Vorige maand kregen bestuurders, zorgverleners en zorgverzekeraars een brief van de Nederlandse Zorgautoriteit met als vraag om met elkaar en met maximale inzet de hulpmiddelenzorg in spoedsituaties passend te gaan organiseren (Bericht NZa, 14 december 2023).

Het gaat daarbij om de extramurale hulpmiddelenzorg voor diabetes mellitus, incontinentie, stoma en wonden, de zogenaamde DISW-hulpmiddelen. De NZa heeft vanuit het werkveld knelpunten waargenomen waarbij patiënten de dupe zijn en roept nu (ook) zorgprofessionals op om deze uitdaging ter verbetering van deze zorg aan te gaan (Brief NZa, 14 december 2023).

Vastgestelde knelpunten

De vastgestelde knelpunten door de Zorgautoriteit zijn dat bij aflevering van hulpmiddelen nu het maatwerk is afgenomen (1), dat zorgverzekeraars stellen dat huisartsen geacht worden om hulpmiddelen voor spoedeisende situaties maar uit de eigen inventaris te halen (2) en de forse tijdsbesteding van zorgverleners in de eerste lijn, met name huisartsen en wijkverpleegkundigen, aan het bestellen van hulpmiddelen voor de patiënt (3). Want, ondanks dat het systeem erop is ingericht dat de patiënt zelf zijn hulpmiddel kan bestellen, gebeurt dit in de praktijk regelmatig door een zorgverlener. Dit komt onder andere door het gebrek aan vaardigheden of de slechte gezondheid van de betreffende patiënt. Dat dit bestelproces vervolgens ook nog eens zeer veel tijd in beslag neemt, leidt tot veel ergernis bij de zorgverleners. “Zo gaat kostbare tijd en energie verloren die niet besteed kan worden aan de directe zorgverlening aan de patiënt”, zo meldt de NZa terecht.

Al eerder melding van knelpunten

In april 2022 richtte de Zorgautoriteit zich met dezelfde problematiek rechtstreeks tot Zorgverzekeraars Nederland (Bericht NZa, 19 april 2022 + Brief NZa aan ZN, 4 april 2022). Citaat uit brief (2022): “Het mag niet zo zijn dat verzekerden in acute situaties de juiste hulpmiddelen niet kunnen krijgen of langer in het ziekenhuis verblijven door het ontbreken van deze hulpmiddelen. Wij verwachten van zorgverzekeraars dat zij in de gaten houden wat er misgaat en dat knelpunten worden opgelost zodat verzekerden hulpmiddelen krijgen waar ze echt wat aan hebben. In de komende periode gaan we in gesprek met zorgverzekeraars en brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland over deze brief en bespreken we hoe zij deze oproep gaan oppakken.” Zie in deze ook bericht van de KNMP (28 april 2022).

De route die nu, 1,5 jaar later, wordt bewandeld is het bij deze delicate kwestie direct aanspreken van óók zorgverleners.

Van levering door eigen apotheek naar landelijke leveranciers

Het is bewust beleid geweest om voor het leveren van hulpmiddelen in thuissituaties te bewegen naar landelijke leveranciers. Zo ging in 2021 de laatste grote zorgverzekeraar (ZK) over op deze landelijke leveranciers, met het idee dat dit kostenbesparing en kwaliteitsverhoging met zich mee zou brengen.

Met deze beweging richting landelijke leveranciers werd de lokale apotheker voor de meeste verzekeraars uit de eerstelijns driehoek huisarts-wijkverpleegkundige-apotheker gehaald en stellen partijen nu met genoemde knelpunten verbaasd vast dat hulpmiddelen niet langer altijd lokaal en adequaat beschikbaar zijn. Hoe verbaasd kun je eigenlijk zijn?

Hoe beroerd het voor de patiënt soms kan lopen, in deze casus het regelen van een katheter bij een man met een volle blaas, werd eerder beschreven in een blog:

24.05.2022: De relatie tussen katheter, huisartsenactie en zorgakkoord (administratie/actiedag 1 juli)

Op het discussieplatform van de beroepsvereniging van huisartsen (HA-web) staan vele schrijnende voorbeelden van een tekortschietend voorzieningensysteem een hulpmiddel goed en tijdig te regelen. Schrijnende situaties m.b.t. hulpmiddelen in met name de palliatieve zorg bereiken in 2023 ook het ministerie (Kamerbrief, 21 februari 2023).

Aanpassing wetgeving medische hulpmiddelen per 2018 en 2021

Eerlijke afspraken tussen artsen en leveranciers van medische hulpmiddelen werden in 2014 geregeld door de Gedragscode Medische Hulpmiddelen. Per 2018 is het verbod op gunstbetoon ook opgenomen in de Wet medische hulpmiddelen, waardoor ook de Inspectie (IGJ) kan optreden tegen eenieder die deze voorschriften overtreedt. Vanaf 2021 zijn de transparantieregels uitgebreid, zodat het Transparantieregister Zorg een nog completer beeld geeft van de financiële relaties tussen zorgverleners enerzijds en farmaceutische bedrijven en leveranciers van medische hulpmiddelen anderzijds.

Voor de goede orde: de DISW-hulpmiddelen, waar deze blog over gaat, vormen maar een fractie van de 500.000 aanwezige medische hulpmiddelen (hier), die tegenwoordig ook onder Europese wetgeving vallen (hier).

 

     

 

“De simpele oplossing is natuurlijk de DISW-hulpmiddelen te laten leveren door de lokale apotheek. Daar zijn de overleglijnen kort en kunnen snel interventies in beleid worden geeffectueerd”

 

8 randvoorwaarden gesteld door de Zorgautoriteit bij een nieuwe invulling

Voor een goede toegankelijkheid van DISW-hulpmiddelen bij spoed, straks in een nieuwe regeling vormgegeven, stelt de NZa vorige maand richting zorgverleners en verzekeraars 8 randvoorwaarden.

  1. Er is een eenduidige definitie van het begrip ‘spoed’
  2. Bij spoed moet het hulpmiddel in de buurt van de patiënt aanwezig zijn
  3. Een betrouwbaar netwerk dat doet waar het voor bedoeld is
  4. De betaalbaarheid en de kwaliteit van de hulpmiddelen moeten geborgd zijn
  5. De verantwoordelijkheden en rollen moeten duidelijk zijn
  6. De overgang van acute situaties naar reguliere levering moet naadloos op elkaar aansluiten
  7. Er is een uniforme werkwijze nodig voor de eerstelijns zorgaanbieder bij het aanvragen van een hulpmiddel
  8. Er moet ruimte zijn om af te wijken van de standaard om maatwerk te kunnen leveren

De NZa noemt (pg.5/6) twee voorbeelden waarbij samenwerking tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars in een goed werkend spoedtraject inmiddels is vormgegeven. Allereerst de Transmurale Wondzorg Nijmegenen de Palliatieve kit. Dit laatste voorbeeld is als ‘innovatie’ in de palliatief terminale fase geboren om de ontstane bureaucratie in vigerende regelgeving te doorbreken (Volkskrant, 7 december 2023).

De NZa verwacht nu dat de leidende zorgverzekeraar in de regio het initiatief neemt in het tot stand komen van de spoedstroom van hulpmiddelen. En de NZa verwacht daarnaast van zorgprofessionals dat zij per 1 maart 2024 een collectieve ambitie en visie hebben bepaald van een passend georganiseerde spoedstroom voor DISW-hulpmiddelen in de regio. Waarna de spoedstroom voor DISW-hulpmiddelen per 1 juli 2024 passend/beter georganiseerd zou moeten zijn.

Terwijl de oplossing simpel is…

Zijn de zorgverleners (artsen/verpleegkundigen) als beroepsgroep destijds gekend om levering van DISW-hulpmiddelen bij de lokale apotheek weg te halen? Bij mijn weten niet: de verzekeraars en toezichthouders wisten het beter, dat inschakeling van leveranciers en internetapotheken op afstand de begenadigde oplossing zou zijn wat betreft betaalbaarheid, doelmatigheid en toegankelijkheid. Maar bij deze beleidsmatige afweging worden nooit de frustraties van burger en zorgverleners, de benodigde tijdsinspanning (formulieren/machtigingen) en bureaucreatie als extra kosten gekapitaliseerd. Zodat de vooringenomen uitkomst van tevoren al vaststaat en boekhoudkundig richting parlement en journalistiek als zegening wordt gecommuniceerd. Dat mag vooral de Zorgautoriteit, die toezicht houdt en nu de aanjager is via hun brieven van gewenste verandering, zich aantrekken.

De simpele oplossing is natuurlijk de DISW-hulpmiddelen te laten leveren door de lokale apotheek. Daar zijn de overleglijnen kort en kunnen snel interventies in beleid worden geeffectueerd. Door dit niet alleen van toepassing te laten zijn op spoedsituaties, maar ook met betrekking tot reguliere levering, wordt automatisch invulling gegeven aan randvoorwaarde 6.

Verder is dit ook het standpunt van de beroepsverenigingen (hier/hier) en werd een motie met deze strekking ook in de Tweede Kamer aangenomen (KNMP, 6 april 2023).

32 805

Hulpmiddelenbeleid in de gezondheidszorg

Nr. 164 MOTIE VAN HET LID VAN DEN BERG C.S.

Voorgesteld 28 maart 2023

De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat wijkverpleegkundigen en huisartsen iedere keer opnieuw de noodzaak van de verstrekking van incontinentie-, stoma- en verbandmaterialen moeten aantonen bij de zorgverzekeraar of de leverancier; overwegende dat dit betekent dat men soms urenlang rond moet bellen om de juiste medische hulpmiddelen te kunnen verkrijgen; verzoekt de regering met zorgverzekeraars in gesprek te gaan met de inzet dat het beleid gewijzigd wordt, waarbij voortaan uitgegaan wordt van de kennis en de kunde van wijkverpleegkundigen en huisartsen, over te gaan tot verstrekking van de door hen verzochte medische hulpmiddelen en alleen steekproefsgewijs te controleren of dit het adequate medische hulpmiddel is; verzoekt de regering daarnaast te verkennen of de verstrekking aan patiënten van incontinentie-, stoma- en verbandmaterialen door de apotheek plaats kan vinden, en gaat over tot de orde van de dag.”

Het Integraal Zorgakkoord (IZA, 16 september 2022) en de visie Eerstelijnszorg 2030

Daarnaast wordt beleidsmatig binnen IZA aangestuurd op vermindering regeldruk (blog + rapport) en versterking van eerste lijn met passende zorg als motto (blog). Passende zorg die aantoonbaar het beste is voor de patiënt, met en rondom de patiënt wordt georganiseerd, zijnde de juiste zorg op de juiste plek. De huidige regeling met levering van de DISW-hulpmiddelen valt hier, gezien de brieven van de Zorgautoriteit in 2022 en 2023, dus duidelijk niet onder.

Ook in de consultatievisie van de eerste lijn wordt gesproken over hechte wijkverbanden (pg.23) die samenwerken.

Consultatievisie Eerstelijnszorg 2030, “Samen krachtig vernieuwen”, december 2023

Citaat: “Concreet betekent dit dat professionals in 2030 in de wijk of in het dorp in hechte wijkverbanden samenwerken. Kernspelers van de hechte wijkverbanden, met daarin in elk geval de huisarts, wijkverpleegkundige, sociaal domein professional waaronder sociaal werk, en apotheker, hebben korte lijnen met elkaar, en kunnen inspelen op de specifieke behoefte van burgers en samen werken aan vernieuwing en preventie.”

Tot slot

Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Knelpunten van de huidige regeling zijn door de toezichthouder beschreven.

Het nieuwe plan met de lokale apotheek als hoofdleverancier DISW-hulpmiddelen heeft steun van beroepsgroep en politiek én is een voorbeeld van wijkgericht (samen)werken. Wijkgericht samenwerken wordt gepromoot door zowel IZA als wel de eerstelijnszorg. Dit is de beste garantie dat de patiënt/verzekerde zonder problemen tijdig beschikt over het juiste hulpmiddel.

Het schrijven van een digitaal recept richting de lokale apotheek is de simpele en vertrouwde startactie van het leveringsproces. Deze procedure wordt vervolgens opgenomen in zorgcontracten en polissen. Geen stoomdiagrammen meer per regio, per verzekeraar, geen formulieren, maar als landelijk collectieve afspraak het besluit dat de levering vanaf nu, binnen een passend inkoopcontract, (weer) in handen wordt gelegd van de eerstelijns driehoek huisarts-wijkverpleegkundige-apotheker.

Makkelijker is het niet te maken. Het huidige systeem werkt niet goed genoeg.

 

Vragen of opmerkingen?