Inspirerende mensen hebben we nodig in de zorg en dus ook inspirerende artsen. Artsen die goed werk leveren via een combinatie van vakmanschap, morele verantwoordelijkheid en persoonlijke betrokkenheid. Of zoals hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans vorige week het noemde: er is behoefte aan authentiek, transformatief en bindend leiderschap. Daarom vandaag in de schijnwerper: Prof. dr. Mart van de Laar, tot december 2022 hoogleraar in de reumatologie.

Tevens is hij samen met anderen een der prominente leden verbonden aan het Linnean Initiatief uit 2017, zijnde een onafhankelijk netwerk dat nadenkt over de toekomst van het zorgstelsel, zonder binding met toezichthouders en/of ministerie. Inmiddels bestaat het netwerk met tien werkgroepen uit ruim 1350 professionals, uit de zorg, medewerkers universiteiten, zorgverzekeraars, overheid, belangenorganisaties, die tezamen op vrijwillige basis elf kennisproducten voortbrachten.

Een specifieke werkgroep houdt zich sinds december 2022 bezig met de vraag hoe het Nederlandse zorg- en welzijnslandschap eruit moeten gaan zien na 2050. Op die vraag probeert hun werkgroep Zorg 2050+, met Mart als een der leden, een antwoord te vinden.

Mart van de Laar is bekend als een ervaren medisch specialist met hoge ethische normen en met veel kennis en vaardigheden. Daarnaast erkend wetenschapper met veel klinisch en statistisch onderzoek in de portefeuille. Verder heeft hij landelijke bestuurlijke ervaring ten aanzien van zorg en onderwijs en is hij een ondernemer met een sterke organisatorische strategische visie op gebied van waarde gedreven zorg en technologie.

Het inspirerende element in hert Linnean Initiatief zit in het feit dat het is opgezet vanuit maatschappelijk belang in plaats van vanuit institutionele belangen. Eenieder draagt vrijwillig bij op persoonlijke titel. Zo konden sinds 2017 discussies op inhoud worden gevoerd, mét de verschillende perspectieven, maar zonder de belangen. Met als kernpunten: samen met patiënt beslissen met het zorgverlenersprincipe van leren en verbeteren op basis van openbare uitkomstinformatie.

Waarbij goede ‘waardegedreven’ zorg voor de burger het uitgangspunt is en de arts de voortgang en het resultaat van een behandeling in alle openheid, ondersteund met data, met de patiënt kan delen. De waarde is dan het resultaat van alle multidisciplinaire activiteiten tijdens het hele zorgpad rondom een specifieke (medische) conditie.

Velen zijn het eens dat aanpassingen in het zorgstelsel nodig zijn, maar niemand weet hoe of treedt als zodanig om moverende redenen er niet mee naar buiten. Dat schiet dus niet op. Vooralsnog is er een ineffectief stelsel met 10 concerns met 20 verzekeraars en 60 polissen. We moeten niet te snel over een andere bekostiging beginnen, zolang niet bekend is hoe er zorginhoudelijk in een netwerk op welke schaal (concentratie/geografisch), over de muren van bestaande domeinen, samengewerkt gaat worden. Dat resultaat geeft dan (pas) richting aan de kostprijs en de daarvoor te investeren energie. Als de kostprijs bekend is, komen de noodzakelijke omvang van het zorgbudget en een passende bekostiging vanzelf in beeld.

Toegevoegde waarde van zorg voor de burger kan verder niet los worden gezien van een generiek toegevoegde waarde van passende bestaanszekerheid. Zoals arbeid en arbeidsvreugde, huisvesting, gezonde leefomgeving, voldoende leefgeld, zingeving, gevoel van persoonlijke controle (hier) en uiteraard een zo goed mogelijke fysiek en mentale gezondheid voor u en uw dierbaren.

Mart van de Laar e.a., sterkte met het project Zorg 2050+

 

Je moet weten waar je naar toe gaat, anders kun je geen reis ondernemen

Citaten uit interviews met Mart van de Laar

2023:

Wat mij opviel tijdens die eerste bijeenkomst is dat het niet meteen over de inhoud ging, maar dat besproken werd: hoe zit iedereen in de wedstrijd en wat kan hij bijdragen? Het doel van Zorg 2050+ is een schets opleveren van het zorglandschap op de lange termijn. Van der Laar: We willen de politiek een toekomstbeeld aanleveren dat wetenschappelijk onderbouwd en maatschappelijk gedragen is. Het is onze ambitie om dat product klaar te hebben voor de formatie van de volgende Kamerverkiezingen.

Over het zorglandschap in 2050. Hoe kun je op evolutionaire wijze doorgroeien naar een nieuwe situatie? Dat moeten we voor ogen houden. We zijn gewend om te handelen vanuit de situatie waar we nu in zitten, maar dat draagt niet bij aan waar we uiteindelijk naartoe moeten. Als zorgbestuurder moet je bedenken: als ik kies om hier een gebouw neer te zetten, past dat dan in wat we over dertig jaar nog nodig hebben? Want als het gebouw eigenlijk verderop zou moeten staan, dan moet dat nu al gebeuren. Dat is wellicht duurder, maar wel duurzamer. Je moet weten waar je naartoe gaat, anders kun je geen reis ondernemen.

Ik heb alle begrip voor het feit dat bestuurders moeten zorgen voor de continuïteit van hun organisatie, zegt hoogleraar Reumatologie in Enschede Mart van de Laar. Hij reageert hiermee op de gang naar de rechter door het Leids UMC en UMC Utrecht vanwege de beslissing van minister Kuipers om de kinderhartchirurgie te concentreren. Toch weet ik zeker dat ook zij weten dat centralisatie van complexe, hightech ingrepen de kwaliteit verhoogt en de kosten beperkt houdt. Dat is het dilemma waar we met z’n allen voor staan. Als bestuurder, verantwoordelijk voor de continuïteit van je bedrijf, heb je eigenlijk niet de keuze om te doen wat goed is voor het zorgstelsel. Met alle gevolgen van dien. Ik moet er niet aan denken dat de rechter het LUMC en UMCU straks gelijk geeft, want dan zijn we terug bij af. En we zien dat de gewenste veranderingen steeds maar niet plaatsvinden. Daarom 2050, want als je een beeld kunt schetsen van een toekomst die voldoende ver weg ligt, kun je de grote issues helderder zien en bedenken hoe daarmee om te gaan.

Over IZA

Over het IZA zijn de drie overigens heus enthousiast. Het is een enorme vooruitgang dat het er is, vindt Van de Laar, maar in de plannen die eruit voortkomen wordt aan de organisatie en financiering van de bestaande zorgpartijen niet getornd. De zorg is het grootste bedrijf dat we in Nederland hebben. Dat moet fundamenteel anders georganiseerd gaan worden, maar dat krijg je met een aanpak als binnen het IZA, waarin alle belanghebbenden die meepraten primair geïnteresseerd zijn in het laten roken van hun eigen schoorsteen, niet voor elkaar.

In een nieuw stelsel moeten we af van het sturen op zoveel mogelijk productie tegen zo laag mogelijke kosten. In plaats daarvan moeten we ons gaan richten op maximale winst in termen van gezondheid en kwaliteit van leven, vindt TU Twente-hoogleraar Reumatologie Mart van de Laar. Van de Laar vindt dat we moeten stoppen met het ‘pleisters plakken’, zoals met het IZA. Hoewel hij de uitgangspunten van dat 2,8 miljard euro kostende akkoord best oké vindt, verwacht hij er weinig van. Dat komt omdat het niets verandert aan de bekostiging of de verhoudingen tussen de partijen. Iedereen in dit huidige stelsel stuurt op productie en kosten. Samenwerken, zoals het IZA bepleit, is nagenoeg onmogelijk. Het is voor iedere partij het meest efficiënt om gewoon je eigen ding te doen. Samenwerken vereist overleg en afstemmen met andere zorgverleners. Dat wordt niet betaald. Hoe het stelsel van straks er uit moet zien, kan Van de Laar nog niet precies zeggen. Hij weet wel aan welke voorwaarden het moet voldoen. Het moet prikkelen tot keuzes die het meeste bijdragen aan gezondheid en kwaliteit van leven in populaties. Ook is in het nieuwe stelsel informatie over zorguitkomsten ingebouwd. Van de Laar: Dat zou de kwaliteit van zorg vergaand kunnen verbeteren. Als professionals spiegelinformatie krijgen, gaan ze hun praktijk meteen aanpassen. Ze verbeteren hun behandelingen of stoppen er zelfs mee.

Op een van onze bijeenkomsten zijn we het punt aan de horizon maar eens gaan tekenen en op basis van die tekeningen met elkaar het gesprek aangegaan. Wat in ieder geval naar voren kwam, was dat we echt de aandacht zullen moeten verschuiven van fancy high tech medicine voor steeds kleinere groepen patiënten naar zaken die voor het grote publiek van belang zijn, aldus Van de Laar. Met het geld dat we daaraan besteden kunnen we waarschijnlijk een veelvoud aan gezondheidswinst boeken.

Veel problemen in de geïnstitutionaliseerde zorg vragen om oplossingen die daarbuiten te vinden zijn en dat vraagt om een heel ander landschap dan dat van de huidige instituties en belangen. En inderdaad: wij voorzien een toekomst met aanmerkelijk minder ziekenhuizen. Perverse prikkels.  Hoe er te komen heeft in dit stadium niet de primaire aandacht, maar binnen het huidige stelsel zien de drie het niet meer gebeuren. Van de Laar: De gereguleerde marktwerking heeft heus nut gehad, maar de nadelen komen nu steeds meer bovendrijven: het hervormen van een dergelijk veld van individuele belangen is eigenlijk niet te doen.

Over zoektocht naar nieuwe bekostiging. Dat is razend ingewikkeld, juist omdat je alle bestaande belangen tegenkomt, terwijl we nog moeten uitvinden hoe de beste prikkel eruitziet die samenwerken aan gezondheid of welzijn beloont. Ook dat is een reden om ons eerst een idee te vormen van de gewenste situatie. Die kan ook meer helderheid bieden als het gaat om de bekostiging. Van de Laar: En we moeten informatie over zorguitkomsten gaan inbouwen. Als professionals spiegelinformatie krijgen over de resultaten van hun handelen, gaan er dingen veranderen. Er zijn veel landen om ons heen waar we op allerhande aspecten veel van kunnen leren. Dat moeten we gaan doen; ik zie dat als een proces waar we doorheen moeten. In ieder geval zullen we een manier moeten gaan vinden om sturen op gezondheidswinst op populatieniveau lonender te maken dan sturen op geld en medische verrichtingen met het oog op de genezing van ziekte.

2018:

Om richting waarde gedreven zorg te kunnen bewegen, moeten artsen zich kwetsbaar en lerend durven opstellen. Maar veel specialisten zijn conservatief.  Van de Laar heeft daar wel een verklaring voor.  Bescheidenheid zit niet in de opvoeding van toekomstige artsen. De beste jongens en meisjes uit de klas op de middelbare school mogen geneeskunde gaan studeren. Ze zijn zes tot acht jaar bezig om arts te worden en daarna nog eens zes jaar met een specialisme. De besten van de klas die ook nog eens twaalf jaar studeren, daar kan niet aan getwijfeld worden. Veel artsen komen hun loopgraven nog niet uit. Als de kwaliteitsindicatoren niet rooskleurig zijn, ligt dat aan de steekproef die niet goed is of de patiënten die lastiger zijn dan gemiddeld.  Artsen moeten over een drempel heen stappen en niet bang zijn om hun prestaties transparant te maken. Ze zijn niet meer de koning in het ziekenhuis. Het zou mooi zijn als de patiënt de plaats op de troon kan overnemen.

2019:

We vergeten dat geneeskunst meer is dan geneeskunde. Onwel bevinden van mensen is niet altijd met de huidige kennis biomedisch verklaarbaar, laat staan oplosbaar. De keuze en uitvoering van behandelingen zijn in hoge mate afhankelijk van de patiënt, persoonlijke factoren en preferenties. De beste uitkomsten van medische zorg vergen uiteraard een zo goed mogelijke diagnose en therapie, maar dit alles moet passen bij de individuele patiënt.  Samen beslissen op basis van de best mogelijk biomedische en gedragswetenschappelijke informatie, maar vooral over en weer respect zal leiden tot de best mogelijke uitkomsten voor de patiënt. Uitkomsten die van belang zijn voor de patiënt centraal stellen betekent dat we de patiënt centraal stellen. Ik zie grote kansen voor waarde gedreven zorg. Ik denk dat zonder inzicht in de gecreëerde waarde de gezondheidszorg het risico loopt beheerst te worden door bezuinigingen en verlies van kwaliteit.

 Bronnen van bovenstaande citaten zijn: hier + hier + hier + hier + hier

Eerdere bijdragen over inspirerende artsen:

19.10.2019: Inspirerende artsen (01): Piet van Loon

05.12.2019: Inspirerende artsen (02): Dirk de Wachter

03.02.2020: Inspirerende artsen (03): Wanda de Kanter

04.01.2021: Inspirerende artsen (04): Marcel Slockers

12.05.2021: Inspirerende artsen (05): Liesbeth van Rossum

13.08.2021: Inspirerende artsen (06): Arjen Göbel

26.11.2021: Inspirerende artsen (07): Nienke Nieuwenhuizen

05.04.2022: Inspirerende artsen (08): Jacques de Milliano

01.11.2022: Inspirerende artsen (09): Nico van der Lely

21.09.2023: Inspirerende artsen (10): Anita Vreugdenhil

17.10.2023: Inspirerende artsen (11): Rob Vrenken

 

 

Vragen of opmerkingen?