Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stuurde deze week een actieplan naar de Tweede Kamer met te nemen maatregelen om het aantal mensen met problematische schulden terug te dringen en mensen met schulden beter te helpen. Naar schatting hebben bijna 1,4 miljoen Nederlandse huishoudens problematische schulden of een risico daarop. Maatregelen nu gebundeld als een brede schuldenaanpak, uitgevoerd door diverse partijen, waarbij de decentrale overheid, 380 gemeenten, primair verantwoordelijk is voor schuldhulpverlening.

Relatie met de zorg (1)

Schuldhulpverlening hoort niet exclusief bij een lage sociaaleconomische status (SES). Ook mensen met hoge inkomens kunnen problematische schulden krijgen. Wel hebben huishoudens met een laag inkomen, een van de indicatoren die de SES bepalen, een grotere kans op problematische schulden. En bij burgers weten we dat het verschil in levensverwachting tussen mensen met een lage en hoge SES ongeveer 7 jaar is (blog).  En dat het verschil in levensverwachting in goede ervaren gezondheid tussen mensen met een lage en hoge SES ongeveer 18 jaar is. Of zoals het rapport meldt: “zo veroorzaken schulden veel zorgen en stress en leiden ze vaak tot een slechtere gezondheid of tot problemen binnen relaties. Schulden vormen een belemmering bij het vinden van werk of bij het behouden van werk”.

Enkele (zorgelijke) cijfers over armoede in Nederland

·      840.000 huishoudens met risicovolle schulden, 540.000 huishoudens met problematische schulden, samen 1,4 miljoen  huishoudens

·      Van deze 1,4 miljoen zijn 1,2 miljoen huishoudens niet bekend bij de formele schuldhulpverlening; 193.000 huishoudens zijn wel bekend

·      Huishoudens met laag inkomen, een huurwoning en zonder kinderen hebben een grotere kans op problematische schulden

·      Mensen met schulden komen 6,5 keer vaker in aanraking met justitie

·      Bij mensen met financiële problemen komt laaggeletterdheid vaker voor (in heel Nederland is 18% van de bevolking laaggeletterd)

·      Algemeen: 40% van de Nederlanders heeft moeite met financiële administratie (bron: Nibud)

·      Rapport: “Weten is nog geen doen”: de overheid doet in toenemende mate een beroep op zelfredzaamheid, maar lang niet alle burgers zijn hiertoe in staat

·      CBS (2014): 421.000 minderjarige kinderen, dat is 12%, groeit op in een huishouden met een laag inkomen; dat aandeel is viermaal zo hoog bij niet westerse minderjarige kinderen als bij autochtone kinderen

·      2017: er zijn 168 voedselbanken in Nederland, met 530 uitgiftepunten, waar 11.000 vrijwilligers werken

Eerdere blogs gerelateerd aan dit onderwerp

21.02.2017: Aanpassing premiebetaling zorg stuit op verzet (over financiële solidariteit)

09.01.2018: Relatie opleidingsniveau en levensverwachting ongezond innig

29.01.2018: De nulde lijn

12.03.2018: De zorg en de kunst van het kiezen

22.05.2018: Politieke discussie nodig bij inzet van publieke middelen

Actieplan ministerie: brede schuldenaanpak

Het actieplan wordt uitgevoerd met hulp van alle manifestpartijen, waaronder de Belastingdienst, UWV, CAK, DUO, SVB en het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). Met een poging bij schuldenproblematiek een balans te vinden tussen de belangen van de schuldenaar en die van de schuldeiser en het maatschappelijk belang. Het actieplan van het ministerie loopt langs drie actielijnen.

  1. Problematische schulden voorkomen: preventie en vroegsignalering
  2. Ontzorgen en ondersteunen: nieuwe aanpak
  3. Zorgvuldige en maatschappelijk verantwoorde incasso

Tot de mogelijkheden behoort ook gedeeltelijke kwijtschelding van de schuld, bv. als dat bij kan dragen een snellere re-integratie in de samenleving. In het programma Buitenhof (27.5.2018) meldt een deskundige dat niemand precies weet wat de goede aanpak is. Maar zou het niet precies zo zijn als in de zorg, dat het plan van aanpak maatwerk vereist en bij een individu derhalve persoonsgericht moet zijn?? Mij lijkt overigens het grootste probleem dat 1,2 miljoen (86%!) huishoudens (blijkbaar) niet bekend zijn bij de schuldhulpverlening…

Relatie met de zorg (2)

Het rapport merkt zelf al op dat veel mensen met schulden te maken hebben met meerdere problemen, bv. werkloosheid en gezondheidsproblemen. Met om deze reden ook een pleidooi van adequate ondersteuning met een integrale aanpak binnen het sociale domein en de gemeentelijke wijkteams. Oud-directeur van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) hield afgelopen week in de Volkskrant een pleidooi om juist bij deze mensen met schulden de thema’s gezondheid en vitaliteit uit te werken. Want vitaliteit en een betere conditie (fitness!) maakt de mensen weerbaarder, stelde hij.

Samenwerking zorgverleners en ‘manifestpartijen’

Daar waar bij schuldenproblematiek meervoudige problematiek samenkomt, is samenwerking van zorgverleners ook absoluut een vereiste. Deze problemen kunnen inderdaad, post of propter, zich ook in het medisch domein bevinden. Buiten het feit dat veel huishoudens met schulden niet bekend zijn, betekent het in kaart brengen van de problemen van deze huishoudens nog niet dat aangeboden (medische) hulp ook op vrijwillige basis wordt geaccepteerd. Niet voor niets is er steeds discussie over wel/geen bemoeizorg in relatie tot de WGBO. Een WGBO die voorlopig nog voorschrijft dat een hulpverlener alleen in actie mag komen wanneer de patiënt er zelf om vraagt.

Tot slot

Het is goed dat de koers van de schuldhulpverlening wordt gewijzigd. Het stapelen van boete op boete omdat de schulden niet kunnen worden afgelost, vaak in een cultuur van schaamte zonder enig perspectief, brengt in niets de oplossing voor de schuldenaar dichterbij. Dat niet goed opgeloste problemen binnen het sociale domein en/of binnen de sector verpleging & verzorging uiteindelijk ook consequenties hebben in het medisch domein, is niet nieuw. Maar gezondheidszorg zal nimmer de therapie kunnen zijn van maatschappelijke problemen. Dus zeker hier in het sociale domein met deze schuldenproblematiek is het zorgmotto van dit kabinet op zijn plaats, verwoord als de juiste zorg op de juiste plek. Met de toevoeging: door de juiste zorgverlener/partij, gefinancierd vanuit de juiste (stelsel)wet. En zeker ook gezien de complexiteit dezelfde toevoeging als in het VWS-rapport: wie durft?