Vorige week verscheen er een Kamerbrief over versterking van de eerste lijn (Brief, 25 oktober 2024), als vervolg op het visiestuk eerste lijn van begin dit jaar (Rapport, Visie eerstelijnszorg 2030, 26 januari 2024). Versterking van de eerste lijn was ook onderdeel van het Integraal Zorgakkoord (IZA, 16 september 2022). Met dit jaar een IZA-tussenevaluatie (Kamerbrief, 4 juni 2024 + blog).
Versterking eerste lijn: het doel
De Kamerbrief bevat een uitwerking door IZA-deelnemers van de toekomstige regionale eerstelijnssamenwerkingsverbanden (RESV), een zorgbelofte opgesteld door de Patiëntenfederatie Nederland (hier) en via het NIVEL (hier) verkregen nadere informatie over signalen dat burgers zich niet kunnen inschrijven bij een huisartsenpraktijk. De implementatieagenda bij deze versterking van de eerste lijn is de uitwerking van de visie (het ‘wat’) in concrete acties voor de komende jaren (‘wanneer’) met bijbehorende eigenaren (‘wie’) en aanpak (‘hoe’).
De bedoeling van een RESV, aldus de Kamerbrief, is ongewenste druk op de eerste lijn te verlagen door te ‘ondersteunen’ en te ‘ontzorgen’.
Versterking eerste lijn: de inhoud
Dit betreft in de recente Kamerbrief 5 punten…
- In elke wijk een hechte samenwerking tussen in ieder geval huisarts, wijkverpleging, apothekers en sociaal domein. Zodat deze zorg in elke wijk goed vindbaar is voor iedereen.
- Het versterken van regionale samenwerking door het vormen van Regionale eerstelijnssamenwerkingsverbanden, die met 5 hoofdtaken eerstelijnszorgverleners ondersteunen en ontzorgen.
- Grotere inzet van nl, zodat mensen zelf antwoord kunnen vinden op hun vraag over gezondheid.
- Iedereen moet een vaste huisarts hebben. Daarom hebben we in kaart laten brengen hoeveel mensen ongewenst zonder huisarts zitten. Ook onderzoeken we met partijen of er een ‘ruilsysteem’ kan worden opgezet voor mensen die willen wisselen van huisarts.
- Afspraken om het praktijkhouderschap voor huisartsen aantrekkelijker te laten worden, zodat meer jonge huisartsen kiezen voor het praktijkhouderschap.
*Punt 1: hechte samenwerking in elke wijk
Natuurlijk moet er goede samenwerking zijn in de wijk, wanneer voor het zorgprobleem een multidisciplinaire en domeinoverstijgende aanpak nodig is. De meeste problemen kunnen overigens monodisciplinair worden afgehandeld. De meerwaarde van samenwerking is vaak beschreven: door de eerstelijns “apostel” Barbara Starfield, onze eigen Gezondheidsraad (European Primary Care, 2004 + blog), door de RVS (hier/blog + blog), door de WHO (2023: hier/hier/hier) en door de OECD (2022: hier, pg.137).
Leidraad steeds weer: Een sterke ELZ gaat samen met een effectievere en doelmatiger gezondheidszorg. Mits continuïteit, poortwachterschap en gidsfunctie zijn gewaarborgd.
De laatste (door mij gelezen) bijdrage hieraan, (H&W, 6 september 2024), is afkomstig van Loes van Bokhoven. Zij is huisarts in Elsloo en vakgroepvoorzitter huisartsgeneeskunde Maastricht. Op 12 april 2024 hield zij haar inaugurale rede bij haar benoeming tot hoogleraar Interprofessioneel Samenwerken en Leren in de Eerstelijnsgezondheidszorg aan de Universiteit Maastricht. Ze doet een beroep op de huisarts als initiator samenwerkingsbereidheid op te treden en te werken aan teams die structureel samenwerken. Teams die zichzelf bepaalde vragen kunnen stellen om zo tot een lerende interprofessionele samenwerkingscultuur te komen.
Vijf vragen, aldus Loes van Bokhoven, kunnen helpen om daarvoor een opening te bieden:
- Kennen we iedereen die aan tafel zit?
- Weten we elkaars deskundigheid optimaal te benutten?
- Wat zijn onze gezamenlijke visie en spelregels?
- Hebben we een vast stappenplan om tot een zorgplan te komen, met vaste rollen, bijvoorbeeld die van de voorzitter of de contactpersoon met de patiënt?
- Hoe constructief en veilig is ons teamklimaat?
Tot zover haar bijdrage. Het betrekken van het sociale domein bij goede eerstelijnszorg moet nu niet als innovatie worden betiteld, maar líjkt nieuw omdat het jarenlang is weggesaneerd. Natuurlijk hoort het sociale domein als bestaande context bij het hechte samenwerkingsverband in de wijk. Al zal het nu niet meevallen om de gemeenten de actieve IZA-rol te laten vervullen die bij het sociale domein hoorde en hoort (bron/bron/bron/bron/bron/bron).
*Punt 2: het vormen van regionale eerstelijnssamenwerkingsverbanden
In zorgland heerst een regioreligie, dus is het niet vreemd dat IZA-partijen komen met het plan van bestuurlijke regionale eerstelijnssamenwerkingsverbanden (RESV). In het Integraal Zorgakkoord komt het woord “regio” 328 keer voor en het woord “regionaal” 146 (bron).
Al eerder bij wijkgerichte zorg mijn twijfels geuit (blog) over de noodzaak van een RESV.
27.02.2024: Kanttekeningen bij visie eerstelijnszorg 2030 (historie, regio, GR, AMW, gemeente)
11.06.2024: Tussentijdse evaluatie Integraal Zorgakkoord roept vraag op: hoe nu verder?
Inmiddels heeft het bestuurlijk RESV 5 hoofdtaken gekregen….
…maar de vraag is, of de wijkteams, gestut met een betaaltitel ‘samenwerking’, dit niet zelf kunnen beoordelen en afhandelen? Moet er daarbij nu een “nieuwe” overkoepelende organisatie met een eigen personele bezetting worden gecreëerd (zie verder blog)? Kan het hechte wijkteam met de vijf vragen de netwerkfase, afsprakenfase en organisatiefase van de 5 deelopdrachten binnen de transitie niet zelf implementeren?
Persoonlijk ga ik daarbij in deze tijd van handentekort erg ver in mijn standpunt de afstand tussen verzekeraars, stakeholders en zorgverleners zo minimaal mogelijk te maken. Ook in deze Kamerbrief wordt namelijk wederom, zoals vaak, personeelstekort (citaat: “daarbij dreigt ook in de eerstelijnszorg een onbeheersbaar arbeidsmarkttekort”) gebruikt als argument transities door te voeren. De schade door het tekort aan personeel kan worden beschouwd door ook eens te kijken welke bijdrage het overheidsbeleid zélf heeft bijgedragen (voorbeeld/voorbeeld) aan het tekort en hoe dit is te repareren. Daarnaast wordt juist door dit kabinet bezuinigd op zorgstages (hier/hier) en wordt de deur voor arbeidsmigranten zorg en statuswachtenden/statushouders (hier/hier/hier/hier) met zorgervaring krampachtig dicht gehouden.
Eerder al eens geopperd (blog, 2023) om “aan de zorg werkenden” ook “in de zorg” te laten werken om de kloof tussen theorie en praktijk te verkleinen en zo met innovatieve combibanen bij te dragen aan het handentekort. Dit geldt voor rijksambtenaren, zorgbestuurders, beleidsmedewerkers, zorgeconomen etc. en eenieder die aan rapporten (hier) blijven meeschrijven (2023/2024), niet over transities in de eigen (bestuurs)wereld van “aan de zorg”, maar over transities voor anderen op de werkvloer. Stop daarmee (hier/hier), geef het stuur aan professionals en informele netwerken van burgers in de wijk en richt je samen met gemeenten en GGD’en op preventie (hier/hier).
Voorgesorteerd
Discussie over noodzaak RESV en de financiële route erbinnen indachtig (blog), feit is dat IZA-partijen al lang hebben voorgesorteerd op uitwerking van dit plan. Dat begon al met het verstrekken van een voorbereidingssubsidie (hier/hier) aan 43 regio’s en met het opstellen van regiobeelden/regioplannen (hier/hier). Nu zijn in al 16 regio’s een aanvraag voor een uitvoeringssubsidies ingediend. De eerste regio’s zullen in november 2024 deze subsidie toegekend krijgen. De komende twee jaar wordt in elke regio een RESV opgezet. Waar mogelijk bouwen partijen daarbij voort op bestaande regionale samenwerkingsverbanden.
Versterking van de samenwerking op wijk- en regionaal niveau is in eerste instantie financieel mede mogelijk gemaakt door een subsidieprogramma van ZonMw. Dit programma is beschikbaar voor regio’s om hun eigen RESV en voor iedere wijk een hecht wijkverband op te zetten.
Definitieve bekostiging RESV per 2030
De uitvoeringssubsidie is een tijdelijke financiering. De komende tijd wordt, zo is te lezen (pg.4 van 8), wel gewerkt aan een permanente bekostiging. Allereerst moet per 2027 de bekostiging via de Zorgverzekeringswet kunnen lopen en daarvoor richt de overheid betaaltitels in die per 2027 gecontracteerd kunnen worden. Tussen 2027 en 2030 zal de bekostiging zich nog verder door ontwikkelen, waarbij de structurele bekostiging uiterlijk per 2030 gereed zal zijn. Dit tijdsplan impliceert dat uiteindelijk de definitieve bekostiging op het bord ligt van (weer) het volgende kabinet. Het is de bedoeling, zo meldt de minister, dat op 1 januari 2027 de eerste contracten tussen RESV en zorgverzekeraar ingaan.
*Punt 3: grotere inzet van Thuisarts.nl
Thuisarts.nl heeft een goede reputatie als digitaal (zelf)zorghulpmiddel voor onafhankelijke en betrouwbare gezondheidsinformatie (blog/hier). Er is aandacht voor het op termijn verbreden van Thuisarts.nl naar de gehele eerstelijnszorg en, waar noodzakelijk en mogelijk, het sociaal domein. In IZA hebben partijen de ambitie afgesproken om voor geschikte zorgpaden en – processen in te zetten op 70% digitale en hybride zorg (hier).
De impact van juiste digitale informatie is wel zo belangrijk, dat een aantal artsen (hier) “hun ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid willen nemen’, aangezien ze ‘dagelijks zien wat voor onzin er voorbijkomt en dat het tijd is voor een gedegen tegengeluid”. Een huisarts zegt: “Dagelijks merk ik op mijn spreekuur én socialemedia-accounts de invloeden van verkeerde online-informatie van zelfbenoemde gezondheidsinfluencers.”
De artsen hebben op een sociaal medium voor (wel) de juiste informatie een eigen account opgericht: https://www.tiktok.com/@doktersvandaag. De meerwaarde zit in de combinatie van Thuisarts.nl en inzet van sociale media.
De auteur, historicus en filosoof Harari stelt dan ook in alle eenvoud dat als je goede mensen (zorgverleners/burgers) de juiste informatie geeft, ze ook de juiste beslissingen kúnnen nemen. Als je goede mensen echter verkéérde informatie geeft, nemen ze ook de verkeerde beslissingen (Nexus, Yuval Noah Harari, 10 september 2024).
*Punt 4: voorwaarden huisartsenzorg
In de Kamerbrief wordt door de minister gepleit voor een toegankelijke huisartsenzorg door het verlagen van drempels bij te starten praktijkhouderschap. Citaat: “Gelijkwaardiger toegang tot zorg begint bij toegang tot huisartsenzorg. Dit kabinet zet zich ervoor in dat iedereen die dat wil zich kan inschrijven bij een (vaste) huisarts. Op die manier kan de huisartsenzorg ook goed haar centrale rol spelen bij het vormgeven van de eerstelijnszorg in de wijk en de regio.”
Dit zegt het NIVEL over de omvang van deze inschrijvingsdrempel …
Burgers over inschrijving bij een (nieuwe) huisartspraktijk (NIVEL, 25 oktober 2024: hier/hier/hier)
NIVEL: “Voor de gehele Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder, waren er in augustus 2024 naar schatting 36.800 burgers niet bij een huisartsenpraktijk ingeschreven. Daarnaast waren er naar schatting 597.100 burgers die wel ingeschreven waren maar wilden wisselen van huisartsenpraktijk. Burgers zonder huisartsenpraktijk gaan het vaakst als passant naar andere praktijk.” |
In mijn blog over het faillissement van Co-Med (blog: “Zand erover?”, 25 oktober 2024) is nog uitgebreid ingegaan op het uitgangspunt van het verlagen van drempels bij het aangaan van praktijkhouderschap. Het gaat om de vrije keuze als huisarts een geschikt organisatiemodel te kiezen dat de beroepsnormen op de werkvloer respecteert én uitvoert. Daarnaast geldt het uitgangspunt dat bij passende zorg een passende inspraak hoort in voorwaarden, alsmede een passende bekostiging. Dit is een op een ook van toepassing bij het organiseren van een hechte samenwerking in de wijk en/of de wens bij vaststelling van taken en de route van geldstromen binnen het nog op te richten bestuurlijke regionale samenwerkingsverband. De route is/wordt wat mij betreft dus NIET per 2027 een eenzijdige contractafspraak tussen bestuur RESV en de preferente zorgverzekeraar. De route van de geldstroom begint namelijk op de werkvloer.
Opmerkelijk in de Kamerbrief vond ik ook de huidige inzet van regio-organisaties ten behoeve van mensen met een wisselwens (zie kader hierboven), die van huisarts willen veranderen. Dat lijkt mij een taak die ligt op het bord van de verzekeraar met inkoop- en zorgplicht (hier).
*Punt 5: versterking eerste lijn vanuit patiëntenperspectief
Naast de Kamerbrief en het NIVEL-onderzoek werd vorige week ook de ‘zorgbelofte’ gepresenteerd. De zorgbelofte heeft als doel om vanuit patiëntenperspectief bij versterking eerste lijn steeds de focus te houden op diegenen voor wie ‘we’ het doen: de inwoner en patiënt.
“De zorgbelofte in de eerste lijn” (PFN, 25 oktober 2024 + hier)
1. Ik weet in elke situatie bij wie ik terecht kan voor zorg- of hulpvragen en kan zo nodig altijd terugvallen op een wijkteam waarin in ieder geval de huisarts, apotheek, wijkverpleging en sociaal werk nauw samenwerken. 2. Ik kijk op een betrouwbare website zoals thuisarts.nl of apotheek.nl voordat ik contact opneem met mijn huisartspraktijk of een andere zorgverlener, dit zorgt ervoor dat ik soms ook zelf, samen met mijn omgeving, mijn (zorg)vraag kan oplossen. 3. Ik bereid me zo goed mogelijk voor op een afspraak met een zorgverlener, zodat ik de juiste vragen kan stellen en onder woorden kan brengen wat voor mij belangrijk is in een ‘samen beslis-gesprek’. 4. Ik mag ervan uitgaan dat ik als het nodig is binnen één dag toegang heb tot huisartsenzorg. Dat kan ook digitaal of telefonisch zijn. Wanneer nodig, kan ik terecht bij mijn huisartspraktijk bij mij in de buurt. |
Een mooie belofte om aan te werken. Al hoop ik bij punt 4 niet dat er bij het wachten op zorg binnen verschillende sectoren beleidsmatig door PFN, overheid en verzekeraars steeds met 2 maten wordt gemeten (hier/hier/hier/MSZ/MSZ/blog).
Tot slot
Het zijn spannende tijden voor huisartsenzorg en voor de geïntegreerde eerstelijnszorg (hier). Wat betreft de huisartsenzorg moeten er binnenkort op drie cruciale domeinen besluiten worden genomen en keuzes worden gemaakt. Een nieuwe Toekomstvisie huisartsenzorg (hier/hier) passend bij de visie van eerstelijnszorg (hier/hier) en een nieuwe organisatie nu nog verwoord in bouwblokken met zes oplossingsrichtingen (hier/hier/hier). Als derde uitdaging is een nieuwe bekostiging (hier/blog) aan de orde die niet alleen passend behoort te zijn bij dagelijkse werkzaamheden met bestaande 162 zorgrichtlijnen en interdisciplinaire samenwerking (hier), maar die ook aan moet sluiten bij de veranderde bekostiging in de tweede lijn met vaker aanneemsommen zonder procentuele groei (blog/blog/blog–bericht/hier/hier/hier) en/of bij de verplaatsing van intramurale verpleeghuiszorg naar extramuraal en de Zorgverzekeringswet (blog/blog/blog/hier/hier).
Voorwaar, geen eenvoudige opgave.
Gerelateerde eerdere blogs
08.07.2023: Ontknoping MTVP-bekostiging huisartsenbasiszorg doet geen recht aan urgentie
29.08.2023: Leiden afspraken integraal zorgakkoord tot beter resultaat (2)?(consultant/ELZ)
04.09.2023: Stel grenzen en doe aangifte bij agressie en geweld in de zorg (frequentie hoog)
11.09.2023: Zet in IZA primaire zorg centraal, niet het schaalniveau van organiseren (regio)
18.09.2023: De paarse krokodil blijft fier overeind (Ledenpeiling LHV + schamel resultaat van 25 jaar)
06.12.2023: Passend contract ook in IZA-tijdperk moeizaam te realiseren (rechtszaken/betaaltitel)
22.12.2023: Bestuursrechter dwingt NZa huisartstarieven nader te herijken (CBb/’kostendekkend’)
08.01.2024: Laat verschil bekostiging 1e en 2e lijn geen spelbreker zijn in samenwerking
15.01.2024: Financiële staat: vraag/antwoord (18) (over consequenties verschil bekostiging 1e en 2e lijn)
27.02.2024: Kanttekeningen bij visie eerstelijnszorg 2030 (historie, regio, GR, AMW, gemeente)
13.03.2024: Beperkt toezicht geeft huisartsenzorg leverende bedrijfsketens veel vrijheid (NZa)
18.03.2024: Zorg voor ONI en NONI (Zorgplicht ZV/maatregel NZa/NHG bouwblok organisatie)
16.04.2024: Naast zorgverleners ook wetgever, toezichthouder, inkoper aan zet bij invulling medische Wlz-zorg
22.04.2024: Praktijkperikel: “De huisarts en Wlz in de praktijk van alledag” (huisarts + beschouwing)
25.04.2024: Te beschouwen thema’s bij commerciële bedrijfsketens huisartsenzorg (ingreep IGJ)
24.05.2024: Beleidsmotto “Thuis als het kan”. Hoe wordt dat bepaald? (budget/pers./extramuraal/MGZ)
11.06.2024: Tussentijdse evaluatie Integraal Zorgakkoord roept vraag op: hoe nu verder?
25.06.2024: Financiële staat: vraag/antwoord (19) (n.a.v. tussentijdse evaluatie Integraal Zorgakkoord)
04.07.2024: Uitkomst kostprijsonderzoek huisartsenzorg onder de maat (4e PKO NZa idem methode)
10.07.2024: Faillissement Co-Med noodzaakt tot scherper blik op organisatie en uitvoering zorg
27.08.2024: Uitkomst kostenonderzoek huisartsenzorg sluit niet aan op praktijkvoering (2024)
15.07.2024: Overbehandeling schaadt zorg en stelsel (4 artikelen: arts/Linnean/aanneemsom + afschaf DBC)
04.09.2024: Zorgverzekeringswet wijzigen betekent eerst de noodzaak ervan inzien (update 2024)
25.10.2024: Zand erover? (Artikelen NRC over Co-Med, nu hoe verder: met HAZ met PE en met commercie?)