Precies drie maanden heeft de minister van VWS erover gedaan om een begrotingsgat van 165 miljoen euro te dichten (blog). De minister sprak zelf over “de ombuiging die onverwacht op mijn begroting was beland”. Deze taakstelling komt nu neer bij de sector wijkverpleging.

In deze blog ga ik in op besluitvorming en consequenties.

Dit was het recente antwoord van de minister in de Kamerbrief.

Kamerbrief over alternatieve invulling voor ombuiging «subsidie bij- en nascholing medisch specialisten» (VWS, 18 maart 2025)

Minister: “Op basis van de uitvoeringsinformatie van het Zorginstituut Nederland over de uitgaven in het kader van de Zorgverzekeringswet is er sprake van structurele onderuitputting binnen de sector Wijkverpleging. Het kabinet acht het van belang dat de zorguitgaven realistisch geraamd worden net als dat geldt voor alle andere uitgaven. In de voorjaarsbesluitvorming wordt de raming binnen de sector Wijkverpleging om deze reden naar beneden bijgesteld. In overleg met de minister van Financiën is vervolgens besloten om de taakstelling van 165 miljoen euro via deze reeds voorgenomen bijstelling in te vullen.”

Wat ging er ook aan vooraf?

In december 2024 kwamen de huidige coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB en de oppositiepartijen CDA, ChristenUnie, JA21 en SGP tot een akkoord over de onderwijsbegroting. Van de voorgenomen bezuiniging van 1,9 miljard euro op onderwijs werd toen zo’n 700 miljoen geschrapt, waarmee werd voorkomen dat de Eerste Kamer de OCW-begroting zou afkeuren.

De geschrapte bezuinigingen op de OCW-begroting zouden deels voor 315 miljoen worden betaald met geld uit de zorgbegroting van het ministerie van VWS: 150 miljoen euro op de beloning van vrijgevestigde medisch specialisten en daarnaast 165 miljoen euro op de VWS-subsidieregeling ‘Strategisch opleiden van medisch specialistische zorg’. Echter wat bleek, niemand had zich gerealiseerd dat deze laatste bezuiniging niet alleen medisch specialisten zou raken, maar óók verpleegkundigen en ondersteunend ziekenhuispersoneel. Dat was voor allen een brug te ver.

De zorgsector van vijf betrokken organisaties (van medisch specialisten, ziekenhuizen, universitaire medische centra, zelfstandige klinieken, en verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten) reageerde direct in een gezamenlijke verklaring met de mededeling dat „de zorgsector deze extra bezuinigingen niet kan dragen. De zorg staat voor gigantische uitdagingen, met oplopende arbeidsmarkttekorten en een toenemende zorgvraag” (Brief, 12 december 2024).

Reactie van V&VN-voorzitter Bianca Buurman: “Dit is onacceptabel. Dit is de zoveelste bezuiniging in korte tijd op het personeel in de zorg.” Verder was de reactie van NFU, NVZ, ZKN, V&VN en de Federatie te stoppen (hier) met de gesprekken over de totstandkoming van een aanvullende Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA).

De minister werd verzocht een alternatief te zoeken, stemde daarin toe en komt vorige week na een zoektocht van 3 maanden met het voorstel de 165 miljoen te halen uit het VWS-budget van de sector Wijkverpleging.

Begin februari 2025 besloten de vijf organisaties na deze mededeling weer aan te sluiten bij de AZWA-overlegtafel (hier/hier/hier/hier).

De reacties van de brancheorganisatie en de beroepsvereniging

Aansluitend op het bericht van de minister 165 miljoen euro weg te halen uit het budget van de wijkverpleging kwamen er reacties van ACTIZ en de V&VN (+ hier).

ACTIZ is de branchevereniging van 400 zorgorganisaties, die met bijna 500 duizend medewerkers twee miljoen ouderen en chronisch zieken verplegen en verzorgen. Thuis, in het verpleeghuis en in verblijfsvoorzieningen tussen ziekenhuis en thuis in. 

V&VN (Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland) is met meer dan 100.000 leden de grootste beroepsvereniging van Nederland voor verpleegkundigen, verzorgenden en verpleegkundig specialisten. Dit zijn hun reacties vorige week…

Bericht ACTIZ 2025: “ActiZ kritisch op besluit Agema: wijkverpleging blijft in de kou staan

19.03.2025: “ActiZ is verbaasd dat de minister van VWS 165 miljoen euro uit het budget voor de wijkverpleging wil gebruiken om de bezuinigingen op de opleidingen van verpleegkundigen in het ziekenhuis te dekken. Zij laat hiermee de ouderenzorg en de wijkverpleging opnieuw in de kou staan.

Al jarenlang pleit ActiZ voor meer geld voor opleiden in de wijkverpleging. Het vorige kabinet erkende deze noodzaak en heeft de toezegging gedaan het opleiden in de wijkverpleging beter en structureel te zullen financieren in het Investeringsakkoord Opleiden Wijkverpleging van 2023. Dit kabinet heeft deze afspraak echter niet doorgezet. Sterker nog, er is een forse bezuiniging op de opleidingen buiten het ziekenhuis aangekondigd. Bestuursvoorzitter Anneke Westerlaken van ActiZ zegt: ‘Dit besluit ondermijnt de toekomst van wijkverpleging. Terwijl de zorgvraag blijft stijgen en personeelstekorten toenemen, is het essentieel om te investeren in preventie en opleidingen binnen de wijkverpleging. Dat het almaar niet lukt om dit geld in te zetten waarvoor het bedoeld is, mag geen reden zijn om het zonder pardon over te hevelen naar een andere zorgsector.’ Het feit dat niet al het budget voor de wijkverpleging wordt besteed, komt niet door te weinig vraag naar wijkverpleging. Integendeel, de personeelstekorten en werkdruk lopen almaar op in deze sector. Er blijft geld over door gebrekkige regelgeving en beleid. Daardoor kan het geld niet ingezet worden waar het hoort: aan de voorkant van de zorg, opleiden in de wijk, zorgtechnologie, hulpmiddelen en in het sociaal domein. Daar is het geld dat nu wordt weggegeven voor bedoeld. De beoogde en noodzakelijke afspraken in de zorgakkoorden komen hiermee onder druk te staan. Opleiden in de wijk is een heel belangrijk thema wat in de zorgakkoorden verankerd moet worden. 

Bericht V&VN 2025: “Oplossing voor bezuiniging op scholing verpleegkundigen ‘niet optimaal’”

18.03.2025: Bianca Buurman, voorzitter V&VN: “Dit wordt gehaald uit een potje voor de wijkverpleging waar jaarlijks geld overblijft, onder meer als gevolg van het tekort aan zorgprofessionals. Dit geld zou anders teruggaan naar de kas van de overheid. Het wordt gelukkig dus wel besteed aan verpleegkundigen. Eind 2024 werd bekend dat er onverwacht 165 miljoen zou worden bezuinigd op bij- en nascholingen van verpleegkundigen in de ziekenhuizen. V&VN-voorzitter Bianca Buurman noemde dit ‘zo’n beetje het slechtste idee van 2024’, omdat juist scholingen ervoor zorgen dat verpleegkundigen de zorg niet verlaten. “Dat deze bezuiniging niet doorgaat, is een goede uitkomst. Tegelijkertijd is het heel erg jammer dat dit gedekt wordt met geld dat bedoeld is voor de wijkverpleging. Wat ons betreft moet ál het geld dat bedoeld is voor de verpleging ook daadwerkelijk bij zorgprofessionals terecht komen en niet terugvloeien naar de overheid. De ‘oplossing’ van de minister is goed nieuws voor de verpleegkundigen in de ziekenhuizen. Maar dit lost niets op voor de wijkverpleegkundigen. Zij zouden zo’n regeling voor opleiden in de wijk goed kunnen gebruiken. Dit geldt overigens voor alle sectoren buiten het ziekenhuis. Zo verandert het slechtste idee van 2024 in een niet optimaal idee. We willen de minister nadrukkelijk vragen om met de aanvullende afspraken van het IZA niet alleen wat te regelen voor de verpleegkundigen in het ziekenhuis, maar voor professionals overal in de zorg, zoals de ggz, de gehandicaptenzorg, de verpleeghuizen, de wijkverpleging en de GGD’s.”

Deze beide kritische beschouwingen over de uitkomst voor specifiek wijkverpleging werden op de dezelfde dag van 18 maart, in een tijd van toenemende vergrijzing (hier), ondersteund door een artikel in de Telegraaf (Telegraaf, 18 maart 2025). Daarin werd alleen al in de eerste alinea het belang van wijkverpleging benadrukt (citaat): “Er zijn te weinig verpleeghuisplekken en daarom is het beleid om mensen zo lang mogelijk in hun eigen huis te verzorgen. Maar of die zorg afdoende is, daarop is weinig zicht. Rijkere ouderen kopen zelf extra zorg in, maar degenen die daarvoor niet de middelen hebben, dreigen weg te kwijnen.”

Debat in de Tweede Kamer (20.03.2025)

Ook de minister had het vorige week moeilijk in het debat met de Tweede Kamer haar besluit te verdedigen (hier/citaat NOS, 20 maart 2025, 2e teksthelft + Zorgvisie, 21 maart 2025): “Minister begon haar betoog met een verwijt aan wat ze ‘de mainstream media’ noemde. Die zouden haar besluit over de wijkverpleging niet juist hebben weergegeven. Volgens haar is er onrust ontstaan in die sector omdat media zouden hebben gemeld dat er een bezuiniging van 165 miljoen euro zou worden doorgevoerd. Het is volgens haar echter geen bezuiniging maar geld dat structureel niet wordt uitgegeven op de begroting. Het kostte veel moeite om de onjuiste koppen aangepast te krijgen (einde citaat).”

Gezien dit citaat over ‘niet-uitgegeven-geld’ eerst de focus op euro’s en getallen.

De genoemde “onderuitputting” van het budget wijkverpleging

Een budgetbedrag voor wijkverpleging wat niet wordt uitgegeven betekent dat de som van declaraties van wijkverpleegkundige zorg in een specifiek jaar achterblijft bij het vooraf met IZA overeengekomen jaarbedrag. Een jaarbedrag wat ook op Prinsjesdag in de Rijksbegroting is terug te vinden.

Dat er een onderuitputting van het budget bestaat, kan 101 reden hebben. Ik noem er enkele: slechte contracten, te weinig geld voor innovatie, samenwerking en ter regulering werkdruk/arbeidstijd, te lage zorgtarieven, geen beloning preventieve activiteiten, niet te declareren administratietijd, omzetplafonds, eigen indicatiestelling, opgelegde beperkingen bij dit indiceren, vage begrenzing met wijkverpleegkundige Wlz-zorg in thuissituatie, maximering van ureninzet palliatieve zorg en ja…, óók personeelstekort.

De hamvraag bij jaarlijkse onderuitputting van budget: kan de sector als geheel voldoen aan de zorg die de basisverzekering voor burgers 24/7 rechtmatig biedt? En zo ja, wordt deze wijkverpleegkundige zorg naar behoren als te duiden ‘noodzakelijke zorg’ ook door verzekeraars ingekocht? Zeg het maar…

Begroting en exploitatiecijfers kosten wijkverpleging (in maart 2025)

Wijkverpleging

    2021

       2022

       2023

        2024

        2025

Rijksbegroting

   3.918

     4.098,7

      3.801,6

      4.123,3

      3.494,1

Rijksjaarverslag

   3.396,0

     3.108,4

      3.210,8

(Mei 2025 bekend)

 (Mei 2026 bekend)

Het verschil

-521,9mln.

    -990,3mln.

    -590,7mln.

           ?

           ?

De zogenaamde onderuitputting van het budget wijkverpleegkundige zorg speelt binnen de Zorgverzekeringswet al jaren. De minister heeft gelijk dat er op dit budget, vastgelegd in de Rijksbegrotingen en in het Integraal Zorgakkoord (IZA), geen trekkingsrecht bestaat. Welke oorzaak ook (‘het verschil’ rij 3 bovenstaande tabel), zie de enorme bedragen in de mismatch tussen de vooraf verwachte kosten (Rijksbegrotingen/Miljoenennota’s) en achteraf als exploitatie de som van gedeclareerde kosten (Rijksjaarverslagen).

Wat in deze tabel ook is te zien, is de forse korting op het budget wijkverpleging 2025. Ten opzichte van 2024 is dit al €629 miljoen minder. Dat is een bericht van Prinsjesdag 2024, dus drie maanden vóórdat de politieke discussie begon over wáár de minister uit haar VWS-begroting de 165 miljoen euro moest halen om de compensatie van de gedane/opgelegde concessie bij de OCW-begroting waar te maken.

Het Rijksjaarverslag 2024 volgt (pas) in mei 2025. Door echter nu al te kijken naar de gedeclareerde kostencijfers 2024, die via Vektis bij de Zorgcijfersdatabank (ZiN) terecht komen, en die straks de opmaat vormen voor de definitieve gegevens in het Rijksjaarverslag, zien we de volgende tabel:

Begroting en exploitatiecijfers kosten wijkverpleging (maart 2025)

 

     2023

          2024

         2025

Rijksbegroting

   3.801,6

      4.123,3

      3.494,1

Zorgcijfersdatabank

3.217.238.847

 3.339.715.194

 

Het verschil

   -584,4 mln.

     -783,6 mln.

           ?

Als het (door mij) goed is berekend, wordt dan de uitkomst: 3494,1 (2025) minus 3339,7 (2024) = €154,4 mln. als het nieuwe verschil, zijnde het meest actuele kenmerk waarop de ministeriele korting vorige week op het budget van wijkverpleging is gebaseerd.

In de Rijksbegroting 2025 wordt zelfs het budget wijkverpleging 2024 met terugwerkende kracht aangepast om voor lezers het ‘natuurlijke’ verloop te laten zien: de “4123,3” uit de Rijksbegroting 2024 is een jaar later ‘gemuteerd’ en vervangen door “3383,5”…

Natuurlijk gaan met de kennis van deze twee tabellen nu de gedachten nog eens uit naar de start van het Integraal Zorgakkoord, in september 2022. Toen behalve de huisartsen, ook de wijkverpleging meer tijd nodig hadden of zij wel akkoord konden gaan met gemaakte afspraken. Hadden huisartsen daarvoor drie maanden nodig, de wijkverpleegkundigen waren sneller overtuigd: 4 dagen. In onderstaand kader nog eens hun afweging destijds. Terug naar september 2022.

Berichten ACTIZ 2022: Zorgakkoord NIET ondertekenen versus Zorgakkoord WEL ondertekenen

12.09.2022: ‘De afspraken van het Integraal Zorgakkoord staan niet ter discussie’, laat voorzitter Anneke Westerlaken weten. ‘ActiZ-leden voelen de maatschappelijke verantwoordelijkheid om samen de grote uitdagingen voor de zorg het hoofd te bieden en de wijkverpleging toekomstbestendig te maken. De zorgvraag stijgt, de vergrijzing neemt toe, er is sprake van grote krapte op de arbeidsmarkt. Kortom er wordt veel gevraagd van zorgprofessionals.’

‘Nu al is de rek eruit: er zijn wachtlijsten, uitgestelde zorg en het vinden van zorg en ondersteuning is lastig. Toekomstgericht investeren in de wijkverpleging is daarom harde noodzaak om met schaarse zorgcapaciteit zoveel mogelijk mensen te kunnen helpen en ondersteunen. Leden van ActiZ willen dat in de zorgcontracten van zorgverzekeraars voor komend jaar al terugzien. Dat gebeurt nog onvoldoende en dat biedt onvoldoende vertrouwen om nu een handtekening te zetten.’

———————————————————————————————————————

16.09.2022: “Maandag liet ActiZ weten geen handtekening te kunnen zetten onder het Integraal Zorgakkoord omdat er eerst meer garanties, randvoorwaarden en resultaten nodig waren. Hierna is veelvuldig gesproken met het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit, Zorgverzekeraars Nederland en andere IZA-partijen. Het ging over de al gemaakte afspraken en hoe hier verder uitvoering aan wordt gegeven in de praktijk. Dit leidde tot voldoende vertrouwen bij de ActiZ-leden om het Integraal Zorgakkoord alsnog te steunen. Wel onder de conditie dat de afspraken worden nageleefd en al in de zorgcontractering van 2023 zichtbaar zijn.”

Het transitieargument: “personeelstekort” (blog/blog)

In elk beleidsdocument wordt tegenwoordig personeelstekort in de zorg genoemd als argument voor transitie. Zo ook als verklaring van de onderuitputting van het budget wijkverpleging. Met als hoopvol alternatief digitalisering, soms zelfs robotisering.

Nu is er in meerdere sectoren een tekort aan handen, maar het overheidsbeleid is inmiddels ook afgestemd op de aanname dat in de zorg méér dan 1:6 of 7 van alle werknemers als onwenselijk wordt gezien.

Beleidsmatig is de personele beschikbaarheid verbonden in de bekende beleidsketen:  IZA + TAZ + WOZO + GALA + SPUK/hier, specifieker binnen TAZ de veertien afspraken binnen drie lijnen van het programma Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg & welzijn, (TAZ, mei 2022 en TAZ, september 2022 + Kamerbrief, 16 december 2024).

Uit eigen blog, 20 december 2024: “Oplopend tekort aan zorgpersoneel. Juist nú bezuiniging op opleidingen? …”

Deze blog gaat over de impact van deze maatregel in het licht van het oplopend personeelstekort in de zorg. Daarbij was eerder al bekend dat het kabinet Schoof een bezuiniging doorvoert op het Stagefonds (hier/hier/hier) en op preventie (hier) en publieke gezondheid, inclusief op de pandemische paraatheid (blog). Door de onduidelijkheden over de status van de Zzp’er in de zorg (hier/hier/hier/hier), de ban op het aantrekken van arbeidsmigranten in de zorg en het bewust laten achterblijven met 6% van loon van de zorg cao t.o.v. de cao van het bedrijfsleven (Kamerbrief, 16 januari 2024 +  hier/hier/hier), is deze personeelssituatie in zorgland cumulatief nog zorgwekkender geworden. Bezuinigingen nu op de instroom voor een betere personele beschikbaarheid (hier/hier) zal de al aanwezige kloof (hier) tussen vraag (blog) en aanbod noch dichten (hier/hier) noch kleiner maken (hier/hier). Het verwachte personeelstekort zou sowieso de komende jaren al oplopen. Voor de langere termijn steun ik bij beperkte personele beschikbaarheid de koers van Marjet Veldhuis (zie briefhier). De potentie ‘extra beschikbare handen’ bij de aanpak van personeelstekort ín de zorg zit, zeker als je als minister stelt het uit te willen voeren met het huidige personeelsbestand, bij een paradigmaverschuiving binnen de groep van áán de zorg werkenden (zie verder ‘derde punt’ in deze blog, 2023).

Kortom, ook de overheid heeft zelf een bijdrage geleverd aan het ontstane personeelstekort en vertelt richting burgers niet het hele verhaal. Nederland lijkt voor ouderenzorg thuis over te gaan van “zelfredzaam thuis met een beschikbare wijkverpleegkundige als professional” naar “samenredzaamheid thuis binnen lerende buurten met een woningtekort (hier) en met vele landgenoten als mantelzorgers (FTM, 22 maart 2025) en zo mogelijk een beschikbare wijkverpleegkundige ter ondersteuning”. Waarbij FTM deze week terecht stelt dat ook aan dit beleid een prijskaartje zit.

De politiek wordt met hun ouderenzorgbeleid links en rechts ingehaald door harde feiten.

Nu de korting op het budget van wijkverpleging neerdaalt in de eerste lijn, is mijn vraag wat het gedrag zal zijn van de AZWA/IZWA-bestuurders? En met name het gedrag van de vijf organisaties die eerder in een gezamenlijke verklaring met de mededeling kwamen dat „de zorgsector deze extra bezuinigingen niet kan dragen” en uit het IZA-overleg stapten. Is het nu minder erg??

Is er ook nog goed nieuws te melden?

Jazeker! De grootste aanbieder van wijkverpleegkundige zorg (Buurtzorg) heeft samen met anderen en met twee grote verzekeraars (Zilveren Kruis/VGZ) in een transformatieplan (plan, 2024-2027) overeenstemming bereikt over een uit te rollen plan met meer kleinschalige, eenvoudige en integrale zorg in buurten. Zoals het hoort: vanuit de mens denkend, samen met netwerken en met vertrouwen en verbondenheid als basis.

De titel van het plan: “De buurt als ecosysteem voor maatschappelijke gezondheidszorg”.

Aan de aanbodzijde van professionals is een alliantie actief, waarbij tussen zestien grote wijkverpleging organisaties verspreid over heel Nederland wordt samengewerkt. Samen bieden zij 60 tot 70 procent van de wijkverpleging aan in Nederland. Onder hen Buurtzorg waar op dit moment in hun duizend zelfstandige teams al 14.000 wijkverpleegkundigen en ziekenverzorgenden werken (Z&I, 19 maart 2025 + Skipr/Zorgvisie).

Een transformatieplan van de alliantie met een ambitieuze doelstelling (zie plaatje onder)

 

“Ook hier geldt het stappenplan: visie – missie – inhoud – organisatie/logistiek – noodzakelijk budget – bekostiging – tarifering – zorgcontract. Ga niet praten over budget/bekostiging als de eerste vier stappen geen draagvlak hebben binnen het zorgveld”

Geheel in overeenstemming met IZA verkent deze alliantie in de eerste jaren van uitvoering van het plan de samenwerking met het sociaal domein. Die is gericht op het verder ontwikkelen van de rol van burgers en van informele netwerken. Dat doet de alliantie met Sociaal Werk NederlandNederland Zorgt Voor Elkaar en Senioren Netwerk Nederland.

Het tweede goede nieuws is het afbreken halverwege 2024 van de zoektocht naar een bekostiging wijkverpleging op basis van cliëntprofielen. Dat ging natuurlijk niet werken, als je als NZa de werkzaamheden van wijkverpleegkundigen niet goed inschat. Ook hier geldt het stappenplan: visie – missie – inhoud – organisatie/logistiek – noodzakelijk budget – bekostiging – tarifering – zorgcontract. Ga niet praten over budget/bekostiging als de eerste vier stappen geen draagvlak hebben binnen het zorgveld. Mogelijk biedt dit transformatieplan met 5 thema’s (wél) een basis voor een (nieuwe??) goede bekostiging.

Tot slot

Al met al, dit kortingsbesluit is een besluit met consequenties.

*Op geleverde zorg. Er is op dit moment geen reden het budget wijkverpleging met 165 miljoen euro te korten, als niet precies bekend is in hoeverre alle burgers, met rechtmatige indicatie 24/7, wijkverpleegkundige zorg kunnen ontvangen. Zie bijvoorbeeld het Telegraafartikel en de uitkomst van het “Cliëntvolgend onderzoek in de wijkverpleging”, (Equalis, 24 mei 2024).

*Op toekomstbestendige en veilige zorg. Daarnaast dient deze noodzakelijke zorg inclusief (digitale) innovaties, binnen veilige arbeidstijden, in zorgcontracten te zijn vastgelegd. Wie controleert dat, c.q. mag/moet dat controleren: de toezichthouders en de brancheorganisaties! Het contract is het enige (juridische) instrument dat te regelen, wat niet goed loopt (blog). Wat niet goed is afgesproken, kan ook niet goed gedeclareerd worden en komt als zodanig ook niet meer voor in kostenplaatjes en begrotingen.

*Op versterking eerste lijn. Wat ook onverteerbaar is, is het verschuiven van eerstelijns wijkzorggeld naar deels de tweede lijn. Precies niet de route die wenselijk is bij vergrijzing, bij taakherschikking en bij zorgverplaatsing naar wijken (opinie). Het is ook niet de route bij, een al dan niet gedwongen, extramuralisering van Wlz-zorg (wachtlijst) met extra wijk(thuis)zorg als een van de gevolgen.

*Op voortgang van een goed projectplan. Hoe mooi het transformatieplan van de genoemde alliantie ook is, deze transformatiegelden zijn eenmalig.

*Op personele beschikbaarheid. Verder heeft de overheid een taak bij te dragen aan een betere personele beschikbaarheid (+ hier) van essentiële beroepen: instroom bevorderen, uitstroom beperken. Citaat van een recente arbeidsmarktprognose (rapport, 4 maart 2025) :”Nu daalt de instroom in zorgopleidingen. In het MBO is het aantal inschrijvingen voor verpleegkunde in twee jaar tijd met meer dan 7 procent gedaald. Voor verzorgende IG geldt zelfs een afname van 23 procent. De opleiding Verpleegkunde op het HBO laat een vergelijkbare trend zien, met een daling van 8,5 procent in de afgelopen twee jaar. De daling in de zorgopleidingen zal op termijn leiden tot een nog grotere personeelskrapte (einde citaat).”

*Op het taxeren van het macrokader op de stap ‘noodzakelijk budget’ uit het stappenplan. Niemand kan de verschuiving van “165 miljoen” goed beschouwen, zonder niet ook te kijken naar de jaarlijkse situatie rondom macrokaders vanaf 2021 (hier + zie bovenstaande tabellen). Zo is bijvoorbeeld het budget wijkverpleging uit de Rijksbegroting 2025, pg.209 (€3494 mln.) voor dit specifieke jaar 479 mln. lager dan destijds in IZA 2022, overeengekomen (€3973 mln.).: zie IZA-tabel, 16 september 2022, pg.112. Wat is een afspraak waard?

NB:

-het plaatje onder de blogtitel is afkomstig van de nieuwswebsite van RTL

-het 2e plaatje komt uit het transformatieplan van de alliantie van zorgaanbieders van wijkverpleegkundige zorg

Eerdere relevante blogs over (wijk)verpleging

21.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: de wijkverpleging (4) (cliëntprofiel versus uurtarief)

17.05.2022: Opnieuw staat aanpak personele tekorten in zorg in de picture (TAZ:110.000/Gupta)

13.09.2022: Huisartsen en wijkverpleging wijzen huidig zorgakkoord af (ANW/MTVP-garanties)

17.03.2023: Over personele tekorten en het daardoor niet krijgen van zorg (2 mln.burgers!)

23.03.2023: Ouderenzorg: hindernissen overgang kwaliteitskader naar kwaliteitskompas (Wlz)

18.04.2023: Zware verantwoordelijkheid voor regionale organisatie bij ouderenzorg (KWO-Wlz)

29.09.2023: Zorg voor kwetsbare ouderen: wie wat waar wanneer waarom en hoe (€+pers.+woon)

25.03.2024: Kritiek Buurtzorg op beoogde nieuwe bekostiging wijkverpleging (géén cliëntprofielen)

24.05.2024: Beleidsmotto “Thuis als het kan”. Hoe wordt dat bepaald? (budget/pers./extramuraal/MGZ)

13.09.2024: Transitie Wet langdurige zorg: doel en aanpak nog onduidelijk (MGZ/PE/budget/CPB)

20.12.2024: Oplopend tekort zorgpersoneel. Juist bezuiniging op opleidingen?… (begroting)

18.02.2025: Maak voor palliatieve zorg (thuis) één landelijk dekkende regeling (dwalen i/e regelwoud)

 

 

 

 

 

Vragen of opmerkingen?