Het testbeleid (wie wél, wie niet) in Nederland is tot nu toe afgestemd op de beschikbare capaciteit en niet op de noodzaak. Maar om stappen voorwaarts te zetten om maatregelen te versoepelen, moeten er (juist wel) steeds méér mensen getest kunnen worden. En dus wordt er hard gewerkt om de testcapaciteit te vergroten. Want door mensen met COVID-klachten te testen, kunnen zij na een positieve test met quarantaine worden geïsoleerd en kunnen mogelijk besmette contacten worden opgespoord. Het voordeel hiervan is dat ten aanzien van de restgroep (bv. onderaan in het 2e kader) dan meer vrijheden kunnen worden toegekend. Maar dat werkt alleen als er snel en laagdrempelig kan worden getest (blog), op antigeen en antistof. Inmiddels worden naast patiënten in het ziekenhuis en een deel van bewoners van verpleeghuizen, nu ook zorgmedewerkers getest. In mei volgen het onderwijzend personeel en daarna de mantelzorgers. Laagdrempelig testen van burgers met klachten is (helaas) geheel nog niet aan de orde.
Stand van zaken m.b.t. testen (Kamerbrief, 22 april 2020)
· Het aantal afgenomen testen is gestegen van 4000 per dag (begin april) naar nu circa 7000 per dag. · Het Landelijke Coördinatiestructuur Testcapaciteit vormt nu een landelijk laboratoriumnetwerk voor het testen van het coronavirus gevormd. Meer dan 40 medisch-microbiologische en enkele niet-medische laboratoria zijn samen in staat om 17.500 tests per dag uit te voeren. · Bij uitbreiding van het aantal uren zou dit zelfs kunnen oplopen tot 29.000 tests per dag. · Dankzij de Speciaal Gezant (Feike Sijbesma) hebben de grootste leveranciers van laboratoriummaterialen (Roche, ThermoFisher, Qiagen en Biomerieux) toezeggingen gedaan ten aanzien van onderdelen voor testmateriaal voor de komende maanden. · Sanquin is in opdracht van het ministerie van VWS gestart met de productie van lysisbuffer. Daarbij maken zij gebruik van de receptuur die Roche beschikbaar heeft gesteld. · De komende week gestart met de productie van afnamemateriaal in de vorm van swabs (wattenstokjes) die onderdeel zijn van de afname kit. Dinsdag 21 april is de eerste batch in Nederland geproduceerde swabs opgeleverd. De huidige productie staat op 17.500 swabs per dag, en eind april zal dit opgeschaald zijn naar 30.000 per dag. · Tegelijkertijd is er nog een neus en keelswab model bij het RIVM gevalideerd. Dat zijn 3D geprinte ‘wattenstaafjes’ geschikt als afnamemateriaal. Deze 3D wattenstaafjes worden vanaf 21 april geprint door een speciaal bedrijf, waarbij de productie op gaat lopen tot 30.000 stuks per dag eind april. · Het aantal door de GGD’en geteste personen ligt momenteel rond de 1500 per dag. Dat betekent dat er nog veel ruimte is voor het afnemen van meer testen. Vorige week bereikten mij signalen dat er nog barrières zijn bij het testen, aldus de minister. · Het OMT onderzocht de mogelijkheid van de inzet van sneltesten op antilichamen. Na onderzoeken naar 16 verschillende sneltesten, concludeert het OMT dat deze sneltesten niet geschikt zijn om in te zetten voor individuele diagnostiek. |
Uitbreiden van testen: noodzaak?
Het OMT adviseerde op 6 april j.l. al dat maatregelen gecontroleerd en geleidelijk versoepeld of opgeheven kunnen worden op het moment dat voldaan wordt aan een set van voorwaarden. Eén van deze OMT-voorwaarden is de melding dat er een systematisch testbeleid is, er voldoende testcapaciteit is wat hierbij past, de consequenties van het testbeleid zijn doordacht en er voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) beschikbaar zijn om het beleid uit te voeren. Alleen bij deze OMT-voorwaarde betreffende het testen wordt al gewezen op de koppeling van testen, de testcapaciteit, de omvang van het daarbij horende bron- en contactonderzoek (BCO) bij een positieve test (blog) en het monitoren van de isolatie nadien. Niet voor niets was mijn eerdere conclusie dat het landelijk tekort aan testen, BCO’s en mondmaskers/PBM (blog) de voortgang blokkeert om sneller te komen tot het toekennen van meer vrijheden. Het testen van zorgpersoneel bleek deze week geen overbodige luxe te zijn. Volgens onder andere Follow The Money (16 april 2020) bleek dat in week 16 inmiddels 8000 zorgmedewerkers positief zijn getest. Zij zouden daarmee goed zijn voor in totaal een derde van alle – op dat moment – ruim 24.000 bekende besmettingen in Nederland.
Uitbreiden van testen via de GGD?
In het geval van COVID-19 is, vanwege de bijzondere situatie, ervoor gekozen om de GGD te vragen de organisatie voor testen van medewerkers buiten het ziekenhuis op zich te nemen. Bedrijfsartsen en instellingsartsen kunnen de triage uitvoeren en doorverwijzen naar de GGD voor de test. GGD’s zouden bereid zijn de triage te doen als er geen andere arts beschikbaar is. Maar wérkt het? Is dit niet veel te bureaucratisch? Wat betreft financiering heeft de minister gezegd dat er geen sprake van mag zijn dat zorgmedewerkers de testen zelf moeten financieren. Is er dan niet een centrale rol weggelegd voor de zorgverzekeraars dit recht aan de verplicht verzekerden te melden en als zorginkoper te regelen? Nu, dus 24 april, lees ik verhalen dat het valt onder het eigen risico, dat personeel van huisartsen door GGD wordt uitgesloten, dat in de thuiszorg niet wordt getest…?? Etc.
Serologie (bloedplasmaonderzoek)
Naast het nut van een viruskweek kan bloedplasma worden onderzocht of er na een COVID-infectie aantoonbaar antistoffen tegen het virus zijn aangemaakt en hoe lang deze aanwezig zijn. Dat kan een maat voor immuniteit zijn, maar dat hoeft niet, we weten het ook nog niet. Dat testen op antistoffen ligt nog niet zo eenvoudig. De 16 beschikbare sneltesten zijn onbetrouwbaar, zo stelt de minister. Huisarts Joost Zaat schreef deze week in zijn column in de Volkskrant over het nut van testen op antistoffen bij mensen die vier weken geleden luchtwegklachten hadden gehad. Zijn eindconclusie: “Tests op covid-19 kunnen onterecht geruststellen.” En op de vraag: weet deze groep na deze test of je wel of geen antistoffen hebt tegen het virus, antwoordt hij: ”Voorlopig is een euro opgooien even goed en veel goedkoper dan de 70 euro voor de screeningstest…”
Testvoorstel Jaap Goudsmit
In een zeer lezenswaardig artikel deze week in Medisch Contact (MC), pleit viroloog Jaap Goudsmit voor een serologisch incidentieonderzoek. Dezelfde viroloog die al eerder voor de coronabestrijding een bundeling van wetenschappelijke krachten benadrukte.
Voorstel Jaap Goudsmit in MC (ps: ook weer een les/college in de microbiologie…)
Selecteer random 100 duizend Nederlanders, goed verdeeld over leeftijd en geografie. Die groep volgen we twee jaar en we beginnen al in mei, dus als de huidige maatregelen nog van kracht zijn. Men zal roepen: dan zijn er nog geen goede serologische tests. Maar ik voorspel: die zijn er snel. Ik zeg daarom: vul de vriezers alvast met bloedplasma en doe elke drie maanden een meting. Want ik wil modelleren, ik wil weten of er re-infectie plaatsvindt, of ik een tweede golf zie aankomen, en wie de infectiebron is. In Nederland hebben we ook wel zulke studies – de Generation-R-studie in Rotterdam en Lifelines in Noord-Nederland – maar die zijn niet eerlijk verdeeld over het land. Dat is een probleem, want deze infectie vindt in clusters plaats. Gaan jongeren met z’n allen op een kluitje zitten tijdens een festival dan kan er zomaar een uitbraak komen.’ Huisartsen krijgen in Goudsmits plan een centrale rol: ‘Zij krijgen – onder strikte privacy voorwaarden uiteraard – de gegevens van die 100 duizend mensen. Vervolgens gaat het huisartsen lab. bij hen langs, niet de ggd. Want die hebben te weinig capaciteit. Hoe snel zijn de benodigde tests er? ‘We wachten op een antigeentest, net als bij hiv, maar dan uit speeksel. Die is voor dit nieuwe virus niet beschikbaar voor januari, schat ik. Maar serologische testen voor IgM, IgG en IgA antistoffen tegen het virus worden steeds beter. Uit goed Chinees onderzoek, dat zopas in Duitsland is bevestigd door de groep van topviroloog Christian Drosten, blijkt dat bij een acute infectie seroconversie al heel vroeg is te meten: de eerste antistoffen zien we al drie tot vier dagen na de eerste symptomen. Zo krijg je naar schatting 80 procent van de acute infecties in beeld. Een goede zaak en het kost maar een paar euro per test. Aan het antistofpatroon kan ik dan zien wanneer die infectie ongeveer heeft plaatsgehad. Als uitslagen krijg je: niks, IgM+, IgG+ of de combinaties daarvan. Ik kan dan zeggen: iemand met alleen IgM is minder dan twee weken geleden geïnfecteerd geraakt. Als ik IgM en IgG vind dan is het drie tot vier weken geleden. Is IgM al weg, dan is het anderhalve maand geleden. Zo kom je erachter welke groep, in welke provincie hoe lang geleden geïnfecteerd is geraakt. Deze drie factoren moeten wat mij betreft voldoende zijn op basis waarvan je maatregelen neemt. Anders koersen we blind. Die testen zijn er overigens al, maar ze zijn nog niet goed genoeg, ze kruisreageren soms nog met onschuldige coronavirussen die een koutje veroorzaken, waardoor je foutpositieven krijgt. Maar binnen weken of maanden zijn er betere tests, daarvan ben ik zeker. Bij IgG zonder virus in de keel mag je aannemen dat zo’n persoon niet meer infectieus is en ook zelf niet meer te infecteren is. Met die groep zou je het maatschappelijk leven weer kunnen opstarten.’ Maatregelen met betrekking tot afstand houden en hygiëne blijven. |
Tot slot
De groeiende testcapaciteit wordt nog niet geheel benut. De belangrijkste reden lijkt te zijn dat de aan positief virustesten (swab) gebonden parallelle activiteiten (voldoende fte voor BCO’s, in bezit van adequate beschermingsmiddelen, goed serologisch vervolgonderzoek) niet in hetzelfde tempo tot voldoende ontwikkeling/uitvoering komen. Bij versoepeling van de maatregelen richting méér bewegingsvrijheid is de ons beschermende en begeleidende ‘COVID-keten’ met allerlei activiteiten zo sterk als de zwakste schakel.
Eerdere blogs over COVID-19
19.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (01) (de consequenties volksgezondheid)
23.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (02) (gevolgen economie en geld printen)
26.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (03) (over sociale en mentale gevolgen)
28.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (04) (met testbeleid naar 3 groepen)
30.03.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (05) (met uitstelzorg, aanpak en compensatie)
02.04.2020: De impact van COVID-19 is amper te overzien (06) (beleidsmaatregelen o.b.v. kennisbundeling)
04.04.2020: Verhoogde urgentie aanpak tekorten geneesmiddelen (altijd al, zeker nu in coronatijd)
10.04.2020: Tekort beschermingsmateriaal voor zorgverlener én patiënt een treurig feit
19.04.2020: Het bron- en contactonderzoek bij COVID-19 kan ook zonder app (BCO zelf uitvoeren)
22.04.2020: Het bron- en contactonderzoek bij COVID-19 heeft last van het afwentelvirus (GGD)