Sinds 2013 is het scheiden van wonen en zorg ingevoerd. Dit betekent kortweg dat het wonen en de zorg apart gefinancierd wordt en niet langer beiden vanuit de Wet Langdurige Zorg (Wlz) vergoed wordt. De cliënt betaalt nu zelf voor het wonen via huur of koop. De zorg wordt apart gefinancierd via de Zorgverzekeringswet (Zvw), Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) of Wlz en eventueel via eigen middelen. De eerdere term ‘scheiden wonen en zorg’ is inmiddels vervangen door de term ‘extramuralisering’. Het scheiden van wonen en zorg had voorheen alleen betrekking op het uit het intramurale pakket halen van de huisvestingscomponent (het wonen). Met de term extramuralisering wordt naast de huisvestingscomponent ook de verblijfscomponent uit het intramurale pakket gehaald (het wonen én de diensten). De wooncomponent is met deze transitie geprivatiseerd, zodat huisvesting terug is gegaan naar de markt. Met als vraag: lopen nieuwe vormen van wonen in de pas met de vraag naar aangepaste woningen vanuit de zorgbehoefte van een vergrijzende bevolking?

De zorg

Hoe de noodzakelijke zorg bij een vergrijzende bevolking moet worden georganiseerd, is nog dagelijks een actueel thema. In de in 2018 verschenen Trendscenario en Themaverkenningen, de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV), heeft het RIVM gerapporteerd over de ontwikkeling van de volksgezondheid in Nederland. Het geeft een beeld van hoe onze volksgezondheid en zorg zich de komende 25 jaar ontwikkelen als we op de huidige voet door zouden gaan en niets extra’s zouden doen. Hierbij spelen actuele zaken als personele krapte, betaalbaarheid van zorg, preventie, inzet kunstmatige intelligentie etc. een prominente rol. Wat betreft de vergrijzing neemt het aantal ouderen toe van 1,3 miljoen 75-plussers in 2019 naar 2,1 miljoen straks in 2030. Van deze 75-plussers woont 92 procent thuis. In 2030 is zelfs 1 op de 4 Nederlanders ouder dan 65 jaar. Nederland telt dan 4,2 miljoen ouderen. Het totaal aantal senioren zal in de periode tot 2040 met 48% toenemen tot dan 4,8 miljoen. Jaarlijks komen er 55.000 tachtigplussers bij. Niet alleen de zorgvraag zal hierdoor veranderen, maar er zal door de vergrijzing ook behoefte zijn aan steeds meer passende woonzorgvormen.

Het wonen

Gemakshalve wordt vaak gezegd dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig thuis willen wonen. Daarover valt overigens ook weinig meer te kiezen. Lichtere zorgindicaties komen niet meer in aanmerking voor een verblijf in een traditioneel verpleeghuis. Voor alle zorgsectoren zijn de zorgzwaartepakketten (ZZP’s) 1 en 2 geëxtramuraliseerd. Voor de VG-sector is ook ZZP 3 deels extramuraal gemaakt en voor de V&V-sector ZZP 3 helemaal en ZZP 4 deels. De verzorgingshuizen zijn gesloten. Het enige probleem wat daar nog speelt is discussie over het vastgoedrisico bij hedendaagse leegstand. Als antwoord op de extramuralisering hebben zorgorganisaties, woningcorporaties en gemeenten nieuwe woonzorg- en dienstverleningsconcepten ontwikkeld. Het gaat dan om de ontwikkeling vernieuwende, kleinschalige en geclusterde woonzorg-arrangementen. Geclusterde woonzorgvoorzieningen (GWZ) die als item ook aan de orde kwamen bij de bespreking van de medische zorg bij een thuiswonende cliënt met een Wlz-indicatie (blog). Maar natuurlijk heeft niet elke (kwetsbare) oudere permanent toezicht nodig. Hulp kan ook worden geboden via de Wmo. Deze wet regelt hulp en ondersteuning, die past bij de persoonlijke omstandigheden van mensen. Medische en de verpleegkundige zorg is voor de niet-Wlz groep geregeld via de Zvw. De meeste nieuwe particuliere woonzorglocaties hebben hetzelfde concept: een integraal pakket van wonen, dienstverlening en zorg, met als doel dat ouderen kunnen blijven wonen en leven zoals ze gewend zijn. Echter banken, pensioenfondsen en investeerders stellen maar beperkt middelen ter beschikking om voor lagere en middeninkomens deze innovatieve woonvormen tot stand te brengen. Dat hangt samen met het mutatie- en leegstandrisico en het geheel zelf te dragen onderhoudsrisico. Dit heeft ertoe geleid dat de overheid met dit doel een stimuleringsregeling heeft ontwikkeld met borgstellingen van maximaal 164,4 miljoen. Toch zijn er vanuit de commerciële sector ook geluiden dat rendementen van 5-6% haalbaar zijn. In een recente brief van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) aan de Tweede Kamer melden zij dat 40.000 ouderenhuishoudens wonen in een woning die niet geschikt is voor hun persoonlijke situatie. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat het aantal 65-plussers dat wil verhuizen steeg van 6 procent in 2009 naar 16 procent in 2015. Verhuizen, maar wáár naartoe?

De wedstrijd tussen wonen en zorg

Het is nog maar de vraag hoe de wedstrijd tussen wonen en zorg zal gaan verlopen. De zorgbehoefte zal in rap tempo gaan toenemen. Terwijl met betrekking tot de ontwikkeling van nieuwe passende woonvormen het tempo onduidelijk is. De bewuste keus om wonen en zorg te scheiden, heeft ertoe geleid dat de zorg in handen is van instellingen, maar het zorgvastgoed wordt gestuurd door beleggers en de commerciële sector, die beiden hun bouwtempo afhankelijk maken van het te halen rendement. De vergrijzing van de bevolking heeft ook tot gevolg dat uit nog recente berekeningen zou blijken dat in 2030 ongeveer 35.000 extra verpleeghuiszorgplaatsen nodig zijn.

Tot slot

Het frame dat de overheid in stand houdt, dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig thuis willen wonen, is dringend toe aan een herdefiniëring. Ouderen willen zo lang mogelijk thuis wonen, maar dan wel in een woning die past bij hun nieuwe levensfase en woonwensen. Dat kan een aangepaste woning zijn, maar ook een geclusterde woonzorgvoorziening in een nieuw concept. Met een betaalbare wooncomponent en met zo nodig persoonsgerichte hulp, waarbij dienstverlening (Wmo) en zorgverlening (Zvw) gemakkelijk (en snel) kunnen worden georganiseerd, alleen op momenten dat dat nodig is. Of zoals ZN stelt in de brief aan de Tweede Kamer: “Het snel beschikbaar maken van voldoende geschikte woningen voor ouderen is essentieel voor de toegang en betaalbaarheid van goede en doelmatige zorg en ondersteuning”.

Eerder geschreven blogs over de ouderenzorg

12.07.2017: Tekort aan verpleegkundigen in alle sectoren van de zorg

04.08.2017: Ouderenzorg: te veel beleid, te weinig financiering

15.09.2017: Ook de bekostiging van extramurale ouderenzorg is maatwerk

12.12.2017: Zorgval in de ouderenzorg

22.01.2018: Niet alles kan thuis

05.02.2018: Praktijkondersteuning huisartsenzorg is onmisbaar

12.02.2018: Discussie over investeringen in verpleeghuiszorg

19.02.2018: De moeizame start van het eerstelijnsverblijf

11.06.2018: Ouderenzorg thuis in 2018: een update

05.07.2018: De moeizame doorstart van het eerstelijnsverblijf

08.09.2018: Inzicht in toekomstige ouderenzorg: meer ouderen, meer kosten

17.09.2018: Actiepunten ter voorkoming zorgval bekend, nu de aanpak

18.09.2018: De huisarts en de Wet langdurige zorg

27.10.2018: Zelfs de voortgang van het eerstelijnsverblijf verloopt moeizaam

15.01.2019: Ouderenzorg thuis in de Wet Langdurige zorg

06.02.2019: Minister: “Kwaliteitskader geldt ook voor kleinschalige woonzorgvoorzieningen”