Met het nieuwe Wetsvoorstel Bevorderen contracteren kan de aloude discussie over de vrije artsenkeuze met keuzevrijheid voor de burger opnieuw beginnen, zo lijkt het. Met het stimuleren van contractbesprekingen tussen zorgverlener en zorgverzekeraar is ook anno 2020 niets mis, mits deze nieuwe wet dan ook maatregelen neemt om juist het contracteren voor alle partijen aantrekkelijker te maken. En niet alleen voor de zorgverzekeraar. Maar dat voordeel voor de zorgverlener lijkt hier niet aanwezig. Met het wetsvoorstel wordt na een reeks verdachtmakingen richting zorgverleners zónder contract feitelijk de vrije artsenkeuze afgeschaft. Een principieel vraagstuk waarbij het eerdere wetsvoorstel over afschaf van de vrije artsenkeuze, van een eerder kabinet, eind 2014 uiteindelijk sneuvelde bij de Eerste Kamer. Het recht op de vrije artsenkeuze is ‘gewoon’ vastgelegd in de Zorgverzekeringswet (artikel 13). De vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg mag geen ‘hinderpaal’ vormen voor burgers om te kiezen voor de zorgverlener van hun voorkeur, zo zegt de wet al veertien jaar. De Hoge Raad heeft destijds vastgesteld dat deze vergoeding moet komen op minimaal 75 procent tot 80 procent van het gemiddelde tarief voor een vergelijkbare gecontracteerde behandeling. Dan is er geen hinderpaal. Nadien volgde een rozenkrans aan rechtszaken met discussie en jurisprudentie.

 De oude koe komt uit de sloot

Nu de minister deze oude koe zelf uit de sloot haalt, haal ik mijn oude blogs over dit onderwerp dan ook als tijdsbeeld maar uit de mottenballen…

04.02.2014: Wetswijziging geeft zorgverzekeraar een nog betere onderhandelingspositie (13)

19.03.2014: Toezichthouder NZa stelt zich onwetend en partijdig op bij wetswijziging artikel 13

23.04.2014: Opheffen vrije artsenkeuze is in zorgakkoord onderdeel van politieke deal

Het belangrijkste kritiekpunt nu is dat de wet niet het contracteren bevordert, zoals de naam suggereert, maar de niet-gecontracteerde zorg af serveert. De naam ‘bevorderen’ van het frame is al onjuist.

Wáár draait het nu precies om?

De Zorgverzekeringswet uit 2006 is gebaseerd op gereguleerde marktwerking. Marktwerking waar dan kan, regulering waar dat moet. Bij deze wet horen drie markten. Een markt tussen burger en zorgaanbieder (de zorgverleningsmarkt), de markt tussen burger en verzekeraar (de zorgverzekeringsmarkt ook wel polismarkt genoemd) en de markt tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar (de zorginkoopmarkt). Dit moet als een geoliede machine draaien. Binnen de zorg is er behoefte aan gekwalificeerde zorgverleners, waarbij de zorgverzekeraar voor primair de eigen verzekerden deze zorg moet inkopen, c.q. moet contracteren. Zorgverzekeraars hebben bij deze zorginkoop dus een zorgplicht: zij moeten ervoor zorgen dat hun verzekerden tijdig bij een van de gekwalificeerde en door henzelf verkozen zorgverlener terecht kunnen. Dat contracteren zal soms makkelijk gaan, soms moeilijk zijn. Dat is onderdeel van de zorgplicht en risico van de zorgverzekeraar. Net zoals voor de zorgverlener de zorg voor de ene patiënt ook niet gelijk is aan de zorg voor de andere. Dat betekent dat de zorgverzekeraar soms méér moeite moet doen om zorg in te kopen en soms de randvoorwaarde of het tarief navenant passend moet maken. Constructief onderhandelen met streven naar een contract past bij de wet en de zorgplicht. Maar ook bij de wet past dat op de zorginkoopmarkt zowel de verzekeraar als de zorgverlener een contracteervrijheid hebben. Niets moet, zowel de inkoper als de zorgverlener hoeft op de zorginkoopmarkt niet alles te accepteren. Mocht een verzekerde hulp zoeken bij een niet-gecontracteerde zorgverlener dan dient deze zorgverlener toch een mate van betaling te krijgen. Daar zijn veel rechtszaken over geweest. Wat niet bij de wet past is een reeks van vreemde inkoopgedragingen van verzekeraars waarbij met name de zorgverleners die niet-gecontracteerde zorg leveren in een negatief daglicht worden gesteld. Met verwijten, zoals ze declareren te veel, leveren onnodige zorg en schrijven te veel uren etc. Verzekeraars krijgen geen grip op ze, zeggen ze en werpen daarom allerlei drempels op (machtiging moet worden aangevraagd, introductie van het cessieverbod, weigeren betaalovereenkomst, verzekerden moeten vooraf om toestemming vragen etc.). Dit scala aan pesterijen leidt tot een grimmige sfeer en conflicten waar veel juristen, ook die van de zorgverzekeraars, een goede boterham aan hebben verdiend.

 Wat is de zorgplicht van de verzekeraars dan waard?

Zorgplicht betekent tijdig goede zorg voor verzekerden inkopen. Goede zorg is identiek aan de nu veel gebruikte term “de juiste zorg”. Tijdig wil zeggen conform hetgeen met Treeknormen is afgesproken. Kan de zorgverzekeraar hier niet aan voldoen, dan moet hij komen met een verbeterplan. Blijft de inkoop van tijdige zorg (wachtlijsten!) achterwege, dan lijkt het logisch, zo zou je denken, dat er terugbetaald moet worden. Terugbetaling aan verzekerde van een premiedeel. Terugbetaling aan het vereveningsfonds van een deel van de vereveningsbijdrage. Met name binnen de GGZ worden de Treeknormen al jarenlang door verzekeraars met voeten getreden, zonder dat kabinet, inspectie IGJ of Rekenkamer ingrijpen. Structurele budgetonderschrijding vindt ook plaats in de wijkverpleging, naast de GGZ een andere grote sector met een relatief hoog gemiddelde niet-gecontracteerde zorg.

Wanneer wordt duidelijk dat krap contracteren betekent dat er feitelijk geld wordt bespaard, verzekerden te laat hun zorg krijgen én het aantal niet-gecontracteerde aanbieders juist daardoor toeneemt? Een door de toezichthouder en politiek blijkbaar goedgekeurd verdienmodel. Nou gefeliciteerd hoor!

Schaalgrootte

Zorgverzekeraars zijn niet verplicht om met elke zorgverlener te onderhandelen. Veel kleinschalig werkende zorgverleners willen wel een contract, maar dat willen zorgverzekeraars juist zelf niet. Zorgverzekeraars onderhandelen liever met grotere regionale organisaties. Daarom omarmen zij ook zo graag de inzet van “hun” regionale O&I-module (Organisatie & Infrastructuur). Met afspraken voor de hele regio en met afspraken over de populatie (ACO). Waarbij soms ook de zorgplicht van de verzekeraars door de regionale organisatie al is overgenomen (hier met de ANW-zorg voor de noni’s).

 Tot slot

Gaat NL door met (opnieuw) discussies en rechtszaken (zie chronologie in het kader hieronder) over de vrije artsenkeuze of komt er eindelijk een constructieve oplossing? Het zorgstelsel is verouderd en vraagt om aanpassingen (hier). Met als leerpunt van de coronatijd, misschien moet de minister van VWS ook eens 1,5 meter afstand houden van de zorgverzekeraars. Met daarentegen een inzet tot behoud van (wel) de vrije keuze van de burger van een zelf gekozen gekwalificeerde zorgverlener. Een zorgverlener die meestal in bezit is van een contract (bij méér dan 90%), maar soms niet, waarna verzekeraar een substantieel deel van de kosten van de declaratie moet betalen. Leuker kan het niet, wel makkelijker. En deze oude koe kan zo, samen met andere oude koeien, in de sloot blijven.

 Chronologie wetgeving, jurisprudentie en argumentatie bij niet-gecontracteerde zorg

·      Zorgverzekeringswet (Zvw/2006): burger heeft recht op vrije (artsen)keuze zoals bedoeld in artikel 13 Zvw. De vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg mag geen ‘hinderpaal’ vormen voor burgers om te kiezen voor de zorgverlener van hun voorkeur. De Hoge Raad heeft daarbij vastgesteld dat deze vergoeding moet komen op minimaal 75 procent tot 80 procent van het gemiddelde tarief voor een vergelijkbare gecontracteerde behandeling. Dan is er geen hinderpaal. De zorgverlener kan het verschil voor lief nemen of de burger past het verschil uit eigen zak bij.

·      16.12.2014: De Eerste Kamer heeft het voorstel voor wijziging van artikel 13 van de zorgverzekeringswet verworpen. Door de verwerping van het wetsvoorstel blijven zorgverzekeraars verplicht om ook bij naturapolissen en budgetpolissen zorg door niet-gecontracteerde zorgverzekeraars te vergoeden. Artikel 13 bleef zoals het was en dus het hinderpaalcriterium ook.

·      17.10.2017: Rechtbank Noord Nederland: Er is recht op vergoeding door De Friesland van de kosten van de in 2017 aan de onderhavige verzekerde verleende zorg conform 90% van het gemiddeld gecontracteerde tarief dat voor de desbetreffende behandeling geldt, met ten hoogste een inhouding van € 500,00 (uitspraak).

·      07.02.2018: Stichting Zorgrecht spande een proces aan tegen Zilveren Kruis.

·      23.02.2018: Rechtbank Midden Nederland heeft Zilveren Kruis op alle punten in het ongelijk gesteld en de machtigingsprocedure en het cessieverbod afgekeurd, twee maatregelen die het zorgverleners zonder contract moeilijk maakten om te werken Stichting Zorgrecht won het kort geding (uitspraak).

·      13.06.2018: Hoger beroep tegen de uitspraak van 23 februari 2018, een zaak die een aantal zorgverleners, verenigd in de stichting Zorgrecht, had aangespannen tegen Zilveren Kruis. De zorgverzekeraar had eind vorig jaar verordonneerd dat ongecontracteerde partijen hun geld zelf bij de patiënten moesten innen, en dat alle geleverde zorg vooraf ter goedkeuring aan Zilveren Kruis moest worden voorgelegd. De rechter veegt op 13 juni al die maatregelen – tot verrassing van velen – in een kort geding van tafel (uitspraak).

·      10.07.2018: Gerechtshof Arnhem – Leeuwarden een uitspraak gedaan die van belang is voor niet-gecontracteerde zorgaanbieders. Machtigingsvereiste en cessieverbod zijn (wel) toegestaan.

·      12.11.2018: Rechtbank Arnhem behandeling dagvaarding Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze tegen vier grootste zorgverzekeraars. Dit is een bodemprocedure die is aangespannen door de Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze. Met deelname van ook zelfstandige behandelcentra. De rechter moet duidelijkheid scheppen hoe ver zorgverzekeraars kunnen gaan in het tegenwerken van niet-gecontracteerde zorg, voordat er sprake is van een ‘hinderpaal’ die de vrijeartsenkeuze in de weg zit. Hinderpalen hiervoor zijn namelijk verboden, zo staat in de wet. Hamvraag: is de vergoeding van niet-gecontracteerde zorg een hinderpaal? Deze vergoeding mag niet zo laag zijn en het eigen te betalen deel niet zo hoog, dat het een hinderpaal vormt om naar een niet-gecontracteerde zorgverlener te gaan. En als er door de verzekeraar een kortingspercentage wordt gehanteerd, dan moet toepassing daarvan niet gebaseerd zijn op fictieve, niet te controleren tarieven. Uitspraak volgt nog.

·      November 2018: Stichting Zorghuis daagt de NZa voor de rechter. De stichting heeft daartoe een klacht ingediend bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Het gaat om… 1. het gebruik van toestemming- en machtigingsvereiste vooraf bij alleen niet-gecontracteerde zorg van reguliere basisverzekering. 2. om inzage en beoordeling medische dossiers door medewerkers zonder medische achtergrond. 3. De onduidelijkheid over het beleid in deze bij de zorglabels, achter het moederconcern.

·      01.02.2019: Uitspraak Rechtbank Gelderland van Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze tegen de vier grootste zorgverzekeraars: het uitgangstarief van gecontracteerde zorg mag per zorgtype worden gebruikt als maatstaf voor het betalen van niet-gecontracteerde zorg, mits de daadwerkelijke kosten dan de leidraad vormen. Het is de zorgverzekeraars (om meerdere redenen) niet toegestaan om bij niet-gecontracteerde zorg één vast generiek kortingspercentage (ook wel vlaktaks genoemd) voor alle zorgtypen te hanteren.

·      19.04.2019: (GGZ-instelling Conductore BV uit Groningen versus Zilveren Kruis en Interpolis) advies van de procureur-generaal aan de Hoge Raad. In dit advies steunt de procureur-generaal de overwegingen van de Gelderse rechter; hij stelt dat deze rechtbank volgens hem terecht heeft overwogen dat zorgverzekeraars geen generieke kortingspercentage mogen toepassen.

·      Mei 2019: De in de zaak betrokken zorgverzekeraars CZ, Menzis, VGZ en Zilveren Kruis kondigen aan in beroep te gaan. Ze benadrukken daarbij dat het om pro forma beroepen gaat en zij de inhoudelijke argumentatie nog voorbereiden, en daarom nog geen toelichting op hun overwegingen willen en kunnen geven.

·      07.06.2019: Arrest Hoge Raad: Uitspraak Conductore – ZK: Zorgverzekeraars mogen de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg verminderen met een generieke korting (‘vlaktaks’). Deze korting behoeft bovendien niet te worden beperkt tot de (gemiddelde) extra (administratie)kosten die met de afwikkeling van niet-gecontracteerde zorg is gemoeid. Verder mag bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding worden uitgegaan van de gemiddelde zorggebruiker, in plaats van de minst draagkrachtige zorggebruiker. Deze nadere uitgangspunten voor de omvang van de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg heeft de Hoge Raad nu geformuleerd.

·      06.08.2019: Uitspraak van NZa: Gaat over bezwaar van Stichting Zorghuis, die zorgverzekeraars aanspreekt op het belang van de vrije artsenkeuze. De stichting had een bezwaar aangetekend tegen een onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) naar de vergoeding van ongecontracteerde zorg. De zorgautoriteit heeft echter dat bezwaar ongegrond verklaard.

·      12.09.2019: Zorgvisie: Citaat minister de Jonge: De niet-gecontracteerde zorg maakt bijna 10 procent uit van het totaal. Dat is niet hanteerbaar in een krappe arbeidsmarkt. Niet-gecontracteerde zorgaanbieders leveren per cliënt 2,7 maal zo veel zorg, terwijl andere mensen blijven verstoken van hulp. Dat is oneerlijk en dat kunnen we ons niet veroorloven. Dan hebben we over een paar jaar helemaal geen onplanbare nachtzorg meer en krijgen de moeilijkste patiënten geen zorg meer. Dat krijgen we dan niet meer georganiseerd.”

·      25.10.2019: Kamerbrief over Wetsvoorstel bevorderen van contracteren. Minister de Jonge: Citaat: “er moet op basis van de jaarlijkse inhoudelijke analyse van het contracteerproces door de NZa en de reguliere meting van de ontwikkeling van de niet-gecontracteerde zorg door Vektis, meer duidelijkheid ontstaan over hoe de omvang van de niet-gecontracteerde zorg zich ontwikkelt en wat daarvan de achtergrond is.

·      28.10.2019: Medisch Contact: Stichting Handhaving Vrije Artsenkeuze stelt dat meer dan 250 zorgaanbieders failliet gaan of noodgedwongen zullen moeten stoppen als de regering wettelijk vastlegt dat zorgverzekeraars een nog lagere vergoeding mogen uitkeren aan ongecontracteerde zorgpartijen.

·      11.02.2020: Kamerbrief minister de Jonge: citaat: “Het aandeel van de kosten van niet-gecontracteerde wijkverpleging loopt in het eerste kwartaal van 2019 (7,4%) terug ten opzichte van 2018 (8,9%). Daarmee lijkt de stijgende trend van de jaren 2016-2018 tot staan gebracht. Dit wordt veroorzaakt door de daling van het aantal uren wijkverpleging bij niet-gecontracteerde zorg en daarmee de gemiddelde kosten per cliënt. Het aantal cliënten dat gebruik maakt van niet-gecontracteerde zorg is stabiel. Het percentage niet-gecontracteerde zorg ligt in het eerste kwartaal 2019 (7,4%) nog wel boven het percentage van het eerste kwartaal 2017 (6,2%).

·      12.02.2020: Zorgvisie: De Tweede Kamer heeft op 11 februari de wetsvoorstellen voor de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza) en de Aanpassingswet toetreding zorgaanbieders (Awtza) aangenomen. Kern van de Wtza is een nieuwe meldplicht voor alle zorgaanbieders en onderaannemers, zodat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) zicht heeft op alle aanbieders van Zvw- en Wlz-zorg en hen kan toetsen. Daarnaast geldt een vergunningplicht voor instellingen die medisch specialistische zorg leveren of met meer dan tien zorgverleners Zvw- of Wlz-zorg leveren. Het CIBG toetst of zij een toelatingsvergunning kunnen krijgen. Kern van de Awtza is de verplichting voor alle zorgaanbieders als bedoeld in Wet marktordening gezondheidszorg tot het hebben van transparante financiële bedrijfsvoering, waarop de NZa toezicht gaat houden. Met ook een meldplicht voor bestaande en nieuwe jeugdhulpaanbieders onder de Jeugdwet. En ten slotte handhaving van het verbod op winstuitkering door zorgaanbieders. Drie plichten gaan voor zorgaanbieders het juridisch kader vormen, de meldplicht, de vergunningplicht en de transparantieplicht.

·      10.03.2020: Skipr: Advocaat Lex Geerds: Naast de Wtza en Awtza heeft de minister ook het Wetsvoorstel bevorderen contracteren in voorbereiding. Via aanpassing van artikel 13 zorgverzekeringswet wordt de mogelijkheid gecreëerd om de vergoeding van niet-gecontracteerde zorg van patiënten door de overheid te laten bepalen en een nadere invulling aan het hinderpaalcriterium te geven.  

·      27.03.2020: Spoedeisende wetsvoorstellen, onder andere over de zorg, met bedoeling deze voor de zomer 2020 in te voeren. Het betreft een wijziging in de Zorgverzekeringswet met als doel het bevorderen van zorgcontractering. Met als motivering kostenbeheersing en een efficiënte inzet van schaars personeel.

·      26.05.2020: De brancheorganisatie van zelfstandige werkende zorgprofessionals leggen nog eens uit, ondersteund met een petitie, wat de argumenten zijn dat niet alleen gecontracteerde zorg de heilige graal is en dat niet alleen gecontracteerde zorg noodzakelijk is om de zorg te kunnen laten functioneren en betaalbaar te houden. Met tien te beantwoorden vragen. Ook door het kabinet en het parlement.

·      28.05.2020: De brancheorganisatie van de huisartsen (LHV) spreekt zich uit. De LHV verzet zich tegen onnodige en ongewenste inperkingen van de vrije artsenkeuze en de verwijsmogelijkheden van huisartsen. Met deze wetswijziging kan de minister via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) de vergoedingen voor ongecontracteerde partijen verlagen. Aanleiding voor het wetsvoorstel is het grote aantal niet-gecontracteerde zorgaanbieders in de wijkverpleging en de GGZ. Mogelijk worden hierna ook andere sectoren via een AMvB onder controle van de zorgverzekeraars gebracht zodat vrije artsenkeuze en vrije toetreding tot de markt onder druk komen te staan.

·      05.06.2020: Ook andere brancheverenigingen verzetten zich. Zij zien de nieuwe wet als een afstraffing van ongecontracteerde zorg en niet als wetgeving wat contractering zal bevorderen.

Eerdere (overige) blogs over problemen bij contracteren van zorg

04.09.2017: Het contract bij zorginkoop (inkoopmethodieken, omzetplafond, doorleverplicht)

27.09.2017: Bij dit zorgstelsel betaalt de burger de prijs (langs 3 wegen betaalt burger de kosten)

06.01.2018: Analyse niet-gecontracteerde zorg nodig voor goede zorgrelatie (1) (met 3D-bril)

25.01.2018: Analyse niet-gecontracteerde zorg nodig voor goede zorgrelatie (2) (selectieve inkoop)

23.02.2018: Inzicht in prijs, dan pas uitzicht op een oplossing (interesse “ist” en “soll” kostprijs)

26.02.2018: Inzicht in prijs, dan ook uitzicht op een transparanter zorgcontract (in alle sectoren)

27.04.2018: Regionalisering van de zorg: wat willen burgers en zorgaanbieders? (schaalgrootte)

05.06.2018: Informatieovervloed op zorgverzekeringsmarkt voelt als doolhof (overstap verzekeraar)

26.06.2018: Plaats zorgfraude in juist perspectief (ook publicitair, geen gehijg)

28.09.2018: Stelseldiscussie lijkt onontkoombaar: niet top-down, maar bottom-up (burger!)

13.10.2018: Wouter Bos: “Stop met wegduiken voor pijnlijke keuzes in de zorg” (blijkt moeilijk…)

21.10.2018: Werken aan de agenda van de vooruitgang (reorganiseren + betaalbaar houden)

08.11.2018: Selectief commentaar NZa bij verschijnen monitor zorgverzekeringen (repliek)

13.11.2018: Vrijheid burger bij keuze zorgaanbieder is belangrijker dan contractstatus (drempel)

29.11.2018: Persbericht: “zorgstelsel vertoont ernstige gebreken” (Platform Betrouwbare Zorgcijfers)

15.12.2018: Aanpak betonrot in publieke zaak: groter denken, kleiner doen (Tjeenk Willink)

04.02.2019: Duidelijker financieel kader bij betaling niet-gecontracteerde zorg (betalen + meedenken)

11.03.2019: Voorwaarden toetreding zorgaanbieder: van denken naar doen (Wtzi naar Wtza)

13.03.2019: Torn niet aan keuzevrijheid van de burger (wie bepaalt? aanbesteden hoeft niet)

19.03.2019: Wachten op het wegwerken van wachtlijsten (Treeknormen en zorgplicht)

15.04.2019: Is minder marktwerking in het zorgstelsel nog een agendapunt (3)? (richting waarborgen)

08.05.2019: Mag aantal uren verpleging in palliatieve setting worden gemaximeerd? (1) (nee)

03.07.2019: Mag aantal uren verpleging in palliatieve setting worden gemaximeerd? (2) (nee)

04.07.2019: Samenhang is ZINVOL: zorgwetten inhoud nastreven voorwaarden etc. (HRMO)

24.07.2019: Aanpassing zorgstelsel: een bijdrage aan het debat (mijn eigen persoonlijke bijdrage)

21.08.2019: Wáár blijft het totaalplaatje? (stijging zorgkosten, personele tekorten, zorgstelsel etc.)

12.09.2019: Integreer monitor zorgverzekeringen met alledaagse zorg (verzekering versus praktijk)

19.09.2019: Rijksbegroting 2020 en de vragen over de juiste zorg op de juiste plek (JZOJP HA-SPEC)

18.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (04) (wat is toegevoegde waarde, blik op vertrouwen)

19.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (05) (risicoverevening, geld blijft op plank, afschaf ex-post)

23.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (07) (contracten 2019 niet conform HLA, borging HLA NZa?)

22.04.2020: Ook deze crisis bewijst dat aanpassing zorgstelsel nodig is (corona: keuzes maken moeilijker)

28.04.2020: Brede maatschappelijke heroverweging zorgstelsel: een discussie waard (v/e ambtelijke werkgroep)