Bij wat uitgelekt is aan informatie zouden de vier formerende politieke partijen richting een nieuw kabinet “iets” willen doen aan het verplichte eigen risico (VER) van de basisverzekering. Zoals bekend is deze VER maximaal €385 per persoon per jaar. Niet bij alle zorg die wordt gefinancierd via de Zorgverzekeringswet geldt een verplicht eigen risico (uitzondering). Naast een VER kent de wet ook eigen bijdragen bij verkregen zorg, gezamenlijk eigen betalingen genoemd.

De zorgparagraaf in het verkiezingsprogramma van de grootste politieke partij (PVV) is eerder besproken (blog, 27 november 2023). Daarin wordt uitgelegd de 50%-50% regel dat als een deel van de zorgfinanciering van de Zorgverzekeringswet wegvalt, de compensatie binnen hetzelfde 50%-deel moet plaatsvinden. In de praktijk betekent dit dat beleidsmatig afschalen van de VER-opbrengst gelijktijdig opschaling moet betekenen van de opbrengst van de nominale premies. Daarnaast wordt parallel aan het verminderen/afschaffen van een VER verwacht dat het remmend effect bij de burger om van zorg gebruik te maken, zal verminderen. De opbrengst van eigen betalingen uit de Zorgverzekeringswet is terug te vinden in de jaarlijkse Rijksbegroting. De inmiddels vertrokken minister van VWS van het huidige demissionaire kabinet raamde de kosten van afschaf van de VER op 6 miljard per jaar (hier). Ook de huidige minister is tegen afschaf VER (Kamerbrief VWS, 26 april 2024) en pleit voor een alternatieve maatregel om het VER slimmer toe te passen, namelijk ‘Tranchering eigen risico in de medisch-specialistische zorg’. Zodat burgers niet in één keer hun gehele eigen risico betalen als de kosten voor medisch-specialistische zorg € 385 of meer bedragen.

De politieke situatie

De politieke situatie is dat, los van de besprekingen van kabinetsformatie, een politieke meerderheid het VER voorlopig niet wenst te verlagen of af te schaffen (Zorgwijzer, 31 januari 2024 + Tweede Kamer). Met als opmerkelijk detail dat de PVV, in aanloop naar verkiezingen nog stevig pleitend voor afschaf (PVV/SBS-verkiezingsdebat, 16 november 2023: “Mevrouw kan niet wachten. Mevrouw moet nu dat geld hebben”), begin dit jaar in de politieke arena van de Tweede Kamer tegenstemde (hier/hier).

NL is met de formatie in afwachting van plannen van het nieuwe kabinet (FD, 2 mei 2024).

In deze blog ga ik verder in op neveneffecten van het hanteren van een VER.

 

     

 

Daarnaast heeft de politiek de instrumenten om te onderzoeken welke specifieke groepen daadwerkelijk in de financiële problemen komen bij een stapeling van eigen bijdragen

Burgers betalen aan zorg meer dan een VER

Een volwassene betaalt in Nederland in 2023 gemiddeld € 6.637 en in 2024 gemiddeld € 7.145 aan collectief gefinancierde zorg (zie tweede plaatje). Dat betreft niet alleen de nominale premie van de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de eigen betalingen voor de Zvw en de Wlz. Een Nederlander betaalt namelijk gemiddeld ook een fors bedrag aan Wlz-premie en de inkomensafhankelijke bijdrage (IAB) voor de Vzw. Deze IAB is het zogenaamde tweede 50%-deel van Zvw-financiering.

IAB-Zvw wordt voor een beperkt deel rechtstreeks door burgers betaald (gepensioneerden en zelfstandigen) en voor het grootste deel door werkgevers. Voor het deel dat de werkgevers betalen beïnvloedt de IAB de beschikbare loonruimte. Daarom wordt dit deel ook meegenomen in de totale som van de individuele uitgaven aan collectieve zorg (Bron: pg.166). Elke verandering van een der onderdelen, hier de VER, heeft dus consequenties voor totaalplaatjes van kosten en inkomen.

Het systeem van zorgtoeslag

De overheid betaalt een zorgtoeslag aan huishoudens met lage inkomens en middeninkomens als gedeeltelijke compensatie voor de kosten van de nominale premie, maar ook als compensatie voor het (gemiddeld) te betalen eigen risico. Dat de ontvangen zorgtoeslag ook betaling van het VER gedeeltelijk compenseert, is niet erg bekend (NIVEL, 30 augustus 2018). Maar staat toch echt in de Wet (Artikel 1-1-e) op de zorgtoeslag. Dit betekent dat afschaf van een VER óók invloed gaat krijgen op de hoogte van de zorgtoeslag!

De hoogte van deze zorgtoeslag is afhankelijk van het huishoudinkomen en van de standaardpremie basisverzekering. Deze standaardpremie is het gemiddelde van de nominale premies die de zorgverzekeraars in rekening brengen, vermeerderd met het gemiddelde bedrag dat een verzekerde aan eigen risico betaalt. De standaardpremie wordt elk jaar berekend door de Nederlandse Zorgautoriteit op basis van gegevens van zorgverzekeraars (Bron: pg. 226). De hoogte van de zorgtoeslag is dus niet afhankelijk van de hoogte van de eigen premie van de eigen zorgverzekering. Zorgtoeslag krijgen is afhankelijk van de eigen financiële armslag.

Deze zorgtoeslag dempt de individuele uitgaven aan zorg, maar vormt ook een kostenpost voor de gemiddelde burger omdat de begroting gefinancierde uitgaven betaald worden uit belastingopbrengsten. Per saldo heeft de zorgtoeslag daardoor geen effect op de gemiddelde zorglasten, maar alleen op de verdeling van zorglasten tussen mensen met hogere en met lagere inkomens.

Wie er precies op voor- en achteruitgaat bij een systeemverandering van financiering zal veel rekenwerk vragen. Voor wie geen zorgtoeslag ontvangt, de hogere inkomens, is afschaf VER gunstiger (hier). Een lagere zorgtoeslag wordt beschouwd als een vorm van lastenverzwaring.

De hoogte van de zorgtoeslag

Bij zorgtoeslag gaat het om veel mensen en een hoog budget. De hoogte van de zorgtoeslag is zoals gesteld afhankelijk van draagkracht op basis van het inkomen en het vermogen.

In 2013 ontving bijna 60 procent van de Nederlandse huishoudens zorgtoeslag. Het ging daarbij destijds om een uitgekeerd bedrag aan zorgtoeslag van 5,1 miljard euro (Bron: CBS). Recentere cijfers over de zorgtoeslag heb ik niet. Maar als de Rijksbegroting 2024 (pg.226) meldt dat binnen het generieke macrokostenplaatje de Nederlander gemiddeld 473 euro aan zorgtoeslag ontvangt, met ongeveer binnen het stelsel 17,5 miljoen verzekerden, dan gaat het kostenplaatje zorgtoeslag 2024 richting de 8,3 miljard euro. In 2023 werden 4,6 miljoen zorgtoeslagen uitbetaald (hier). Met aanvullend nog de mededeling dat ruim 1 op de 10 huishoudens met recht op zorg- of huurtoeslag deze niet aanvraagt (Nieuwsbericht, 19 juli 2023).

Monitor stapeling eigen bijdragen in Zvw, Wmo 2015 en Wlz (hier en hier, 8 mei 2024)

De afgelopen week verscheen de monitor met informatie over álle eigen bijdragen van drie stelselwetten in de zorg. Ook de omvang van de VER is meegenomen in deze monitor (pg.5). Hieruit bleek dat ongeveer een derde van de bevolking géén eigen bijdragen betaalt voor zorg en dat ongeveer twee derde van de bevolking (wel) te maken heeft met eigen bijdragen. Zij betalen gemiddeld € 39 per maand aan eigen bijdragen. Eigen bijdragen worden ingezet vanwege medefinanciering zorgkosten (1), het creëren van kostenbewustzijn (2), het remmen van onnodige zorgvraag (3), als besparingsmotief en als bijdrage wanneer zelf wordt gekozen voor een specifieke variant van zorg (4). Bij VER (hier) spelen de eerste drie motieven een rol.

Twee zaken in de monitor waren opmerkelijk. Allereerst het feit dat eigen betalingen in Nederland relatief laag zijn in vergelijking met andere landen. Ofwel, de gemiddelde eigen betalingen in Nederland liggen substantieel lager liggen dan de EU- en OESO-gemiddelden. In 2021 werd circa 9% van de totale uitgaven aan gezondheidszorg in Nederland gefinancierd door middel van eigen betalingen. De gemiddelden voor de EU- en OESO-landen liggen voor dat jaar een stuk hoger, respectievelijk op 15% en 19%.

Het tweede opmerkelijke punt is dat in de monitor de eigen bijdragen als gemiddelden binnen een specifieke groep worden getoond. Als een eigen bijdrage in een groep gemiddeld daalt, dan hoeft dat niet te betekenen dat die daling zich bij iedereen in de groep voordoet. De monitor geeft dan ook een beeld van de stapeling van eigen bijdragen vanuit een macro-perspectief. De individuele burger, zeker degene die wordt geconfronteerd met meerdere eigen bijdragen, heeft hier weinig aan.

De minister zegt daarom dat er nog steeds specifieke groepen zijn waarvoor de eigen bijdragen één van de factoren is die mede tot zorgmijding of financiële problemen kunnen leiden, zoals het versterken van schulden.

Citaat uit de monitor: “De monitor is mijns inziens een van de puzzelstukjes om de betaalbaarheid van zorg van de individuele zorggebruiker in kaart te brengen. Uit de monitor blijkt dat de stapeling van eigen bijdragen vanuit een macro-perspectief zich de afgelopen jaren positief ontwikkeld heeft. Dit macro-perspectief neemt niet weg dat er specifieke groepen (of individuen) kunnen zijn waarbij dit beeld afwijkt. Alhoewel dit niet uit de monitor af te leiden is, kunnen er specifieke groepen zijn waarvoor de eigen bijdragen één van de factoren is die mede tot zorgmijding of financiële problemen kunnen leiden zoals het versterken van schulden. Dit kunnen bijvoorbeeld huishoudens zijn waarvoor de eigen bijdrage een grote impact heeft omdat ze niet veel te besteden hebben. Ook voor chronisch zieken en gehandicapten kunnen de eigen bijdragen een belemmering voor de toegang tot zorg zijn. Zoals ik aan het begin van deze brief al heb aangegeven, ben ik mij er ook van bewust dat de monitor geen overzicht geeft over álle eigen kosten aan zorg- en ondersteuning, zoals de premie, de aanvullende verzekering of uitgaven aan zelfzorgmiddelen en mondzorg. Daarom is het belangrijk dat er naast de monitor ook naar de specifieke groepen gekeken wordt en dat daarbij naar de kosten van zorg in brede zin gekeken wordt.”

Een groot deel van de bevolking (76% in 2021) betaalt alleen het VER van de Zvw. In totaal heeft 21% van de bevolking in 2021 uitgaven voor zowel het verplicht eigen risico als andere eigen bijdragen.

Tot slot

Aanpak, maar ook het behoud van huidige VER-hoogte, heeft neveneffecten. In en buiten de zorg. Ook afschaf (Medisch Contact, 6 maart 2024) van het VER heeft gevolgen en valt onder besluitvorming van de politiek (hier).

Belangrijker lijkt gewenste discussie in de politiek over de beleidsmatige vraag hoe NL de komende vier jaar, in een nieuwe kabinetsperiode, de netto zorgkostenstijging met 27 miljard euro (zie plaatje onder titel uit de Rijksbegroting 2024, pg.166) gaat betalen. Wat rekenen we daarbij onder kostensolidariteit tussen zieken en gezonden (CPB, oktober 2022), wat bij premiebetaling (IAB) onder inkomenssolidariteit (+ hier) en wat onder risicosolidariteit, bv bij preventie (blog/blog/blog)? En wát niet? Het gaat hierbij om méér dan de kosten van de Zorgverzekeringswet en binnen deze Zvw om méér dan alleen een ingrijpen bij een VER.

Daarnaast heeft de politiek de instrumenten om te onderzoeken welke specifieke groepen daadwerkelijk in de financiële problemen komen bij een stapeling van eigen bijdragen. Dan wel een keuze moeten maken tussen noodzakelijke levensbehoeften, bv. tussen eten of zorg (mijden)?

Het nieuwe kabinet is met een plan van aanpak nu eerst aan zet. De demissionaire minister van VWS zegt bij presentatie van de monitor niet voor niets zich te willen richten op stapeling van eigen bijdragen bij specifieke groepen personen. Uitgangspunt zal blijven dat collectieve zorg toegankelijk en betaalbaar is voor alle inkomensgroepen. Dat gaat niet vanzelf. Dat gaat niet alleen met aanpak van een VER.

Niemand zit te wachten op onnodige simplificaties of goedkope VER-retoriek.

Eerder blogs over eigen risico en betalingen:

24.08.2017: Het risico van het Eigen Risico in het zorgstelsel (voor/tegens verplicht eigen risico)

27.09.2017: Bij dit zorgstelsel betaalt de burger de prijs (langs 3 wegen betaalt burger de kosten)

21.12.2017: Actieve participatie burger nodig bij beheersen van zorgkosten (alle actoren doen mee)

28.04.2018: Bij kostenbeheersing in de zorg draagt ieder een bij (actoren bij betaalbaarheid)

14.06.2018: Welke zorg hoort in de basisverzekering? (pakketcriteria beoordeeld door ZiN)

21.06.2018: Gevolgen van veranderingen in zorg richting 2040 (VTV-toekomstverkenning RIVM)

29.10.2019: Méér inkomensafhankelijke zorgbetaling draagt (wel degelijk) bij aan meer solidariteit

13.03.2021: Eigen bijdrage na bezoek huisartsenpost is een politiek te wegen betalingsinstrument

21.12.2021: Verkleinen gezondheidsverschillen: kabinet Rutte IV aan zet (volgens coalitieakkoord)

23.08.2022: Méér armoede schaadt gezondheid en levenskwaliteit (actie bij inflatie/energiecrisis)

15.12.2022: Toetsing criteria basispakket: nodig, maar uitkomst onzeker (pakketcriteria bij ZINVOL)

23.12.2022: Toezichthouder ACM scant zorgmarkt eenzijdig (alleen bracheorganisatie-zorgverleners)

16.01.2023: Splitsen eigen risico gaat huisartsen extra werk bezorgen (1×385 à 2×150 + 1x85euro)

14.11.2023: Verkiezingen 2023: van beloven nu naar handelen straks (zorgitems + CPB-KiK)

23.11.2023: Incomplete risicoverevening heeft grote impact op zorg (te complex/26->1 ZV’s)

19.12.2023: Hoe macro-economische aspecten de spreekkamer binnendringen (TWMZ/ombuigingen)

 

 

Vragen of opmerkingen?