Het coronanieuws volgend lees ik plots twee extra taken voor de huisarts. Allereerst een extra taak bij het testbeleid voor mantelzorgers, voor PGB-gefinancierde zorgverleners en vrijwilligers in palliatieve zorg. Vanaf 18 mei j.l. is er inmiddels voor deze groep met een omvang van bijna 900.000 personen een mogelijkheid om bij COVID-klachten de eigen cliënt te testen. Over de tweede extra taak lees ik alleen informatie op de website van de NOS en gaat over het toedienen van bloedverdunners (heparine/fraxiparine?) voor trombose- en kankerpatiënten bij verdenking van covid-19.

Uit de richtlijn van ministerie (publicatie 19 mei 2020)

Indien de cliënt COVID-19-klachten heeft en wordt verzorgd door een van de bovenstaande zorgverleners dan geldt de volgende procedure:

Cliënt belt de huisarts of de GGD (infectie-arts), of laat deze bellen.

Testindicatie 1: de huisarts bezoekt de cliënt omdat het medisch behandelbeleid betreft voor de individuele patiënt. Er is uitloop c.q. deels overlap met testindicatie 2; de huisarts ndiceert en bemonstert ook een eventuele test.
Testindicatie 2: Als het gaat om bepalen van individuele zorgmaatregelen en niet om bepaling medisch beleid, dan zal meestal de test worden afgenomen door een (mobiele) testvoorziening in de regio (“swabdienst”) die hiervoor is ingeregeld (of moet worden). Bij uitzondering kan de huisarts bemonsteren wanneer deze reeds om medische redenen een visite aflegt. Het gaat hier veelal over huisartsen werkzaam vanuit de zgn. corona clusters.

Tot de testuitslag bekend is, kan de zorgverlener, met een elektronisch recept, op naam van de cliënt, van de huisarts of de infectie-arts van de GGD, een “korte termijn pakket” PBM (handschoenen en chirurgisch mondneusmaskers type IIR, bril, schorten, flacon desinfectans) gratis8 ophalen bij de apotheek.

–  Indien de testuitslag van cliënt negatief is: PBM voor de zorgverlener is niet meer nodig.

–  Indien de testuitslag van cliënt positief is: De huisarts of de infectie-arts van de GGD stelt een elektronisch recept op, op naam van de cliënt, waardoor de zorgverlener bij de apotheek een “langer termijn pakket” PBM (handschoenen en chirurgisch mondneusmaskers type IIR, bril, schorten, flacon desinfectans) kunt halen, of thuis kunt laten brengen.

Opmerking bij deze richtlijn

Het afleggen van een visite is alleen geïndiceerd bij een medische indicatie, c.q. noodzaak. Bij milde klachten kan worden volstaan met een telefonisch of beeldbelcontact. Het gaat erom dat in dat overlegcontact vragen worden beantwoord en het medisch risico wordt beoordeeld. In onderlinge afstemming wordt vervolgcontact afgesproken, al dan niet als visite. Een tweede zeer opmerkelijke passage (pg. 1) uit de richtlijn, is dat bij de toevoeging bij groepen zorgverleners die in aanmerking komen, staat vermeld: “Mantelzorgers, die intensieve mantelzorg verlenen”. Met als toelichting: “betreft meer dan 8 uur per week en langer dan 3 maanden”. Maar een mantelzorger die kortdurend intensief of repeterend kortdurend intensief contact heeft met verdachte COVID-cliënt moet toch ook beschermd worden?

 Tweede taak: ook huisarts?

Dat er mogelijk een tweede extra taak voor de huisarts aankomt, lees ik vanochtend op de website van de NOS. Citaat: “Huisartsen gaan voor het eerst medicijnen voorschrijven aan risicogroepen om de ernstige gevolgen van een covid-19-infectie, veroorzaakt door het coronavirus, te voorkomen. Het gaat om personen met een hoog risico op trombose en een besmetting met het coronavirus of het vermoeden daarvan. Zij kunnen preventief bloedverdunners krijgen toegediend, staat in een nieuwe richtlijn voor huisartsen.” De indicatie lijkt helder nu is gebleken dat er een relatie is tussen de aangerichte schade door het coronavirus en trombose. Maar de richtlijn zelf kan ik niet vinden bij de beroepsverenigingen van huisartsen. Evenmin onder welke voorwaarden dit extra werk wordt geleverd.

 Wordt, zoals dat dan heet, ongetwijfeld vervolgd!

NB: 1 uur later al…

Naschrift NHG, 20 mei 2020

Naschrift LHV, 20 mei 2020

Eerdere blogs over COVID-19

19.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (01) (de consequenties volksgezondheid)

23.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (02) (gevolgen economie en geld printen)

26.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (03) (over sociale en mentale gevolgen)

28.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (04) (met testbeleid naar 3 groepen)

30.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (05) (met uitstelzorg, aanpak en compensatie)

02.04.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (06) (beleidsmaatregelen o.b.v. kennisbundeling)

04.04.2020: Verhoogde urgentie aanpak tekorten geneesmiddelen (altijd al, zeker nu in coronatijd)

07.04.2020: Contractafspraken: andere context, ander contract? (andere afspraken in COVID-19 tijd?)

10.04.2020: Tekort beschermingsmateriaal voor zorgverlener én patiënt een treurig feit

19.04.2020: Het bron- en contactonderzoek bij COVID-19 kan ook zonder app (BCO zelf uitvoeren)

22.04.2020: Het bron- en contactonderzoek bij COVID-19 heeft last van het afwentelvirus (GGD)

24.04.2020: Verhoogde testcapaciteit COVID-19 wordt niet volledig benut (de beschermende COVID-keten)

05.05.2020: Van het nieuwe abnormaal naar het normale normaal (maatregelen heropenen economie)

09.05.2020: Conclusie: voor elke burger goed neusmondmasker voorradig (anders schijnveiligheid)

12.05.2020: Een financiële kluwen: lenteherberekening en catastroferegeling (compensatie 21 ZV’s)

16.05.2020: Economie en volksgezondheid zijn onlosmakelijk verbonden (maatregelen economie + zorg)