische complexiteit geconfronteerd worden. Een volgend kabinet zal erachter komen: als je op de zorg wilt bezuinigen, dan moet je niet in de zorg gaan snijden, maar in bestaanszekerheid investeren. Zo zal de zorgvraag afnemen.”
Wat zijn goede voorbeelden van individueel maatwerk bij preventie?
Allereerst introduceer ik Albert Jan Kruiter, medeoprichter van het Instituut Publieke Waarden. Hij voert actieonderzoek uit, wat radicaal afwijkt van gewoon onderzoek doen. Hij gaat juist direct in de leefwereld van betrokkene aan de slag en werkt daar aan het gestelde doel. Bv. daklozenopvangbeleid is er voor de dakloze. Dan moet je daar ook beginnen. Kruiter werkt verder veelvuldig met multi-probleemgezinnen. Daarover zegt hij, (citaat): “Ik vind dat de verzorgingsstaat van de toekomst er vooral moet zijn voor mensen die zorg nodig hebben. Als jij psychiatrische problematiek hebt, je hebt schulden en je mist een dak boven je hoofd, dan gaat het heel lang duren voordat jij hulp krijgt. De ironie is dat mensen met het minste vermogen om zelf regie te voeren over hun eigen leven, vaak met de grootste bureaucratische complexiteit geconfronteerd worden (bron: 25 juni 2021).”
Deze actieonderzoeker gaf vorig weekend een helder interview in de Volkskrant.
Citaten uit interview met een actieonderzoeker Albert Jan Kruiter (Volkskrant, 4 maart 2023)
“Problemen oplossen van mensen die in de knel zitten en vastlopen in de bureaucratie. Dat lukt met een simpel middel: samenwerking. Mijn oorspronkelijke vraagstelling was: welke regels zitten in de weg? Nou, geen dus, in dit geval. Daar was ik op een andere manier nooit achter gekomen. Er heeft altijd spanning bestaan tussen de rechtsstaat en de verzorgingsstaat. De rechtsstaat beschermt je tegen de overheid en in het bijzonder tegen willekeur. Met de verzorgingsstaat is de overheid juist steeds verder in ons leven doorgedrongen. Zij heeft steeds meer taken overgenomen van de maatschappelijke organisaties die verdwenen met de verzuiling. Eind jaren tachtig was dat allemaal te duur en te log geworden. En dat probleem viel samen met de val van het communisme en de ideologische overwinning van het marktdenken. Daar kwam een enorm techno-optimisme bij. De gedachte was: dat lossen we op met ict en met laaggeschoold personeel dat alleen nog wat vinkjes hoeft te zetten. Marktwerking en ict zouden samen de panacee zijn voor een duurzame verzorgingsstaat. De vergaande arbeidsspecialisatie werkt supergoed voor de meeste mensen, want die hebben hoogstens één probleem. Maar als je veel problemen tegelijk hebt, dan interveniëren vijftien partijen tegelijk en zeggen die volstrekt verschillende dingen achter je voordeur: je moet gaan werken én je moet beter voor je kinderen zorgen én je moet gezonder leven en het liefst allemaal tegelijk. Dat is een nieuwe vorm van willekeur door de overheid die in strijd is met de rechtsstaat. Hoe kunnen we die persoonlijke ontmoeting terugkrijgen? Nederland heeft nog altijd vijftigduizend professionals in wijkteams, jeugdhulpverlening, wijkverpleegkundigen, noem maar op. Die komen bij mensen thuis. Alleen wordt wat zij zien niet doorvertaald in hoe bijvoorbeeld uitkeringsinstantie UWV functioneert. Het beleid wordt gemaakt op uitdijende Haagse beleidsdepartementen. Door dat beleid moeten toch al overbelaste professionals ook nog ongelofelijk veel uren in zinloze bezigheden steken. Je zou één loket per stad moeten inrichten dat de hele overheid vertegenwoordigt. En de mensen die daadwerkelijk met een huishouden zitten te praten, zouden tegen dat loket moeten kunnen zeggen welke oplossing moet worden geregeld. Uitvoerders zouden dan niet meer doen wat instanties hebben bedacht, nee, het zou andersom zijn: instanties zouden dienstverleners zijn voor uitvoerders én voor de huishoudens die zij helpen. We hebben duizend huishoudens geanalyseerd die we geholpen hebben. Wat we zagen: als je investeert in het afkopen van schulden, het regelen van een beter inkomen en betaalbaar wonen – pure bestaanszekerheid – dan hebben die mensen zorg waar ze recht op hebben niet meer nodig en maken ze daar geen gebruik meer van. Op die duizend huishoudens liep het bespaarde bedrag op tot 16,6 miljoen. En dat krijg je voor elkaar door voor een huishouden eens een half jaar eten te betalen, zulke basale dingen. Samen met zorgverzekeraar CZ hebben we uitgezocht: na zes maanden in de schulden declareren mensen door de stress 40 procent meer zorg. Als proef heeft CZ toen voor 150 huishoudens in totaal vijf ton aan schulden en andere kosten voorgeschoten en wij hebben met hen een plan gemaakt. Dat leidde ertoe dat zij 3 miljoen euro aan zorg niet meer nodig hadden. Vooral geestelijke gezondheidszorg, maar ook zorg die de gemeente betaalt, zoals maatschappelijke begeleiding en jeugdzorg. Dat heeft de gemeente weer terugbetaald aan CZ, een bijzondere samenwerking. Een volgend kabinet zal erachter komen: als je op de zorg wilt bezuinigen, dan moet je niet in de zorg gaan snijden, maar in bestaanszekerheid investeren. Zo zal de zorgvraag afnemen. En dat is nodig, want de personeelstekorten zijn anders niet op te lossen. Ik zeg tegenwoordig niet meer dat we 16,6 miljoen per jaar hebben bespaard, maar 315 fulltime werknemers. In de GGZ vragen mensen ons al: voer jullie aanpak alsjeblieft uit, want ik heb een wachtlijst van twee jaar, een ziekteverzuim van 15 procent en 700 vacatures openstaan. Dit kwartje zal gaan vallen. Daar ben ik extreem optimistisch over.” |
Een tweede goed voorbeeld van betrokkenheid met kennis van zaken is de huidige directeur van de Wiardi Beckmanstichting: Tim ’S Jongers. Hij is behalve politicoloog, ook bestuurskundige en publicist. In zijn rol als publicist schrijft hij nooit saaie stukken.
Enkele quotes uit 3 interviews: Uitspraken Tim ’S Jongers: (Correspondent, 6 februari 2023) en (Volkskrant, 7 maart 2023) en (Correspondent, 21 november 2022)
“De welvaartskloof is ook een gezondheidskloof, maar zolang gezondheid alleen wordt gezien als je eigen probleem, blijft de samenleving ziek. De gezondheidskloof tussen arm en rijk dicht je niet met broccoli en een stappenteller.” “We doen er goed aan ons af te vragen waarom het armoededebat altijd over mensen in armoede gaat. Zij draaien niet aan de knoppen. Jouw invloed op hun leven is mogelijk groter dan hun eigen invloed. Ik ben namelijk nog nooit iemand in armoede tegengekomen die heeft mogen meedenken over de hoogte van het minimumloon, die zelf beslist hoeveel jaar later eindelijk de schimmels uit de slaapkamer van de corporatiewoning verdwijnen. En die besluit hoeveel btw we op groenten en fruit heffen of de macht heeft marketingtsunami’s, die met ongezonde producten het goede leven promoten, te stoppen. Armoede en beleid zijn niet los van elkaar te zien.” “Wat mij daarnaast opvalt, is dat we het bijna nooit over niet-armen hebben als het over armoede gaat. Dat lijkt mij nu juist de belangrijkste vraag: hoe hebben de niet-armen – waaronder ook de nieuwbakken armoedeprofeten – het zover kunnen laten komen dat veel anderen wel in armoede leven? Je mag het vragen aan iedereen die dakloos is, al geruime tijd dagelijks in de rij van de voedselbank staat, werkt onder het absolute minimumloon, van flexcontractje naar flexcontractje hobbelt, elke winter twee truien draagt, of uit financiële voorzorg dat noodzakelijke bezoek aan de tandarts uitstelt. De verzorgingsstaat is al even door de morele ondergrens gezakt en ons sociale vangnet is ongeveer een decennium geleden op het standje minimum gezet. Het maakt van armoede een uiting van een tevreden samenleving die voornamelijk met zichzelf bezig was – en net wat minder met de ander.” |
Welnu, deze Tim ’S Jongers schreef vorige week, sámen met actieonderzoeker Albert Jan Kruiter, een nieuw artikel in de Correspondent.
Citaten uit interview met: dezelfde actieonderzoeker en met directeur Wiardi Beckmanstichting (Correspondent, 6 maart 2023)
“Wat de allerkwetbaarsten nodig hebben: bijzondere behandeling van een bijzondere overheid. Nederland is een voorzieningenland waarin we het belangrijk vinden dat het goed gaat met mensen in een kwetsbare positie. Zo belangrijk zelfs, dat de overheid helpt of ingrijpt als het burgers zelf niet lukt – daar hebben we de sociale grondrechten voor opgesteld. De overheid neemt daarover besluiten ‘zonder aanziens des persoons’ en ‘allen [worden] in gelijke gevallen gelijk behandeld. Als je meerdere problemen hebt, pas je namelijk niet goed in het systeem. En dan gaat het direct ook heel hard. Je krijgt dan te maken met verschillende regelingen die bureaucratisch losstaan van elkaar, je moet voldoen aan uiteenlopende, moeilijk te begrijpen criteria, of voorwaarden die elkaar regelmatig volstrekt negeren of tegenspreken. Voor degenen die niet in het systeem passen, is het systeem dan niet langer een vangnet of een garantie voor sociale grondrechten zoals huisvesting, sociale zekerheid, gezondheidszorg en onderwijs. Het is een bureaucratische molen. Net de meest kwetsbaren worden daarin vermalen. Daarom pleiten wij voor de invoering van een Bijzondere Overheid. En goed nieuws: het systeem hoeft daarvoor niet op de schop. Ongeveer 20 procent van de bevolking heeft complexe langdurige problemen. Denk aan volledig arbeidsongeschikten, mensen met verregaande beperkingen, mensen die klem zitten in de Participatiewet en gezinnen met multiproblematiek – waaronder problematische schulden. Zij zijn ofwel volledig afhankelijk van meerdere voorzieningen of er is niet onmiddellijk uitzicht op verbetering. Zij hebben, kortom, extra hulp of steun nodig. Maar daar is het efficiënte, rechtlijnige voorzieningensysteem niet op ingericht. Deze 20 procent krijgt overheidsbrieven waar je zonder een masterdiploma amper doorheen komt en heeft meer dan een dagtaak aan het (digitaal) managen van toeslagen, verantwoordingen en bewijsformulieren. Dan kunnen ze geen belastingadviseurs, boekhouders, advocaten en zorgadviseurs betalen om hen te helpen. Ze krijgen wél verplichte bewindvoerders, curatoren en verwijten. Kleine boetes worden al snel langdurige afbetalingen en chronische stress. Zeker als er met enige regelmaat inkomensverlies en onzekerheid mee gepaard gaat. En armoede en financiële stress maken dat mensen zorgbehoeftig worden. De oplossing van het probleem is het isoleren van het probleem. Voor die 20 procent doen we er goed aan om een Bijzondere Overheid te ontwerpen: een organisatie die gericht is op het voorkomen van erger. Volgens ons moet die Bijzondere Overheid een afzonderlijk overheidssysteem worden dat in houding, financiën, wetgeving, lokale verordeningen en prioriteiten anders werkt dan de 80 procentoverheid. In vrijwel iedere gemeente zijn wijkteamleden, jeugdteams en FACT-teams bezig met het bezoeken van mensen ‘achter de voordeur’. Hetzelfde geldt voor veel zorgverleners. Het zijn die professionals die mensen in de ogen kunnen kijken en kunnen vragen wat er nodig is. Als zij uitgerust worden met het juridische en financiële mandaat dat sociale diensten, rijksuitvoeringsinstellingen, zorgverzekeraars en gemeenten hebben, kunnen ze ter plekke handelen. Dan kunnen ze doen wat zij denken dat het beste is, los van de systemen waar ze tegenop botsen en die hen eindeloos frustreren. Als een Bijzondere Overheid voor mensen met meerdere problemen. De Bijzondere Overheid is de baas als het gaat om haar 20 procent. Ontstaat er een conflict, stilstand in een dossier of zijn er tegenstrijdige belangen bij uitvoeringsorganisaties als het UWV, SVB, CAK, DUO, CJIB, maar ook tussen zorgverleners, woningbouwcorporaties, en noem maar op? Dan is het de Bijzondere Overheid die de knoop doorhakt. De Bijzondere Overheid is contactpersoon en beslisser, waarbij ze bestaanszekerheid en gezondheid van de 20 procent burger vooropstelt. Waarbij ‘zonder aanziens des persoons’ en ‘gelijke gevallen gelijk behandelen’ ons niet langer bureaucratisch in de weg zitten. Niet langer mensen in het systeem proberen te proppen, maar het systeem om hen heen bouwen. Laten de beginselen van behoorlijk bestuur leidend laten zijn als kaders voor de Bijzondere Overheid. ‘Gelukkige families lijken op elkaar, ongelukkige families zijn ongelukkig op hun eigen manier’, schreef Tolstoj al in 1877. Laten we het voor hen anders organiseren. Daarmee besparen we onszelf heel veel zorg, gepraat, overleg, gebel, gedoe, geld, personeel, en vooral: menselijk leed.” |
Hier zijn voor de juiste aanpak (VNG-GGD, overheid en verzekeraars) raakvlakken tussen het SCP-advies en het standpunt van beide heren herkenbaar om bestaanszekerheid van (te) kwetsbare burgers met versterking van de ‘hulpbronnen’ beter te borgen. Gerichte aanvulling van kapitaaltekort bij een bepaalde sociale klasse (let op!:+ hier en hier), een integrale aanpak bij degenen met multiproblematiek, waarbij op indicatie een organisatie van de Bijzondere Overheid hen daadwerkelijk helpt met hulpbronnen en er dán ook helemaal voor gaat.
Tot slot
Adviezen hoe het wél moet, betekent tegelijkertijd afscheid nemen van beleid hoe het niet moet. Dat betekent allereerst dat gezondheidsproblematiek niet meer vanuit één oogpunt beschouwd kan worden. Daarmee ligt het probleem óók op het bord bij andere departementen, met name bij het sociale domein (hier), wat het probleem ook meteen politieker maakt.
(NB: voor 13,3 miljoen landgenoten: verkiezingen: stemwijzer of Stem Wijzer?, 15 maart 2023).
De hoop is dus dat het kabinet de adviezen van SCP, Kruiter, ’S Jongers en andere koplopers ter harte zal nemen.
Daarnaast, de afgelopen decennia lag de focus van het beleid op individuele gezondheid, eigen verantwoordelijkheid, met tijdelijke projecten, en campagnes. Dat moet anders, want de NPA-doelen zijn maar beperkt gehaald en ’S Jongers stelt dat we moeten erkennen dat ook het gepredikte ‘eigenverantwoordelijkheidsparadigma’ zijn grenzen kent.
Ten derde, domeinoverstijgend samenwerken zal nodig zijn, OK, maar wel met erkenning dat dat moeilijk is (NB: aparte blog!). Daarom zullen er langjarige bindende afspraken moeten worden gemaakt met VNG en GGD’en, overheid/ministeries en verzekeraars, inclusief wettelijk verankerde gezondheidsdoelen. Met uitwerking van de suggestie van de Bijzondere Overheid. Met koplopers, burgerfora en ervaringsdeskundigen steeds in een adviserende rol.
Waar, het vierde punt, ook afscheid van moet worden genomen is allerlei moraliserende praat over ‘eigen schuld, dikke bult’ bij een leefstijl met een afwijkende norm. Als gezondheid multifactorieel wordt bepaald, zal de anamnese bij zorgverlening met oprechte interesse breed afgenomen dienen te worden. Juist met het doel op zoek te gaan naar de groep met multiproblematiek en armoede, die extra steun nodig hebben. Voor de ‘lichtere’ problematiek kan in eerste instantie naar Thuisarts.nl worden verwezen en/of wijkteam of het WMO-loket (gemeenten) en/of GGD en/of een organisatie met ervaringsdeskundigen.
Ja, nu is de overheid dus ook zélf aan zet. Laat de ministers van volksgezondheid (VWS) met 5500 medewerkers, Armoedebestrijding en Financiën de coördinatie doen om de gewenste (en wettelijk verankerde?) doelen te halen. Met behulp van fiscaal gezondheidsbeleid en met beleid (5W1H) van de aangeprezen “Health in all policies”. Dit valt niet te decentraliseren. Zolang zeventig procent van het aanbod in de gemiddelde supermarkt nog buiten de schijf van vijf valt (onderzoek 2022), kan ook daar alleen met overheidsmaatregelen de voedingsindustrie in de goede richting worden gedisciplineerd.
Een gezondere bevolking biedt zoveel voordelen (persoonlijk/maatschappelijk). Bij zinvolle interventies op het gebied van preventie (persoonlijk/wetmatig/organisatorisch) dient daarom volksgezondheid op de eerste plaats te staan.
Eerdere blogs over preventie
31.05.2017: Gevraagd: minister van Gezondheidsbevordering (M/V) (kabinetsformatie)
16.08.2017: Voor deze film hoeft u niet naar de bioscoop (beeldmateriaal over preventie)
09.01.2018: Relatie opleidingsniveau en levensverwachting ongezond innig (risico lage SES)
29.01.2018: De nulde lijn (veel thuisarts.nl, maar niet iedereen is in staat tot zelfregie)
07.02.2018: Wie gaat uitvoering van het Nationaal Preventieakkoord betalen? (invoeren BOP)
28.05.2018: Schuldenproblematiek raakt ook het medisch domein (geen perspectief)
06.06.2018: De rol van de huisarts bij gecombineerde leefstijlinterventie (GLI per 2019)
21.06.2018: Gevolgen van veranderingen in zorg richting 2040 (RIVM Toekomst Verkenning)
24.06.2018: Bewegen, bewegen en bewegen… (beweegrichtlijn van de Gezondheidsraad)
02.09.2018: Water 0.0 (prima kraanwater, nul calorieën, niet in plastic, dus geen belasting voor milieu))
11.09.2018: Wordt de illegale drugsindustrie een bedreiging voor de volksgezondheid?
21.10.2018: Werken aan de agenda van de vooruitgang (zorgstelsel, burgerparticipatie, preventie)
10.11.2018: Alleen met interventies zijn problemen in achterstandswijken oplosbaar
20.11.2018: De noodzakelijke bijsluiter bij drugs (schade gezondheid door drugs)
26.11.2018: Nationaal Preventieakkoord: na bijstelling ambities versneld invoeren (urgentie)
07.12.2018: Maak ook bewegen en lichaamshouding van jeugd onderdeel van preventie
27.03.2019: Conflict binnen antirookorganisaties werkt contraproductief (conflict ANR en SRJ)
19.08.2019: Armoede, een weg te werken schandvlek (een voedingsbodem voor slecht ouderschap enz.)
23.08.2019: Dakloos (30.000!)
30.08.2019: Nieuwe richtlijn LDL-cholesterol biedt niemand een handvat (meerwaarde onbewezen)
05.06.2020: De wondere wereld van hoortoestellen (basisverzekering, wel geheel of deels bijbetalen)
09.07.2020: Preventie: een moeizame tocht van wieg tot graf (school, werk, thuis, ook sociaal)
16.07.2020: Druk op zorggroepen opgevoerd vaker het GLI-programma te organiseren (NZa)
25.08.2020: Rookgordijn (marketing tabaksindustrie + lobbycratie bij VVD stagneren SMR-beleid)
07.09.2020: Voor beter aanbod gezonde kindervoeding is daadkracht nodig (Unicef-onderzoek)
30.10.2020: Introduceer Nutri-Score met een belasting op ongezonde producten (de BOP als beleid)
17.12.2020: Tabaksfabrikanten: belastingontwijking én onrechtmatige vergoedingen (preventie)
10.04.2021: Aanpak preventie: benut het hele actieplan (multicausaal, integraal, vele wetten)
26.05.2021: Voor fitheid is inspanning nodig (bewegen loont, preventieakkoord, secundaire voordelen)
14.07.2021: Zet bij preventiemaatregelen leefomgeving op eerste plaats (belang stikstof, klimaat)
28.07.2021: Trukendoos Philip Morris nog niet uitgeput (schadelijke e-sigaret vermarkten)
17.08.2021: Preventiebeleid cardiometabole ziekten vraagt nieuwe invulling (GLI, bredere opzet, €€)
09.12.2021: Interventie wetswijziging bij gebruik en toepassing lachgas (eerst wet, dan routekaart)
21.12.2021: Verkleinen gezondheidsverschillen: kabinet Rutte IV aan zet (volgens coalitieakkoord)
07.03.2022: Passende preventieve zorg en maatschappelijke waarden: inhoud (1) (gezant)
09.03.2022: Passende preventieve zorg en maatschappelijke waarden: bekostiging (2) (BOP)
17.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (3) (preventie = speerpunt 11)
22.03.2022: Obesitas: leefstijlaanpak, GLI+(?), operatie óf gewoon scherpere wetgeving?
28.03.2022: Proost! (NPA, alcoholtafel, problematisch alcoholgebruik, rol industrie, blurringbeleid)
12.04.2022: Staatssecretaris: preventie “een tandje bijschakelen”, wat betekent dat? (kabinet!)
12.06.2022: Aanpak stikstofcrisis ligt na 1 dag al onder vuur (protest LTO + VVD na 10 jaar stilstand)
26.07.2022: Bij financiering en uitvoering preventie ontbreekt focus (streefwaarde, netwerk, budget)
23.08.2022: Méér armoede schaadt gezondheid en levenskwaliteit (actie bij inflatie/energiecrisis)
19.09.2022: Stagnatie daling tabaks- en alcoholgebruik verklaarbaar, maar ook oplosbaar?
01.11.2022: Inspirerende artsen (09): Nico van der Lely (jeugd en alcohol + poli’s)
24.11.2022: Moedig statement KNMG-voorzitter over preventie (IZA: meer sociale determinanten)
05.12.2022: Uitstel wietexperiment mede in belang volksgezondheid (nadelen legalisering cannabis
09.03.2023: Voorkómen ziekten betekent beleid richting meer bestaanszekerheid burger (1)
Hallo Anton, prima analyse een voorstellen. Maar als medisch socioloog kan ik met gerust hart beweren dat deze voorstellen al veel eerder zijn beschreven en verspreidt. ( Social class and mental illness, Hollingshead and Redlich, 1937 of zo. ) En er gebeurde iedere keer weinig mee. Zoals je analyse zelf aangeeft.
Het probleem ligt dus niet bij de kwaliteit van de voorstellen zelf. Maar waarom het Nederland steeds niet lukt deze serieus (structureel) op te pakken. Nu hielp 30 jaar neoliberalistisch beleid daar fors aan mee. Met als gevolg een nu volledig vastgelopen land. Een Rabo-onderzoek laat zien dat slechts één (!) procent van de Nederlanders nog een positieve verwachting heeft over de toekomst hier (NRC 14/3). The very rich ! Zoals je weet geven (mentale) faillisementen ook kansen. Misschien moeten we daar nu gebruik van gaan maken. Maar hoe ?
Helemaal gelijk Hans. Tijdens mijn opleiding (jaren 70 vorige eeuw) was er al volop info over psychosomatiek. Dat je van problemen ziek kon worden. Toen ik huisarts werd (1985) had ik een vast samenwerkingsverband met Algemeen Maatschappelijk Werk. Via gemeente, met reguliere overleg z.n. Later wegbezuinigd, net als eerstelijnsoverleg ouderenzorg. Nu lees ik weer dezelfde aanloop: het nut van samenwerken (IZA), “welzijn op recept” met verwijzing naar gemeente wordt doodleuk weer als “innovatief” beschreven. Hieraan merk je ook dat je ouder wordt..