Deze week verscheen bij toezichthouder NZa de Monitor Zorgverzekeringen 2018. Een jaarlijks overzicht van de huidige stand van de zorgverzekeringsmarkt met ook het door de NZa benoemen van aandachtspunten op nieuwe ontwikkelingen. Deze blog gaat over het fraaie overzicht in de monitor en het minder fraaie commentaar erbij van de toezichthouder.
NZa Monitor Zorgverzekeringen 2018: wat staat erin?
· Er zijn 23 zorgverzekeraars die vallen onder tien verzekeringsconcerns
· De gemiddeld betaalde nominale premie bedraagt in 2018: € 1.308,- per jaar · De zorguitgaven basisverzekering stijgen 2,3%: van € 2.854 (2016) naar € 2.919 (2017) · Verzekeraars hebben voor premieverlaging 2018 een voorziening getroffen van € 42,- · Het premieverschil in 2018 tussen de duurste en goedkoopste polis bedraagt: € 380,- · Bij het polisaanbod zien we afname in het aanbod van 58 naar 55 polissen in 2018 · 55 polissen: 31 natura (75% verzekerden) + 20 restitutie (20%) + rest: combinatie · In 2018 hebben 17,1 mln. personen een basisverzekering · In 2018 is 6,7% (1,15 mln.) van de verzekerden overgestapt · Consumenten besparen door over te stappen samen € 44,2 mln. aan premiegelden · Het aandeel 65+ onder verzekerden bedraagt in 2017: 18,8% van de verzekerden · Vier grootste zorgverzekeraars hebben marktaandeel van 86,5% · Het concern met het grootste marktaandeel is Achmea: 29,9% · In 2018 zijn er 14,3 mln. verzekerden aanvullend verzekerd: dat is 83,7% · 66,6% van verzekerden heeft een premiekorting op basis van een collectiviteit · In 2018 kiest 12,6% van verzekerden een vrijwillig eigen risico · Bij een vrijwillig gekozen eigen risico van € 500,- is de gemiddelde premiekorting € 232,- · Per 2019 verhoging voorspellende kracht verevening via verbetering regiocriteria · De solvabiliteit van alle zorgverzekeraars is in 2017 afgenomen naar gemiddeld 140% · Eind 2017 is daarmee aanwezige solvabiliteit voor basisverzekering: € 8,9 miljard · De zorgverzekeraars hebben in 2016 en 2017 verlies gemaakt op de basisverzekering · Reclamekosten van verzekeraars bedragen in 2017: € 30 mln. · Niet gecontracteerde zorg neemt toe in de ggz en wijkverpleging · GGZ: Kosten niet-gecontracteerde zorg 187 mln. (2016): = 6,3% van totaal · Wijkverpleging: Kosten niet-gecontracteerde zorg 83,5 mln. (2017): = 6,2% van totaal |
NZa:”zorgverzekeraars hebben de afgelopen jaren hun eigen reserves gebruikt om de premies onder de kostprijs te houden. Op de lange termijn is dit niet houdbaar”.
Repliek: De kosten van de basisverzekering worden voor 50% betaald uit vereveneningsgelden en voor 50% uit de nominale premie, rijksbijdrage uit belastingen en het eigen risico en eigen betalingen. De voorziening van 42 euro aan betaling van de basisverzekering als bijdrage van verzekeraar is mooi, maar komt waar vandaan? Van beleggingen? Van nog niet uitgekeerde reservegelden van het oude stelsel? Van niet ingezet premiegeld met aanprijzen van “selectieve” inkoop? Van een eigen besluit de Solvency II van de DNB opnieuw te interpreteren? We weten het niet, maar laat helder zijn dat de mainstream van zorgkosten wordt betaald door de (werkgevers + zzp-ers en) burgers, al dan niet via de Belastingdienst.
NZa: “de kans is groot dat mensen meer premie voor hun zorgverzekering gaan betalen”
Repliek: Dat klopt en daarom is het van belang om voor eens en voor altijd duidelijk te maken dat de betaalbaarheid en financiering van zorg niet een onderwerp is van alleen verzekeraars en zorgaanbieders, maar juist ook van burgers en patiënten. Maar daar lees ik niets over. Geef de burgers inspraak in ruil voor verantwoordelijkheid bij het maken van moeilijke keuzes. Ga met integraal toezicht (alle toezichthouders onder één paraplu) burgers helpen door op de zorgverzekeringsmarkt en de zorgverleningsmarkt uit te leggen waar de pakketproblemen zitten en hoe (moeilijke) keuzes te maken. Waarbij elke keuze financiële consequenties heeft. Deze wetmatigheid geldt in elke samenlevingsvorm en ook in de zorg. Dat is een zinvollere weg dan in de monitor uit te leggen dat overstappen naar andere verzekeraar toch zo lucratief is.
NZa: “Zorgverzekeraars kunnen samen met zorgaanbieders afspraken maken om de zorg betaalbaar, toegankelijk en beter te maken”.
Repliek: De zorg betaalbaar, toegankelijk en beter maken is het feestje waar alle partijen een bijdrage aan moeten leveren. Sterker nog, elke individu moet zich afvragen wat de eigen bijdrage is en kan zijn. Daarnaast zijn er financiële consequenties voor die industrieën die bewust producten op de markt brengen die de gezondheid schade toebrengen. Als bijdrage aan oplopende zorgkosten, indien deze zorgkosten direct gerelateerd en/of het gevolg zijn van een ongezonde leefstijl met ongezonde producten. Het zijn dus juist niet alleen verzekeraars en zorgaanbieders, maar ook overheden, toezichthouders, kennisorganisaties, “adviseurs” en burgers en patiënten. Met als motto binnen een op solidariteit gebaseerd stelsel: “met elkaar en voor elkaar”. Mij lijkt het niet verboden om als toezichthouder hierover een mening te hebben, hoewel primair de politiek hier aan zet is. Maar bij andere thema’s presenteert de NZa immers ook een eigen mening (minder collectiviteiten, méér verzekeraars etc.), dus waarom dan niet ten aanzien van de betaalbaarheid? En ter herinnering aan de NZa, ook de patientenfederatie en de overheid hebben meegetekend met de hoofdlijnenakkoorden!
NZa: “De NZa juicht toetreding van nieuwe verzekeraars toe omdat dit tot versterking van de concurrentie op de zorgverzekeringsmarkt leidt. Natuurlijk moet een nieuwe zorgverzekeraar ook wat kunnen toevoegen voor verzekerden”.
Repliek: Laat eerst als toezichthouder aan de burgers zien met welk programma een nieuwe verzekeraar inderdaad iets gaat toevoegen aan de huidige 23 verzekeraars. In plaats van vooraf al een vergunning te geven en achteraf een monitor te schrijven. Een toezichthouder kan het afwegingsproces ook keren: een verzekeraar die niets toevoegt, gaat in de toekomst verdwijnen. Verderop in de monitor zegt de NZa: “we zien dat er met name binnen concerns veel nagenoeg gelijke polissen zijn. Dit vinden wij ongewenst, omdat wij belangrijk vinden dat verzekerden echt wat te kiezen hebben” (einde citaat). Maar mijn vraag is dan: als de overheid voor elke burger het basispakket vaststelt en een verzekeringsplicht oplegt, waar zit dan de méérwaarde van al die verschillende polissen? Wanneer wordt keuzevrijheid keuzestress? En wanneer dragen 55 polissen nog bij aan doelmatigheid en wanneer aan het beschreven doolhof (blog)?
NZa: “Natuurlijk kunnen er ook goede redenen zijn voor zorgverzekeraars om geen contract af te sluiten”.
Repliek: De burger heeft recht op zorg en de verzekeraar heeft een zorgplicht, maar zowel verzekeraars als zorgaanbieders hebben beiden geen plicht tot contracteren. De wedervraag die ik dus stel: Natuurlijk kunnen er ook goede redenen zijn voor zorgaanbieders om geen contract af te sluiten. Opmerkelijk dat de NZa zo openlijk kiest voor het motief van de zorgverzekeraars. De NZa heeft de niet gecontracteerde zorg tot een actueel thema benoemd. Terecht zegt de NZa het belangrijk te vinden dat contracteren voor zowel zorgaanbieders en zorgverzekeraars moet lonen. Een dalende contracteergraad duidt er dus op dat een van de partijen niet tevreden is! Dat blijkt ook al uit de vele rechtszaken, zoals ook in de monitor is benoemd. Overigens zijn er ook dezelfde geluiden in andere sectoren met contractperikelen, bv. logopedie, mondzorg, fysiotherapie en huisartsenzorg. Opmerkelijk is het feit dat de NZa als toezichthouder voor zichzelf een beperkte rol ziet bij de contractering. Wel een advies op papier, maar verder het overlaten aan beide partijen. Citaat (NZa: september 2018):” In totaal hebben we 159 klachten binnen gekregen over contractering. Bijna alle klachten gaan over de inhoud van het contract. In de meeste gevallen vragen zorgaanbieders ons om in te grijpen of om een standpunt in te nemen. Ons toezicht beperkt zich tot het proces van contractering tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders en wij bemiddelen niet bij de totstandkoming van de inhoud van contracten. Zorgaanbieders die klachten hebben over de inhoud van het contract kunnen hun geschil voorleggen aan het Nederlands Arbitrage Instituut (einde citaat). Gaat de NZa er nu nog steeds vanuit dat beide partijen een gelijke marktmacht hebben? (Artikel 2008 + blog 2013 + blog 2017 etc).
NZa: “onderhandelfase contract huisarts: niet de bevoegdheid in te grijpen”
In ditzelfde kader van contractering 2019 ook de reactie van de NZa op het feit dat lands grootste verzekeraar volgens de huisartsen op drie punten (inzet module O&I, tariefindexatie en inzet POH-S) de afspraken uit het recent afgesloten hoofdlijnenakkoord niet nakomt. En wat zegt de NZa (7 november in Medisch Contact): “De NZa-woordvoerder laat weten dat de NZa niet de bevoegdheid heeft om tijdens de onderhandelingsfase in te grijpen. ‘Onze opdracht is om te onderzoeken wat er in de contracten is afgesproken.’ Daarover brengt de NZa dan in het voorjaar een monitor uit” (einde citaat). In het Onderhandelaarsakkoord huisartsenzorg 2019 t/m 2022 staat (pg.3): “VWS vraagt de NZa om jaarlijks een globaal beeld van contractering in de huisartsenzorg te maken… daarbij gaat het zowel om de ontwikkelingen in het contracteerproces als de mate waarin de thema’s van de inhoudelijke agenda voor de regio, te weten: meer tijd voor en met de patiënt, de zorg in ANW-uren en het versterken van de organisatie en infrastructuur aan de orde komen in de contractering”. Ofwel, wederom weer een toetsing achteraf door de NZa en geen bemiddeling nú, nu het nodig is. Met als motivatie van de NZa: “geen bevoegdheid”… Pff… niets is zo vermoeiend als besluiteloosheid, en niets is zo nutteloos (Bertrand Russell).
Eerdere blogs gerelateerd aan het onderwerp van zorgkosten en zorgstelsel
12.01.2017: Een inkomensafhankelijke betaling hoort bij een solidair zorgsysteem
21.02.2017: Aanpassing premiebetaling zorg stuit op verzet
06.06.2017: Winst zorgverzekeraars: niet uitkeren, maar in zorg herinvesteren
26.06.2017: Met een goede risicoverevening is slechts een verzekeraar voldoende
28.06.2017: De overheid moet voor zorgfinanciering de besluiten nemen
18.07.2017: Is minder marktwerking in het zorgstelsel nog een agendapunt (1)?
08.08.2017: Snelle oplossing van knelpunten GGZ is noodzaak
10.08.2017: Kunnen zorgverzekeraars zich meer van elkaar onderscheiden?
16.08.2017: Voor deze film hoef je niet naar de bioscoop
24.08.2017: Het risico van het Eigen Risico in het zorgstelsel
04.09.2017: Het contract bij zorginkoop
27.09.2017: Bij dit zorgstelsel betaalt de burger de prijs
04.12.2017: Premiereductie betaald van zorggeld
21.12.2017: Actieve participatie burger nodig bij beheersen van zorgkosten
06.01.2018: Analyse niet-gecontracteerde zorg nodig voor goede zorgrelatie (1)
10.01.2018: Is minder marktwerking nog een agendapunt (2)?
15.01.2018: Substitutie
25.01.2018: Analyse niet-gecontracteerde zorg nodig voor goede zorgrelatie (2)
23.02.2018: Inzicht in prijs, dan pas uitzicht op een oplossing
12.03.2018: De zorg en de kunst van het kiezen
27.04.2018: Regionalisering van de zorg: wat willen burgers en zorgaanbieders?
28.04.2018: Bij kostenbeheersing in de zorg draagt ieder een bij
22.05.2018: Politieke discussie nodig bij inzet van publieke middelen
05.06.2018: Informatieovervloed op zorgverzekeringsmarkt voelt als doolhof
18.06.2018: De belangen bij aangekondigde wetswijziging Wmg
21.06.2018: Gevolgen van veranderingen in zorg richting 2040
29.06.2018: Leiden stelselperikelen ook tot stelselwijzigingen?
10.07.2018: Maak bekostiging ziekenhuiszorg 100% transparant
20.08.2018: Het waardegericht kunnen inkopen is een illusie
05.09.2018: Preferentiebeleid: van kostenbeheersing tot perversiteit
12.09.2018: Verbod op winstuitkering aan zorgverzekeraars is een goede zaak
20.09.2018: Zoektocht naar maatregelen kostenbeheersing nog volop gaande
24.09.2018: Inzicht geven in prijs medicijn is taak van overheid
28.09.2018: Stelseldiscussie lijkt onontkoombaar: niet top-down, maar bottom-up
13.10.2018: Wouter Bos: “Stop met wegduiken voor pijnlijke keuzes in de zorg”
21.10.2018: Werken aan de agenda van de vooruitgang
Prima artikel dat de vinger op de zere plek van de NZa legt!
De 4 grote zorgverzekeraars (86,5% van de totale markt) in onze zorgverzekeringsmarkt lijken allemaal op elkaar. Ze richten zich allemaal op zorginkoop, de laagste prijs, de hoogste kwaliteit. Wat dat betreft zouden ze direct kunnen fuseren. Dan hebben ze nog meer macht. Feitelijk doen ze allemaal hetzelfde. En dat brengt een “nationalisatie” gevaarlijk dichtbij. Of een “Nationaal Zorgfonds”, die de macht van de Zorgverzekeraars wenst in te perken. Maar met alleen een Nationaal Zorgfonds los je de echte problemen feitelijk niet op.
Dat er zeer beperkte concurrentie is, blijkt uit het feit dat er sinds 2006 slechts één enkele nieuwe zorgverzekeraar is bijgekomen. Want private verzekeraars fuseerden zich feitelijk uit het zorgstelsel. En als antwoord op deze grote machtige giganten van zorgverzekeraars en hun “dictaten” bij de zorginkoop, fuseerden de ziekenhuizen zich vervolgens uit het stelsel. Dus zowel zorgverzekeraars als ziekenhuizen zijn thans uit het stelsel gefuseerd. Kortom: de groei van de kostenstijging in de gezondheidszorg zal beslist niet afnemen. De NZa, de destijds in haast opgezette Nederlandse Zorgautoriteit, als marktmeester aangesteld, stond erbij en keek erna en keurde de fusies zonder enige kanttekening goed. Kortom: de NZa heeft haar werk niet goed gedaan. Dat betekent dat in de schakel van verantwoordelijkheden tussen zorgverzekeraars, zorgaanbieders en overheid, de overheid in de vorm van de Nederlandse Zorgautoriteit een zwakke schakel bleek. Hoogste tijd om in te grijpen, want het gaat bij dit alles altijd over de ruggen van (dood)zieke patiënten! En er vallen nog wel meer weeffouten te constateren.