Continuïteit is een kernwaarde van de huisartsenzorg. Hiermee wordt bedoeld dat er voor de medische zorg van de patiënt huisartsenzorg continue beschikbaar is voor klachten die snel een medische beoordeling vereisen (Persbericht, 21 januari 2019). Bij de Toekomstvisie (21 januari 2019) werd destijds de kernwaarde “gezamenlijk” toegevoegd: “de huisarts is een teamspeler, zoekt de gezamenlijke aanpak, met de patiënt, met anderen binnen de huisartsenzorg, met andere zorgverleners en daarbuiten.” Continuïteit kan dus ook geborgd zijn via een lid van het huisartsenteam.
Helaas staat de continuïteit van huisartsenzorg en eerstelijnszorg in NL erg onder druk:
11.01.2021: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: de aanpak (1) (tekort fte huisarts)
13.01.2021: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: de aanpak nader beschouwd (2)
15.01.2021: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: zorgplicht onder toezicht (3) (NZa)
25.01.2022: Huisartsenzaken duidelijk geagendeerd bij aanvang 2022 (prioriteiten + PO + enquête)
01.02.2022: Ruimtegebrek bij huisartspraktijken is opnieuw een actueel thema (Newcom enquête)
01.04.2022: Disbalans vraag en aanbod huisartsenzorg: aanpak integraal akkoord (4) (Rutte IV)
10.05.2022: Insteek onderhandeling gaat huisartsenwaarde zorgakkoord bepalen (IZA/kabinet)
25.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (1) (belang/inkoop)
30.08.2022: Bij budgetdiscussie huisartsenzorg worden 2 kernpunten gemeden (2) (ZV-insteek)
27.10.2022: Zorgverzekeringswet: het resultaat, met nu nog 7 bespreekpunten (3): punt 6!
Maar niet alleen in NL, ook in Engeland. Inmiddels ook doorgedrongen tot Britse parlementsleden. Een rapport, in opdracht van de Britse Tweede Kamer uitgevoerd, verscheen recent en komt in de samenvatting meteen tot een niets verhullende cruciale constatering (citaat): “Elke werkdag bezoeken meer dan een miljoen mensen een afspraak bij hun lokale huisartsenpraktijk: de huisartsenpraktijk is het kloppende hart van de NHS en als die faalt, faalt de NHS. We weten dat tot 90% van de gezondheidszorg wordt geleverd door de eerstelijnszorg. Maar momenteel is het beroep gedemoraliseerd, vertrekken huisartsen bijna net zo snel als ze kunnen worden gerekruteerd en zijn patiënten steeds meer ontevreden over het niveau van toegang dat ze krijgen (einde citaat).”
In de British Medical Journal (BMJ, 20 oktober 2022) geven Britse Kamerleden van de parlementaire commissie voor gezondheids- en sociale zorg een helder advies: herstel de arts-patiëntrelatie in de eerste lijn.
“Herstel de arts-patiëntrelatie in de eerste lijn”
Citaten: “Centraal in het rapport staat de noodzaak voor de overheid om de arts-patiëntrelatie te herstellen. Het zien van je huisarts zou niet hetzelfde moeten zijn als het bellen van een callcenter of het boeken van een Uber-chauffeur die je nooit meer zult zien. Op relaties gebaseerde zorg is essentieel voor de veiligheid van de patiënt en de ervaring van de patiënt. Sinds 2004 hebben de meeste huisartsen geen (persoonlijke) individueel patiëntenbestand en door de toenemende druk op de eerstelijnszorg is het minder waarschijnlijk dat patiënten regelmatig dezelfde arts zullen zien, aldus het rapport. Om die relatie te herstellen, adviseerden parlementsleden dat NHS Engeland een nationale maatregel van continuïteit van zorg invoert die tegen 2024 door alle huisartsenpraktijken moet worden gerapporteerd en dat vanaf 2030 persoonsbestand opnieuw wordt geïmplementeerd in het huisartsencontract. Ons onderzoek heeft keer op keer de voordelen van continuïteit van zorg voor een patiënt gehoord, met bewijs dat dit in verband brengt met verminderde mortaliteit en noodopnames. Toch is die belangrijke relatie tussen een huisarts en zijn patiënten aan het afnemen. Wij vinden het onaanvaardbaar dat dit, een van de bepalende normen van de huisartsenpraktijk, is uitgehold. Het bredere plaatje toont de huisartsenpraktijk als beroep in crisis, met artsen die gedemoraliseerd en overwerkt zijn. Farah Jameel, voorzitter van de BMA England GP-commissie, zei: “Continuïteit van zorg” is wat patiënten willen, wat mensen gezond houdt, en wat de gezondheidskosten verlaagt.” |
Terug naar Nederland
Ook in Nederland zie ik voldoende signalen dat er onvoldoende wordt geïnvesteerd in kleinschaligheid, wijkzorg en huisartseigenaren als praktijkhouders (blog/blog). Met langs deze weg een beleid met herstel van een duurzame arts-patiëntrelatie. Daartegenover merk ik wel een tendens tot grootschaligheid met steeds onpersoonlijkere zorg.
Met het uitgangspunt de formulering van de Zorgverzekeringswet (Artikel 10: “geneeskundige zorg, waaronder de integrale eerstelijnszorg zoals die door huisartsen en verloskundigen pleegt te geschieden”) kunnen verzekeraars vervolgens ook alle kanten op, zonder te worden aangesproken op een betere en vooral persoonlijkere uitvoering van het burgerrecht van ”functionele aanspraak” op huisartsenzorg.
Gaan de beroepsgroep, verzekeraars, toezichthouders, overheid en politiek ook hier, net als in Engeland, het tij keren met méér aandacht voor continue persoonsgerichte zorg als uitgangspunt beleid?
“Gedemoraliseerd?”
In het Britse rapport valt het woord “gedemoraliseerd”. Daar kan ik als buitenstaander voor NL geen uitspraak over doen. Wel verscheen er vorige week een “Quickscan Bezieling 2022” (rapport, oktober 2022). Met als zorgelijke bevinding dat de mentale energie van zorgprofessionals is gedaald. Niet alleen bij huisartsen (blog), maar ook elders in de zorg.
Quickscan Bezieling 2022: specifiek over huisartsen zegt het rapport (pagina 36)
Citaat: “Van alle zorgprofessionals staan huisartsen er het slechtst voor. Het aantal huisartsen met burn-outklachten is ten opzichte van 2019 ruim verdubbeld en ligt nu meer dan 10% boven het landelijke gemiddelde, terwijl het daar in 2019 nog onder lag. Ook is de bevlogenheid met 8% afgenomen en ligt deze nu onder het landelijk gemiddelde. Huisartsen scoren hoger op alle stressoren en samen met medisch specialisten het laagst op regelmogelijkheden en waardering van patiënten. Met name de combinatie van een hoge werkdruk en weinig autonomie vormt een bedreiging voor de gezondheid en het welzijn van de huisarts. Wat de brandende thema’s betreft springen er bij de huisarts met name de regel- en productiedruk en de juridisering eruit, die niet alleen sinds 2019 zijn gestegen maar ook meer aanwezig zijn dan bij alle andere beroepsgroepen. Naast zorgverzekeraars zien huisartsen de overheid als belangrijke veroorzaker van regeldruk en protocollering. Minder dan de helft van de huisartsen (45%) beveelt anderen aan in de zorg te gaan werken, hetgeen 10% minder is dan in 2019, maar nog altijd hoger is dan bij medisch specialisten (37%) en fysiotherapeuten (39%). Slechts 22% geeft aan tot aan het pensioen te willen blijven werken. Dat is niet alleen lager dan bij de andere beroepsgroepen (behalve specialisten), maar is ook 7% gedaald ten opzichte van 2019. Deze cijfers baren zorg in het licht van het gebrek aan huisartsen (einde citaat). |
De voordelen van een duurzame relatie
Over de voordelen van een langere relatie en de constatering dat het anders moet, is al veel geschreven. Bijvoorbeeld hier…
Stichting Beroepseer: Het geheim van een lange relatie (17 mei 2022)
Citaat: “Tijdelijkheid, wisseling en discontinuïteit lijken in het hele semipublieke domein een wezenskernmerk te worden, terwijl er juist behoefte is aan vertrouwdheid, aan vaste contacten, aan rust en aan zekerheid. Het is daarom tijd dat politiek en bestuur serieus werk maken van continuïteit. In beleid, in organisaties, in professionele relaties.” |
Wat kan ik hier nog aan toevoegen?
Het werken met een vaste patiëntenpopulatie geeft meer werkplezier en resultaat. Méér persoonsgerichte zorg betekent meer wederzijds kennis kunnen inbrengen in het hulpverleningsgesprek, over iemands individuele medische problemen, over context daarbij en over het plan van aanpak. Een duurzame relatie betekent dat een gesprek op een hoger niveau van vertrouwelijkheid kan plaatsvinden.
Een lange relatie heeft waarde, maar die vraagt zoals de auteur van het essay vermeldt, wel om “onderhoud”. Dat onderhoud vindt bijvoorbeeld plaats door meer onderling van elkaar te leren. Dat onderlinge gesprek en die ervaringsuitwisseling kunnen wel een impuls krijgen. Het maakt de relatie dan, aldus de auteur, alleen maar sterker.
Investeren in continuïteit van zorg is ook in NL een noodzaak bij versterking van de eerste lijn. Een punt uit het Integraal Zorgakkoord (16 september 2022, IZA onderdeel E), maar ook een van de bespreekpunten (bespreekpunt 6) met de politiek.
Kan de Nederlandse politiek de overheid, haar toezichthouders en ons aller zorgverzekeraars 5W1H disciplineren zorg te dragen voor een sterkere eerste lijn? Wat kunnen de beroepsgroepen zelf hier nog aan bijdragen? Op het Britse vaste land lijkt bij de parlementariërs het kwartje te zijn gevallen.
In Nederland ook?
Eerdere blogs over de waarde van persoonsgerichte zorg binnen een duurzame relatie
05.06.2017: Niet het meten, maar het verbeteren eigen kwaliteit biedt meeste perspectief
23.06.2017: Het belang van de context (zonder context geen bewijs)
18.09.2017: Aandacht persoonsgerichte zorg is terecht, maar is niet nieuw (altijd al zo geweest)
03.01.2019: Toekomstvisie huisartsenzorg uitwerken met beleid (geen woorden, maar daden)
27.04.2019: De nieuwe K van kwaliteit (over verantwoording nemen en belang van context)
05.11.2020: Bij huisartsenzorg blijkt eigenaarschap praktijk van secundair belang (Quin ACM NZa)
02.02.2021: De kunst: een mooi rapportcijfer krijgen, maar ook behouden (PFN-enquete:8,2)
07.09.2021: Bij huisartsenzorg (b)lijkt eigenaarschap van secundair belang (2) (fout: van primair belang)
08.10.2021: Het hebben van een vaste huisarts leidt tot betere zorguitkomsten (3 indicatoren)
27.10.2022: Zorgverzekeringswet: het resultaat, met nu nog 7 bespreekpunten (3) (politieke inzet)