Deze week was er discussie in huisartsenland over het feit dat zorgverzekeraar VGZ en haar dochterondernemers per 1 januari 2023 opnieuw Levosert hebben aangewezen als preferente hormoonspiraal (bron: VGZ, 4 november 2022).

Eerder dit jaar strandde in verband met verzet van huisartsen een eerste poging daartoe (Bron: VGZ: 8 september 2022). Huisartsen beklaagden zich over de slechte communicatie van de fabrikant Gedeon Richter en over een complexere plaatsing van de nieuwe spiraal in vergelijk met de hen (wel) vertrouwde hormoonspiraal Mirena (Bayer).

Het gaat met Levosert om een nieuw spiraal met 52 milligram van het progestageen-hormoon levonorgestrel, met als belangrijkste indicatiegebied anticonceptie. Een spiraal, die net als Mirena, 6 jaar werkzaam is.

Interventie NHG

Inmiddels heeft ook het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG, 8 november 2022) VGZ laten weten dat Levosert geen ‘gewone’ generiek medicijn betreft vanwege het afwijkend insertie-apparaat en insertiemechanisme. Met tevens de waarschuwing dat de weinige gegevens en praktijkervaring ook betekenen dat Levosert niet zomaar wordt opgenomen in de NHG-Standaard Anticonceptie. 

Terecht stelt het NHG dat huisartsen erop moeten kunnen vertrouwen dat ze de spiraal krijgen afgeleverd die op het recept staat. Citaat: “Alleen de huisarts kan namelijk bepalen of hij/zij bekwaam is in het inbrengen ervan.

Zowel hier bij het preferentiebeleid als bij de eerdere GVS-discussie moet steeds weer de discussie worden aangegaan wie de aflevering van het medicijn op het recept bepaalt: is dat de voorschrijvende arts/professional of is dat de betalende zorgverzekeraar?

De vraag stellen, is deze beantwoorden. Toch?

Anticonceptie en eigen risico

In Nederland vallen anticonceptiemiddelen voor verzekerden tussen de 18 en 21 jaar onder het eigen risico. Een spiraaltje wordt tot het 21ste jaar vergoed vanuit de basisverzekering. Na het 21ste jaar geven sommige aanvullende verzekeringen een vergoeding, zo niet dan betaalt de vrouw de kosten zelf. De onder de titel vermelde tarieven van 3 hormoonspiralen zijn de kosten van de G-standaard van Z-index inclusief BTW, maar exclusief het aflevertarief van de apotheek.

Voor het plaatsen van een spiraal, krijgt een huisarts een apart tarief (NZa 2023-pdf, pg.14 van 43). De kosten voor het plaatsen van een spiraaltje door een gynaecoloog zijn afhankelijk van het ziekenhuis, maar zal al snel hier een paar honderd euro kosten. Ook deze kosten tellen mee voor het eigen risico.

Als dit VGZ-beleid gaat leiden tot extra verwijzingen naar de 2e lijn, omdat de huisarts wel vertrouwd is met het plaatsen van Mirena, maar niet met Levosert, daarbij gesteund door argumenten van de eigen beroepsorganisatie NHG, dan zijn er extra kosten voor vrouw en maatschappij.

Maar ja, het preferentiebeleid…

Het preferentiebeleid houdt in dat een zorgverzekeraar binnen een groep van verondersteld gelijke medicijnen (middelen met verondersteld dezelfde werkzame stof) een voorkeursmiddel aanwijst. Meestal gaat het om het goedkoopste medicijn in die groep. De zorgverzekeraar vergoedt in dat geval alleen dit ‘preferente’ medicijn.

Blijkbaar meent VGZ Levosert nu per 1 januari 2023 al als preferent te moeten kwalificeren. Dat is allereerst om zorginhoudelijke reden dubieus, zo meldt het NHG terecht. Daarnaast heeft het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) de hormoonspiraal Levosert weliswaar goedgekeurd, met als indicaties anticonceptie en behandeling van zwaar menstrueel bloedverlies. Máár Levosert kreeg pas 18 november 2021 een handelsvergunning en is volgens de KNOV pas per 01-08-2022 toegelaten op de Nederlandse markt. Waarom VGZ en dochters, dan zoveel haast?

Het lijkt erop dat een advocatenkantoor beter begrijpt hoe hier de vork in de steel zit dan deze overhaast reagerende zorgverzekeraar (bron: Eldermans/Geerts, 1 november 2022).

 

De hamvraag is dus wat voor VGZ hier de Netto Inkoop Prijs (NIP) is en wat het verschil is tussen de taxeprijs Levosert en deze NIP? Wat zijn hierover de afspraken tussen VGZ en Gedeon Richter?”

 

Is hiermee nu het hele verhaal verteld?

Nee, nog niet! Want wie naar het prijsverschil kijkt (plaatje onder de titel; bron: Farmacotherapeutisch Kompas), ziet dat er eigenlijk helemaal geen serieus prijsverschil is tussen Mirena en Levosert.

Om de VGZ-keuze van preferent te kunnen duiden, ga ik even terugvallen op eerdere blogs over het preferentiebeleid.

Citaten uit eerdere blogs: 5 september 2018 en 6 januari 2021

Doel van het preferentiebeleid is geneesmiddelleveranciers laten concurreren op prijs, zodat de totale uitgaven aan geneesmiddelen dalen. In de praktijk gaat het hier om geneesmiddelen waarvan het octrooi is verlopen en meerdere aanbieders (fabrikanten/leveranciers van generieke geneesmiddelen) het betreffende middel aanbieden. De fabrikant die de laagste prijs aanbiedt, levert weliswaar handelsmarge in, maar heeft wel een garantie dat zijn middel omzet genereert.

De zorgverzekeraar kan op twee manieren bepalen welke geneesmiddelen hij vergoedt: 1. Transparant: de zorgverzekeraar bepaalt op basis van openbare prijslijsten (bijvoorbeeld de G-Standaard) welke geneesmiddelen hij aanwijst voor vergoeding. 2. Onder couvert: de zorgverzekeraar nodigt leveranciers uit om een aanbieding in een gesloten envelop te doen. De zorgverzekeraar krijgt achteraf de leverancierskorting op basis van de geneesmiddelen die de apotheker heeft gedeclareerd. Het blijft tussen leverancier en zorgverzekeraar geheim wat de uiteindelijke overeengekomen prijs is.

 Nogmaals: garantie betaalbaarheid = systeemtransparantie + systeeminterventie 

Wat naast systeeminterventie zou helpen, is eindelijk eens systeemtransparantie in de hele keten, dus van grondstof tot te slikken pil.

Ook zorgverzekeraars zijn niet transparant: hoe staat het met hun leverancierskortingen van de prijzen onder couvert bij het preferentiebeleid? Wat is hier de netto inkoopprijs (NIP)? De publieke prijs in de KNMP Z-index is niet dezelfde prijs als deze NIP. Maar wát is het verschil? Toezichthouders NZa en ACM zouden juist uit oogpunt van transparantie wél tegelijkertijd deze NIP-lijst moeten zien en de resultaten namens premiebetalers duiden en publiceren.

Ook graag transparant zijn over contracten met ‘laagsteprijsgarantie’, over prijzen, over regelingen met clawback, boeteclausules, parallelle import/export, het risico van overnamegevaar etc.

 Het lijkt nu wel een moeras.”

Korte beschouwing

De hamvraag is dus wat voor VGZ hier de NIP is en wat het verschil is tussen de taxeprijs Levosert en deze NIP? Wat zijn hierover de afspraken tussen VGZ en Gedeon Richter?

Dat VGZ dit geheim houdt, zullen zij, zoals altijd, duiden als bedrijfsgeheim.

Maar dat er vanuit toezicht en beleid amper interesse is in systeemtransparantie in de hele geneesmiddelenketen, leidt steeds weer tot dezelfde problemen. Maar tegelijkertijd wel klagen over betaalbaarheid.

Wordt het niet tijd dit ‘moeras’ op te laten drogen, zodat (wel) duidelijk wordt hoe mistige betaalwijzen in de farmaciekolom er in de dagelijkse praktijk uit zien? Waarbij dan (wel) transparant wordt welke vervolgstappen er beleidsmatig nodig zijn. NL, neem de controle terug.

Transparantie betekent hier alle vervolgstappen in kaart brengen tussen de start met ontwikkelkosten, criteria rond effectiviteit, wetgeving etc., kosten van grondstoffen (zie hier, onder andere 7 hulpstoffen, plastic en uiteraard levonorgestrel) tot uiteindelijk de lusten/lasten bij insertie van het medicijn Levosert.

Preferentiebeleid en GVS-herberekeningen kunnen niet in welk perspectief dan ook worden geplaatst als niet tegelijkertijd de consequenties (tijd, onzekerheid, kosten) voor burgers en zorgverleners worden meegenomen. Wie (toch) uitsluitend wenst te kijken naar zorgkosten, zoals nu VGZ, zal dan óók de extra kosten van burgers en zorgverleners als gevolg van dit preferentiebeleid mee moeten nemen.

En dat gebeurt… niet!

Sterker nog, het is zelfs niet uitgesloten dat ook andere zorgverzekeraars even de storm afwachten en met een ‘mooie’ NIP ook per 2023 Levosert als preferente hormoonspiraal kiezen.

Eerdere blogs over systeemproblematiek bij dossier ‘geneesmiddelen’

18.08.2017: Prijsaanpak dure geneesmiddelen blijkt complexe zaak (weesgeneesmiddelen Ned.)

05.09.2018: Preferentiebeleid: van kostenbeheersing tot perversiteit (te ver doorgeschoten)

24.09.2018: Inzicht geven in prijs medicijn is taak van overheid (discutabele prijsstelling medicijn)

13.10.2018: Wouter Bos: Stop met wegduiken voor pijnlijke keuzes in de zorg (wegkijken als beleid)

18.01.2019: Prijs weesgeneesmiddelen: van verontwaardiging naar aanpak (afleggen verantwoording)

08.04.2019: Stijging gebruik opioïden vraagt een multidimensionale aanpak (“een stille opioïde-epidemie”)

01.02.2020: Ook de politiek aan zet bij gedragscode geneesmiddelenindustrie (code VIG over prijzen)

04.04.2020: Verhoogde urgentie aanpak tekorten geneesmiddelen (altijd al, zeker nu in coronatijd)

15.05.2020: Zuinigheid die wijsheid koopman bedriegt en zorg bedreigt (beleid medicijninkoop)

06.01.2021: Modernisering GVS levert zeker wat op, vooral misère (wisselen, misbruik MN R/)

22.10.2021: Dure geneesmiddelen: van markt naar controle (intramuraal, wees, kosteneffectiviteit)

04.02.2022: Nieuwe aanpak moet geneesmiddelentekorten voorkomen (ijzeren voorraad/EMA)

13.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (1) (dure medicijn = speerpunt 4)

15.06.2022: Het nieuwe GVS: wie betaalt, bepaalt! Of toch niet? (Bezwaarbrieven + eigen Leidraad)

09.08.2022: Herberekening GVS-vergoedingslimieten: bezint eer ge begint! (2023: -140 mln.?)

 

 

Vragen of opmerkingen?