Over het bekende tekort aan geneesmiddelen (NRC, 14 januari 2023 + NOS, 16 januari 2023) waren de laatste week twee belangrijke feiten te melden.
Allereerst bleek inmiddels het aantal geneesmiddelentekorten in Nederland in 2022 gestegen te zijn naar een recordhoogte van 1514 geneesmiddelen (KNMP, 25 januari 2022 en 1 jaar later: KNMP, 14 januari 2023). Ten opzichte van 2021 (1007 te kort) is dit een stijging van 50 procent. De gemiddelde duur van een geneesmiddeltekort is in 2022 91 dagen.
De oorzaken van het tekort (website over tekorten) liggen niet alleen bij problemen met de productie, distributie of kwaliteit van geneesmiddelen, maar heeft ook een economische reden: NL is door lage prijzen voor fabrikanten (zie prijsplaatje onder de blogtitel) en het beperkte inwoneraantal inmiddels geen aantrekkelijk afzetgebied meer!
Daarnaast leidt het Nederlandse farmaciebeleid ertoe dat geneesmiddelenfabrikanten die door dit beleid buiten de boot vallen Nederland niet meer interessant vinden en dus innovatieve medicijnen hier niet introduceren. Dan gaat het over het prijsplafond wat is verankerd in de Wet geneesmiddelenprijzen. Het gaat over het vergoedingsplafond geregeld in het Geneesmiddelenvergoedingssysteem (blog). Het gaat over ‘framing’ van een objectieve openbare prijslijst geneesmiddelen, waarbij de daadwerkelijk betaalde niet transparante geheime prijs voor het publiek verborgen blijft. Het blijft tussen leverancier en zorgverzekeraar namelijk geheim wat de uiteindelijke overeengekomen nettoprijs is. Terwijl de burger (wel) de officiële bruto schijnprijs betaalt, pakt de verzekeraar het verschil. Als ‘kers op de farmacietaart’ is er het preferentiebeleid van zorgverzekeraars. Langs deze wegen (1+1+1+1=<€?) zetten ministerie en verzekeraars dit farmaciebeleid in om zogenaamd kosten te beheersen.
Kritiek op het preferentiebeleid (FD, 18 december 2022 + blog, 5 september 2018)
FD: “Een gezonde marktwerking waar leveranciers met elkaar concurreren houdt iedereen scherp en voorkomt schaarste van (levensreddende) medicijnen. Zo ver moet het niet komen. Een te strikt preferentiebeleid door de zorgverzekeraars moet daarom worden verboden. Keus uit één middel is namelijk geen keus maar een dictaat. Zeker voor levensreddende geneesmiddelen is dit onethisch. Het argument dat niet-preferente middelen toch nog altijd mogen worden voorgeschreven, is misleidend. Want dit leidt tot bijbetaling, waarvan de zwaksten in onze samenleving weer de dupe zijn. Vertrouw de huisarts en medisch specialist om te bepalen wat het beste is voor hun patiënt, dat is meer dan de ‘keus’ uit n=1.” |
Als één van de grote zorgverzekeraars een medicijn niet als preferent markeert, leidt dat ertoe dat de fabrikant niet mag/kan leveren en stopt met produceren. Het wordt dan immers niet meer rendabel. Volgens cijfers van de Bond van de Generieke Geneesmiddelenindustrie Nederland (Bogin) zijn in vijf jaar tijd 3300 van de 8000 generieke medicijnen van de Nederlandse markt verdwenen. Nederland wordt daardoor, in tegenstelling tot de toch gewenste leveringszekerheid, juist nóg afhankelijker van landen als China, India en Spanje (NOS, 14 januari 2023). Daarnaast houdt het preferentiebeleid geen rekening met dankzij dit beleid gemaakte inspanning/kosten elders in de keten, bv. bij apotheken die via allerlei bochten proberen een (schaars) middel af te leveren en huisartspraktijken die dit niet door hen gesteund beleid mogen uitleggen en toelichten bij de patiënt (voorbeeld). Het preferentiebeleid geeft valse informatie, legt het voordeel bij verzekeraars en het nadeel bij burgers en zorgverleners.
Het tweede belangrijke bericht deze week was dat er definitief geen doorstart komt voor de failliete medicijnenproducent InnoGenerics uit Leiden, een bedrijf wat vooral goedkope, patentvrije medicijnen produceerde. De curator was er niet in geslaagd, ondanks twintig geïnteresseerde partijen, een definitieve koper voor de fabriek te vinden. In de zomer 2020 wist het bedrijf nog te overleven dankzij een overheidslening van €6,7 mln. Half december 2022 was het bedrijf al failliet verklaard. De minister wees in een Kamerbrief nadien op de extra problemen van beschikbaarheid van geneesmiddelen (NOS, 13 december 2022).
Kamerbrief over faillissement InnoGenerics (VWS, 13 december 2022)
Citaten: “Mede namens de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) informeer ik uw Kamer dat op dinsdag 13 december 2022 de rechtbank Den Haag het faillissement van de geneesmiddelenfabriek InnoGenerics heeft uitgesproken. Het faillissement kan gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van geneesmiddelen. De financiële situatie van InnoGenerics heb ik recent in een brief ter vertrouwelijke inzage met de leden van uw Kamer gedeeld. Ik heb dit toen vertrouwelijk gedaan, om het proces rondom InnoGenerics niet te verstoren. Begin oktober 2022 zijn de ministeries van VWS en EZK via InnovationQuarter geïnformeerd over het risico dat het bedrijf InnoGenerics zonder financieel ingrijpen op zeer korte termijn zou ophouden te bestaan. InnoGenerics heeft vervolgens aan alle bij de onderneming betrokkenen, inclusief de Staat, gevraagd om extra financiële steun. Geen enkele van de betrokken partijen bleek bereid om – gezamenlijk of alleen – extra te investeren in InnoGenerics. In dit verband benadruk ik dat de overheid slechts in zeer uitzonderlijke situaties zo ver kan gaan dat ze een individuele onderneming met steun overeind houdt. Ook dient er een levensvatbaar marktperspectief te bestaan, waarbij private partijen het voortouw willen nemen en substantieel investeren in een oplossing. Voorkomen tekorten van geneesmiddelen In de meeste gevallen van de geneesmiddelen die InnoGenerics produceerde is er voorlopig nog voldoende voorraad of zijn er vervangende geneesmiddelen beschikbaar. Het CBG sluit echter niet uit dat er binnen enkele maanden voor enkele geneesmiddelen alsnog tekorten kunnen ontstaan. Als bepaalde geneesmiddelen inderdaad niet meer beschikbaar zouden zijn, kan de IGJ toestemming verlenen om vergelijkbare geneesmiddelen te importeren uit het buitenland. Dit gaat middels een zogeheten ‘tekortenbesluit’. Met een tekortenbesluit mogen fabrikanten, groothandelaren en apotheekhoudenden een vergelijkbaar geneesmiddel uit andere lidstaten halen, zonder dat ze van tevoren toestemming aan IGJ hoeven te vragen.” |
Vanuit de apotheekwereld bereikt mij het bericht dat apotheken door het ‘tekortenbesluit’ inderdaad via allerlei legale kanalen met toestemming van Inspectie geneesmiddelen kunnen importeren, maar de hiervoor betaalde prijs niet altijd in rekening kunnen brengen. Dit lees ik niet terug in bovenstaande Kamerbrief. De gemiddelde apotheker zou verder zo’n 17 uur per week bezig om dergelijke tekorten op te lossen (NOS, 28 juli 2022 + NRC, 27 juli 2022 + NRC, 28 juli 2022). Inspanningen van apotheker en medewerkers om toch te kunnen leveren, krijgen niet altijd waardering (NOS, 28 juli 2022 + FD, 8 december 2022).
“Er valt niks meer te verdienen aan het produceren van generieke medicijnen voor de Nederlandse markt. Er zijn genoeg medicijnen die voor 34 cent per doosje over de toonbank gaan, terwijl de verpakking in Nederland alleen al 33 cent per doosje kost. De prijs voor generieke geneesmiddelen in Nederland zou zelfs de laagste in Europa zijn. 85 procent van alle geneesmiddelen die we gebruiken zijn generieke en dus goedkope geneesmiddelen. De gemiddelde prijs van een generiek geneesmiddel in Nederland zou nu liggen op ongeveer 0,04 euro per dag.”
Het is inmiddels ook duidelijk dat de eigenaar van InnoGenerics zeer ontevreden is (AD, 24 december 2022) over de rol van het ministerie (+ repliek VWS).
Weerwoord directeur InnoGenerics in Het Financieele Dagblad (FD, 13 januari 2023)
“Er waren de failliete medicijnfabriek InnoGenerics meer orders in het vooruitzicht gesteld, zegt de directeur. Hoge ambtenaren van VWS en Economische Zaken zouden die toezeggingen hebben gedaan. VWS ontkent dat InnoGenerics harde beloftes zijn gedaan. Het ministerie van VWS is de afspraak niet nagekomen om zich in te zetten voor meer inkoop van medicijnen in Nederland. Om die reden is het ministerie rechtstreeks verantwoordelijk voor het faillissement. De fabriek kreeg veel minder orders dan het bedrijf had verwacht op basis van toezeggingen van het ministerie. Deze fabriek sluiten was totaal niet nodig geweest als VWS zich aan de afspraken had gehouden. Die toezeggingen waren essentieel. Het ministerie heeft in december 2020 al toegezegd zich te zullen inzetten voor meer inkoop van medicijnen ‘dicht bij huis’ door de zorgverzekeraars, maar heeft die belofte niet waargemaakt. Doel van de afspraak was de Nederlandse afhankelijkheid van geneesmiddelen uit India en China te verminderen. De Leidse fabriek was de belangrijkste Nederlandse producent van goedkope, niet-gepatenteerde medicijnen in tabletvorm. Toen in 2020 sluiting dreigde, besloten de ministeries van VWS en Economische Zaken een miljoenenlening te verstrekken ten behoeve van een doorstart. ‘Het behoud van de grootste generieke geneesmiddelenfabriek van Nederland achten wij van groot belang voor de leveringszekerheid van generieke medicijnen‘, zo schreven de toenmalige bewindslieden aan de Tweede Kamer. Topambtenaren van VWS en Economische Zaken hebben de toezeggingen aan InnoGenerics gedaan tijdens een bijeenkomst op 7 december 2020. Daarvan is een gespreksverslag gemaakt. Doordat InnoGenerics vrijwel geen orders van Nederlandse zorgverzekeraars kreeg, draaide de fabriek afgelopen jaar op slechts 25% van zijn capaciteit. Bij het gunnen van de aanbestedingen hebben de verzekeraars uitsluitend geselecteerd op de laagste prijs. ‘Het is een kwestie van centen geweest. Als de fabriek op de helft van zijn capaciteit had kunnen draaien, hadden we al break-even gedraaid’. VWS: Volgens een woordvoerder van VWS heeft het ministerie alleen toegezegd dat het zorgverzekeraars zou wijzen op het belang van minder afhankelijkheid van het buitenland. “Een toezegging dat meer bestellingen van medicijnen bij fabrikanten dicht bij huis zouden worden gedaan, is nooit gedaan aan InnoGenerics. Het is aan verzekeraars te bepalen welke criteria zij hanteren.” |
Alleen de laatste zin al… Als verzekeraars de spelregels bepalen en de laagste prijs altijd de beste prijs is, geen wonder dat geïnteresseerden voor overname zijn afgehaakt. In het actualiteitenprogramma Nieuwsuur (16 januari 2023, 12 minuten 18 seconden) stelt de directeur InnoGenerics dat zijn gemiddelde prijs van 1 doosje essentiële medicijnen 50 cent bedraagt. Maar uiteindelijk is dit dus geen reden om als land ook niet voor de productie van een klein deel van generieke niet gepatenteerde geneesmiddelen zelfvoorzienend te zijn/blijven.
Beleid van het ministerie
Allereerst is om geneesmiddelentekorten in te perken, per 1 januari 2023 de ‘Beleidsregel aanhouden geneesmiddelenvoorraden’ van kracht. In deze beleidsregel is vastgesteld dat handelsvergunninghouders een voorraad van zes weken moeten aanhouden voor receptgeneesmiddelen, voor groothandelaren is dit met ingang van 1 januari 2023 twee weken en uiteindelijk vier weken per 1 juli 2023.
Het is bijzonder jammer dat de overheid zo weinig greep heeft of wil hebben op ontwikkelkosten. En via deze R&D-steun van overheid (EU?) daarmee, vooraf sturend, tevens garanties inbouwend voor latere levering van geneesmiddelen. Met een vooraf besproken prijsopbouw van zowel de patentfase als nadien de fase van het generieke niet gepatenteerde geneesmiddel.
Daarmee kan de huidige situatie worden voorkomen: (citaat NOS, 14 januari 2023): “Er valt niks meer te verdienen aan het produceren van generieke medicijnen voor de Nederlandse markt. Er zijn genoeg medicijnen die voor 34 cent per doosje over de toonbank gaan, terwijl de verpakking in Nederland alleen al 33 cent per doosje kost. De prijs voor generieke geneesmiddelen in Nederland zou zelfs de laagste in Europa zijn. 85 procent van alle geneesmiddelen die we gebruiken zijn generieke en dus goedkope geneesmiddelen. De gemiddelde prijs van een generiek geneesmiddel in Nederland zou nu liggen op ongeveer 0,04 euro per dag (NRC, 9 januari 2023).
Zolang het commercieel belang op deze onduidelijke wijze gedurende het hele traject met steun van overheid en verzekeraars blijft vervlochten met het maatschappelijk belang, is er geen oplossing.
In onderstaand kader gaat de minister nog eens in op het tekort aan geneesmiddelen (voorbeeld). Ik heb aan het slot van deze blog de belangrijkste citaten uit zijn recente Kamerbrief geselecteerd en geef de minister daarmee ruim baan zijn standpunt hier uit te leggen. Het ministerie zet met gebruik van heel veel woorden in op leveringszekerheid en erkend dat ons land (citaat) “afhankelijk is van mondiaal opererende marktspelers.”
Mijn vraag zou echter zijn: Maar wíl NL/kabinet Rutte IV en EU met een systeemaanpak ten behoeve van meer leveringszekerheid met minder tekorten, wel ingrijpen op de farmaciemarkt? Of blijven we liever neuzelen over het nut van 45 (China/India) of 50 cent (NL) per doosje?
Waarde lezer, hoe gaat dit slepende dossier nu verder?
Antwoord minister op Kamervragen over tekorten geneesmiddelen: VWS, 13 januari 2023
Citaten: “Ik heb de afgelopen periode van onder andere koepelorganisaties en geneesmiddelenbedrijven signalen ontvangen dat zij kampen met een toename van kosten voor energie, verpakkingen en grondstoffen en inflatie. Verder hebben koepelorganisaties en geneesmiddelenbedrijven hun zorgen geuit over mogelijke gevolgen van deze stijgende kosten voor de beschikbaarheid van geneesmiddelen voor patiënten. Mochten concrete geneesmiddelentekorten dreigen of ontstaan, dan zetten het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) (ook vanuit hun rol bij het Meldpunt geneesmiddelentekorten en -defecten) zich in om met veldpartijen de gevolgen voor de patiënten zoveel als mogelijk te ondervangen of te verkleinen. Hierbij kunnen diverse acties worden ingezet. Bijvoorbeeld toestemming verlenen om vergelijkbare geneesmiddelen te importeren uit het buitenland. Ook kan er in overleg worden getreden met andere bedrijven om te kijken of deze kunnen opschalen. Ik merk hierbij wel op dat het niet mogelijk is op voorhand exact vast te stellen of, wanneer, en voor welke geneesmiddelen, de toename van genoemde kosten ook daadwerkelijk gaat leiden tot (toekomstige) beschikbaarheidsproblemen. Het ministerie van EZK spant zich binnen Europa in om met andere lidstaten te zoeken naar oplossingen. Op nationaal niveau blijf ik de potentiële gevolgen voor de beschikbaarheid van geneesmiddelen nauwlettend volgen. Aangezien de toenemende tekorten van geneesmiddelen, maar zeker ook van medische hulpmiddelen een groot risico zijn voor de continuïteit van zorg zie ik dit als een prioriteit voor de komende periode. De realiteit is dat de overheid dit probleem niet alleen kan oplossen. Daarvoor zijn de oorzaken te divers. Het gaat om de kosten, maar ook om beschikbaarheid van grondstoffen en productiecapaciteit, geopolitieke ontwikkelingen, de toegenomen wereldwijde vraag naar medische producten mede door de stijging van de welvaart en de vergrijzing. Ik ga daarom op korte termijn in gesprek met betrokken partijen en ga bekijken welke mogelijkheden er zijn binnen het huidige systeem zowel nationaal als Europees.” Vraag 4. Hoe kijkt u naar het risico dat de afhankelijkheid van landen als China en India fors toeneemt wanneer West-Europese producenten van generieke medicijnen omvallen? Hoe wordt de afhankelijkheid van Azië op het vlak van (generieke) medicijnen afgebouwd? Antwoord 4. “Mijn beleid op het versterken van de leveringszekerheid van geneesmiddelen is gericht op het verminderen van de ongewenste afhankelijkheid van een beperkt aantal landen van met name de productie van grond, hulp- en werkzame stoffen voor (generieke) geneesmiddelen. Meerdere studies laten zien dat de geografische concentratie van grondstoffen en bepaalde productieprocessen een risico is voor de leveringszekerheid.” Vraag 5. Acht de minister het wenselijk verzekeraars te verplichten strategische en geopolitieke factoren, zoals zelfvoorzienendheid mee te wegen bij de inkoop van generieke medicijnen? Zo ja, bent u bereid zorgverzekeraars te verplichten om een bepaald percentage van de generieke medicijnen in te kopen bij bijvoorbeeld producenten binnen een straal van tweehonderd kilometer rond Arnhem wanneer die productie voorhanden is? Zo nee, waarom niet? Antwoord 5. “Ik vind de rol van inkoop als onderdeel van het beleid op leveringszekerheid belangrijk en zal hier aandacht voor blijven houden. Ik ben hierbij van mening dat partijen zoals zorgverzekeraars, maar ook groothandels, ziekenhuizen en apotheken daarin een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben richting de patiënt en de burger. Ik wil dan ook nationaal met relevante partijen, waaronder de zorgverzekeraars, verder in gesprek gaan. Dit om te bekijken hoe inkoop het beste kan bijdragen aan de versterking van de leveringszekerheid voor Nederland en Europa, binnen de complexe mondiale markt waarbinnen partijen opereren. Daarnaast zal ik Europees de rol van inkoop meenemen in de gesprekken die ik ga hebben met andere EU-lidstaten over beleidsinstrumenten om de productie in de EU te versterken. Ik streef niet naar zelfvoorzienendheid en licht dit verder toe in mijn antwoord op vraag 6. Maar ik ben me wel bewust van de verantwoordelijkheid en wettelijke zorgplicht die zorgverzekeraars hebben, ook in de complexe geopolitieke dynamiek waarmee we worden geconfronteerd.” Vraag 6. Deelt u de mening dat zelfvoorzienendheid iets anders is dan leveringszekerheid en dat het belangrijk is dat we als Nederland en/of EU zelfvoorzienend zijn? Zo nee, waarom niet? Antwoord 6. “Ja, ik deel de mening dat zelfvoorzienendheid iets anders is dan leveringszekerheid en nee, ik ben niet van oordeel dat we als Nederland en/of EU voor alles zelfvoorzienend moeten zijn. Volledig zelfvoorzienend op de ontwikkeling, productie en levering van medische producten, waar geneesmiddelen onderdeel van uitmaken, kunnen we binnen Nederland en zelfs binnen de EU niet zijn. Om de leveringszekerheid en daarmee beschikbaarheid voor patiënten te borgen, zijn we afhankelijk van mondiaal opererende marktspelers. Deze partijen zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling, productie en levering van de op dit moment duizenden in Nederland geregistreerde geneesmiddelen. Voor al deze producten zelfvoorzienend worden als Nederland (en zelfs als EU) is nagenoeg onmogelijk en ook onwenselijk vanuit oogpunt van beschikbaarheid van al deze middelen voor patiënten in Nederland. Ik breng wel zelf op dit moment de productielocaties en -capaciteit van geneesmiddelen in Nederland (beter) in kaart. Waar mogelijk trek ik hiervoor op met (koepels van) veldpartijen. Ik streef ernaar rond de zomer 2023 een eerste overzicht te hebben.” |
Het plaatje onder de titel is afkomstig van Stichting Farmaceutische Kengetallen.
Eerdere blogs over geneesmiddelen
18.08.2017: Prijsaanpak dure geneesmiddelen blijkt complexe zaak (weesgeneesmiddelen Ned.)
05.09.2018: Preferentiebeleid: van kostenbeheersing tot perversiteit (te ver doorgeschoten)
24.09.2018: Inzicht geven in prijs medicijn is taak van overheid (discutabele prijsstelling medicijn)
13.10.2018: Wouter Bos: Stop met wegduiken voor pijnlijke keuzes in de zorg (wegkijken als beleid)
18.01.2019: Prijs weesgeneesmiddelen: van verontwaardiging naar aanpak (afleggen verantwoording)
08.04.2019: Stijging gebruik opioïden vraagt een multidimensionale aanpak (“een stille opioïde-epidemie”)
01.02.2020: Ook de politiek aan zet bij gedragscode geneesmiddelenindustrie (code VIG over prijzen)
04.04.2020: Verhoogde urgentie aanpak tekorten geneesmiddelen (altijd al, zeker nu in coronatijd)
15.05.2020: Zuinigheid die wijsheid koopman bedriegt en zorg bedreigt (beleid medicijninkoop)
06.01.2021: Modernisering GVS levert zeker wat op, vooral misère (wisselen, misbruik MN R/)
22.10.2021: Dure geneesmiddelen: van markt naar controle (intramuraal, wees, kosteneffectiviteit)
04.02.2022: Nieuwe aanpak moet geneesmiddelentekorten voorkomen (ijzeren voorraad/EMA)
13.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (1) (dure medicijn = speerpunt 4)
15.06.2022: Het nieuwe GVS: wie betaalt, bepaalt! Of toch niet? (Bezwaarbrieven + eigen Leidraad)
09.08.2022: Herberekening GVS-vergoedingslimieten: bezint eer ge begint! (2023: -140 mln.?)
10.11.2022: Hormoonspiraal Levosert ten onrechte als preferent aangewezen (zwichten voor NIP)