![Screenshot](https://zorgenstelsel.nl/wp-content/uploads/2025/02/JAAR-START-1.jpg)
Het woord “jaarverantwoordingsverplichting” levert behalve veel scrabble punten ook veel weerzin op in de zorgsector (column Medisch Contact, 22 januari 2025). Het gaat hier om een van de Wtza-verplichtingen (Wet toetreding zorgaanbieders) om financiële verantwoording af te leggen over de eigen praktijkvoering, met als opgegeven doelstelling dat (blijkbaar alleen) zo toezicht kan worden geboden op juiste besteding van zorggelden. Welke gegevens precies aangeleverd moeten worden hangt af van de rechtsvorm van de organisatie. Daar is nu een klap op gegeven, hoewel de wet al op 1 januari 2022 in werking is getreden.
Omdat vanaf boekjaar 2024 ook geldt dat micro-zorgaanbieders zich verantwoorden, betekent dit dat de verplichting ook voor alle huisartspraktijken telt. Hoe een huisartspraktijk zelf kan zien of de eigen praktijk een “micro-aanbieder” is, is na te gaan bij de beroepsvereniging LHV (hier). Voor de groep micro-aanbieders onder praktijkhouders geldt namelijk een lichtere verantwoording.
Micro-aanbieders leveren bij het CIBG (hier) een beperkte balans en een beperkte staat aan van baten en lasten en hoeven geen toelichting te geven op hun financiële verantwoording. Ook hoeven micro-aanbieders, naar het schijnt, geen bestuursverslag en accountantsverklaring aan te leveren. Het CIBG (Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg) is een uitvoeringsorganisatie van het ministerie van VWS. In deze blog wil ik onderbouwen dat deze verplichting juist in déze tijd niet ván deze tijd is.
Drie keer uitstel, maar (helaas) geen afstel
De deadline voor het indienen van de financiële jaarverantwoording is 31 mei 2025. Maar ook is er inmiddels voor de derde keer een nieuwe uitstelmogelijkheid (NZa, 12 november 2024) gecreëerd. Uitstel aanvragen kan tot en met 31 maart 2025. Het uitstel voor het opleveren van de jaarverantwoording over 2024 geldt tot uiterlijk 31 december 2025. De NZa, waar je het uitstel aanvraagt, kent dit uitstel in principe toe als je voor het eerst jaarverantwoording moet afleggen. Zo niet, dan kan je alleen uitstel aanvragen bij ‘bijzondere omstandigheden’.
Het zijn hierbij de accountants- en administratiekantoren die waarschuwen dat het ministerie de jaarverantwoording “commercieel” wenst te rapporteren, in plaats van “fiscaal” zoals te doen gebruikelijk voor de reguliere belastingaangifte. Dit vereist extra inspanning voor omrekeningen, genereert zo meer kosten voor de praktijkhouder. En het geeft notabene ook niet een meer waarheidsgetrouw beeld van de praktijksituatie (VVAA, Ondernemen, pg.37, 4 februari 2025). Hoe moeilijk wil je het dan bewust maken.
Accountants (en MO, 28 november 2024) waarschuwen de plichtplegingen van de jaarverantwoording voor hun klanten niet voor 31 mei af te kunnen ronden.
Een accountant op LinkedIn licht dit met duidelijke voorbeelden toe (LinkedIn, 4 oktober 2024)
Samengevat: “Kortom: alle zorgaanbieders zullen de jaarrekening op basis van commerciële grondslagen moeten opstellen en niet op de meestal toegepaste fiscale grondslagen. De Wet Marktordening Gezondheidszorg “overruled” hiermee dus het Burgerlijk Wetboek die fiscale grondslagen juist wel toestaan voor micro en kleine ondernemingen. De reden voor deze uitzondering in het Burgerlijk Wetboek was het voorkomen van extra administratieve lasten voor kleine ondernemers. Voor micro en kleine zorgaanbieders wordt hier dus weer een streep doorgehaald, terwijl toch algemeen aanvaard is dat juist zorgaanbieders minder last zouden moeten hebben van administratieve lastendruk. Deze verplichting zal in de praktijk moeilijk uitvoerbaar, kostenverhogend en in de praktijk zelfs oncontroleerbaar blijken te zijn. Moeilijk uitvoerbaar omdat van een kleine zorgaanbieder niet verwacht kan worden dat hij of zij de verschillen in beide stelsels kent. Kostenverhogend omdat naast de fiscale cijfers voor de fiscale aangifte er aparte commerciële cijfers gemaakt moeten worden ten behoeve van de jaarverantwoording. En in de praktijk oncontroleerbaar omdat er meer dan 25.000 jaarverantwoordingen verwacht worden, waarbij uit de gedeponeerde cijfers niet direct blijkt of de juiste grondslagen (daadwerkelijk) zijn toegepast. Dat kan alleen door diepgaander naar de cijfers te kijken en achterliggende specificaties op te vragen.” |
Mijn eigen conclusie is dat deze uitvoering van de jaarverantwoording geen proportionele vorm van verantwoording en toezicht houden is en daarnaast in strijd is met het eigen plan van kabinet Schoof een vermindering van de administratieve lastendruk in de zorg na te willen streven (hier/hier).
Maar er is méér aan de hand…
Het doel van de jaarverantwoording
Alle verzamelde (financiële) gegevens vormen input om straks te komen tot overzichtelijke informatie over zorgaanbieders in Nederland. Met het includeren van zorgfinanciën als data van zorgaanbieders moet er straks een compleet overzicht van de financiële prestaties in de Nederlandse zorgsector over alle zorgdomeinen te zien zijn. Dit wordt het dashboard “Zicht op Zorgaanbieders” genoemd.
De start van deze nieuwe database wordt naar buiten toe gemotiveerd als noodzakelijk toezicht op de juiste besteding van publieke zorggelden. Dit is niet geheel waar, want ook aanbieders die het grootste deel van hun werk binnen de aanvullende vrijwillige, dus private, verzekering verrichten (bv. fysio’s, tandartsen), vallen onder dit verantwoordingsregime.
Grootste animator van het dashboard is de NZa. Deze toezichthouder denkt dat het dashboard nodig is om ervoor te kunnen zorgen dat alle inwoners in alle regio’s toegang kunnen hebben tot betaalbare zorg. Dat geldt prominent ook voor eerstelijnszorgaanbieders, veelal in dit Wtza-regime vallend onder de groep micro-aanbieders.
De NZa voert haar taak als marktmeester uit via datagedreven en risicogestuurd toezicht (hier). Wat zij voor hun taak nodig denken te hebben zijn “data” en “overzicht” om snel risico’s te bespeuren. Wat betreft dataverzameling is de NZa overigens niet altijd gelukkig. Denk maar aan de HoNOS-data in de GGZ (hier/hier) of de (bijna zinloze en tijdrovende) kostenonderzoeken in huisartspraktijken (blog).
Ja, de NZa mag melden dat minder goed toezicht juist meer kansen biedt voor niet-integere zorgaanbieders. Eens. Maar dit goede toezicht had al sinds 2006 handen en voeten kunnen krijgen. Is het dan nodig dat ten behoeve van het eigen werk van toezichthouders er nu een geheel nieuwe database wordt opgezet, waarbij de toezichthouder werkzaamheden van hun eigen taak uit laat voeren en laat bekostigen door de drukbezette sector van zorgverleners? Met zulke vrienden heb je geen vijanden nodig.
Daarnaast denk ik dat een alternatieve invulling mogelijk is van het dashboard, als het ministerie toch meent dat deze database een onmisbare schakel is bij het fraudebeleid. Een beoogde database met informatie over de jaarcijfers, netwerken, regioplannen en continuïteit van praktijken is door bestaande stakeholders in goede samenwerking ook alternatief in te vullen (NPA Praktijkaccreditering, NZa met hun praktijkkostenonderzoeken en monitors, VWS-Rijksjaarverslag, Vektis-declaratiecijfers, Zorgcijfersdatabank van het Zorginstituut, NIVEL-onderzoek, Belastingdienst, o.a. als bron voor het CBS, KvK etc.). Data zijn er al genoeg, alleen nu nog even samenwerken en afstemmen (hier)!
De Taskforce Integriteit Zorgsector kan met de Autoriteit Persoonsgegevens in gesprek gaan over waar de AVG ruimte biedt om, als er een indicatie is voor overtreding, (persoons)gegevens te verwerken, te delen en zo nodig een onderzoek in te stellen. Waarom is de meest logische weg niet de te begane weg geworden?
Het dashboard als start. En dan…
Met alle informatie op het dashboard kunnen, zo meldt de Zorgautoriteit, sneller concrete overtredingen door individuele zorgaanbieders, zoals overtreding van het verbod op winstoogmerk of overtreding van de administratie- en declaratievereisten, worden opgespoord. Met een betere informatiepositie zegt de NZa haar toezichthoudende taken beter te kunnen uitvoeren.
Hoe ziet het verband tussen jaarverantwoording – dashboard enerzijds en anderzijds het werk van de Taskforce Integriteit Zorgsector om zorgaanbieders effectief te monitoren en misstanden vroegtijdiger te signaleren eruit?
Het gebruiken van gegevens jaarverantwoording voor het dashboard, als informatiebron voor TIZ
Het dashboard Zicht op Zorgaanbieders is in 2023 gebouwd door het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en het Informatieknooppunt Zorgfraude (IKZ). Per 1 januari 2025 gaat het IKZ verder als Stichting Informatieknooppunt Zorgfraude. Vanaf die datum gaat de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg (Wbsrz) in en gaat het IKZ verder als Stichting IKZ met een wettelijke taak. Op het dashboardplatform ZoZ vind je straks duidelijke en overzichtelijke informatie over zorgaanbieders in Nederland. De pagina zorgfinanciën biedt, na invulling, een compleet overzicht van de financiële prestaties in de Nederlandse zorgsector met bijeengebrachte data van zorgaanbieders over alle zorgdomeinen. Dit onderdeel is gebaseerd op het actuele onderwerp van de openbare jaarverantwoording van zorgaanbieders en poogt later te laten zien hoe de zorgmarkt als geheel en per sector presteert. Hier kun je straks trends volgen en belangrijke aandachtspunten ontdekken voor de sector. Of je nu informatie zoekt over de besteding van ons maatschappelijk zorggeld, de financiële situatie van zorgaanbieders, of gewoon algemene informatie over zorgaanbieders: dit dashboard geeft je, zo wordt beloofd, de inzichten die je nodig hebt. Of het nu gaat om individuele zorgaanbieders, specifieke sectoren of een overzicht van de hele zorgsector, je vindt alles op één plek. De informatie over individuele zorgaanbieders is alleen toegankelijk voor toezichthouders in de zorg en vereist een inlogcode. Via de knop kun je een account aanvragen voor het niet-openbare deel van het dashboard (AM: heb ik niet gedaan…). Het gebruik van data is cruciaal voor het toezicht van de NZa. Zéker de gegevens die zorgaanbieders met hun jaarverantwoordingsplicht aanleveren. Het dashboard levert zo essentiële informatie voor partijen van de TIZ (Taskforce Integriteit Zorgsector). Deze “TIZ-partners” zijn: de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA), Belastingdienst (BD), Openbaar Ministerie (OM), Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst(FIOD) onder gezag van het OM, Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), Sociale Verzekeringsbank (SVB), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Organisaties die gebruik mogen maken van de niet-openbare gegevens, aangeleverd i.v.m. de jaarverantwoording, zijn: · het Centraal Bureau voor de Statistiek · het CIZ · het college van burgemeester en wethouders · het informatieknooppunt zorgfraude · de Minister van Justitie en Veiligheid · de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap · de bijzondere opsporingsdienst · de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport · de Inspectie gezondheidszorg en jeugd · het Rijksinstituut voor volksgezondheid en milieu · de FIOD-ECD · een ziektekostenverzekeraar · de zorgautoriteit |
Beschouwing
Mijn grootste kritiekpunt is dat binnen dit ketennetwerk van controleurs bij gewenst “risicogestuurd toezicht” niet een doortimmerd plan van aanpak ligt waarop bij verdenking op onrechtmatigheden (zorg/financieel) snel en adequaat, maar selectief, kan worden ingegrepen. Laat de “goeden” met rust hun werk doen, pak de “kwaden” snel aan. Bijvoorbeeld (wel) een goede wetsmaatregel is de recente aanscherping van de zorgfusietoets (hier/hier/hier/hier).
Zelf lijkt er mij een verband tussen de bevinding van de Algemene Rekenkamer (reactie, 14 april 2022) dat de zorgfraudebestrijding in Nederland niet veel voorstelt en de latere vasthoudendheid om onderdelen van de Wtza op verzoek van de Zorgautoriteit (toch) door te drukken (hier).
![JAAR SAMEN (2)](https://zorgenstelsel.nl/wp-content/uploads/2025/02/JAAR-SAMEN-2.jpg)
Kijkend naar het laatste jaarverslag (2023) van het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ, 11 juni 2024) dan valt mij op dat de gevonden fraude bij de sector huisartsenzorg, maar ook bij de medisch-specialistische zorg, laag is (rapport, pg.5 en 14).
Hoe komt deze lage fraudeopbrengst bij huisartsen? Mijn inschatting…
- Strenge materiele controle door verzekeraars als vroeg opsporing van “vreemde” bevindingen
- Een al 10 jaar bestaande 3-segmentsbekostiging, waarbij de tarieven van de basiszorg worden opgelegd door de Zorgautoriteit en elk overig vrij tarief met verzekeraar wordt afgesproken. Zonder contract met deze verzekeraar is in segment 3 géén enkel tarief beschikbaar. En binnen segment 2 geldt bij contractloos een schrale invulling van het echt gangbare ketentarief binnen het contract.
- Het logische gevolg: een contracteergraad in de sector van 99,9%… De waarde van een goed/beter contract is gemotiveerd (blog).
- Sinds 2006 heeft de NZa al 4x een praktijkkostenonderzoek (PKO) gehouden met gevonden data over kosten, over de uitsplitsing daarvan en over het inkomen. De opbrengst, de uitkomst en de getrokken consequenties van al deze PKO”s zijn hét bewijs dat datagestuurd toezicht, zoals de NZa dat nu ook weer voorstaat om de nieuwe database ZoZ te vullen, geen enkel zorgbelang dient als niet van tevoren wordt afgesproken hoe deze data geïnterpreteerd gaan worden. Met name als elke toetsing van deze PKO-gegevens aan de noodzaak van een toekomstbestendige duurzame praktijkvoering, bv. in het kader van “Iedereen een huisarts” en/of in het kader van VTV-2024 en/of in het kader van samenwerking in de eerste lijn en/of in het kader van overheveling ouderenzorg van Wlz naar de Zorgverzekeringswet, ontbreekt (blog/blog/blog/blog). Wordt deze toetsing dan nu opeens anders als deze data, verplicht door alle praktijkhouders zelf aangedragen vanuit de jaarrekening en indicatoren, in het mooie dashboard zijn opgeslagen… (citaat Voltaire: “Het geloof bestaat in geloven wat het verstand niet gelooft”)? Nogmaals, misschien specifiek voor de huisartsensector, maar samengevat: de data zijn al aanwezig. Zoekt en gij zult vinden.
Conclusie: de financiële huishouding van huisartspraktijken is transparant en feitelijk een open boek.
Daarnaast wil ik het generieke probleem van zorgfraude ook niet bagatelliseren (zie Kamerbrief VWS, 18 oktober 2024, hfst.3.3.3 en 3.3.4).
Belangrijke rol voor de Zorgautoriteit
De NZa is niet alleen actief betrokken bij de totstandkoming van het dashboard, ook kunnen zij de informatie hieruit gebruiken voor hun rol binnen de TIZ. Want de NZa is ook TIZ-partner (zie kader boven).
Welnu, blijft de NZa met verkregen data wederom achteromkijken of het inkomen te hoog is (gebleken) óf wordt van koers veranderd en gaat de toezichthouder dit keer 5 en 10 jaar vooruitkijken om, in samenspraak met cijfers van VTV-2024 en de Toekomstvisie 2035 van de beroepsgroep, te onderzoeken wat huisartspraktijken nodig hebben om hun noodzakelijke zorg te kunnen blijven leveren? Waarbij de huidige data slechts het vertrekpunt vormen om te zien op welke punten het snelst de meeste aanpassingen noodzakelijk zijn. Feitelijk is hier geen PKO voor nodig: zaken die snelle aanpassing vereisen zijn huisvesting, personele steun en ICT. Iedereen weet het.
Het alternatief bij doorgaan op de sinds 2006 ingezette weg zonder koerswijziging lijkt me ook duidelijk: een kralensnoer aan (te verwachten?) rechtszaken (hier/hier), Kamervragen (dit keer 16 vragen van mevrouw Paulusma), verlies aan motivatie bij “burn-in” artsen en gezagsverlies van een toezichthouder.
De NZa heeft recent nog wel gesteld dat zo nodig alsnog aanvullende vragen kunnen worden gesteld als bij de jaarverantwoording voor micro-zorgaanbieders hun antwoorden (zie plaatje onder blogtitel) op 3 gestelde vragen ontoereikend zijn (NZa, 31 oktober 2024 + NZa, 5 november 2024). Ook deze mededeling klinkt niet geruststellend wat betreft administratieve belasting.
Terug naar de jaarverantwoording
Zoals bekend is er voor elke praktijk met de jaarrekening elk jaar al een fiscale jaarverantwoordingsplicht. Met beschrijving van het resultaat, een winst- en verliesrekening, de boekhoudkundige balans met activa/passiva en enkele financiële kengetallen. Daarnaast geldt de plicht, behalve voor eenmanszaken, deze jaarrekening ook te deponeren bij de Kamer van Koophandel. Afhankelijk van de omvang van de onderneming is vastgesteld wat er minimaal vermeld dient te worden. Crediteuren en derden kunnen deze gegevens opvragen en inzien bij de Kamer van Koophandel om te beoordelen of zij handel willen drijven met een onderneming. Maar gelukkig kunnen zij niet alle informatie zien. Voor de overheid ligt alle relevante informatie, sinds jaar en dag, al bij de Belastingdienst.
De Eerstelijnscoalitie, die bestaat uit acht eerstelijnsorganisaties (KNMP/apothekers, KNMT/tandartsen, KNOV/verloskundigen, LHV/huisartsen, LVVP/vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten, NVM/mondhygiënisten, NVvP/podotherapeuten en ONT/tandprothetici), heeft nog wel geprobeerd de jaarverantwoordingsplicht voor eerstelijns zorgverleners van tafel te krijgen, hetgeen niet gelukt is. Wel is de begeleidende vragenlijst gereduceerd (hier).
Tot slot
Dit alles betekent dat alle huisartsenpraktijken voor 1 juni 2025 een jaarverantwoording over 2024 moeten aanleveren. Het is jammer dat bij de jaarverantwoording publicitair er wel steeds veel aandacht is voor uitstel en proportionaliteit van de uitvoering. Terecht, maar wat ik mis, is discussie en een uitwisseling van argumenten over nut, noodzaak, effectiviteit, uitvoerbaarheid van onderdelen, risico’s van openbaarheid van deze Wtza-plicht en de alternatieve invulling. Voor wie levert dit wat waarom nu iets op?
Het zal deels persoonlijk zijn, maar ik voel snel weerzin als mij niet precies duidelijk is waarom deze plicht in deze setting (hier) zo moet worden uitgevoerd.
Ter verklaring van de blogtitel, het volgende. Na een eerder relaas over de jaarverantwoordingsplicht voor huisartsen ontving ik van een huisarts het volgende korte bericht: “Urgent betoog. We hebben vertrouwen en helpende handen nodig, niet nog meer toezichthouders”.
Eerdere relevante blogs
26.06.2018: Plaats zorgfraude in juist perspectief (ook publicitair, geen gehijg)
27.11.2020: Wet toetreding zorgaanbieders stelt eerste lijn onmogelijke eisen (administratie/financieel)
13.07.2021: Koppeling verantwoordingsplicht aan toetreding anders insteken (WTza met plichten)
30.09.2021: Deze plicht van openbare verantwoording gaat veel te ver (Wtza-plichten bij Code/boek DH)
21.11.2022: Jaarverantwoordingsplicht Wtza geeft op cruciale vragen geen antwoord (ist -soll)
01.06.2023: Verander inzet Wtza: naar selectief alléén op specifieke indicatie (maatsch.verantwoord.)
02.11.2023: Stop verplichting intern toezicht op basis van medewerkerscriterium (Wtza/onnodig)