De werkgevers wijzen recent in hun reactie op de discussienota van het kabinet ‘Zorg voor de toekomst’ (blog) dat in de volgende kabinetsperiode na maart 2021 grote stappen gezet moeten worden met de digitalisering van de zorg. Daarmee kan, zo melden VNO-NCW en MKB-Nederland, de zorgvraag beperkt worden.

De digitale transformatie betekent voor burger potentieel betere (en preventievere) zorg, geeft andere hoofdtaken in het werk van de zorgprofessionals én zou aldus de werkgevers een zorg geven waarin mensen zelf meer aan het roer staan van hun eigen gezondheid. Daarbij realiseren de werkgevers goed dat digitalisering zeker geen doel op zichzelf kan zijn.

Digitalisering is volgens de werkgevers dus cruciaal om de groeiende zorgvraag te kunnen bijbenen. Het zou niet alleen de zorgvraag dempen door slimme, gepaste oplossingen, maar het zou ook helpen de productiviteit van/met het zorgpersoneel te verhogen. Dat is nodig want zeggen de werkgevers: (citaat): “Willen we de zorg toekomstbestendiger maken, dan is noodzakelijk dat de productiviteit in de zorg sterk verhoogd wordt.”

Het valt de werkgevers verder op dat berekeningen van toekomstige zorguitgaven vooral een extrapolatie vanuit het verleden inhouden, waarin de zorguitgaven bij ongewijzigd beleid met circa 13 miljard euro per jaar (exclusief politieke wensen) gaan toenemen. En bij deze berekening zou bijvoorbeeld geen enkele rekening houden met de enorme vlucht die digitalisering en beeldbellen noodgedwongen heeft genomen sinds het uitbreken van de Corona-crisis. Dat gegeven willen de werkgevers voortaan terugzien in kostenberekeningen.

Hetzelfde gedrag zien de werkgevers ook terug in de CPB-raming waarmee nu de verkiezingsprogramma’s worden doorgerekend. Daarom vinden de werkgevers dat VWS en het CPB systematisch moeten gaan verkennen wat de gevolgen van de digitale transformatie zijn voor de ramingen van de zorguitgaven. Citaat: “Dat vergt ook aan de kant van het CPB extra kennisopbouw over de concrete gevolgen van digitalisering voor de gezondheidszorg (inclusief de zorgvraag en de effecten daarvan op de zorguitgaven.”

In deze blog ga ik in op dat kostenplaatje van digitalisering. Het lijkt me een terechte vraag, inclusief de vraag wíe dan het kostenbatenplaatje van de digitale transformatie moet gaan maken?

Containerbegrip

Digitalisering is een containerbegrip en is zoveel meer dan eHealth en beeldbellen voor overleg (met patiënt of interdisciplinair). Het is ook een complex begrip, want ook is te onderbouwen dat juist een beperking van de schermtijd, zeker bij de jeugd, bijdraagt aan gezondheidswinst (blog/blog): méér is niet altijd beter.

Kosten van digitalisering kunnen allereerst pas berekend worden als er overeenstemming is wat dit containerbegrip nu precies inhoudt. Pas als van gewenste ICT de ontwikkelings-, onderhouds-, uitvoerings- en beveiligingskosten bekend zijn, is bij overeenstemming over de noodzakelijke ICT-schaalgrootte ook het landelijke noodzakelijke ICT-budget bekend. Een berekening die bottom-up uitgevoerd kan worden door een onafhankelijke instantie en zeker niet door de overheid of daaraan gelieerde (bekende) consultancy-bedrijven.

Maar in de dagelijkse praktijk werkt het niet zo. De kosten van zorg zijn nog nooit bottom-up berekend, maar het budget is altijd al, daar hebben de werkgevers zeker gelijk in, top-down vastgesteld op basis van historische budgetten. De werkgevers stellen te weten dat digitalisering de arbeidsintensiteit in de zorg in gunstige zin kan veranderen. Met hoofdtaken die voor zorgverleners hierdoor zullen veranderen. Dat zou inderdaad kunnen indien de ICT daadwerkelijk reguliere zorgtaken overneemt en (dus) niet voor zorgverleners en burgers extra werk (onderhoud/uitvoerend) toevoegt. 

ICT als hulpbron

Door data over gezondheid en context te combineren is gerichte leefstijlondersteuning en -interventie mogelijk. Zelfmanagement en onafhankelijkheid vergroten het gevoel van eigenwaarde en dus is versterking van de nulde lijn zinvol. Daartoe behoren e-communities, digitale gezondheidsdiensten, integrale gezondheidsprogramma’s, gekwalificeerde apps etc. Dit gaat zeker bijdragen aan zinnige gepaste zorg en preventie.

Hiertoe behoort ook de website Thuisarts.nl. Ook de werkgevers noemen in hun reactie over zorg voor de toekomst juist deze website en melden daarbij dat al eerder (2016) op basis van deze studie het spreekuurbezoek voor de tien meest bezochte aandoeningen bij de huisarts met 12% daalde.

Echter wie kijkt naar gedeclareerde data en instroom in ketenzorg ziet nog steeds een groei in werklast binnen de huisartsenpraktijk. Beter is het dan te spreken over mínder groei door versterking nulde lijn.

Nieuwe ICT-functionaliteiten introduceren zou een op een gepaard moeten gaan met het gelijktijdig afschalen van fysieke zorg. Nu vervangen “nieuwe” functionaliteiten niet de oude, maar worden ze “toegevoegd”. Inclusief de vaak voorkomende problemen rondom koppelingen na een update, verhuisberichten, gegevensuitwisselingen, onderlinge HIS-communicatie en verstoorde dossieroverdracht. Echter de hierbij noodzakelijke uren voor systeembeheer worden noch meegeleverd, noch benoemd in beleidsstukken, noch bekostigd. Sowieso een pleidooi mijnerzijds voor behoud van keuzevrijheid tussen fysieke en digitale zorg. Vraaggestuurde en persoonsgerichte zorg begint bij de burger!
Overigens zijn partijen, dus ook de werkgevers, inmiddels op de hoogte hoe het is gesteld met juist de ontwikkeling van de bekostiging van de door hen aangehaalde voorbeeldwebsite Thuisarts.nl (blog).

ICT als hulpbron, maar dat is het niet altijd

Voor goede ICT-applicaties in de zorg zijn software ingenieurs nodig die vraaggestuurd vanuit het veld en burger niet commerciële applicaties ontwikkelen en dit met brede toegankelijkheid toepassen in een gedeelde infrastructuur. Een belangrijke ontwikkeling hierbij is in 2000 al verloren gegaan, omdat er concurrentie moest zijn, zelfs in een nichemarkt van huisartspraktijken.

In onderstaand kader verwijs ik naar een aantal artikelen van kenners die hedendaagse ICT-kwesties beschouwen en duiden. De vraag over bekostiging en budget wordt pas actueel als eerst bekend is wat bij nieuwe ICT goed, beter, noodzakelijker, toegankelijker en betaalbaarder is. Bekostiging van ICT is dus ook hier pas passend en actueel als deze de laatste stap is in een serie van vijf (blog).

Aandachtspunten en op te lossen problemen bij het huidige ICT-landschap

·      Over het EPD en PGO: hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier

·      Over eHealth: hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier

·      Over huisarts, HIS en OPEN: hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier

·      Over ICT in het ziekenhuis: hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier

·      Over gegevensuitwisseling: hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier

·      Over macht ICT-bedrijven: hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier

·      Over invloed zorgverzekeraar: hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier

·      Over bekostiging: hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier, hier

Tot slot

Hopelijk zijn de daadwerkelijke opiniemakers, koplopers en leiders onder de ICT-deskundigen met kennis van zaken in staat (bv. uit bovenstaande) het kaf van het koren te scheiden. Voor huisartsen lijkt mij hierbij een belangrijke rol weggelegd voor NEDHIS en de BOHAG. Met een stop op stammenstrijd, ronkende advertenties, incourante apps en wearables. En met een focus op informatie- en communicatietechnologie, gericht in te zetten voor onder andere samenwerking met burgers en onderling voor overleg tussen zorgverleners.

Met de werkgevers vind ik het de hoogste tijd dat wordt berekend wat een digitale transformatie opbrengt en wat dit kost. Uitgedrukt in termen van welzijn en harde euro’s.

Nadien is het een kwestie van keuzes maken. Indien de schaalgrootte bekend is, kunnen de kosten nader worden berekend. Waarbij voor zorgverleners deze kosten door de NZa duurzaam worden ondergebracht in tarieven van basiszorg. Inclusief (dan) de kosten horend bij systeembeheer en tijdsinvesteringen in het kader van ICT-wetswijzigingen, cybersecurity en het borgen van privacy.

Doel is voor de toekomst het aanbieden van vormen van ‘blended care’, waarbij reguliere face-to-face (‘fysieke’) gesprekken op indicatie én met tijdsbesparing gecombineerd worden met online interventies zoals bijvoorbeeld chat, beeldbellen, eHealth, online behandelmodules en online inzage in het eigen gezondheidsdossier. Hoogleraar eHealth Niels Chavannes (citaat H&W, 31 augustus 2020 over het NHG-congres) meldt: “Denk bijvoorbeeld aan Thuisarts.nl, ondersteunende apps, anderhalvelijns oplossingen en diensten die wachttijden reduceren. Van dat soort huis-, tuin- en keukenoplossingen ben ik groot fan.”

Zeker nu Nederland qua bevolkingsomvang gaat in de richting van “drukker, diverser en dubbelgrijs” (NIDI/CBS-rapport, 7 juli 2020). Met alles wat daarbij vervolgens aan goede gezondheidszorg komt kijken, kan realisatie van een juiste digitale transitie , de zorg stráks het juiste profiel geven. Met een transparant kostenplaatje.

Eerdere blogs over ICT/eHealth

14.05.2018: De waarde van eHealth (toegankelijkheid)

29.08.2018: Niet een PGO, maar een e-community biedt kans op meer zelfregie (ervaringen delen)

26.09.2018: Medische noodzaak versus privacy (bij informatie-uitwisseling)

10.12.2018: Op weg van een digitale chaos nu naar bewezen ICT-meerwaarde straks

10.09.2019: Wie is er geholpen met een PGO? (inzage beter? Aan het werk met eigen gegevens!)

16.09.2019: Probleem in zorg-ICT en dan ook nog de cybersecurity (mogelijkheden overschat)

07.12.2020: Cybercriminaliteit gaat ook zorgsector niet voorbij (Hof van Twente/situatie NL)