
Vorige week was het weer zover: het zoveelste stikstofdebat in de Tweede Kamer (hier, 20 februari 2025 + voorafgaande Kamerbrief). Hoewel de “stikstofcrisis” in 2019 escaleerde in de politiek en media, speelt het stikstofprobleem in de leefomgeving al decennialang. Eigenlijk al vanaf de start van de intensive veeteelt in de vorige eeuw (rapport, 2011).
Toen juridisch werd vastgesteld dat het beleid feitelijk faalde in de bescherming van kwetsbare natuur, kwam het stikstofbeleid publicitair onder een vergrootglas te liggen. Onder andere introduceerde de EU in 1979 en 1992 sleutelwetten (hier) om kwetsbare natuurgebieden, bv. de 162 Natura 2000-gebieden, te beschermen.
Al eerder rapporteerde ik over de vluchtigheid het Nederlandse stikstofbeleid.
12.06.2022: Aanpak stikstofcrisis ligt na 1 dag al onder vuur (protest LTO + VVD na 10 jaar stilstand)
De stikstoftolerantiegrens is al lang overschreden
Wat NL extra kwetsbaar maakt is naast de hoge veedichtheid (hier) de kleine landoppervlakte met veel kwetsbare natuur (zie plaatje onder de titel). Vanwege het economisch belang van de export wordt daarnaast al decennia ingezet op maximale productie op dit beperkt landoppervlak. Nederland is de tweede landbouwexporteur ter wereld, na de Verenigde Staten, die 250 keer zoveel grond hebben.
Het gaat bij de stikstofcrisis niet om het onschadelijke stikstofgas (N2) in de lucht maar om de verbindingen met stikstof die wél schadelijk kunnen zijn, zoals ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx). Te veel van deze twee gassen in de lucht is slecht voor natuur, maar ook slecht voor gezondheid. Ammoniak (NH3) komt vooral vrij uit de mest en urine van dieren. Stikstofoxiden (NOx) komen vooral in de lucht door verkeer (uitlaatgassen) en industrie. Net als NH3 reageren NOx in de lucht verder met andere deeltjes en vormen dan het schadelijke fijnstof (hier).
Achtereenvolgende kabinetten proberen invulling te geven aan de verplichte wet- en regelgeving om de stikstofneerslag in natuur (mol/hectare) te laten dalen. In de Wet stikstofreductie en natuurverbetering (Wsn) staat immers dat in 2025 40% van de stikstofgevoelige natuurgebieden onder de KDW (Kritische Depositie Waarde) moet vallen, in 2030 50% en in 2035 74%. Deze KDW is een vastgestelde stikstoftolerantiegrens. Omdat de stikstofdoelstellingen niet gehaald worden, heeft dat inmiddels verstrekkende gevolgen op juridisch, ecologisch, economisch en maatschappelijk vlak. Juridische gevolgen zijn onder andere blokkering van bouwprojecten, boetes vanuit de EU en rechtszaken van milieuorganisaties. Bij ecologische gevolgen (hier) denk aan het verdwijnen van kwetsbare natuur, afname van biodiversiteit door bodemverzuring en verhoogde kans op natuurbranden.
Het kabinet Schoof
Het huidige kabinet Schoof heeft na het kritisch advies van de Raad van State over het stikstofbeleid (hier) en na de recente uitspraak van de Greenpeace-zaak (hier/hier) vorige week in het Kamerdebat voorgesteld de huidige hoogte van de KDW (hier), zijnde de maat en rekenkundige ondergrens hoeveel stikstof een natuurgebied kan verdragen zonder te verslechteren, bij te stellen. De hoogte van deze KDW wordt elke 10 jaar herzien, afhankelijk van de resultaatopbrengst.
Nu nog moet er een natuurvergunning aangevraagd worden als de geschatte stikstofuitstoot hoger is dan 0,005 mol per hectare per jaar. De huidige minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van NL wil die grens nu ophogen naar 1 mol per hectare per jaar (hier/hier/hier/hier/hier/hier/hier/hier/hier/hier). De metingen zouden dan dus minder streng worden, waardoor bedrijven en boeren gemakkelijker, zonder verplichte natuurvergunning bij het huidige stikstofslot, nieuwe activiteiten kunnen starten.
Echter de wet- en regelgeving die kabinetten zélf hebben gesteund, nationaal en in EU-verband, stellen dat er in collectieve zin een stikstofreductie van de uitstoot plaats moet vinden met daarnaast een aantoonbaar herstel van de natuur. Nu met KDW-aanpassing te veel gokken op nieuwe individuele activiteiten met zo, bij elkaar opgeteld straks een nog hogere landelijke collectieve stikstofuitstoot als (logisch?) gevolg, brengt de oplossing voor natuurherstel niet dichterbij (hier). Juridische zekerheid over de haalbaarheid van het plan is er pas als t.z.t. de hoogste bestuursrechter (Raad van State) zich heeft uitgesproken.
Het probleem is dat de meeste stikstofneerslag (minstens 70 procent) afkomstig is van emissiebronnen die onder die grens van 1 mol zitten. Die bedrijven zouden nu met steun van het ministerie, na bijstelling van de KDW, vergunningsvrij kunnen beginnen. Maar voor hoe lang vergunningsvrij en gezien de Wsn-doelstelling hoe lang te accepteren? De potentiële (extra) groei van de schadelijke stikstofuitstoot is hierbij aanwezig. De maatregel zou enerzijds nieuwe projecten mogelijk maken die anderzijds vervolgens de komende jaren de stikstofdeken boven Nederland aandikken en stikstofneerslag in de bodem doen toenemen (hier). Zonder natuurherstel? Tel uit je winst!
Kritisch punt: je aan de regels houden
Het kabinet heeft zichzelf nog extra in de problemen gewerkt door te stoppen met het zogeheten Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De kern van het NPLG was dat alle provincies gedetailleerde regioplannen moesten maken voor stikstofreductie, het verbeteren van de waterkwaliteit en voor natuurherstel. De provincies waren daar al bijna twee jaar mee bezig en vergevorderd, toen minister Wiersma namens het kabinet besloot dat het allemaal niet meer nodig was (hier/hier/hier). Het kabinet schrapte ook al het bijpassend budget voor het NPLG-programma, waar nog ruim 20 miljard euro van over was. Daarvoor kwam een veel kleinere pot geld in de plaats van 5 miljard euro specifiek voor de landbouw en 500 miljoen per jaar voor boeren die natuurmaatregelen nemen. De provincies hadden juist om veel meer geld gevraagd.
Het is aannemelijk dat deze kabinetsmaatregelen de juridische positie van milieuorganisaties, die beleid toetsen aan wetgeving, heeft versterkt.
Het belangrijkste (discussie)punt binnen de stikstofcrisis is dat Nederland op grond van nationale en Europese wetgeving verplicht is achteruitgang op gebied van natuur, water en klimaat te stoppen en de al beschadigde natuur te herstellen. Dat komt voort uit afspraken waarbij zowel de wetgevende macht (regering/EK + TK) als de uitvoerende macht (regering) met volle bewustzijn betrokken zijn/waren.
Welnu, het zou fijn zijn als de politiek/overheid uit oogpunt van geloofwaardigheid zich aan de eigen wetten en regels houdt: (hier/hier/hier/hier/hier/hier/hier + hier/hier/hier/hier/hier/hier/hier/hier).
De provinciale aanpak van de stikstofemissie bij het NPLG van het vorige kabinet was, gezien de locaties van de gebieden met de meest noodzaak tot stikstofaanpak, nog niet zo’n slecht idee (hier/hier).

Het aspect van de volksgezondheid
Een verdere beschouwing van het politiek vluchtgedrag laat ik aan anderen. Eerst de volksgezondheid. Te veel mest in de natuur draagt direct bij aan het stikstofprobleem door de uitstoot van ammoniak, uitspoeling van nitraat en verstoring van ecosystemen (VK, 2021). Ammoniak verdampt gemakkelijk en komt in de lucht terecht. Het draagt bij aan de vorming van fijnstof (PM2.5). Dit heeft gevolgen voor de luchtkwaliteit (blog), waterkwaliteit (blog), biodiversiteit en uiteindelijk ook de volksgezondheid (blog). Luchtverontreinigende stoffen kunnen ademhalingsproblemen veroorzaken. Een teveel aan stikstof kan in de vorm van nitraat (NO₃⁻) in het grondwater terechtkomen. Hoge nitraatconcentraties in drinkwater zijn ook schadelijk voor de gezondheid. Stikstofoxiden zijn broeikasgassen die bijdragen aan klimaatverandering.
Klimaatverandering heeft op zijn beurt weer gevolgen voor de volksgezondheid, zoals een toename van hittegerelateerde ziekten, verspreiding van infectieziekten (zoönosen) en extreme weersomstandigheden. Ofwel, klimaatverandering, luchtvervuiling en bodemvervuiling versterken elkaar op complexe manieren. Met vaak overlappende oorzaken. Daarnaast leidt te veel fijnstof, onder andere dus via stikstof, tot oversterfte en extra zorgkosten (TNO, 2022, pg. 2/34).
Dit vraagt een geïntegreerd beleid van alle ministeries die betrokken zijn bij economie, bij lucht- en bodemvervuiling, klimaatverandering en volksgezondheid. De minister van landbouw kan het niet alleen oplossen. Maar waar waren de ministers van economie, infrastructuur, klimaat en volksgezondheid vorige week in het Kamerdebat over stikstof?
Wat moet er gebeuren?
Er zijn zoveel beschouwingen over de stikstofcrisis geschreven (voorbeeld, 2022). Met vele onderzoeken die aantonen dat een overmaat aan stikstofneerslag een van de belangrijkste oorzaken is van de verslechtering van leefgebieden van primair planten en dieren en (dus) secundair van mensen.
De kernpunten voor beleid, die als rode draad in deze beschouwingen zijn waar te nemen, bevat m.i. de volgende elementen.
- Nederland moet gemaakte afspraken over beperking van stikstof (‘emissiereductie’) nakomen en de Europese Nitraatrichtlijn volgen (hier). Vluchten kan niet meer (hier).
- Er moet een herstelprogramma voor natuur komen, wat linksom/rechtsom alleen kan met stikstofreductie.
- De overheid moet de transitie naar duurzame landbouw zo uitvoeren, dat duurzaam werkende boeren (hier: met o.a. subsidies) worden gesteund (kringloopprincipe: steun het goede).
- Alle sectoren (landbouw, mobiliteit, industrie en luchtvaart) zijn aan zet om een substantiële bijdrage te leveren om de uitstoot van stikstof te verminderen
- Landbouw/veeteelt vraagt om precisiebemesting. Precisiebemesting betekent dat de mestomvang niet wordt bepaald door de omvang van de veestapel, maar wordt bepaald door wat gewassen, horend bij een gezonde voedselproductie, voor gezonde groei aan bemesting nodig hebben.
- Bescherming volksgezondheid volgens is het leidend beleidsprincipe “Health in All Policies”. Beleidsmatig en uitvoerend.
- Stimuleer (en respecteer) internationale samenwerking op gebied van wetenschappelijk onderzoek (hier). Voor NL is het RIVM ‘ons’ kennisinstituut om wetenschappelijke inzichten te vertalen naar de Nederlandse situatie (hier). Het wegen van “feiten en/of meningen” mag niet belangen gestuurd plaatsvinden (hier/hier/hier).
- Doorbreek met maatregelen de vicieuze cirkel van klimaatverandering en vervuiling waarbij de biodiversiteit vermindert. Een verminderde diversiteit leidt tot verlies van ecosysteemdiensten zoals vruchtbaarheid van de bodem, schoon water en natuurlijke CO₂-opslag. Waarom zou je de lucht, bodem en water laten vervuilen, terwijl dit de elementen zijn die je juist voor gezonde en duurzame voedselproductie nodig hebt? Ofwel: maak nu geen instrumenten kapot die je voor toekomstig beleid nodig hebt (hier). En parallel aan de problemen in de gezondheidszorg de ultieme vraag: hoe wil Nederland dat landbouw, natuur en voedselveiligheid er in 2050 uitzien?
- Stem de omvang van de vee- en vleesindustrie af op de voedselbehoefte van de interne markt. Leg enerzijds de maatschappelijke schade uit van het beleid van de afgelopen decennia (hier) en anderzijds wie daarvan in het traject ‘van boer-tot-bord’ in welke mate steeds heeft geprofiteerd (NB: winsten privaat aanwenden en de gevolgen van stikstofschade collectief laten betalen is geen voorbeeld van mijn kringloopprincipe).
- Vertraging van een snelle reductie van de stikstofuitstoot blokkeert nu de ruimte voor de bouw van woningen, nieuwe infrastructuur en eigen landbouwinnovatie. Als politiek een kwestie van kiezen is, blijf dan uitleggen wat je beleid bij bestaande wetgeving (niet) is.
- Aanpassing KDW is in 2025 een dubieuze micro-oplossing voor een niet dubieus macroprobleem.
- Keuzevrijheid in beleid bestaat alleen in het (h)erkennen en handhaven van grenzen.
Tot slot
Als voormalig dienaar binnen het domein van de volksgezondheid ben ik blij met de in Nederland nog bestaande trias politica. Met nog een rechterlijke macht die ‘nieuw’ beleid, bedacht in de Kamers en in praatprogramma’s, podcasts en kwaliteitskranten door vertegenwoordigers van de wetgevende en uitvoerende macht uitgebreid mag worden verdedigd, kan en mag toetsen. Toetsen aan (overige) bestaande, en eerder ook door partijpolitici en ministeries bedachte en vastgelegde, wet- en regelgeving (hier).
Deze toetsing is noodzakelijk zolang stikstofdepositie bijdraagt aan luchtvervuiling (hier + Pointer, 23 februari 2025), drinkwaterverontreiniging (hier) en voedselkwaliteit (hier). Een verhoogde stikstofemissie en -depositie in de natuur is schadelijk voor de volksgezondheid. Er is een beschermende taak van de overheid bij deze volksgezondheid, vastgelegd in de Grondwet (Artikel 22).
Dat juist een externe partij (bv. Urgenda, MOB, Greenpeace, hier) bij een dergelijke toetsing door de rechter vaak in het gelijk wordt gesteld, is evengoed een zorgelijke ontwikkeling voor het vertrouwen in het functioneren van de uitvoerende en wetgevende macht, zijnde ‘onze’ politiek en overheid. Als ik dit schrijf is het 2025 (hier), de intensieve veeteelt, verkeersmobiliteit en industrialisatie zorgen met hun stikstofuitstoot al sinds (ver in) de vorige eeuw voor problemen in de leefomgeving.
NB: Beide plaatjes in deze tekst zijn afkomstig van het RIVM, 12 november 2024: Actualisatie rapport ‘Analyse ontwikkeling stikstofemissie en -depositie’.
Eerdere gerelateerde blogs over preventie en milieu
21.10.2018: Werken aan de agenda van de vooruitgang (zorgstelsel, burgerparticipatie, preventie)
10.04.2021: Aanpak preventie: benut het hele actieplan (multicausaal, integraal, vele wetten)
14.07.2021: Zet bij preventiemaatregelen leefomgeving op eerste plaats (belang stikstof, klimaat)
12.06.2022: Aanpak stikstofcrisis ligt na 1 dag al onder vuur (protest LTO + VVD na 10 jaar stilstand)
26.07.2022: Bij financiering en uitvoering preventie ontbreekt focus (streefwaarde, netwerk, budget)
09.03.2023: Voorkómen ziekten betekent beleid richting meer bestaanszekerheid burger (1)
13.03.2023: Voorkómen ziekten betekent beleid richting meer bestaanszekerheid burger (2)
20.04.2023: Zorg voor publieke gezondheid hoort thuis bij alle departementen (Wpg/GGD)
25.09.2023: Wanneer leefomgeving gezondheid bedreigt, moet overheid optreden (ZSS/PFAS)
03.10.2023: Minister zegt dat bij bedreigen volksgezondheid die partij meebetaalt aan kosten
25.01.2024: Vanwege teleurstellende resultaten tijd voor ander preventiebeleid (RIVMevaluatie)
03.06.2024: “De zorg voor morgen begint vandaag” (motto VTV-2024 i.c.m. regeerakkoord/preventie)
17.09.2024: Drinken kraanwater niet langer vanzelfsprekend veilig (KRW2027/verontreiniging/maatr.)
15.10.2024: Ambitie bij emissiereductie broeikasgassen dempt gezondheidseffecten (IPCC)
21.10.2024: Warrig kabinetsbeleid ten aanzien van pandemische paraatheid (+bezuiniging 300 mln)
22.10.2024: Een vuiltje aan de lucht (over luchtkwaliteit, nieuwe EU-normen conform WHO)
02.12.2024: Kiezen voor gezonde toekomst (VTV-2024) 5W1H (RIVM-rapport/preventiebeleid)
03.01.2025: Gezonder voedselaanbod vraagt om acties bij meerdere ministeries (4 lijnen/HiAP)