Over een krappe drie maanden start de termijn van de diverse dit jaar afgesloten hoofdlijnakkoorden. Bij al deze akkoorden geldt het motto: de juiste zorg, op de juiste plek. Hoe staat het er nu voor in de aanloop naar 2019 met deze akkoorden? In deze blog sta ik stil bij het onderhandelaarsresultaat van de medisch-specialistische zorg en de huisartsenzorg.
Medisch-specialistische zorg
In het onderhandelaarsakkoord van de medisch-specialistische zorg is in 2019 macro een maximale volumegroei van 0,8% beschikbaar (exclusief indexatie voor loon- en prijsbijstelling, wat ongeveer neerkomt op 3,98%). Met de beschikbare groei komt voor 2019 het macrokader medisch-specialistische zorg neer op € 22.833 mln. De volumegroei wordt overigens verder de komende jaren afgebouwd naar uiteindelijk 0,0% in 2022. De afbouw van medisch-specialistische zorg gaat (moet?) leiden tot een hogere volumegroei voor (georganiseerde) huisartsenzorg, wijkverpleging en eerstelijnsverblijf (ELV). Voor instellingen die meegaan in de afgesproken transformatie (voorkomen duurdere zorg, verplaatsen van zorg, vervangen van zorg) is voor 2019 € 70 mln. van de totaal € 425 mln. transformatiegelden beschikbaar. Nog in 2017 meldt Prismant dat het aantal diagnosebehandelcombinaties (DBC’s) in de ziekenhuizen is gestegen tussen 2015 en 2016. In het gereguleerde (A-)segment is het aantal DBC’s in 2016 gestegen met 10,4 procent. In het vrije B-segment bedroeg de stijging zelfs 11,5 procent. Tegelijkertijd nam het aantal opnamen, dagverplegingsdagen en polikliniekbezoeken af. Daarnaast lazen we vorige week in Zorgvisie het bericht dat zorgverzekeraars voor 2019 zijn verrast door de inzet van ziekenhuizen bij de zorginkoop 2019, want zij zien zich geconfronteerd met eisen voor 8-15 procent volumegroei. Hoe wordt dit verschil (15% vraag nu versus 0,8% gemiddeld aanbod in het hoofdlijnakkoord) uiteindelijk voor 2019 opgelost als uitvoering van het motto uit het akkoord van de juiste zorg op de juiste plek? Niet voor niets zegt de voorzitter van de federatie van medisch specialisten (FMS): “Ik worstel met de plannen die er zijn” en hij roept op om een reëel tijdspad te volgen: “niet teveel tegelijk, omdat daarmee de passie voor het werk in het gedrang kan komen”. Het tweede item, het benutten van de 70 mln. transformatiegeld, kan bijvoorbeeld worden besteed aan afspraken tussen eerste en tweede lijn over onderling verwijzen, telemedicine, telediagnostiek, meekijkconsulten, zorgpaden, beslisbomen, (digitaal) multidisciplinair overleg, goede regionale voorbeelden van geïntegreerde zorg (COPD, ouderenzorg, verloskunde en cardiologie). Het spreekt voor zich dat bij alle afspraken over zorgverplaatsing waar behalve de medisch specialisten ook de huisartsenzorg en wijkverpleging de consequenties van ondervinden, ook zij akkoord moeten zijn met de bij de transformatie voorgestelde veranderingen.
Huisartsenzorg
In het onderhandelaarsakkoord huisartsenzorg 2019 t/m 2022 (27 juni 2018) staat als richtinggevende gezamenlijke inhoudelijke agenda genoemd: MTVP (meer tijd voor patiënt), zorg in ANW, versterken organisatiegraad van 1e lijn, zorg voor kwetsbare groepen en ICT-infrastructuur. Met regionale samenwerking wordt aan regionale contracteer(overleg)teams gewerkt om zo de gesprekken met de zorgverzekeraar aan te gaan. Over juist het belang van de inhoud van het contract, als uitwerking van de in het onderhandelaarsakkoord gemaakte afspraken, schreef ik al eerder (blog). Ook in het verenigingsblad “de dokter” (september 2018, pg. 20) van de landelijke huisartsenvereniging (LHV) staat dit belang beschreven: (citaat) “Hoe vertalen de zorgverzekeraars het akkoord naar contractvoorstellen voor 2019 en de jaren daarna?” Met enige verbazing las ik vervolgens in het LHV-blad de insteek van enkele zorgverzekeraars voor 2019. VGZ (pg. 23): “Daarom gaan we nu niets veranderen in het lopende tweejarig contract. Wel gaan we de komende periode met het veld bespreken hoe we in 2020 invulling kunnen geven aan het hoofdlijnenakkoord”. Zilveren Kruis (pg. 24): “Het is begrijpelijk dat huisartsen nu iets van ons verwachten, maar de tijdslijnen lopen niet parallel”. Natuurlijk kunnen niet alle genoemde agendapunten worden opgelost in 2019, maar vastgelegd in het akkoord is wel dat 2019 al het eerste termijnjaar van het akkoord is, waarbij ten behoeve van de bovenvermelde agenda voor huisartsenzorg en multidisciplinaire groei bovendien al voor dat eerste jaar extra middelen zijn gereserveerd: € 11,8 mln. voor achterstandswijken, € 89,3 mln. kadergroei en € 27 mln. voor ICT en gegevensuitwisseling. Was niet eerder de kritiek vanuit huisartsenland dat verzekeraars niet alle gelden inzetten, die in de Rijksbegroting geoormerkt waren als geld voor huisartsenzorg (blog)? Ofwel: een goed begin nu, is het halve werk straks!
Beschouwing
Het door ziekenhuizen gevraagde extra budget is inderdaad niet conform de afspraak in hun hoofdlijnenakkoord. Zorgverzekeraar VGZ zegt hierover: (citaat uit blog): “Maar wat schetst onze verbazing? Terwijl we 0,8 procent volumegroei afspraken, zijn er nu ziekenhuizen die 8 procent meer budget vragen voor 2019. Mag jij raden wie dan de boeman is die nee moet zeggen op die vraag”. Nog steeds heeft Nederland hinder van de complexiteit van de DBC-systematiek. Het is daarom goed nog eens de minister te citeren die het huidige zorgstelsel heeft ingevoerd. Citaat van Hans Hoogervorst (2013, de Groene): “Om marktwerking in te voeren moest de budgetteringssystematiek verdwijnen; men moest per verrichting betaald kunnen worden. Het aantal verrichtingen is door de invoering van de DBC’s enorm gestegen.’ Hoogervorst erkent dat de DBC’s een gok waren. Hij herinnert zich: ‘Het was de moeilijkste beslissing die ik heb moeten nemen. Met tien ambtenaren zaten we om tafel en ik zei: “Jongens, wie treedt er met mij af als dit mislukt?’’ Hij lacht: ‘Ze staken allemaal hun hand op. Toen dacht ik: we moesten het er maar op wagen. Dit was mijn grootste onzekerheid en dat is ook wel uitgekomen. Maar soms moet je stappen zetten waarvan je weet: dit is zeker niet perfect, maar we slaan de problemen er wel uit als we ze tegenkomen.” We-slaan-de- problemen-er-wel-uit… (ik heb het drie keer nagelezen, of dat er echt zo stond…). Toch wil ik het ook nog wel opnemen voor de ziekenhuizen: afbouw van een (waarschijnlijk klein) deel van de ziekenhuiscapaciteit kan alleen plaatsvinden bij een gelijktijdige opbouw van eerste- en anderhalvelijnscapaciteit alsmede voldoende ELV-beschikbaarheid. Dat betekent dat de afspraken van verzekeraars met lokale ziekenhuizen bekend moeten zijn. Allereerst bekend bij de relevante zorgaanbieders die deze te verplaatsen zorg gaan overnemen. Ten tweede bij de patiënten die deze getransformeerde zorg gaan krijgen. Dat laatste betekent dat in de polis basisverzekering 2019 van de verzekeraar precies dient te staan hoe in het kader van de zorgplicht verplaatsing van zorg (lokaal) is geregeld. Ten derde bij de zorginkopers van Wlz en Wmo, indien de besproken zorg ook hun inkoop raakt. Het gegeven dat de hoofdlijnakkoorden gescheiden tot stand zijn gekomen, betekent echter niet dat ook het vervolg en de uitwerking ervan gescheiden moet blijven. Dat geldt als basisregel voor alle zorg die de komende vier jaar wordt getransformeerd en/of verplaatst en/of vervangen.
Eerdere blogs gerelateerd aan dit onderwerp
25.02.2017: Blijven medisch specialisten buiten Wet normering topinkomens vallen?
14.04.2017: Goed nieuws?
26.07.2017: Kader huisartsenzorg moet geheel benut worden
28.07.2017: De financiële toekomst van de huisartsenzorg
14.08.2017: Instroom en tarieven ketenzorg volop in beweging
20.09.2017: De financiële staat van de huisartsenzorg
15.01.2018: Substitutie
19.01.2018: Hoeveel huisartsen zijn er nodig?
05.02.2018: Praktijkondersteuning huisartsenzorg is onmisbaar
23.02.2018: Inzicht in prijs, dan pas uitzicht op een oplossing
08.03.2018: Praktijkverkleining bij huisartsen: de randvoorwaarden
26.04.2018: Maak bekostiging van ziekenhuiszorg 100% transparant
27.04.2018: Regionalisering van zorg: wat willen burgers en zorgaanbieders?
29.04.2018: Akkoord medisch-specialistische zorg heeft ook voor huisarts consequenties
24.08.2018: Toekomstvisie belangrijk, plannen erna nog belangrijker
30.04.2018: Politiek en hoofdlijnenakkoorden
16.05.2018: Hoe hard is het huisartsenbudget?
17.05.2018: Hoe hard is het huisartsenbudget? (2)
25.05.2018: Ontregelen doe ja daar waar je regels afspreekt
06.06.2018: De rol van de huisarts bij gecombineerde leefstijlinterventie
11.06.2018: Ouderenzorg thuis in 2018: een update
21.06.2018: Gevolgen van veranderingen in zorg richting 2040
27.06.2018: GGZ-perikelen met impact, ook voor de huisarts
01.07.2018: Onderhandelaarsakkoord huisartsenzorg 2019 t/m 2022: een analyse
10.07.2018: Maak bekostiging van ziekenhuiszorg 100% transparant (2)
08.09.2018: Toekomstige ouderenzorg: meer ouderen, meer kosten