Minister Hugo de Jonge wil af van de aanbestedingen in de thuiszorg en gaat daarover, zo zegt hij, op korte termijn in overleg met Europa. Met als motief:We moeten echt af van de Europese verplichting tot gemeentelijke aanbestedingen.” De minister vindt het aantal zorgaanbieders in de thuiszorg te groot waardoor de uitvoering in zijn optiek te versnipperd en inefficiënt is. De gang naar Brussel wordt ingezet om de Europese verplichting tot aanbesteden af te schaffen.

Wat is er aan de hand?

In mijn vorige blog al gemeld dat de minister niet alleen de toetreding van zorgaanbieders tot de markt wil reguleren. Met een instroomdrempel is overigens weinig mis indien de procedure fair, transparant, niet administratief belastend is en het doel van goede zorg dient. Maar de minister wil ook de mate van contractering beïnvloeden. Allereerst moeten zorgaanbieders en zorgverzekeraars beter hun best doen om contracten af te sluiten, vindt hij. Maar als het aandeel van niet-gecontracteerde zorg in de thuiszorg, wijkverpleging en ggz blijft stijgen, zoals nu, gaat de minister de wet aanpassen om allereerst de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg te verlagen. Daarnaast wil de minister het aantal zorgaanbieders in een wijk drastisch beperken. En brengt naar buiten dat hiervoor een gang naar Europa nodig is voor aanpassing van de Aanbestedingswet.

Aanbesteden van zorg nodig?

De vraag of een aanbesteding van zorg nodig is, kan, na een rozenkrans van rechtszaken, alleen door juristen worden beantwoord. Het antwoord is: nee, dat aanbesteden is helemaal niet nodig! Citaat Jan Telgen (hoogleraar): “dat aanbesteden echter niet meer nodig is door een uitspraak van het Europees Hof in 2016: aanbesteden is niet nodig, zolang de cliënt voor een aanbieder kiest, niet de gemeente.’ De gemeente betaalt de zorg dan wel, maar zolang de gemeente niet zelf de zorgaanbieder voor de cliënt kiest, is er geen sprake van aanbesteding. De hoogleraar verbaast zich erover dat dit bij veel politici in Den Haag en bij gemeentes onbekend is”. In een ingezonden artikel bij “Binnenlands Bestuur” melden drie advocaten aanbestedingsrecht dat de wet een alternatief biedt: een administratief lichte procedure, objectief en transparant, om zorgaanbieders te contracteren. Of via het verstrekken van subsidies of via het open house model. Een model wat niet aanbestedingsplichtig is.

Expert Tim Robbe (advocaat)

De advocaat die het meest over aanbesteden heeft gepubliceerd, is Tim Robbe. Hij ziet de gang van de minister nu naar Brussel als poging om na ”consultatie in Brussel het aantal zorgaanbieders, zonder verdere aanbesteding, te beperken en de kleintjes uit te sluiten. Daarvoor wil hij toestemming van Europa. Dat lijkt mij een kansloze missie”. Of dat waar is, kan ik niet beoordelen. Maar dat door de overheid opnieuw wordt gepleit voor beperking van keuzevrijheid van de burger (blog) ten aanzien van de zorgaanbieder, is opmerkelijk. Eerst even het woord aan Tim Robbe: in 2017, 2018 en 2019.

Citaten advocaat Tim Robbe over aanbesteden van zorg en tarieven

2017:Gemeenten zijn namelijk helemaal niet verplicht om de zorg in het sociaal domein aan te besteden. Er zijn meer manieren waarop gemeenten de voorzieningen met zorgaanbieders kunnen regelen. ‘Je kunt dat doen door publiekrechtelijk te subsidiëren of door privaatrechtelijk te contracteren. Kiest een gemeente voor dat laatste, dan zijn er alsnog twee opties. De eerste is een open huis, waarbij alle partijen die aan de voorwaarden van een gemeente voldoen, zorg mogen leveren. De Europese rechter heeft zelf deze mogelijkheden vorig jaar bevestigd. Wanneer een gemeente contracten wil afsluiten met een beperkt aantal spelers, kan worden gekozen voor de tweede optie: aanbesteden.’ Als je aanbesteedt, staat in de Europese aanbestedingswet bovendien dat gemeenten heel veel vrijheid hebben in de manier waarop ze het sociaal domein vormgeven. Dus dat er een verplichte Europese openbare aanbesteding zou zijn, is ook helemaal niet waar.”

2018: “De tarieven voor huishoudelijke hulp gaan de komende jaren te snel stijgen voor gemeenten. ‘Gemeenten kunnen de tarieven niet verhogen zonder de toegang tot de huishoudelijke hulp te beperken’. Gemeenten ontkomen niet aan hogere tarieven in de huishoudelijke hulp. De AMvB reële kostprijs, die in 2016 van kracht is geworden, dwingt hen om reële tarieven huishoudelijke hulp te betalen. Als er in de cao loonsverhogingen worden afgesproken, moeten gemeenten die verwerken in hun prijsstelling. En daar zit hem juist de crux”.

2019: “Afschaffen van het aanbesteden in de Wmo vormt een enorme inperking van de keuzevrijheid van patiënten en werknemers. Onlangs kondigde De Jonge aan dat hij naar Brussel gaat om de Europese verplichting tot aanbesteden af te schaffen. Het is nogal een koerswijziging na dertien jaar aanbesteden met massaontslagen en faillissementen in Wmo. In plaats van het aanbesteden wil de minister een systeem waarbij gemeenten de beleidsvrijheid krijgen om per wijk één zorgaanbieder verantwoordelijk te maken voor de Wmo. Die grote zorgaanbieder krijgt een budget dat past bij de zorgvraag van de inwoners van die wijk. In feite kiest de minister daarmee voor een systeem van populatiebekostiging per wijk. Het in concurrentie aanbesteden van thuiszorg heeft geleid tot een ongewenste race-to-the-bottom van de gemeentelijke tarieven. Ik vind het dan ook geen slechte uitspraak van de minister. Maar ik ben minder enthousiast over zijn plan om één zorgaanbieder monopolist te maken in een wijk. Daar kleven enorme nadelen aan voor cliënten en werknemers. Bewoners kunnen in een wijk nog maar naar één aanbieder, terwijl ze misschien een andere nodig hebben. Er valt dus niets meer te kiezen. Dat geldt ook voor hulpverleners. Als die nog thuiszorg willen leveren, moeten ze wel voor die ene grote zorgaanbieder gaan werken.’ Het in concurrentie aanbesteden is al lang op zijn retour in de Wmo, vertelt Robbe. Ruim 80 procent van de gemeenten doet aan bestuurlijk aanbesteden, tegenwoordig ook wel ‘Open House’ genoemd. Daarbij consulteren gemeenten eerst de grote zorgaanbieders over wat er nodig is aan Wmo-voorzieningen. Ze maken afspraken over kwaliteit, de opbouw van tarieven en de manier om dat contractueel vast te leggen. Op deze manier het aanbesteden losser aanvliegen is toegestaan, zo blijkt uit jurisprudentie over de Europese aanbestedingsrichtlijn. Mits gemeenten uiteindelijk álle zorgaanbieders maar de mogelijkheid bieden om in te tekenen. Robbe: ‘Ze mogen dus de grote aanbieders eerst consulteren, maar ze kunnen niet garanderen dat deze aanbieders ook alles mogen uitvoeren. De contracten moeten open staan voor alle aanbieders die aan de voorwaarden voldoen. De minister wil een stap verder gaan door na consultatie het aantal zorgaanbieders, zonder verdere aanbesteding, te beperken en de kleintjes uit te sluiten. Daarvoor wil hij toestemming van Europa. Dat lijkt mij een kansloze missie. Het lijkt mij bovendien onwenselijk.’ Het echte probleem in de thuiszorg vormen in Robbe’s ogen de toenemende de zorgvraag in combinatie met de stijgende loonkosten”.

Wat is de oplossing in de Wet maatschappelijke ondersteuning (sociale domein)?

De oplossing is toe te zien of onafhankelijke cliëntondersteuning is geregeld (blog) en te werken met transparante kostprijzen. Waarbij het Wmo-principe geldt: doen wat nodig is vanuit de specifieke context van de hulpvrager, iedereen het zijne, niet iedereen hetzelfde. Als na aanvraag de gemeente de maatwerkvoorziening en/of de algemene voorziening heeft goedgekeurd, schriftelijk vastgelegd in een besluit met het gespreksverslag, kan de vragende burger heel goed zelf de aanbieder kiezen uit de poule van vergunning plichtige aanbieders (Wet toetreding zorgaanbieders: Wtza). De burger heeft geen trekkingsrecht voor Wmo-hulp: de gemeente beslist en dat blijft zo. De geboden hulp moet altijd een passende bijdrage leveren aan het realiseren van een situatie waarin de burger in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie. Niet meer, niet minder.

Wat is de oplossing in de Zorgverzekeringswet (medische zorg)?

In wezen is hier de oplossing niet anders. Met de Wtza met de meld- en vergunningplicht ontstaat een poule van gekwalificeerde professionals. Binnen deze groep kan de zorgverzekeraar ten aanzien van de zorgplicht de zorginkoop realiseren. Ook hier hoort de prijs, mits transparant onderbouwd en gepubliceerd, van tevoren vast te staan. Zonder contract is er blijkbaar geen overeenstemming. Er zijn te veel verhalen en ervaringen gemeld (hier/hier) dat verzekeraars weigerachtig zijn voldoende zorg in te kopen, weigerachtig zijn tarieven bij te stellen en weigerachtig zijn überhaupt te onderhandelen. Misschien moet de minister niet naar Brussel, maar naar Sparrenheuvel 16 in Zeist. Om eens te gaan praten over die contracten en hen tegelijk te feliciteren met het akkoord van de samenwerkingsagenda met de gemeenten.

Ofwel

Torn niet aan de keuzevrijheid. Aanbesteden hoeft niet.  Zie toe op de zorg- en inkoopplicht van de zorgverzekeraar. Werk met een poule van geregistreerde zorgaanbieders, maar laat de keuze aan de zorgvrager. En neem maatregelen om zorg in deze (goede) banen te leiden.

Eerdere blogs gerelateerd aan het onderwerp van contracteren van zorg

06.12.2013: Bij problemen met zorgcontractering kiest de rechter voor de overheid

04.02.2014: Wetswijziging geeft zorgverzekeraar een nog betere onderhandelingspositie

23.04.2014: Opheffen vrije artsenkeuze is in zorgakkoord onderdeel van politieke deal

04.06.2014: Besluit over keuzevrijheid voor zorgaanbieder wordt dans om de macht (1)

10.06.2014: Besluit over keuzevrijheid voor zorgaanbieder wordt dans om de macht (2)

06.06.2017: Winst zorgverzekeraars: niet uitkeren, maar in zorg herinvesteren

26.06.2017: Met een goede risicoverevening is slechts een verzekeraar voldoende

28.06.2017: De overheid moet voor zorgfinanciering de besluiten nemen

18.07.2017: Is minder marktwerking in het zorgstelsel nog een agendapunt (1)?

04.09.2017: Het contract bij zorginkoop

04.12.2017: Premiereductie betaald van zorggeld

21.12.2017: Actieve participatie burger nodig bij beheersen van zorgkosten

06.01.2018: Analyse niet-gecontracteerde zorg nodig voor goede zorgrelatie (1)

10.01.2018: Is minder marktwerking nog een agendapunt (2)?

25.01.2018: Analyse niet-gecontracteerde zorg nodig voor goede zorgrelatie (2)

21.02.2018: Met meld-/vergunningplicht wordt huisartsenzorg niet beter

23.02.2018: Inzicht in prijs, dan pas uitzicht op een oplossing

12.03.2018: De zorg en de kunst van het kiezen

27.04.2018: Regionalisering van de zorg: wat willen burgers en zorgaanbieders?

28.04.2018: Bij kostenbeheersing in de zorg draagt ieder een bij

22.05.2018: Politieke discussie nodig bij inzet van publieke middelen

05.06.2018: Informatieovervloed op zorgverzekeringsmarkt voelt als doolhof

29.06.2018: Leiden stelselperikelen ook tot stelselwijzigingen?

20.08.2018: Het waardegericht kunnen inkopen is een illusie

05.09.2018: Preferentiebeleid: van kostenbeheersing tot perversiteit

12.09.2018: Verbod op winstuitkering aan zorgverzekeraars is een goede zaak

20.09.2018: Zoektocht naar maatregelen kostenbeheersing nog volop gaande

28.09.2018: Stelseldiscussie lijkt onontkoombaar: niet top-down, maar bottom-up

13.10.2018: Wouter Bos: “Stop met wegduiken voor pijnlijke keuzes in de zorg”

08.11.2018: Selectief commentaar NZa bij verschijnen monitor zorgverzekeringen

13.11.2018: Vrijheid burger bij keuze zorgaanbieder is belangrijker dan contractstatus

01.02.2019: Schaarste personeel bedreigt zorg

04.02.2019: Duidelijker financieel kader bij betaling niet-gecontracteerde zorg

16.02.2019: Het wisselen van huisarts

01.03.2019: De transitie van ziekenhuiszorg (4) over samenwerking

04.03.2019: Contracteerproces huisartsenzorg heeft reanimatie nodig

11.03.2019: Voorwaarden toetreding zorgaanbieder: van denken naar doen