De Wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) wordt vanwege complexiteit en de ruim 1100 reacties op de internetconsultatie bij deze wet pas later van kracht, nu per 1 januari 2026 (hier). De invoering van de wet, aanvankelijk per 2025 rechtsgeldig, zou het aantal zzp’ers sterk moeten reduceren, ook in de zorg. De doelen van deze (anti?)zzp-wet zijn tweeledig: het tegengaan (verminderen) van schijnzelfstandigheid én via een duidelijk toetsingskader het tegengaan van de onduidelijkheid voor zelfstandigen en werkgevenden over de wijze waarop zonder een arbeidsovereenkomst werk kan worden verricht.

Schijnzelfstandigheid

Van schijnzelfstandigheid is sprake bij een situatie waarin iemand werkt als zelfstandige (Zzp’er), maar feitelijk gezien als een werknemer, werkend onder een arbeidsovereenkomst, zou moeten worden beschouwd (hier). Anders gezegd: het kan zijn dat ze hetzelfde werk doen als collega’s in loondienst bij dat bedrijf.

In de zorg werken naar schatting 200.000 zzp’ers op een totaal in Nederland van zo’n 1,26 miljoen zzp’ers. Genoemde percentages schijnzelfstandigen onder hen zijn niet eenduidig beschreven (Zorgvisie, 25 juli 2024). Wel is bekend dat het aantal zzp’ers enorm is toegenomen, wat niet zelden ten koste gaat van de vaste medewerkers.

Hoofdlijnenakkoord

In het Hoofdlijnenakkoord van de coalitie PVV, VVD, BBB en NSC staat dat het plan om de schijnzelfstandigheid te beperken met de wet VBAR zal worden doorgezet: “We streven naar meer vaste contracten voor werknemers. Daartoe wordt de wetsbehandeling van de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden voortgezet.”

Opheffen handhavingsmoratorium

Op 1 januari 2025 wordt het handhavingsmoratorium (hier) van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (DBA) opgeheven. Dat betekent dat de belastingdienst mogelijk kan gaan handhaven op schijnzelfstandigheid. Er wordt ook nu al gehandhaafd op schijnzelfstandigheid, maar nu wordt nog eerst een aanwijzing gegeven binnen een redelijke termijn de arbeidsrelatie anders in te richten. Vanaf 1 januari 2025 vervalt de ‘aanwijzing’ maar zal de Belastingdienst met opvoering van de controlecapaciteit direct handhaven (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025).

Verdwijnen van de door de Belastingdienst goedgekeurde Modelovereenkomsten 

Het kabinet maakt recent ook bekend dat er geen modelovereenkomsten meer door de Belastingdienst worden goedgekeurd (Kamerbrief, 6 september 2024). Het gebruik van dergelijke modelovereenkomsten is niet langer houdbaar, zo meldt het ministerie, omdat modelovereenkomsten geen zekerheid vooraf kunnen geven over werken buiten dienstverband. Dit hangt namelijk af van hoe er in de praktijk wordt gewerkt, niet van wat er vooraf in een contract/modelovereenkomst staat vermeld.

De lopende modelovereenkomsten worden nog wel geëerbiedigd tot de einddatum van de overeenkomst.

Dit is een forse tegenvaller voor het zorgveld, want de eerder door de Belastingdienst goedgekeurde zzp-modelovereenkomsten op branche- en beroepsgroepniveau werden passend en als enige houvast (wel) een goed bruikbaar fiscaal instrument genoemd om te kunnen vaststellen of iemand binnen of buiten een dienstbetrekking werkt (hier). Het kabinet besliste echter vorige week anders (hier), zodat vanaf geen nieuwe Modelovereenkomsten ter beoordeling kunnen worden aangeboden.

Wat zijn de risico’s bij schijnzelfstandigheid na opheffing handhavingsmoratorium?

Er zijn bij schijnzelfstandigheid zowel risico’s voor werkgevenden als wel voor zzp’ers (hier).

De belangrijkste risico’s zijn…

Risico’s bij schijnzelfstandigheid na opheffing handhavingsmoratorium per 1 januari 2025

      Voor de werkgever/opdrachtgever

    Voor de Zzp’er als schijnzelfstandige

 

*Fiscale naheffingen en boetes:

Inkomstenbelasting en premies sociale verzekeringen.

Bij schijnzelfstandigheid, kan de werkgever door de Belastingdienst alsnog verantwoordelijk worden gehouden voor het afdragen van loonbelasting, werknemersverzekeringen (zoals WW en ZW), en pensioenpremies. Dit kan vanaf 2025 met terugwerkende kracht tot startdatum 1-1-2025 gebeuren, wat kan leiden tot naheffingsaanslagen en correctieverplichtingen, ook bij het pensioenfonds. Ook een boete kan hierbij horen.

 

*Civiele aansprakelijkheid:

Arbeidsrechtelijke claims: 

Als een zzp’er na 2025 succesvol kan aantonen dat er feitelijk sprake was van een arbeidsovereenkomst, kan hij of zij aanspraak maken op werknemersrechten, zoals ontslagbescherming, doorbetaling bij ziekte, vakantiegeld, en pensioenopbouw. Dit kan leiden tot financiële claims tegen de werkgever in de komende periode 2025-2030.

*Terugbetaling van belastingen:

Terugbetaling zelfstandigenaftrek en andere ondernemersvoordelen: 

Als de Belastingdienst oordeelt dat de zzp’er na 2025 eigenlijk werknemer is, kan deze verplicht worden om de ontvangen fiscale voordelen, zoals de zelfstandigenaftrek, via belastingaanslagen terug te betalen.

 

*Verlies van sociale zekerheid: Geen recht op ondernemersvoordelen: 

Een zzp’er die als werknemer wordt gezien, verliest het recht op ondernemersvoordelen en moet mogelijk eerder ontvangen voordelen terugbetalen.

 

*Geen aanspraak werknemersverzekeringen: 

In de periode dat iemand als schijnzelfstandige heeft gewerkt, is er mogelijk geen premie afgedragen voor werknemersverzekeringen en wordt zo niet bijgedragen aan behoud van sociale zekerheid. Dit kan gevolgen hebben voor uitkeringen bij bijvoorbeeld ziekte of werkloosheid.

 

Beschouwing generiek

Het is uitermate lastig te voorspellen wat er nu gaat gebeuren, nu het handhavingsmoratorium volledig wordt opgeheven en daarnaast de Modelovereenkomsten als vooraf fiscaal beschermingsmiddel gaan verdwijnen (hier/hier/hier/hier). Uitbreiding van de controlecapaciteit bij de Belastingdienst van 55 fte naar 80 fte doet stringentere handhaving vermoeden.

Een belangrijk aspect is ook de mededeling dat het kabinet een voorschot neemt op het boetebeleid. Partijen die “aantoonbaar bezig zijn met de juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie“, worden in het eerste jaar na het opheffen van het handhavingsmoratorium nog wel coulant behandeld.

Een van de regeringspartijen vindt deze week dat controles door de Belastingdienst zich voorlopig zouden moeten toespitsen op zelfstandigen zonder personeel die tegen hun wil zelfstandig zijn (hier). Hun woordvoerder wijst er ook op dat de overheid zelf in grote problemen kan komen als ze moet stoppen met het inhuren van zelfstandigen die alleen de overheid als opdrachtgever hebben. Citaat: “Als de overheid zichzelf gaat controleren, krijgt ze problemen met personeelstekort bij het gevangeniswezen, bij het COA en bij de Belastingdienst zelf.” Zo las ik het bericht dat op dit moment de Belastingdienst zélf nog de regels overtreedt waarop de fiscus binnenkort gaat handhaven. Want zo’n 600 schijnzelfstandigen zouden helpen met het afhandelen van de toeslagenaffaire of sleutelen aan de IT-systemen van de dienst. Het ministerie van Financiën laat daarbij weten dit aantal in 2025 wel ‘tot nihil te reduceren’ (FD, 24 mei 2024).

Wat nog steeds van belang is bij de beoordeling bij verrichte arbeid van zelfstandigheid (hier/hier), is de uitkomst (zie plaatje onder) of beide gezagselementen (hoofdelement A en B) in een individuele situatie wel/niet samen zwaarder wegen dan het werken voor eigen rekening en risico (hoofdelement C)? Zo nee, dan is sprake van een arbeidsovereenkomst c.q. loondienstconstructie.

Overigens is de laatste tijd het werken als zzp’er door het kabinet al minder aantrekkelijk gemaakt door het sneller afbouwen van de zelfstandigenaftrek (zie plaatje onder) en de afschaffing van de fiscale oudedagsreserve (FOR) per 1 januari 2023 (hier). Deze FOR komt vrij bij pensionering of stoppen met de onderneming. Dan moet over de FOR die is opgebouwd over verschillende jaren alsnog belasting betaald worden.

Beschouwing specifiek: huisartsenzorg

De beroepsvereniging van huisartsen is op dit onderwerp zeer actief de leden zo optimaal mogelijk te adviseren: LHV, 21 november 2023 + LHV, internetconsultatie + LHV, 17 mei 2024 + LHV, 25 juli 2024 + LHV, 5 september 2024 + LHV, position paper.

In een tekstplaatje…

 

     

 

De gehanteerde (open) norm behelst namelijk niet meer wat vooraf wordt afgesproken, maar hoe een en ander op de werkvloer uitpakt”

 

Met de Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden, het opheffen van het Handhavingsmoratorium en het verdwijnen van de Modelovereenkomsten wordt de inzet van waarnemers/zzp’ers in de huisartsenpraktijk moeilijker. Met deze maatregelen wordt de situatie bewust op scherp gezet. De gehanteerde (open) norm behelst namelijk niet meer wat vooraf wordt afgesproken, maar hoe een en ander op de werkvloer uitpakt.

De LHV pleit daarom voor het behoud van een kleine flexibele schil van zelfstandig werkende waarnemers voor situaties van piek, ziek en uniek.

Daarnáást wordt ingezet op een groter aantal huisartsen die een vaste verbinding met een patiëntenpopulatie aangaan, als praktijkhouder of in dienstverband/hidha. Mij lijkt dit een verstandig beleid, om in de huisartsenzorg niet alle energie te steken in juridische uitzonderingen.

Nastreven van een positief doel

Dit doel: met 13.000 huisartsen streven naar een landelijk dekkend netwerk van samenwerkende huisartspraktijken (praktijkhouders + hidha’s met goede collectieve arbeidsvoorwaarden + kleine flexibele schil voor piek, ziek en uniek + overige teamleden in loondienst) voor 24/7 huisartsenzorg. Met een flexibel functionerende organisatie (flexibiliteit o.a. in de te werken formatie-omvang) en met het fundament van gewapend beton, opgewassen tegen allerlei huidige druk- en trekkrachten uit de buitenwereld.

Deze huisartsenzorg was en blijft persoonsgericht en contextueel.

Daarvoor is overdag een zo vast en duurzaam mogelijke verbinding nodig met een eigen vaste patiëntenpopulatie (ION). Praktijken en alle teamleden houden zich aan de afgesproken kerntaken en kernwaarden. Dit doel kan beleidsmatig alleen worden bereikt met externe steun, gericht op deze speerpunten.

Niemand zit bij deze herbeoordeling van arbeidsrelaties te wachten op versnippering, deeltaken, discontinuïteit, extra regeldruk (hier) overdreven jurisprudentie, noch op schijnzelfstandigheid, naheffingsrisico’s of commerciële zorg c.q. CoMed’s (blog).

Wat nodig is, is lef en vooral een passende bekostiging die transparant is en direct aansluit op het verlenen van kosten van noodzakelijke huisartsenzorg in genoemd netwerk (blog/blog).

NB:

-het plaatje onder de titel is afkomstig van de VVAA (hier)

-het tweede plaatje is afkomstig van LHV (2x) en Belastingdienst

Eerdere blogs over praktijkhouderschap, Zzp en DBA

18.11.2019: Na wet DBA komt een nieuwe wet voor zzp’ers: het uitgangspunt (1)

20.11.2019: Na wet DBA komt een nieuwe wet voor zzp’ers: de consequenties (2)

22.11.2019: Na wet DBA komt een nieuwe wet voor zzp’ers: belang voor huisartsenzorg (3)

17.04.2020: Het wel en wee van de waarnemend huisarts (1) (tijdpad carrière, DBA, kwetsbaar COVID-tijd)

20.04.2020: Het wel en wee van de waarnemend huisarts (2) (het vrije uurtarief beschouwd)

05.11.2020: Bij huisartsenzorg blijkt eigenaarschap praktijk van secundair belang (1) (Quin ACM NZa)

18.11.2020: Herziening arbeidsrelatie praktijkhouder en waarnemend huisarts (over wet DBA)

11.01.2021: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: de aanpak (1) (tekort fte huisarts)

13.01.2021: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: de aanpak nader beschouwd (2)

15.01.2021: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: zorgplicht onder toezicht (3) (NZa)

02.02.2021: De kunst: een mooi rapportcijfer krijgen, maar ook behouden (PFN-enquete:8,2)

07.09.2021: Bij huisartsenzorg (b)lijkt eigenaarschap van secundair belang (2) (fout: van primair belang)

08.10.2021: Het hebben van een vaste huisarts leidt tot betere zorguitkomsten (3 indicatoren)

01.04.2022: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: aanpak integraal akkoord (4) (Rutte IV)

30.05.2022: Huisartsenzorg: via de Mededingingswet naar een toekomstige DAEB (HS-artikel)

25.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (1) (belang/inkoop)

30.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (2) (ZV-insteek)

19.10.2022: Een andere blik op voorkomen, verplaatsen en vervangen van zorg (substitutie/IZA)

04.11.2022: Politiek aan zet: vaste zorgrelatie geeft werkplezier en betere zorg (aanpak G-Br.)

08.05.2023: Behoud van kernwaarde continuïteit als baken van vooruitgang (commercie/ketens-contract)

08.06.2023: Zorgkloof huisartsenzorg niet oplosbaar met aanpassing opleidingscapaciteit

11.09.2023: Zet in IZA primaire zorg centraal, niet het schaalniveau van organiseren (regio))

06.11.2023: Ook bij nieuwe ZZP-wet blijft schijnzelfstandigheid een risico (nieuw = inbedding)

27.02.2024: Kanttekeningen bij visie eerstelijnszorg 2030 (historie, regio, GR, AMW, gemeente)

 

Vragen of opmerkingen?