
Mijn laatste blog ging over een beschouwing van de uitgaven 2024 van de Zorgverzekeringswet. Aanleiding waren het recent uitgekomen Rijksjaarverslag VWS 2024 en het traditioneel daarbij gepresenteerde Verantwoordingsonderzoek 2024 (Rekenkamer, 21 mei 2025). Bij deze beschouwing waren twee punten opmerkelijk:
- Een neerwaartse begrotingsbijstelling van de uitgaven van €1,2 miljard. Dit werd voor 89% toegewezen aan (minder) kosten wijkverpleging. De totale onderschrijding van de IZA-sectoren bedroeg daarbij €766,7 miljoen.
- Een belangrijk doel van het in 2022 gesloten Integraal Zorgakkoord (IZA, 2023-2026/blog), namelijk remming van de stijging van kostengroei, is gehaald. Enerzijds pleit de neerwaartse bijstelling voor deze remming, want met bijstelling wordt de begroting van vooraf van €64,2 miljard (Rijksbegroting VWS 2024, 16.09.2023, pg.178) nu achteraf neerwaarts gecorrigeerd. Anderzijds wordt nog steeds groei vastgesteld omdat ten opzichte van 2023 de kosten van de basisverzekering 2024 zijn toegenomen. Volgens het Zorginstituut: + 8,2% (zie plaatje boven onder blogtitel).
Deze uitkomst heeft dit jaar 2025 zowel gevolgen voor de Rijksbegroting 2025 (VWS, 17 september 2024, zorgverzekeringswet, pg.209), als voor de financiële paragrafen van nog goed te keuren akkoorden, het Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg (HLO) en het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA). Pikant, omdat niet alleen de minister nu is vertrokken, maar ook omdat eerder een aantal van de zestien aan AZWA deelnemende beroeps- en belangenorganisaties vanwege de financiële paragraaf tijdelijk het overleg aan de “grote” onderhandelingstafel hadden gestaakt.
Deze blog vandaag gaat over de rol van de zorgverzekeraars bij deze uitkomst(en). Binnen twee van de drie deelmarkten spelen zorgverzekeraars sinds 2006 een dominante rol, zijnde de zorgverzekeringsmarkt (= de markt van de polissen) en de zorginkoopmarkt (contract van zorgverleners). Op beide deelmarkten was het ook in 2024 onrustig.
Onrust op de zorgverzekeringsmarkt
Voor deze onrust wordt verwezen naar het document van de Zorgautoriteit (NZa, 20 mei 2025: hier + hier). Het gaat dan bijvoorbeeld over ontijdige informatie over premiestelling, over aanbod van amper onderling verschillende polissen, de onterechte koppeling van basisverzekering en aanvullende verzekering en de stijging van het aantal budgetpolissen. Deze laatste stijging maakt de positie van de zorgafhankelijke burger vanwege beperkende voorwaarden in een budgetpolis toenemend kwetsbaar.
Na een jarenlange dalende trend, verdween de laatste restitutiepolis per 2025 in het aanbod van zorgverzekeraars.
Onrust op de zorginkoopmarkt
Deze onrust heeft vooral te maken met de definiëring en handhaving van het begrip zorgplicht. Het principe is simpel: wie vereveningsgeld, Rijksbijdragen en nominale premies int, heeft inkoopplicht met resultaatverplichting. Een “discussie” die al minstens 5 jaar loopt (zie gerelateerde blogs onderaan) met een zeer discutabele opstelling van zorgverzekeraars gekoppeld aan een moeizame handhaving door de toezichthouder (blog/blog). Het meest prominent wordt dit, voor mij als buitenstaander, zichtbaar rondom het gemarchandeer bij de kosten van huisvesting bij huisartsen (blog) en bij de wachtlijsten voor burgers van de GGZ. Beschikbare capaciteit van GGZ wordt niet ingezet omdat verzekeraars bij zorginkoop de hand op de knip houden en de inkoop naar eigen inzicht maximeren. Terwijl het aantal op mentale zorg wachtende premiebetalers, inclusief de bijkomende negatieve impact (hier), zo groot is (blog).
Pijnlijk werd dit recent ook weer zichtbaar in een uitzending van consumentenrubriek Radar (Radar, 2 juni 2025). Met ook dubieuze antwoorden van de ZN-directeur (uitzending, vanaf 34 minuten, 35 seconden). De hoop op een oplossing is, nu de politiek niet (voldoende) ingrijpt, gevestigd op de uitkomst van een aangekondigde rechtszaak (hier).
Marktaandeel zorgverzekeraars
Het marktaandeel van de 20 zorgverzekeraars beschrijft het aantal verzekerden van de 17,7 miljoen basisverzekerden die bij de betreffende verzekeraar een polis hebben (Bron: Informatiekaart zorgverzekeringen, 20 mei 2025, pg.16).

Zoals is te lezen is het marktaandeel in 2024 van de vier grootste concerns zo’n 84,7%. Waarbij verder een relatief geringe verschuiving is te zien ten opzichte van voorgaande jaren.
Financieel resultaat zorgverzekeraars
Bij alle zorgverzekeraars was in 2024 sprake van een positief resultaat en is het eigen vermogen gestegen (Bron: BS Health Consultancy, mei 2025). Dit komt, zo is te lezen, vooral door positieve opbrengsten uit beleggingen. Het niet-technische resultaat bedroeg in 2024 gemiddeld 40 euro per verzekerde.
Het technisch resultaat is, met gemiddeld 20 euro per verzekerde, in 2024 gemiddeld lager dan in 2023. Dit wordt met name veroorzaakt door een sterkere stijging van de zorgkosten (gemiddeld 8,4%) dan de premies en bijdragen (gemiddeld 7,6%).
Ter info, het technisch resultaat gaat over het verzekeren van zorg en het niet-technisch resultaat over andere bedrijfsactiviteiten zoals beleggingen. Het technisch resultaat 2024 is niet bij alle zorgverzekeraars positief. In een plaatje…

Wordt specifieker gekeken naar de jaarverslagen 2024 van de zorgverzekeraars, dan hebben de grootste verzekeraars ook het beste financieel resultaat (let op!). In een tabel…
Financieel resultaat zorgverzekering 2024: vijf grootste zorgverzekeraars
+ €312 miljoen |
|
+ €132 miljoen |
|
+ €250 miljoen |
|
+ €79,8 miljoen |
|
+ €46,7 miljoen |
Beschouwing
Financiële ratio’s zijn niet zaligmakend als de taak die is afgesproken niet de gewenste uitvoering en het gewenste resultaat geeft. Dat geldt niet alleen voor de zorginkoopplicht van zorgverzekeraars, maar ook voor zorgverlening van zorgaanbieders. Dit laatste eerder gemeld in het kader van een beschouwing op de jaarverantwoording bij Wet toetreding zorgaanbieders (blog, 2022). Dezelfde beperking geldt overigens voor het wetstraject van het op 29 januari 2025 bij de Tweede Kamer ingediende wetsvoorstel Wet integere bedrijfsvoering zorgaanbieders (Wibz). Te onduidelijk is (blijkbaar) vastgelegd, gezien de situatie nu, wat het woord regulering bij gereguleerde marktwerking betekent voor burgers, zorgverzekeraars en ZBO’s.
Als financiële ratio zie ik ook het beschikbaar zorgbudget. Spreken we van een opgelegd budget of een noodzakelijk budget? Een noodzakelijk budget is een berekeningsitem vanaf de werkvloer en borgt enerzijds uitvoering van inhoud en organisatie en geeft anderzijds met de drie bouwstenen van de bekostiging, zijnde praktijkkosten van noodzakelijke zorg (1), arbeidskosten met inkomenscomponent (2) en arbeidsduur met veilige werktijden (3), de te leveren zorg een juiste én toekomstbestendige dekking.
Het idee was in de aanloop naar de Zorgverzekeringswet 2006 dat zorgverzekeraars beter in staat zouden zijn, als privaat bedrijf in een door de overheid gereguleerd systeem, de zorg betaalbaar en kwalitatief goed te houden. Dat wil de overheid uiteraard ook, zij bepaalt zelf het budget, maar legt de uitvoering elders. Met een dergelijke tweespalt qua verantwoordelijkheden liggen spanningen en suboptimale uitkomsten op de loer.
Conclusie: het melden van het huidig financieel resultaat van zorgverzekeraars is leuk voor de bühne, maar heeft beperkte waarde.
Daar komt bij dat als de beleggingswinst van zorgverzekeraars, het niet-technische resultaat, een zo’n grote bijdrage levert aan het financieel resultaat, dit in het huidige geopolitieke klimaat (fysieke oorlog op en nabij het continent, dreigende handelsoorlog, functioneren kabinet) een kwetsbaar fundament is. Dat geldt voor pensioenen, maar ook voor beleggingen, hier van zorgverzekeraars (hier/hier/hier).
Wat resteert…
In 2024 hebben we nog te maken met 10 concerns met totaal 20 zorgverzekeraars. Met voor dezelfde basisverzekering 59 polissen. Het laatste overstappercentage was 7,4% ofwel 1,2 miljoen basisverzekerden. De belangrijkste reden van overstap is onvrede over de premie. Zorgelijk is het gegeven dat een toenemend aantal burgers, nu 28,5% van alle verzekerden (2025), kiest (moet kiezen?) voor een budgetpolis met beperkende voorwaarden.
Als ook de conclusie is dat er jaarlijks maar relatief geringe verschuivingen optreden wat betreft marktaandelen van verzekeraars, is het dan niet beter bij het gegeven van 1 basisverzekering te kiezen voor 1 polis en deze onder te brengen bij 1 “verzekeraar” met een klein aantal regiokantoren?
Wat bij een dergelijke keuze wegvalt: risicoselectie, het jaarlijkse overstapcircus inclusief de kosten ervan, de inspanningen rondom zorgverevening, de onderlinge concurrentie, het complexe toezicht bij 20 verzekeraars, premieverschillen binnen het 50%-aandeel, mogelijk vrijwillig eigen risico, contractversnippering, onnodige verdienmodellen, het meelifteffect (‘free-rider’), kortetermijnpolitiek etc.
Tot slot, het kan ook anders (blog). De mooiste vrijheid zit in de simpele kans dat je elke dag opnieuw mag kiezen wat je gaat doen. De tijd lijkt er rijp voor (Jan Rotmans, NRC, 5 juni 2025 + Joba van den Berg, Z&I, 4 juni 2025).
NB:
-plaatje onder de titel is afkomstig van het Zorginstituut (hier)
-plaatje 2 komt van de Informatiekaart Zorgverzekeringen 2025 (NZa)
-plaatje 3 over financieel resultaat van zorgverzekeraars: BS Health Consultancy
Eerdere gerelateerde blogs
14.12.2020: Zorgplicht zorgverzekeraar is primair een resultaatverplichting (NZa met plichten ZV) (
29.03.2021: Handhaving inkoopplicht zorgverzekeraars moet na 15 jaar nog beginnen (NZa)
14.02.2022: Zorgplicht impliceert juiste inkoop van voldoende zorg (1) (tijdig, wet, ZV, rol IGJ, NZa)
16.02.2022: Zorgplicht impliceert juiste inkoop van voldoende zorg (2) (tijdig, wet, ZV, rol IGJ, NZa)
18.08.2022: Zorgplicht zorgverzekeraars blijft een (te) vaag omschreven begrip (plicht à “samen”)
11.10.2022: Niet-gecontracteerde zorg verdient meer waardering (werk + contractbespreking + IZA)
26.04.2023: Laat rechter spreken over status wachtenden in GGZ (84.000, Treeknorm, verevening)
13.06.2023: Zorgcontractering is complex gemaakt (1) (IZA, transformatie, beoordelingskader, ongelijkwaardig)
15.06.2023: Zorgcontractering is complex gemaakt (2) (minister spoorboek, nieuwe Handreiking contract)
19.06.2023: Zorgcontractering is complex gemaakt (3) (bijdragen advocaatkantoren contract)
22.06.2023: Zorgcontractering is complex gemaakt (4) (NZa monitor contractering 2022)
22.10.2022: Zorgverzekeringswet: de aanloop en de macht van werkgevers (1) (80->50%+markt)
25.10.2022: Zorgverzekeringswet: de aanloop en politieke besluitvorming (2) (VNO/CDA/VVD)
27.10.2022: Zorgverzekeringswet: het resultaat, met nu nog 7 bespreekpunten (3) (politieke inzet)
20.11.2023: Adequate zorg verdient waardering, ook als niet-gecontracteerde zorg (HR/polis)
06.12.2023: Passend contract ook in IZA-tijdperk moeizaam te realiseren (rechtszaken/betaaltitel)
19.12.2023: Hoe macro-economische aspecten de spreekkamer binnendringen (TWMZ/ombuigingen)
02.04.2024: Wachtlijsten bij de GGZ: over oorzaken en oplossingen (1) (dysbalans vraag-aanbod + financiën)
04.04.2024: Wachtlijsten bij de GGZ: over oorzaken en oplossingen (2) (MGN-Uit de knel-HA-GEM-contract)
09.04.2024: Wachtlijsten bij de GGZ: over oorzaken en oplossingen (3) (NZa-lijst + antw. minister)
15.06.2024: Uitkomst rechtszaak GGZ van belang voor heel de zorg (wachtlijst: rol staat/verzekeraar)
07.05.2024: Raad van State vraagt toelichting bij wijziging wetsvoorstel artikel 13 Zvw
20.06.2024: (Weer) waarschuwingen uit zorgveld bij wijziging Art. 13 Zorgverzekeringswet
28.06.2024: Zorgcontractering als speelbal van beleid (wijzigingen zorgcontractering: Mous/Maverick)
15.07.2024: Overbehandeling schaadt zorg en stelsel (4 artikelen: arts/Linnean/aanneemsom + afschaf DBC)
04.09.2024: Zorgverzekeringswet wijzigen betekent eerst de noodzaak ervan inzien (update 2024)
18.09.2024: Onder de loep: Regeerprogramma en Rijksbegroting VWS 2025 kabinet Schoof
24.09.2024: Wat zegt de zorgpremie 2025 over de zorg in komend jaar? (tekorten/wachtlijst)
09.12.2024: Promovendus ziet financiële risico’s doorgeschoven worden naar zorgorganisaties
27.02.2025: Verscherpt toezicht CZ legt ook functioneren NZa onder vergrootglas (resultaat)
29.03.2025: In afwachting van AZWA (het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord/ + IZA/sociaal domein)
22.04.2025: Reactie op RVS-rapport: Iedereen bijna ziek (keerzijden screening, testen, BVO + nieuwe wet)
03.06.2025: Budgetonderschrijding IZA-sectoren vooral zichtbaar bij wijkverpleging (€€Rijk/AR)
Wat een waanzin dat de zorgverzekeraars ruim 13 miljard euro aan reserves/eigen vermogen hebben. De Nederlandsche Bank vereist van de zorgverzekeraars een reserve van tussen de 3 en 5 miljard euro voor onverwachte kosten, ze hebben 2 tot ruim 4 keer zoveel, allemaal geld wat opgepot wordt en niet besteed is en wordt aan zorg. Allemaal premie die wij teveel betaald hebben.
Vlak voor de corona crisis hadden ze reserves van ruim 9 miljard euro en hadden dus geheel of gedeeltelijk ingezet moeten worden voor de extra zorg door corona. Niet gebeurt want de zorgverzekeraars zijn geheel gecompenseerd door de Rijksoverheid (ons dus) en konden mooi op hun reserves blijven zitten.
En de jaarlijkse krokodillentranen dat ze x miljoenen euro’s hebben moeten inzetten van hun reserves om de premie te drukken zijn ze wettelijke toe verplicht en alsnog groeien de reserves per jaar met ~1 miljard euro.
Dus ik zou zeggen; wij de burgers die verplicht zijn om een zorgverzekering af te sluiten accepteren geen verhoging van de premie totdat de reserves weer op het vereiste niveau zijn wat de De Nederlandsche Bank wil. Laat ze maar lekker interen op de onnodige reserves.
Hallo Anton !
Een prima analyse van de gekte sinds 2006 die ons zorgstelsel is. Eerst even wat kort commentaar. En dan verwijzing naar een analyse van mij die rond 2012 al op HuisartsVandaag stond.
“Het idee was in de aanloop naar de Zorgverzekeringswet 2006 dat zorgverzekeraars beter in staat zouden zijn, als privaat bedrijf in een door de overheid gereguleerd systeem, de zorg betaalbaar en kwalitatief goed te houden.”
Hier zaten heel andere belangen achter. Namelijk bij het Zilveren Kruis en bij VNO/NCW. Ik maakte dit van dichtbij mee. Het resultaat is een onnodig ingewikkelde en dus onnodig duur stelsel.
“De belangrijkste reden van overstap is onvrede over de premie. Zorgelijk is het gegeven dat een toenemend aantal burgers, nu 28,5% van alle verzekerden (2025), kiest (moet kiezen?) voor een budgetpolis met beperkende voorwaarden. ”
Mee ophouden dus.
“Wat bij een dergelijke keuze wegvalt: risicoselectie, het jaarlijkse overstapcircus inclusief de kosten ervan, de inspanningen rondom zorgverevening, de onderlinge concurrentie, het complexe toezicht bij 20 verzekeraars, premieverschillen binnen het 50%-aandeel, mogelijk vrijwillig eigen risico, contractversnippering, onnodige verdienmodellen, het meelifteffect (‘free-rider’), kortetermijnpolitiek etc.”
Klopt.
Zie verder: https://beroepseer.nl/blogs/waarom-ons-zorgverzekeringsstelsel-onnodig-duur-is-ruil-het-in-voor-de-slimheidsolidaire-zorgverzekeraar-3-0/