Zoals bekend blijven de wachttijden in de geestelijke gezondheidszorg te hoog. De aanmeldwachttijd voor alle hoofddiagnosegroepen overschrijdt nog steeds de Treeknorm (blog). De hoogste wachttijd zien we bij de zogenoemde ‘restgroep’ aan diagnoses, waaronder ook transgenderzorg valt. Deze Treeknorm is na verwijzing door de huisarts/POH-GGZ voor zowel de basis-ggz (B-GGZ) als de gespecialiseerde ggz (S-GGZ) 4 weken voor de aanmeldwachttijd, en 10 weken voor de behandelwachttijd. De maximaal aanvaardbare totale wachttijd bedraagt daarmee 14 weken. Eind 2022 staat ruim de helft van alle wachtenden (51%) langer dan de Treeknorm op de wachtlijst. Ongeveer 61% van de wachtenden op een aanmeldgesprek en ruim 30% van de wachtenden op een behandeling wachten langer dan de Treeknorm. In totaal wachten bijna 84.000 zorgvragers op geestelijke gezondheidszorg. Overkoepelend zien we qua aantallen de afgelopen jaren weinig veranderingen (Bron: NZa, 23 maart 2023 + NZa, 22 juni 2022 + NRC, 27 oktober 2023 + NZa, 21 maart 2024+ NRC, 20 maart 2024).
In twee blogs sta ik stil bij deze wachtlijsten: wat zijn de oorzaken en wat zijn voorgestelde beleidswijzigingen om het tij in gunstige zin te keren?
Begin vorig jaar is het woord “cruciaal” geïntroduceerd (Cruciale GGZ, 13 januari 2023 + bekostiging, 2024) Vóór wie en dóór wie mag GGZ-aanbod cruciaal worden genoemd als 42.000 patiënten maanden, soms jaren op psychiatrische behandeling wachten? Zeg het maar! Heeft niet elke verwezen GGZ-client een urgente zorgvraag? Waarbij naast het flexibele woord “cruciaal” er ook grote bandbreedtes zijn geconstateerd bij bovenregionale cruciale zorgvragen (Zie verder rapport KPMG, 10 december 2023).
Verder, in discussies over beleid bij groepen met een kortere levensverwachting gaat het vaak over burgers met een lage sociaaleconomische status (SES). Maar ook mensen met ernstige psychische aandoeningen hebben een gemiddeld tien tot twintig jaar kortere levensverwachting dan de algemene bevolking. Bij een diagnose van schizofrenie of bipolaire stoornis ligt de levensverwachting zelfs ongeveer vijftien tot twintig jaar lager ten opzichte van de algemene bevolking. Ergo, de sterftekloof tussen mensen met ernstige psychische aandoeningen en de algemene bevolking is in de loop der tijd groter geworden. Het vroegtijdig sterven van mensen met ernstige psychische aandoeningen heeft niet alleen te maken met een verhoogde kans op suïcide binnen deze doelgroep. Want twee derde van de vroegsterfte binnen deze doelgroep is toe te schrijven aan een verhoogde kans op fysieke aandoeningen, waaronder cardiovasculaire aandoeningen, luchtwegaandoeningen en verschillende vormen van kanker (Bron: Trimbos, 2022). Te lang wachten op geïndiceerde zorg zal de levensverwachting niet verbeteren.
Waarom zijn er wachtlijsten in de GGZ?
Het simpele antwoord op deze vraag is de discrepantie tussen zorgvraag en zorgaanbod. In elk geval heeft de zorginkoop door verzekeraars het GGZ-aanbod de vraag niet kunnen volgen. Waarbij hoe complexer de problematiek, hoe langer de wachttijd. Door allerhande oorzaken is het aantal mensen met mentale klachten sinds 2009 met 53 procent toegenomen (hier/hier/hier), terwijl het budget slechts 11 procent is meegegroeid.
Binnen de GGZ stelt de NZa maximumtarieven vast (Tarief, 2024). Zorgverzekeraars hebben naast de mogelijkheid om naar beneden toe van die tarieven af te wijken (NRC, 22 maart 2024), ook de mogelijkheid omzetplafonds in contracten op te nemen (ZPM, 2024).
Het gevolg van schamele tarieven en opgeworpen drempels is dat in 2022 ruim één op de drie organisaties in de GGZ-sector (35%) rode cijfers schreef, een verdubbeling in vergelijking met 2021. Ook de positieve bedrijfsresultaten zijn in vergelijking met een jaar eerder grotendeels verdampt. In 2022 kwam het gezamenlijke nettoresultaat van de sector uit op € 66 miljoen, een jaar eerder was dat nog ruim drie keer zoveel met € 213 miljoen. Vooral de middelgrote en grote instellingen zijn hierdoor kwetsbaarder (Bron: Intrakoop, 26 oktober 2023 + GGZ-werkgevers, 26 oktober 2023 + Zorgvisie, 27 december 2023 + NRC, 22 maart 2024 + NVB/NBA, 27 maart 2023). Met weinig ruimte voor innovatie en preventie.
Niet alleen is het GGZ-budget niet meegegroeid met het volume zorgvragen, ook blijkt al jaren dat het totale jaarbedrag dat beschikbaar is voor GGZ de (eerdere?) jaren niet is opgemaakt, terwijl er wachtlijsten zijn. Jaarlijks bleef er € 300 miljoen over (Algemene Rekenkamer, 25 juni 2020 + Het Parool, 6 februari 2024). Op deze budgetten uit de Rijksbegroting bestaat geen trekkingsrecht, waarbij na onderschrijding het budget een jaar later ook nog eens wordt verlaagd. Bij het bestaan van wachtlijsten bij vooral ernstige GGZ-aandoeningen een laakbaar overheidsbeleid.
Naast de lage tarieven en de budgetonderschrijding is er nog een verzekeringstechnische bijdrage aan wachtlijsten: de regels van de risicoverevening. Risicoverevening is het mechanisme dat ervoor zorgt dat verzekeraars bij mensen met een groter risico op hoge zorgkosten een hoger geldbedrag voor inkoop krijgen uit het vereveningsfonds. Echter voor complexe GGZ-problematiek is de voorspelkracht duidelijk minder dan voor bv. somatische problematiek (FTM, 21 december 2022 + blog, 26 april 2023). Het gevolg is dat verzekeraars dit risico doorberekenen aan de GGZ-instellingen door middel van lage budgetplafonds, waarna de instellingen vervolgens risicovolle zorg en complexe patiënten afstoten.
Een van de consequenties van dit beleid is de sluiting van hoog specialistische klinieken voor mensen met de zwaarste ziektelast, die nergens anders terecht kunnen. Waarbij onder de beleidsparaplu van “extramuralisering” en vermeende “ambulantisering” de druk in de rest van de GGZ steeds verder oploopt (NOS, 31 mei 2022 + hier).
Introductie van private equity (blog) is ook aan de GGZ niet voorbijgegaan (De Groene, 5 april 2023). Citaat: “De formule waarmee ze deze investering (190 mln.) terugverdienen is simpel. Zo blijft de zwaardere en duurdere ggz-zorg over voor de oorspronkelijke ggz-organisaties, vaak stichtingen zonder winstoogmerk. Dit zogeheten ‘cherry picking’ is een belangrijke veroorzaker van de wachtlijsten in de GGZ, constateerde de Rekenkamer in 2020. Investeerders vissen de lucratieve krenten uit de pap en de mensen die de meeste zorg nodig hebben, belanden op eindeloze wachtlijsten (einde citaat).
Verzekerden krijgen vaker te maken met financiële, praktische of administratieve hinderpalen. Wanneer de vergoeding voor niet-gecontracteerde zorg verder omlaag wordt gebracht, verdwijnen goede en passende behandeloplossingen voor een deel van de GGZ-patiënten verder uit beeld. Dat verkleint de huidige problemen niet, maar maakt deze juist groter (MIND, 13 juni 2023).
Samenvatting: de Nederlandse GGZ (Brief, 17 mei 2023); bijlage Kamerbrief, 21 december 2023
Uit de inventarisaties blijkt dat in alle zorgkantoorregio’s er risico’s op discontinuïteit in het cruciale ggz aanbod zijn op de korte termijn (2023-2024). Belangrijke oorzaken zijn de knelpunten op de arbeidsmarkt én de versnippering in de financiering. Daarnaast zien we knelpunten in de contractering in de keten van wonen-ondersteunen-begeleiden-behandelen. Meest genoemde oorzaak voor risico’s op discontinuïteit zijn de lage ZPM-tarieven en de door zorgverzekeraars gehanteerde afslagen op de NZa-tarieven. Wel zien we in alle regio’s dat de aanbieders alles op alles zetten om juist de cruciale functies (zoals bijvoorbeeld de HIC, de beveiligde bedden, de 24- uurs crisisdienst en de TOPGGzafdelingen) in de lucht te houden, soms tegen hoge PNIL kosten (AM: personeel niet in loondienst) of ten koste van ander ggz-aanbod, met het risico op verder oplopende wachttijden. Om dit ook in 2024 vol te kunnen houden zal met verzekeraars een passend proces van contractering en tarifering moeten worden doorlopen. De continuïteitsrisico’s zijn door de regio’s verbijzonderd langs een aantal hoofdlijnen: 1) toename van de vraag (zowel in aantal mensen, als in zwaarte van de vraag); 2) personeelstekorten (met name op regie-behandelaren); 3) hoog ziekteverzuim waardoor capaciteitsproblemen groter worden (8,28%: bron Vernet); 4) fragmentatie van het zorgaanbod en onvoldoende uitstroommogelijkheden; 5) budgettaire kaders/ omzetplafonds. |
Potentiële oplossingen bij wachtlijsten
Wat valt er te lezen en te duiden om in de GGZ de kloof tussen vraag en aanbod te dichten?
Dat is in de volgende blog te lezen: 4 april a.s.
Eerdere relevante blogs over de GGZ
08.12.2019: Contouren van een nieuwe GGZ (1): de inhoud (persoonsgericht in de context)
11.12.2019: Contouren van een nieuwe GGZ (2): de organisatie, inkoop en financiën) (totaal)
27.12.2019: Financiële staat: vraag/antwoord (09) (GGZ, POH-GGZ, Jeugdwet, extra werk ANW)
29.07.2020: Zonder GGZ-vraag geen goed aanbod en/of bekostiging (vraaggestuurd, tijdig + 5 stappen)
09.09.2020: Bekostiging passende zorg in beweging: de GGZ (1) (zorgvraagtypering + cluster – context)
21.12.2020: Spannend jaar toekomstig (POH-)GGZ-werk in huisartsenpraktijk (register/Wlz/kosten)
17.03.2022: Reflectie op speerpunten zorgkoers kabinet Rutte IV (3) (GGZ = speerpunt 12)
25.04.2022: GGZ: oude problemen, nieuwe bekostiging (ZPM, impact netwerk, transitieprobleem)
18.08.2022: Zorgplicht zorgverzekeraars blijft een (te) vaag omschreven begrip (plicht à “samen”)
26.04.2023: Laat rechter spreken over status wachtenden in GGZ (84.000, Treeknorm, verevening)
Wordt het niet eens tijd dat coaches ook betaald kunnen worden vanuit de zorgverzekering. Dit is behalve goedkoper ook een oplossing voor het tekort aan behandelaars. Nu moet een coach nog voldoen aan HBO nivo om uberhaupt mee te doen. Laten we kijken naar bekwaamheid en niet weer naar papiertjes.