Deze zomer is het wetsvoorstel Verbod op winstuitkering door zorgverzekeraars opnieuw ingediend bij de Tweede Kamer. Het betreft wetsvoorstel 34995 van de Kamerleden Leijten (SP), Bruis Slot (CDA) en Ploumen (PvdA). De Eerste Kamer had op 13 juni 2017 besloten dit wetsvoorstel voorlopig aan te houden, in afwachting van een door de initiatiefnemers aangekondigde novelle. De wettekst van deze aanpassing is nu opnieuw bij de Tweede Kamer ingediend. De kern van het nieuwe wetsvoorstel is om in de Zorgverzekeringswet vast te leggen dat het een zorgverzekeraar verboden is winst uit te keren aan aandeelhouders, leden of werknemers. Wel kan in het nieuwe voorstel de eventuele winst worden gebruikt om de zorgpremie te verlagen, de solvabiliteit te verbeteren van een eigen concernverzekeraar of worden ingezet voor zorgexperimenten en/of kwaliteitsverbetering (Artikel 28a).
Standpunt in regeerakkoord van kabinet Rutte III
In het regeerakkoord (pg. 14) staat: “Het kabinet wil voorkomen dat geld dat is bedoeld voor zorg, niet ten goede komt aan zorg. Er wordt onderzocht hoe dit op een houdbare wijze binnen het systeem gestalte kan krijgen. Het kabinet treedt hierover in overleg met de initiatiefnemers van de Wet Houdende een verbod op winstuitkering door zorgverzekeraars”.
Argumenten tegenstanders
Het blijven de eerder al te lezen tegenargumenten die ook nu worden ingebracht. Met dit wetsvoorstel zou er minder interesse bij kapitaalverstrekkers zijn om te investeren. Het zou de prikkel bij verzekeraars wegnemen om doelmatiger in te kopen. Er zouden minder mogelijkheden zijn om als nieuwe verzekeraar toe te kunnen treden tot de markt. Er zouden extra administratieve lasten zijn voor verzekeraars. Een beperking van het eigendomsrecht van zorgverzekeraars zou conflicteren met Europese wetten. Met vervolgens bij aanname van de wet angst voor schadeclaims door verzekeraars richting overheid met compensatie eisen. Echter bij deze discussie zijn twee vragen cruciaal…
Vraag 1: moet er vreemd kapitaal worden aangetrokken?
Natuurlijk wil een investeerder rendement. En natuurlijk zal een verbod op winstuitkering dan niet helpen. Maar waarom moet er überhaupt vreemd kapitaal worden aangetrokken? Het zorgstelsel is gebaseerd op solidariteit: met elkaar, voor elkaar. Dat betekent ook dat wij samen beslissen over de inhoud van het basispakket en hoe dat gefinancierd wordt. En als het niet kan worden betaald, dan volgt of premieverhoging, dan wel verkleining van het pakket. In goed Nederlands: de tering naar de nering zetten. Afstemmen wat er in de portemonnee zit en waaraan je het uitgeeft, zal in elk huishouden bekend zijn. Zowel de zorgvraag als het zorgaanbod moet daarbij worden beperkt tot zuinig en zinnig. Een verantwoordelijkheid van allen. Met transparantie van (kost)prijzen en eigen betalingen. Dat betekent ook breken met elke vorm van zorgconsumentisme en marktpraat.
Vraag 2: conflicteren met Europese wetten?
In de zorg heeft Nederland een privaat zorgverzekeringsstelsel met publiekrechtelijke randvoorwaarden. In een systeem met pure verzekeraars zou er dan de logica van de markt zijn dat zowel verliezen als winsten voor rekening van de verzekeraar komen. De Solvency II richtlijn van de EU geldt ook voor zorgverzekeraars. In artikel 206 van deze richtlijn zou zijn vastgelegd dat landen alleen wettelijke verplichtingen aan privaatrechtelijke zorgverzekeraars mogen opleggen als deze noodzakelijk zijn voor het beschermen van het algemeen belang. Welnu, dat “algemeen belang” is er toch bij een zorgstelsel wat ten goede komt aan alle Nederlanders? Een van de taken van de overheid is te zorgen voor een goed beleid ter bevordering van de volksgezondheid. Nederland heeft in 2006 gekozen voor een zorgstelsel met een belangrijke rol voor zorgverzekeraars. Maar dat betekent nog niet dat deze zorgverzekeraar de echte kenmerken heeft van het begrip verzekeraar. De helft van de kosten curatieve zorg worden via de inkomensafhankelijke premie betaald van belastinggelden. Ook betaalt de Belastingdienst 5 miljard zorgtoeslag uit aan 5 miljoen Nederlanders. Voor elke Nederlander geldt de verzekeringsplicht, ook als je dat niet wenst. Voor de zorgverzekeraar geldt bij de basisverzekering de acceptatieplicht. Voordat de zorgverzekeraar uiterlijk op 12 november de hoogte van de nominale premie bekend maakt, is hij al op de hoogte van: de ontvangen gelden voor het volgend jaar van de risicoverevening, de door de overheid gemaximeerde kosten (kaders in de Miljoenennota) en de daarbij horende VWS-rekenpremie. Daar komt bij dat de overheid met het macrobeheersingsinstrument geld kan terugvorderen bij de zorgaanbieders, omzet die dezelfde aanbieders vaak hebben gekregen op basis van legitieme contracten met…verzekeraars! De zorgverzekeraar een ‘verzekeraar’? Het is niet wat het lijkt. Het argument van algemeen belang wordt hier geborgd door het inzetten van sociale waarborgen. Sociale waarborgen die per 2006 langs de weg van de democratie zijn ingezet.
Discussie zorgstelsel broodnodig
Het verbod op winstuitkering aan zorgverzekeraars is een goede zaak. Als er winst wordt gemaakt, dan zou mijn eerste vraag zijn: is er wel op een goede manier door deze verzekeraar zorg ingekocht? Wie controleert dat nu eens serieus? Met als tweede vraag: waar in de zorg kan deze winst het beste worden ingezet als herinvestering? De discussie op het verbod op winstuitkering kan niet worden los gezien van andere agendapunten over het functioneren van het zorgstelsel. Zoals of de marktdiscussie zich niet zou moeten beperken tot de aanvullende verzekering? In plaats van bezorgd te zijn of een nieuwe zorgverzekeraar de daarvoor gemaakte investering wel kan terugverdienen, is het relevanter de vraag te stellen of Nederland niet toe kan met minder zorgverzekeraars? Met minder dan 58 polissen? Met afschaf van collectiviteiten? Met integraal toezicht? Met afschaf van het vrijwillige af te sluiten eigen risico? Met het juist wél benoemen in beleidsnota’s waar bij “de juiste zorg de juiste plek is”. Net als in deze laatste beleidsnota eindig ik deze blog met dezelfde woorden: Wie durft?
Eerdere blogs gerelateerd aan het onderwerp van aanpassing zorgstelsel
21.02.2017: Aanpassing premiebetaling zorg stuit op verzet
26.06.2017: Met een goede risicoverevening is slechts één verzekeraar voldoende
18.07.2017: Is minder marktwerking in het zorgstelsel nog een agendapunt (1)?
10.08.2017: Kunnen zorgverzekeraars zich meer van elkaar onderscheiden?
24.08.2017: Het risico van het Eigen Risico in het zorgstelsel
27.09.2017: Bij dit zorgstelsel betaalt de burger de prijs
10.01.2018: Is minder marktwerking nog een agendapunt (2)?
05.06.2018: Informatieovervloed op zorgverzekeringsmarkt voelt als doolhof
06.06.2018: Winst zorgverzekeraars: niet uitkeren, maar herinvesteren
14.06.2018: Welke zorg hoort in de basisverzekering?
29.06.2018: Leiden stelselperikelen ook tot stelselwijzigingen?